m De goede kant* I Zit onze jeugd bij de pakken neer? UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK Officiële mededelingen. ïndië co de Veiligheidsraad. IN DE HOEK. Plaatselijk nieuws. SOESTER COURANT Abonn. f 1.50 p. kwart. - Per post f 1.75. 23e JAARGANG - No. 60. Er zijn zoveel dingen in onze wereld, die de pessimist gelijk schijnen te geven, dat ze van de zwartkijkerij haast genezen schijnen en met een opgewekt gezicht den volke kond doen, dat hun zwartgallige voorspel lingen uitkomen, dat ze altijd wel hebben gezegd, dat het mis zou gaan en dat de wereld op zijn eind loopt. Zelfs met het heerlijkste vacantie- weer, dat we dit jaar konden genie ten, lieten ze niet af en ze hebben in zoverre succes gehad, dat hun woor den, ondanks alle neigingen om ze langs de koude kleren heen te laten glijden, ons aan het piekeren zetten, zij het met het averechtse resultaat dat we, hoe kan het ook anders met dit zonnige weer, de zonkant van de dingen eens op wensen te zoeken. Bepalen wij ons tot een van de allerbe langrijkste dingen: onze veiligheid. Met de persoonlijke veiligheid was het tijdens de bezetting treurig ge steld. Een handtekening van een of andere politie-potentaat was voldoende om iemand achter slot en grendel of erger te brengen. En laten we nu niet denken, dat dat een specialité van Germaanse huize was. Met welke plannen de heren van het MG rond liepen, moet nog steeds uit de doeken wor den gedaan, maar dat ze in 1944 enkele mi nisters de toegang tot het, toen gedeelte lijk bevrijde vaderland weigerden, spreekt boekdelen. En hoeveel leed er is toege bracht, doordat een amateur-gezagsdrager, met te grote bevoegdheden bekleed, buren- praatjes bekrachtigde met zijn handteke ning, is niet te schatten. Maar langzamerhand zijn we deze perikelen te boven gekomen. De resten van de politie staat hebben het veld moeten ruimen voor een rechtsstaat. Er kan niemand meer in het schuurtje worden gezet of het moet ge grond zijn op een of ander wetsartikel. Hoe staat het met onze economische veiligheid Twee systemen vinden hun toepassing. De ene, verouderend en straks geheel verou derd, vindt zijn meest consequente toepas sing nog in Amerika. Is er geen werk meer voor de man, dan moet hij zich zelf maar zien te redden. De tweede, die van een ver zekerd bestaan tot aan het graf, vindt in theorie zijn verwerkelijking in Rusland. Niet alleen in ons land, maar in geheel West-Europa is er een streven om het eerste systeem, dat eens geheel het bestaan van de gewone man beheerste, ook in be ginsel aan de kant te zetten, nadat het in de practijk van vóór de oorlog reeds zeer veel van zijn principiële betekenis had ver loren. En nu moge het waar zijn, dat die veiligheid door grondstoffen- en materiaal- schaarste nog niet is, wat ze moet wezen, evenzeer is het waar, dat met de toeneming van het productie-volume ook het „volume van de econimische veiligheid" toeneemt. Over de geestelijke veiligheid kunnen we kort zijn. Ze is congruent met de geestelijke vrijheid. We kunnen de levensbeschouwing aanhangen, die we wen sen, de politieke overtuiging belijden, die we de juiste achten, zonder vrees voor dis criminatie. In dit verband mag wel eens worden gewezen op de grote betekenis, die pers en radio hebben voor de vorming van een mening. De laatste heeft zijn juiste vorm nog niet gevonden maar wij menen, dat de eerste er tegenwoordig prin cipieel beter voorstaat dan voor de oorlog. Vele bladen, die anders niets deden dan hun lezers naar de mond praten, zijn nu vervangen door bladen, die een weerspiege ling zijn van wat er