Volk in opkomst.
Mijersche Mijmeringen.
Soest heeft de primeur.
SOESTER COURANT
Abonn. 11.50 p. kw. -11.75 p. post
22e Jaargang - No. 30
UITGAVEDRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK
Bureau: Van Weedestraat 35 - Telefoon 2566 - Giro 126156
Verschijnt Dinsdags en Vrijdags.
Dinsdag 16 April 1946.
Na 1927 kon Stalin, met een apparaat
dat van Trotzkistische smetten vrij
was, zijn programma ten uitvoer
brengen. Dat behelsde: ten eerste 'm
sterk industrieel Rusland, ten twee
de een sterk militair Rusland, ten
derde een sterk agrarisch Rusland-
Zonder de up and downs van de
zen opbouw op den voet te willen
volgen, moeten we daarbij toch wij
zen op twee zeer belangrijke prin-
cipieele punten: de opbouw is so
cialistisch, hij poogt het tenminste
te zijn, en voorts is die opbouw dic
tatoriaal, al poogt hij dat soms niet
te zijn.
De socialistische opbouw is gegrond
vest op de leerstellingen van Marx
en er zou een interessant academisch
dispuut over zijn te houden of vol
gens de Marxistische theorie een
staat van de feodale phase kan over
gaan in de socialistische zonder de
tusschen-phase, de kapitalistische,
over te slaan. Een oppervlakkige toe
schouwer is stellig geneigd dit te
ontkennen; hij zou er op kunnen wij
zen dat èn het landbouwproletarïaat
èn het industrie-proletariaat in de
Sovjet leefden en leven in omstan
digheden, die herinneringen aan de
tijden van het ongebreidelde kapi
talisme in Europa. De minder opper
vlakkige toeschouwer zou ook in de
Sovjet kunnen wijzen op de ontwik
keling van een soort klassen-tegen
stelling, analoog aan die tusschen de
bezitters en niet-bezitters in de Eu-
ropeesche landen, n.1. die van de lei
ders en de geleiden. Maar die min
der oppervlakkige toeschouwer had
ook een principieel verschil kunnen
car.statecrcn tusschen de geestesge
steldheid van de arbeiders van het
Westen en die van het Oosten, bij al
le overeenkomsten.
De eerste werden in het productie
proces ingedeeld en werkten er voor
hun bestaan onder den dwang van
de sociale omstandigheden. De ar
beiders van het Oosten werkten
onder den drang van binnen uit, om
hun productie-apparaat te maken tot
het efficiënste, het grootste van de
wereld.
Deze drang wordt van boven af ge
koesterd en gevoed met de modern
ste wetenschappelijkste methoden
der massa-spychologie. Deze metho
den appelecren aan de ijdel'heid van
het individu en van het volk; ze
roepen herinneringen op aan de
denkbeelden van de intellectueelen
uit het einde van de vorige eeuw,
die meenden, dat van uit het ,,Sva-
taja Rossya", het heilige Rusland,
een nieuwe cultuur zooi uitgaan. Ze
wekken opk herinneringen op aan
het nationalisme van de kacitalisti-
sche landen, een nationalisme, waar
van het hoogtepunt samenviel met
den grootsten expansie-drang van de
Westersche naties, met het imperia
lisme. En we voelen ons gedrongen
de vraag te stellen: ,,is het tegen
woordige Rusland imperialistisch of
niet?"
Imperialistisch is een land, wanneer
het voor den afzet van zijn produc
ten of voor de verwerving van zijn
grondstoffen vreemde gebieden aan
zich moet onderwerpen. Dat het zich
daarbij stoot aan andere, eveneefns
imperialistische landen, is een bij
komende kwestie. Wanneer het ei
genlijke Europeesche Rusland het
experiment van den socialistischen
opbouw had moeten beginnen in het
eigen gebied, dan zou het zich on
middellijk hebben moeten stooten
aan de buurstaten.als die er wa
ren geweest.
Maar aardrijkskundige grenzen ont
braken- Onder het Tsarenrijk waren
de volkeren in de onmetelijke Azia
tische steppen reeds geassimileerd
met de Russische; de grondstoffen
voor den opbouw van het productie
apparaat behoefde niet bij een
vriendelijk gezind volk te worden ge
haald. Ze werden bij eigen volk ge
haald.
De tweede oorzaak van' het imperia
lisme, het voor zich reserveeren van
afzetgebieden kent Rusland ook niet.
Want het principieele onderscheid
tusschen de Sovjet Unie en de rest
van de wereld is, dat de eerste is
gericht op de behoeftebevrediging
van zijn deelhebbers en dat voor
de tweede slechts winst 't streven is.
