Ons zinkend Europa.
Mijersche Mijmeringen.
SOESTER COURANT
Abonn. i 1.50 p. kw. - f 1.75 p. post
22e Jaargang - No. 24
UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK
Bureau: Van Weedestraat 35 - Telefoon 2566 - Giro 126156
Verschijnt Dinsdags en Vrijdags
Dinsdag 26 Maart 1946.
Ondanks alle ellende, ondanks de
bittere beproevingen, ondanks de
zwaarste verliezen aan leven en
goederen, leven de volkeren van
West-Europa in hun geesteshouding
nog in de tijden van vóór 1940, toen
West-Europa nog rijk was en de wel
vaart betrekkelijk algemeen.
In dien ..goeden ouden tijd" waren
de materieele levensomstandigheden
van een steuntrekker hier beter dan
die van een hard werkenden boer
in Oost-Europa.
Woonde hij in een groote stad, dan
verkeerde hij in geriefelijker omstan
digheden, dan veel leiding gevende
technici in het Z.O. van Europa of
in het naburige Azië.
En dan de menseden, die een gere
geld inkomen hadden! We denken
aan de slierten auto-bussen met Ne
derlanders in het buitenland, die,
tusschen haakjes, de faam van ons
land niet altijd even hoog hielden
we denken aan de degelijkheid van
onze voeding en kleeding aan
de nu welhaast onbereikbare luxe
van tal van gebruiksvoorwerpen.
Neen, West-Europa ging niet met
Oostersche armoede den oorlog in,
doch het fatalisme waarmee het zijn
slachting tegemoet dreef, geleek veel
op dat van den Oosterling:
Ongeïnteresseerd keek West-Europa
toe, hoe een bende gewetenloozen
zich klaar maakte om naar de we
reldheerschappij te grijpen; met on
verschilligheid zag het aan, hloe ge
leerden en denkers in concentratie
kampen versmachtten en met vaak
kwalijk verholen genoegen nam men
kennis van het feit, dat breede be
volkingsgroepen werden teruggedre
ven naar de onmondigheid waaruit
zij zich de laatste decennia hadden
ontworsteld.
Geen moment de opofferingen ver
getende, die de Gideonsbende van
het verzet bracht, toen de Germaan-
sche furie over onze landen kwam
en geen dag vergetend wat we ver
schuldigd zijn aan hen, die stierven
om ons de vrijheid te brengen, moe
ten we toch met pijn in het hart
vaststellen, dat de doorsnee Euro
peaan zich slechts morrend afvraagt,
waarom het vleeschrantsoen nog
niet hooger is of hef tabaksarntsoen
niet verdubbeld. Met hetzelfde fa
talisme waarmee hij den oorlog in
ging, die zijn vrijheden wegvrat, zoo
wacht hij nu op de tijden, dat de
vleeschpotten van Egypte hem weer
zullen worden voorgezet.
Hij denkt er voorloopig nog niet aan
ze zelf te vullen!
Wat is de oorzaak van deze lethargie?
Vijf jaar druk van een meedoogen-
loozen bezetter, hef feit, dat West-
Europa tweemaal werd gewalst on
der de, elk op hun beurt zegevie
rend oprukkende legers, de vijf jaar
stilstand in economische, geestelij
ke en politieke ontwikkeling mogen
het verschijnsel mede verklaren, het
bevredigt ons niet, ze is als de uit
eindelijke, eigenlijke oorzaak aan te
wijzen.
De eigenlijke oorzaak ligt dieper,
de doodenmarsch van Europa begon
niet in 1939, niet in 1933 toen het
centrum genazificeerd werd, niet in
1918 toen een vrede van Versaille
den Gallischen haan victorie liet
kraaien op een mesthoop, maar ze
begon reeds, toen zich een geper-
fectionneerd voortbrengingsapparaat
ontwikkelde in de handen van een
aantal leiders, die een organisme,
geschapen om de wereld te dienen
of te beheerschen, versplinterde in
een aantalstukken, dat slechts
dienstbaar werd gemaakt aan eigen
of groepsbelang.
De helft van de kleinste der vijf
werelddeelen, onderling nog verdeeld
in ten minste drie elkaar beconcur-
reerende, wantrouwende en bestrij
dende „grootmachten", de lezer
vergeve het woord, dat even leelijk
is als de idee die het dekt had
niet alleen de pretentie de rest van
de wereld te voorzien van de voort
brengselen van zijn, onweerlegbaar
superieure techniek en organisatie,
maar tevens, die rest schatplichtig
aan zich te maken. Er geen rekening
mee houdende, dat die schatplichtige
gebieden geografisch en politiek een
heden vormden met een potentieel,
dat het oude Europa verre achter
zich laat; dat die schatplichtigheid
als natuurlijke reactie had, zich on
afhankelijk te maken van de cijns-
heffers; dat de onderlinge verdeeld
heid van de „oude drie" op den
duur niet opgewasschen kon zijn te
gen deze jonge, sterke landen.