leeft onder de lezers. Dus geen verschil denkt U? Integendeel! Precies hetzelfde verschil dat er bestaat tussen een driehoek op zijn punt en op zijn basis. Welnu, in het algemeen mogen we zeggen, dat die basis, bestaande uit de doodgewone man, onder voorwaarden leeft, die hem gro tere mogelijkheden opent dan vóór de oor log. Laten we daarom niet al te veel aandacht schenken aan de zwartkijkers! De jeugd aan het woord. In dit artikel is het woord aan de jeugd. Over haar wordt tegenwoordig veel ge sproken en geschreven. Zit de jeugd in derdaad bij de pakken neer? Ziet zij de toekomst werkelijk donker in? Vele ouderen scheppen er tegenwoordig be hagen in ons als jeugd met vette kluiten modder te gooien. Het zijn vooral de op sensatie beluste publicisten, die in treffen de bewoordingen hun respectieve lezers kringen het spookbeeld van een gedegene reerde en losbandige jeugd voor ogen schil deren. De jeugd is uit de rails gelopen. Bureau: Van Weedestraat 35 - Telefoon 2566 - Giro 126156 Verschijnt iedere Dinsdag en Vrijdag. DINSDAG 12 AUGUSTUS 1947. Zij is het spoor bijster. Zij ziet geen toekomst meer. Het is de vraag of de jeugd in staat zal zijn het lot van de we reld in handen te nemen. In deze en andere slagzinnen wordt het jeugdprobleem, als gold het een verslag van een voetbalwedstrijd, uit de doeken gedaan. De meeste jongeren van onze leef tijd moeten dit onverantwoordelijke jour nalistieke wildgeraas met een stoïcijnse ge latenheid over zich heen laten gaan. Dit kan ook niet anders. Tenslotte vormen de veelsoortig verschijnende jeugdorganen niet de plaats om een persdiscussie te ope nen met wetenschappelijk geschoolde pu blicisten. Daarom ben ik de redactie van dit blad er dankbaar voor, dat zij een jongere, onafhankelijk van een politieke opvatting, doch met een Christelijke levensovertui ging, in de gelegenheid stelt zijn mening over een verondersteld defaitisme onder de jeugd eens kort uiteen te zetten. Op de puinhopen. Vijf jaren oorlog hebben ons als jeugd in aanraking gebracht met de Europese puin hopen. In ons land en daarbuiten. Het be hoeft geen betoog, dat de geestelijke ver wording, die deze alles verwoestende strijd met zich mede heeft gebracht, voor een groot deel beslag heeft gelegd op de jeugd. Wij werden weggerukt uit de liefdevolle sfeer van het ouderlijk tehuis. Onze opvoe ding werd voltooid in de Duitse „Arbeits- lagers" of op ons onderduikadres. Als vee werden wij opgejaagd. Ondanks dit alles hebben duizenden jongeren tijdens deze onderduikperiode of in Duitsland hun idea len niet over boord gegooid. Het einde van de oorlog bracht ons een bittere ontgooche ling. Onze idealen, in het verzet gekoesterd, vervlogen in rook. Wij kwamen terug in een maatschappij, waarin de strijd van mens tegen mens en van volksgroep tegen volksgroep weer met alle felheid werd in geluid. Collaborateurs en profiteurs vier den de vrijheid in de talloze als paddestoe len uit de grond opkomende bars en caba rets. De z.g. water en melk-Nederlander, die zich aan verzet nooit iets gelegen had laten liggen, klom weer hoog op het paard. Het ideaal van een betere en meer mens waardige samenleving werd smaad aange daan door handige brood-politici, welke elk voor zich een deel van de jeugd opeisten. Wie de jeugd heeft, die heeft de toekomst, bralden zij. Edoch, zij „vergaten,- dat zij de toekomst reeds achter zich hadden, terwijl wij er nog voor staan. Niet defaitistisch. Daarom zou ik alle publicisten, van welke politieke of godsdienstige levensovertuiging ook, de vraag willen voorleggen: Welke generatie heeft er nu