Niet alleen de wetenschap, dat er
nog zeer veel moet worden voort
gebracht, willen de behoeften van de
bestaande bevolking worden bevre
digd tot een peil, zooals wij ^dat
bii ons vóór den oorlog kenden; maar
ook het feit, dat de ontzaglijke eco
nomische ruimte van de Unie nog
slechts voor een vierde bevolkt is
met wat Rusland, dank zij den te
gen woord igen stand der productie
techniek zou kunnen herbergen, zou
ons de overtuiging kunnen schenken,
dat ook van dien kant geen impe
rialistische impulsen zijn te vreezen*
En toch.Het opdringen van den
Russische invloed tot de Adriatische
Zee en tot de O der, het doordringen
in Iran, de Russische bemoeienissen
met Griekenland en Ijndonesië heb
ben hetzelfde gevoel van onbehagen
gewekt, dat de imperialistische mo
gendheden van vroeger vermochten
op te wekken.
Dus toch imperialisme? Ja en neen.
Specifiek tropische producten kan
Rusland slechts „uit den vreemde"
betrekken. We denken nog niet eens
aan de vindplaatsen van het uranium
erts, doch dit gemis zou tot impe
rialisme kunnen voeren.
Het verlangen naar onbelemmerden
toegang tot de wereldzeeën, het zou
tot imperialisme kunnen voeren.
De afweer van het ver in China
doorstootende Amerikaansche kapi
taal zou in zijn tegendeel om kunnen
slaan en tot imperialisme kunnen
voeren.
De militaire veiligstelling van zijn
westgrenzen zou tot imperialisme
kunnen voeren en met de afronding
van zijn vindplaatsen van mineralen
in het Zuiden zou dit eveneens hef
geval kunnen zijn.
TEEKEN DE§ TIJDS.
In Amsterdam is, naar de bladen
berichten, een vereeniging opgericht
„ter bestrijding van onrecht, corrup
tie en machtsmisbruik"; secretariaat
Antillenstraat 41.
Ik herinner me niet vóór den oorlog
ooit van iets dergelijks gehoord te
hebben. Dat sinds de bevrijding dan
ook dag-in dag-uit klachten over on
recht, corruptie en maohtsmisbruik
worden gehoord, is dan ook onge
twijfeld een stukje moffenergeernis.
Ik zeg gehoord", want je hoort veel
meer over deze onderwerpen spreken
dan je er in de krant van ziet.
Wanneer alle klachten, die in dit
opzicht geuit worden, eens in de
bladen zou worden afgedrukt, dan
zou er niet alleen de heele krant
mee gemoeid zijn, maar men zou zeer
zeker noë ruimte tekort komen.
Het streven van voornoemde veree
niging is zeer zeker alleszins lof
felijk en toe te juichen. Wij vreezen
echter, dat al haar pogingen op O.G
zullen uitloopen, als zij niet de be
schikking krijgt over een zoodanige
papiertoewijzing, dat zij dagelijks een
blad waarin alle te harer kennis
gebrachte gevallen met naam en
toenaam worden gepubliceerd, kan
uitgeven.
Afgezien van de hoeveelheid beschik
bare papiervoorraad, die. tusschen
haakjes dagelijks met sprongen voor
uitgaat, zie o.m. de her verschijning
van „De Haagsche Post", vrees ik,
dat de regeering er niet bijster prijs
op zou stellen de vele ongerechtig
heden, waarmede ons land is door
drenkt, zoo maar publiekelijk te zien
gesignaleerd. Al was 't alleen maar
om wat de buren dóór van zeggen
zouden!
Het terrein, waarop de vereeniging
zich gaat bewegen is een uiterst de
licaat terrein, want zij komt daarop
ongetwijfeld persoonlijkheden tegen,
wier namen zij niet dan met de uiter
ste voorzichtigheid zal durven han-
teeren. Toch zou dat moeten, ten
einde eindelijk eens waar te maken
wat na de bevrijding door het hoofd
van den M-G. zoo nadrukkelijk is
gezegd: „er zal gehandeld worden
zonder aanziens des persoons".
Wat bijvoorbeeld te zeggen van de
duistere geschiedenis van Arnold
Meyer (met ey, lieve lezers, 't is
geen familie van mei! Die zou, vol
gens de berichten in de diverse dag
bladen over zóóveel compromifeeren-
de gegevens over vooraanstaande per
sonen in het politieke leven beschik
ken dat ,ze hem niet durven aanpak
ken* 1
Een boek van zijn hand, waarih al-
leropzienbarendste onthullingen zul
len worden gedaan, is al ter perse
en zal als surprise vlak voor de ver
kiezingen verschijnen- Dat kan voor
vele kiezers een lastige geschiedenis
worden.
Stel je voor, dat jfe, nu de partijen
ingekrompen zijn tot 11, uit die 11.
na veel wikken en wegen er een ge
kozen hebt aan wie je naar je eerlij
ke overtuiging in volle zielsrust je
stem kunt geven en daar verschijnt
plotsklaps het boek van meneer
Meyer met daverende onthullingen,
dat de aanvoerder van de partij, aan
wie je je politieke zaligheid had
willen toevertrouwen, een sujet is.,
die eigenlijk allang in 't schuurtje
had behooren te zitten!