Laten we in het volgende nummer
eens nagaan, wie en ivat die „oude
drie", waren en hoe ze het moesten
afleggen tegen de „Groote Drie", of
eigenlijk „Grobte Twee" van straks.
Officieele mededeelingen.
Burgemeester en Wethouders van de
gemeente Soest brengen ter openbare
kennis, dat op 21 Maart 1946 bij
hen is ingekomen een verzoekschrift
van J. A. van den Breemer, van
beroep melkhandelaar, wonende te
Soest, Korte Melmweg 15 om een
Tegenwoordig wordt je voor vraag
stukken geplaatst waar je vroeger
niet naar omkeek.
Voorheen was het zoo, dat je 't al
lang goed vond, als je maar rustig
kon voortleven zonder al te veel te
worden lastig gevallen door belas-^
tingambtenaren en soortgelijke onge
twijfeld nuttige, maar vaak zeer
nieuwsgierige en daardoor lastige
lieden.
Eens in de vier jaar, bij de verkie
zingen, liepen de menschen warm;
ze woonden de verkiezingsvergade
ringen bij, als serieuze voorlichtings
dienst of als publieke vermakelijk
heid, net naar je 'f bekeek
en als het verkiezingslawaai ver
stomd was en de politieke stormen
geluwd waren, leefde je weer röstig
verder en slofte je weer genoeglijk
als vanouds je levenspaadje af.
Maar dat werd anders. De menschen
gingen zich interesse eren voor vraag
stukken van den tijd, op allerlei
gebied. Er kwamen kranten qn tïjd-
schritfen, die zich om strijd beijver
den de menschheid uit haar dommel
te wekken en de belangstelling voor
de vragen van den dag op econo
misch, sociaal en politiek gebied aan
te wakkeren. Op het oogenblik is
het zoo, dat de menschheid tot een
staat van ontwikkeling is gekomen,
waar je eigenlijk verstomd van moet
staan.
Over de moeilijkste vraagstukken
van den dag wordt in de bus, in den
trein, in de kroeg, georeerd met een
vlotheid en een zelfverzekerdheid,
dt je eigenlijk niet goed begrijpt
waarom de groote geleerde koppen
daar nou zooveel moeite mee heb
ben en zich er zoo druk om maken.
Je petroleumman aan de achterdeur
houd geen praatje meer over den hit
van den groeteboer, die gister op hoi
is geslagen, maar theoretiseert over
Indonesië. En je melkboer heeft met
een stalen gezicht zijn visie op de
geleide economie.
Ik ben maar zoo bescheiden me een
beetje op den achtergrond fe houden
bij de verkoniging van al die in
zichten en wijsheden, 't Gaat me,
eerlijk gezegd, te ver boven m'n ka
chelpijp uït om daarover een mee
ning te durven hebben. Daarom ver
vul ik doorgaans den rol van be
langstellend toehoorder.
Daarheb je nou bijvoorbeeld die
geleide -economie. M'n melkboer
weet me zóó te vertellen, dat dat
nou eigenlijk dat is in een goed be
stuurde* staat. Ik voor mij vertrouw
'm niet helemaal; ik geloof niet, dat-
ie, strikt genomen, als onpartijdig
beoordeelaar is te beschouwen en
een beetje te ver naar links overheDt.
Want het is een feit, dat de uiterst
linksen de geleide economie als het
evangelie van een juist staatsbestuur
beschouwen.
„Planmatige leiding van het bedrijfs
leven door de overheid", heet dat
in geijkte termen en „nationalisatie
van de belangrijke bedrijven"; en
de Partij van den Arbeid is aan 't
overwegen of die geleide economie
gewenscht is, of noodzakelijk, dan
wel een noodzakelijke gewenschtheid,
want daar zitten heel wat kanten aan
vast, waar je zoo op 't eerste gezicht
geen erg in hebt naar het schijnt.
„Je ken zegge wat je wilt me
neer" zei m'n melkboer gister
morgen, toen ik m'n halve pintje
voor twee dagen aannam, „maar
als 't niet van de overheid uitgaat.
dan wordt het nier een janboel', een
chaos".
„Ik dacht eigenlijk, dat we daar
nou net midden in zaten" waagde
ik hem te interrumpeeren.