feitelijk reden bij de klaagmuur te gaan staan? De oudere of de jongere? Is het tenslotte niet het oudere geslacht, dat ons niets an ders kan aanbieden dan de failliete inboe del van een Europese cultuur? De ouderen zelf zien geen kans deze naar alle kanten kapot geslagen wereld weer op de been te brengen. Met welk recht criticeren zij dan de jeugd? Gelukkig verkeert de jeugd in ons vader land nog niet in een stemming van: ..Laat ons drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven we." Haar idealen zijn nog niet geïnfecteerd met ondergangstheorieën van aftandse en vergrijsde filosofen. Zij en niet de jeugd mijmeren over een cultuurverval zij bazelen over cultuurverval onder de jon geren, terwijl ze zelf daardoor elke posi tieve bijdrage tot de geestelijke wederop bouw van ons volk in woord of geschrift achterwege laten. Het zijn o.m. hun penne- vruchten, welke de jeugd van ons volk da gelijks nog in meerdere schotjes en heilige huisjes verdelen. Schijnbaar is het hun on bekend, dat de jeugd van na de oorlog ar beidt en studeert als wellicht geen andere generatie voordien deed. Neen, de jeugd ziet de bomen nog wel door het bos; zij theoretiseert niet over de on dergang van het avondland. Er zijn geluk kig nog vele duizenden jongeren in ons va derland, die gelovig de toekomst tegemoet zien. Atoombommen en mislukte conferen ties vermogen hen niet tot defaitisme te brengen. Zij zijn geen pessimisten en zitten nog minder bij de pakken neer. Dat allen, die in woord of geschrift geroe pen zijn ons volk voor te lichten, dit be grijpen. GLASBONNEN. Burgemeester en wéthouders van Soest brengen ter openbare kétnmis, dat in verband met de uitgifte van nieuwe glas- bonnen door het departement van We deropbouw een nieuwe régeling is ge troffen. waarbij de nog in omloop zijnde bonnen, waarop tot heden nog geen glas kon worden verstrekt, kunnen worden ingewisseld. Daartoe is in deze gemeénte gelegen heid tot en met 15 Augustus 1947 ten kantore van gemeentewérkem, Lange Brinkweg 49b, Soest. Na 15 Augustus is inlevering niet meer mogelijk. Meer dan anders was deze week de aan dacht gevestigd op de te Lake Success in Amerika bijeengekomen Veiligheidsraad uit de Ver. Naties. Meer dan ooit was ons land daar het on derwerp der besprekingen, nu twee, de z.g. republiek wèl-gezinde leden van de Volkenbond de aandacht heb ben gevestigd op het geschil van Neder land met de Republiek. De nauwe verwant schap van Voor-Indië en de republiek spruit voort uit de door beide beleden Is lamitische levensbeschouwing, die het Christendom de voet dwars zet. Neem daar bij de sedert 1928 in Indië, mede door Ne derlanders gesteunde, „los van Nederland"- beweging en in 1947 hier te lande voorge staan door vooraanstaande Nederlanders, en veel van het getreuzel om aan te pakken is duidelijk en begrijpelijk. Woensdag 20 Juli 1947 zei de Nederlandse minister-president, dat de Indische kwestie jiiet vatbaar voor arbitrage was; Vrijdag 1 Augustus d.a.v. aanvaard de, in overleg met diezelfde minister-presi dent van Nederland, Mr. van Kleffens de „goede diensten door Amerika aangebo den"! De Veiligheidsraad heeft zichzelf overtrof fen in de twee jaar van zijn bestaan heeft hij nimmer een directe stap gedaan om een geschil te beëindigen. Niet tussen Griekenland en de omringende staten, niet in Brits-Indië en Groot-Brittanië, niet in Frankrijk en Vietnam of Indo-China, niet in Rusland maar nü nam de Veiligheids raad met acht tegen nul en drie onthou dingen het besluit om een beroep te doen op beide partijen in het Indonesische con flict om onmiddellijk