Wég alle vertrouwen en je kunt op
nieuw gaan prakkizeeren waar je je
steentje zult deponeeren, dat mede
zal dienen om het gebouw van de
EdelHoogmogende Heeren Staten-Ge-
neraal op te trekken.
Geschiedenissen van de soort van
die meneer Meyer betreffende, al
zijn ze dan misschien ook een tikje
minder opzienbarend, zijn er talloo-
ze in den lande. Leg je oor maar
te luisteren, waar je ook komt; in
't Noorden of in 't Zuiden, in den
Achterhoek of in Den Haag, hoor je
de wonderlijkste verhalen van frau
de, corruptie, machtsmisbruik en al
dergelijke lieflijkheden meer. Het is
hét gesprek van den dag.
Is het in Groningen al niet zoover
gekomen, dat de justitie zich ge
noodzaakt zag een razzia te doen
houden onder de leden van een ver
eeniging van oud-illegalen, die hee
le landstreken eenvoudig terroriseer
den?
Het kan best zijn, dat daar toestan
den bestaan, die heelemaal niet door
den beugel kunnen, maar hebben wij
dan geen staatsorganen meer, die
kunnen en willen ingrijpen? En als
dat niet het geval zou zijn, hebben
wij dan geen vertegenwoordiging van
de illegaliteit in de Tweede Kamer,
die daarover eens met de vuist op
tafel slaat? Terreur is toch wel hef
allerlaatste, dat men van fatsoenlijke
Nederlanders mag verwachten na de
Reeds eenige malen werd in oinzer
gemeente de wenschelijkheid betoogd
over te gaan tot instelling van het
instituut „schoolarts".
De kinderen zouden hierdoor regel
matig onder controle staan en op
tuberculose kunnen worden onder
zocht.
Vooral dit laatste is thans, na de
jaren van ontbering tijdens den oor
log, van groote beteekenis.
Door den oorlog kon een dergelijk'
geneeskundig onderzoek echter niet
plaats hebben en bedoeld instituut
niet worden ingesteld. Ook in andere
gemeenten bleek in dit opzicht een
achterstand van beteekenis te be
staan.
Een verblijdende mededeeling kan
thans echter in dit verband worden
gedaan.
Door het Zweedsche Roode Kruis
is aan het Ned. Roode Kruis een
z.g. rijdende Kinderkliniek ter be
schikking gesteld, een Roode Kruis-
auto, waarin een der nieuwste Rönt-
gen-installaties is aangebracht.
Deze auto zal achtereenvolgens de
Nederlandsche gemeenten bezoeken
en van school tot school trekken om
de kinderen te onderzoeken, waar
toe zij om beurten in de kliniek wor
den toegelaten. Zij worden doorge
licht en eventueele afwijkingen zul
len worden ter kennis gebracht van
de ouders.
Soest geniet de primeur in deze aan
gelegenheid.
Dit houdt niet in, dat de gezond
heid van de Soester kinderen hef
meest te wenschem overlaat, maar 'n
bespreking van den Burgemeester met
de Prcv. Ver. tot Bestrijding uo
T.B.C- heeft tot gevolg gehad, dat
in onze gemeente de eerste
onderzoeken plaats hebben. J.l-
Woensdag is hiermede een begin
gemaakt en het waren de kinderen
der openbare school aan de Middel-
wijkstraat, die het eerst aan de beurt
waren.
De onderzoeken worden verricht
door het personeel van het Ned.
Roode Kruis. Alleen de chauffeur
herinnert ons aan de hulp, die Zwe
den ons ook thans weer verleent. Hij
is 'n Zweed en was reeds gedurende
3 jaren op dezelfde wijze in Finland
werkzaam.
PARTIJ VAN DE VRIJHEID.
Alhier is thans in oprichting een af-
deeling £oest van de nieuwe Partij
van de Vrijheid.
vijf jaar van schrikbewind en, ter
reur, die achter ons liggen. Teeken
des tijds?
Het terrein waarop de nieuwe ver
eeniging zich bewegen gaat is boven
dien erg glad. De heeren moeten op
passen voor uitglijden. Want ja, ze
spreken van strijd tegen het onrecht,
maar wat is onrecht eigenlijk? Ik
geef het den bestem jurist te doen
daarvan in deze tijdsomstandigheden
een definitie te geven.
Recht en onrecht zijn begrippen, die
volkomen afhankelijk zijn van, den
geest van den tijd, waarin men leeft
en als men nu alleen maar eens be
denkt, dat wij nu, op dit oogenblik,
leven in een rechtsstaat, en daarbij
bedenkt, wat er zooal rondom ons
heen gebeurt, dat voorheen onduld
baar zou geacht zijn geworden en nu
als de doodgewoonste zaak wordt
aanvaard, dan moet men toch tof
de conclusie komen, dat het begrip
„recht" net zoo elastisch is als wijlen
het befaamde elastieke front v£*n de
edelgermanen-
Ik wensch de nieuwe vereeniging van
harte succes! Maar ik vrees met
groote vreeze. Mijer.