„Heeft er niks mee te maken,'me
neer, luister verder. De leiding van
het bedrijfsleven, de prijzen, de ver
bouwing, in- en uitvoer van granen
en andere producten in eigen hand
is een onding. Want wat is hef ge
volg meneer? Iedereen werkt op
z'n eigen manier en op z'n eigen'
houtje, je krijgt de gekste concurren
tie, van goed overzicht over de za
ken en regelmaat is geen sprake,
en de winsten komen waar ze niet
wezen motten, bij 't grootkapitaal
meneer. Nee hoor, niet de vrije
werkzaamheid moet bepalen hoe de
economische krachten in de maat
schappij moeten worden aangewend,
dat moet de staat doen. Welke ar
tikelen het meest door het publiek
begeerd worden moet niet bepaald
worden door de zoogenaamde vrije
vraag op de markt, maar door den
staat. De staat zal decreteeren wat
geproduceerd en geconsumeerd mag
worden. Al die individueele vrijheid
leidt tot ongebondenheid en exces
sen, er moet ordening van bovenaf
komen meneer, dat is je ware. De
staat is baas en daarmee uit!"
„Hebben jullie het over het natio-
naalsocialisme"? vroeg m'n vrouw,
die op haar pantoffels naderbij ge
komen was en met een half oor had
staan te luisteren.
Ik keek m'n melkboer eens aan en
hij keek mij eens aan. Toen draaide
hij zich om en zei: goeje morrege.
En ik zei ook: goeje morrege. En
tegen m'n ouwetje zei ik: „Vrou
wen moeten zich niet met de politiek'
bemoeien en vooral niet met derge
lijke ingewikkelde dingen als de ge
leide economie, daar begrijpen jullie
toch niets van."
Vrouwen kunnen soms van die gek
ke dingen zeggen. Mijer.
verlof A in den winkel van het per
ceel, plaatselijk gemerkt nr. 32 aan
de Soesterbegrschestraat aldaar.
Binnen twee weken na de dagteeke-
nlng dezer bekendmaking kan ieder
tegen het verleenen van dit verlof
schriftelijk bezwaren bij burgemees
ter en Wethouders inbrengen.
Plaatselijk nieuws.
R. v. v LINDEN IN
DE FINALE.
Honderd en vier spelers schreven in
voor de Districts-kampïoenschappen
van Gooi- ien Eemland (3e klas libre),
waarvan de Soester spelers R. v. d-
Linden, H. van Sitter Ji\. P Ram,
W. Dijkman, P. Brekelmans en D-
Kater.
Hiervan kwamen acht spelers ten
slotte in den eindstrijd, waaronder
ook een Soester speler.
De volledige uitslag van deze voor
ronde was: C. Verkuil 2.51, Wieffe-
ring. 2.87, v. Rijswijk 2 88, R. v. d-
Linden 2.94, Bosma 2.51, Schrijvers
3.19, Ekris 2.53 en Campagne 2-46.
De eindstrijd begint volgende week.
Deze week eindigen de voorwedstrij
den om de cadre kampioeschappen,
waaraan de Soester spelers C. Sta
lenhoef en A. Verkerk van B.V.
„Centraal" en P- en R. Stalenhoef
van B.V. „De Gouden Ploeg" deel
nemen.
ZANGUITVOERING
BEVRIJDINGSDAG.
De gezamenlijke mannenkoren, die
aan bovengenoemde uitvoering iac
de werken, houden hun eerstvolgen
de repetitie op a.s. Donderdag 28
Maart te 8 uur in St. Jozef,
Ook de heerenleden der gemengde
koren worden verzocht aanwezig te
willen zijn, teneinde een vlotte stu-a
die te bevorderen.
DUTCH SWING SHOW 1946.
Het was wel jammer, dat de be
langstelling Zaterdagavond voor de
Dutch Swing Show 1946, geënga
geerd door de directie van „Bosch
en Duin", niet groot was, want wat
ons werd aangeboden was heel goed
te noemen.
Het programma vermeldde o.a. hef
optreden van „The Swing King
Strings", 't Hawaiïan en swing en
semble „Los Cubanos" o.l.v- Otto de
Groot en „The Four Jolly Cowboys".
De laatsten vooral oogstten veel suc
ces met hun leuke cowboyliedjes.
Zij werden zelfs gedwongen, eeni-
ge nummers als toegift te geven.
Vele liedjes werden spontaan door
het publiek meegezongen. Ook de
muziek van het Rumba-orkest was
van goed gehalte.
Van Ilona zagen wij eenige fraaie
dansen.
De aankleedïng en belichting droeg
er niet weinig toe bij, dat de juiste
sfeer werd geschapen. Naar wij ver-'
namen zal dit gezelschap binnen
kort weer terugkomen, zoodat de
liefhebbers van deze soort möziek
alsnog hun hart kunnen ophalen en
van hun belangstelling blijk geven.
NED. ROODE KRUIS.
De afdeeling Soest-Soesterberg deelt
mede, dat op haar bureau, Van Wee
gestraat 4, een lijst ter inzage ligt
van personen, aanwezig in buiten
geallieerd gebied op Java gelegen
kampen.