een einde te maken aan de vijandelijkheden en haar geschil door arbitrage of andere vreedzame mid delen op te lossen. Drie onthoudingen: Groot-Brittanië, België en Frankrijk. Groot-Brittanië onthield zich en zei, dat zijn onthouding niet als een veto moest worden uitgelegd. België, dat iets van Nederlands moeilijkheden begreep, onthield zich van stemming omdat Neder land een bemiddelings-aanbod had gedaan. Frankrijk zei de voorkeur aan tegenstem men te geven, omdat de resolutie anders met zijn veto' verworpen zou zijn! Maar waarom hebben de heren van dat recht geen gebruik gemaakt? Laat men dit uit sluitend aan Rusland over? Het schijnt wel. zo. Nu, de Rus sprak in de geest der „re publikeinen"beide partijen moesten zich terugtrekken op de posities welke zij voor het politioneel optreden bezet hielden. Hij deed er zelfs een voorstel toe. Als dat ge beurt, verklaarde Mr. van Kleffens, dan zullen de „republikeinen" verschrikkelijke vergeldingsmaatregelen begaan. Hij waar schuwde mede tegen het Russische amende ment, dat verworpen werd. Slechts Rusland en zijn aanhangsel Polen stemden voor. Waarom was aller hand tegen Nederland? Waarom is de stemming in de wereld tegen ons? Omdat zij, die de waarheid over Indië durfden en wilden spreken, men denke aan Hazelhoff en Roelofsma in Amerika, het zwijgen opgelegd en met ontslag bedreigd werden. Omdat de Regeringsvoorlichtings dienst in gebreke is gebleven (en nog is) de toestand in de wereldpers te belichten. In Indië gaf men de Republikeinse en bui tenlandse pers gelegenheid onjuiste voor lichting te geven, zo konden gekleurde be richten worden verspreid. Australië, dat tegelijk met Voor-Indië de kwestie voor de Veiligheidsraad bracht, noemde de militaire politie-actie tegen beter weten in een „inbreuk op de vrede." Australië biedt zich aan als arbiter, maar twee jaar lang heeft Australië niets gedaan om de boycot van Nederlandse schepen opgeheven te krijgen, en wat deed het nu? Opnieuw de havens sluiten. Kunnen wij vertrouwen stellen in dé on partijdigheid van dit land? Sjarifoeddin dringt er op aan, dat Australië als bemiddelaar zal optreden, maar de re publiek is geen onafhankelijke staat, die, naar Australië wilde, in de Veiligheidsraad gehoord zou worden, maar onderworpen, ook volgens de overeenkomst van Lingga- dpati, aan de Nederlandse souvereiniteit. Dat wordt maar algemeen vergeten. Ein delijk heeft Amerika dit ingezien, en ge zegd, dat er geen termen aanwezig waren om op de „de factp erkenning" terug te komen. Deze erkenning was het uiterste wat de Ver. Staten konden doen, omdat „de republiek" niet een volledige onafhan kelijke natie is krachtens de overeenkom sten met Nederland. Dat is het bij lange na niet. Daarom is het niet verstandig met deze republiek ver der te praten. Nog altijd is van kracht wat enkele maan den geleden in Indië zelf gevraagd werd bij de ronde tafel conferentie: ..Mag het volk van Nederland, om te gemoet te komen aan de politieke as piraties van enkele tienduizenden, het i „Kom, .we stappen maar op, het zal gis teren zijn geweest'' zéi Papa met eeta knipoog naar de soldaat maast hem eto probeerde zijn huishouden op gang fe krijgen. Maar de jeugd scheen goéd ge ïnformeerd te zijn, want ze beweerden, dat de stoet werd opgesteld op hét Ju- lianaplein. Die vlieger ging niet op en Pappiê moest blijven staan. Wat hij mompelde verstond ik niet, maar zijn gezicht stond niet bepaald vriendelijk. Geen gezicht althans, om mee naar een Bloeméncor- so te kijken. Na een klein uurtje Nieuwérhoek te heb ben gestoffeerd, vroeg ik mé af, of we misschien