Dc zaak Immerzeel. r Is een 5 daagse werkweek wenselijk IN DE HOEK. Uitspraak Comm. Perszuivering V. SOESTER COURANT Abonn. f 1.50 p. kwart. - Per post f 1.75. UITGAVE Z DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK Verschijnt iederè Dinsdag en Vrijdag. 25e JAARGANG» - No. 74- Bureau: Van Weedestraat 35 - Telefoon 2566 - Giro 126156 VRIJDAG 3 OCTOBER 1947. Minder onkosten, minder absenten, méér productie. Enkele industriebedrijven in Engeland heb ben, in verband met de daar heersende cri sistoestand, een proef genomen met de 5- daagse werkweek. Niet om de productie te verminderen, doch integendeel om door een andere indeling van hetzelfde aantal ar beidsuren de productie op te voeren en te gelijkertijd op de onkosten te bezuinigen. Deze proeven hebben in de steenkolenmij nen, in de machinefabrieken en op de scheepswerven een zeldzaam resultaat op geleverd. Men kan het vraagstuk van de 5-daagse of de 6-daagse werkweek van verschillende standpunten bekijken, we willen ons in dit artikeltje echter bepalen tot werknemer en werkgever. En dan blijkt, dat zowel de ar beider als de producent slechts voordeel plukken van de nieuwe dagindeling. Het voornaamste punt, de grotere produc tie, blijkt bereikt te kunnen worden, omdat er een prettiger stemming onder de arbei ders heerst. De week vliegt voor hen als 't ware voorbij. De Zaterdagmiddag begint al op Vrijdagavond. Dit brengt mee een toe neming van het uithoudingsvermogen en een minder snel intreden van de arbeids- onverschilligheid, welke vooral tegen het einde van de 6-daagse werkweek de pro ductie per man zo ontzaglijk remt. Ook de lichamelijke conditie blijft beter, omdat de mensen meer zon en lucht kunnen genieten en een deel van hun vrije tijd besteden aan sport e.d. In de tweede plaats kan het totaal der be- drijfsonkosten ontzaglijk dalen, omdat een zesde van de wekelijkse bedragen voor werkbriefjes, reiskosten, nullast-energie, aanzetstroom, wasmaterialen enz. komt te vervallen. En daar het vaak geruime tijd vordert, alvorens demachines op gang zijn en het werk voor 100 is aangevangen, schuilt daar tevens tijdwinst in. Een derde gelukkige omstandigheid is het afnemen van absentie. Bij een nauwgezette controle van de afwezigheid voor dokters bezoek, distributieboodschappen en familie omstandigheden bleek, dat men hiervoor de vrijgekomen halve dag ging benutten. Het sprookje, dat een arbeider zijn bood schappen liever „in de baas z'n tijd" doet, is hiermede op verrassende wijze tegenge sproken. De vele handelingen (verlof vra gen, wassen, verkleden en bij terugkomst weer verkleden) oefenen hierop mogelijk een gunstige invloed, zodat de mensen maar even wachten tot Zaterdagmorgen en dan, als ze toch niets óm handen hebben, hun lijstje afwerken. Vergroot levensgeluk De werknemers zelf zijn enthousiast over hun ervaringen met dez^werkweek. Zij be schouwen het als een „verkorte werktijd", alhoewel het aantal uren (44) precies ge lijk gebleven is. Alle arbeiders zijn het er over eens, dat zij nu meer gelegenheid heb ben voor ontspanning. Het verlengde week eind doet hen beter uitrusten, zij kunnen zich nu meer met hun gezin bemoeien en de opvoeding van hun kinderen ter harte nemen. Een groot aantal ambitieuzen on der hen besteedt de Zaterdag thans aan ontwikkeling en zelfstudie. Anderen vinden thans gelegenheid voor een liefhebberij, waarvoor zich de Zondag als geheiligde rustdag, niet leende. Enkelen, die in moei lijke financiële omstandigheden verkeerden zagen kans er op de Zaterdag iets bij te verdienen. Zes dagen zult gij werken en de zevende dag zult gij rusten. Deze mensen wer ken vijf dagen in fabriek of ander bedrijf en de zesde dag werken zij voor zichzelf. Wij geloven, dat er#dan de zevende dag meer gerust