tóch een dag te laat warein en ging voor alle zekerheid maar richting Tulianaplein. Per slot is het een tijd van veto's éïi je kan nooit weten. Al m'n veronderstellingen blekën onge grond. want inderdaad vond ik op het Julianapleïn het bloemencorso, met iét wat geagiteerde Moedérs en op hun hor loges kijkende Vaders. Waar het wachten op was? Nee, dat wist niemand. De militaire band speelde ér lustig op los en in een van1 de korte pauzés tus sen de nummers hoorde ik eén zwart kijker beweren, dat er géwacht werd op een regenbuitje. Er blijkt een prijswinnaar zoek te zijn want ondanks het herhaald afroepen van z'n naam en zwaaien met het kaartje van de zoveelste prijs, komt er geen ant woord. „Welke prijs krijg ik, pappie?'', hoor ik' een peuter aan z'n vader vragëm;. „Dat moet je afwachten jochie'' zegt papa, al heeft hii allang gezien, dat ;er aïléejn nog maar „nieten" inzitten. En dan wachten we maar weer. Op de gezichten van de „nieten" staat téleur- stelling te lezen en ik zou graag, al is dat dan tegen alle regels in, allé peu ters een eersté prijs geven voor hun han gen en wachten en de vadérs ien moe ders een troostprijs. Hoe het is afgelopen, kan ik u niet vertellen, ik zag de stoet niét vertrek ken. want, toen wij afdropen, was hef méér dan_bedtijd voor de kinderen van; ontplooien. H. OEKMAN. leven in de waagschaal stellen' van tientallen millioenen in een experiment dat geen enkele zekerheid biedt te zul len slagen En is dit werkelijk de wel overwogen wens van alle volken in deze archipel?" We weten beter. Niet op Java, niet op Bor- neo, niet Sumatra en evenmin op Ti mor, Madoera en de overige eilanden begeert men de macht der republiek. Voor de komst der Jappen heerste onder deze millioenen- volken van Indië rust, orde en veiligheid. Dit getuigde in 1942 bij de overrompeling een, volgens onlangs gevonden rapport, Japans generaal, die er zijn bewondering over uitsprak, dat Nederland met een hand vol militairen een volk van 60 miljoen wist te leiden en te regeren. Het wezenlijke ken merk van dat afgebroken tijdperk was de vereniging van al die sterk uiteenlopende volken onder leiding van Nederland naar een in zelfstandigheid groeiend verband, dat grote eenheid schiep en daarnaast voor allen ruimte liet om naar eigen aard te ONGEOORLOOFDE VERNIELING. Toen na de bevrijding een bij H. B. alhier inwonende politieke délinquent, een zekere B. v. d. W. uit Arnhém, naar een kamp voor politieke delinquen ten was overgebracht, verbrandde dé vroegere hospes diens achtérgelaten gar derobe met uitzondering van eén tweed jas. welke door zijn dochter tot mantel werd vermaakt. Wegens deze onrechtmatigé daad had de smid zich Vrijdag j.1. voor de Utr. Politierechter te verantwoordén, die hem tot f20.boete, subs. tien dagen hechtenis veroordeeldé. NIET VOORDELIG. In onze gemeente wérd een auto melt 14000 turven in beslaggenomen. S. uit Nieuwbuinen (Dr.) zal zich moeten ver antwoorden wegens het niet nakomên van de prijzenregeling. GEVONDEN VOORWERPEN. Keukeningrediinten, beurs mét inhoud, enveloppe met schrijfpapier. damestas met bijbeltjes, zonnebril, grijze glacé handschoen, halve levensmiddelenkaart, postduif 683564-910. netje met klopboor en tang, 9 zilverbonnen van f 1.pet» zwart-bruin hondje, 2 bram d sto f f enbon - nen, paar sokken, zwart lederen riém» jongensblouse, bril (hoornen montuur), kindermutsje, badhandoek, kinderkous, sleutel, zwarte hond, dames porteféuilllle inh. textielkaarten, lichte damesrégelnjas en portemoninaie met f 10.50.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1947 | | pagina 1