zal worden dan bij de zes daagse werkweek. De proef in Engeland is geslaagd. Zal Nederland volgen? Voor het Tribunaal te Amersfoort diein de 1.1. Maandag de zaak tegein J. J. Immerzeel, oud-directeur van de N.V. Eerste Soester Electrische Drukkerij. In deze zaak waren acht getuigen gedag vaard, terwijl door de verdediging nog een getuige a decharge was meegebracht. Als verdediger van Immerzeel trad op Mr. J. H. van Doorne» advocaat alhier. De dagvaarding had een lengte van bij na een meter cm bevatte 32 beschuldi gingen, vrijwel alle afkomstig van de oud-redacteur van „Dc Soester''. C. Ha ver, die, aldus de verdediger, in 'n ano niem rapport van 8 bladzijden zijn best had gedaan Immerzeel zo zwart mogelijk aan de P.R.A. uit tie schilderen. De hoofdbeschuldigingen waren het lid maatschap van de N.S.B., het bevorde ren van de nat. soc. propaganda door het drukken en uitgeven van „De Soester", beledigingen vajn het Koninklijk Huis, aangifte van de heren Tensen Sr. en Jr., waardoor deze respectievelijk wqrd gegijzeld en moest onderduiken, verval sing van boterbonnen, waarnaast njog een groot aantal andere beschuldigingen als bedreiging van personeel, N.S.B.-pro- paganda, lidmaatschap W.A.. tegenwer king en beschuldiging van de heer Smit, eigenaar van de Soester Courant" door brieven en persoonlijke klachten bij de N.S.B.-instanties te Den Haag, waardoor deze herhaalde malen ten departeménta te Dien Haag moest verschijnen» enz. enz- De verdachte gaf zijn lidmaatschap der N.S.B. en de uitgifte van „De Soester" toe, erkende de tegenwerking tegen Smit. doch ontkendie dit alleen gedaan te heb ben, dat dit in hoofdzaak van Haver uitging, die de helft van de omvangrijke correspondentie, i® afschrift in het ^os- sier aanwezig, persoonlijk heeft gesenre- ven, terwijl voor het overige deze» ge zamenlijk is opgesteld. Wat de redactie van „De Soester" aan gaat, daarmede bemoeide hij zich zelden of nooit, daar dit het werk van Haver was. De overige beschuldigingen werden door Immerzeel met beslistheid van de hand gewezen. De oud-redacteur van „De Soester", Ha ver, als getuige gehoord, ontkende aan sprakelijk te zijn voor de inhoud van „De Soester" in oorlogstijd. Hij had steeds zijn best gedaan de artikelen met Nationaal socialistische inhoud zoveel mogelijk tegen te houden, maar het was Immerzeel, die ze doorgedreven had. Hij was dan ook alleen aangebleven als redacteur om Immerzeel zoveel mogelijk in zijln nationaal Socialistisch streven te kunne® remmen. Immerzeel, dienaangaande ondervraagd, zeïde niet te kunnen begrijpen, dat iemand, onder aanroeping van God's heilige naam, zo dorst te staan liegen. Haver schreef de artikelen zelf of ont ving ze iem gaf ze door naar de zetterij. De verdediger van Immerzeel liegde daarop aan het Tribunaal een lijst over van de Perszuiveringsraad, die, aldus de verdediger, 8 jaar uitsluiting van Haver uit het journalistiek bedrijf gecist heeft, en waarin meer dan 50 artikelen van honderd procent nationaal socialistische inhoud geschreven door Haver 'elf,. een lijst van 75 artikelen, afkomstig uit andere nationaal socialistische bron en door Haver geplaatst. De verdediger maakte de voorzitter er op opmerkzaam, dat Immerzeel in het proces van de zuiveringsraad als getuige tegen Haver was gehoord en daar zijn verklaringen had beédïgd. Omtrent de overige beschuldigingen te gen Immerzeel werd door de getuigen vrij wel geen bezwaring van betekenis tegen Immerzeel naar vorein gébracht. Wat de kwestie Tensen betreft, bleek, dat Immerzeel zich ervoor geleend had mede te doen aan het verzamelen van gegevens voor de gedwongen winkelslui ting, doch niet, dajn nadat De Boer in deze met Burgemeester Des Tombe had gesproken en laatstgenoemde aan De Boer had verzocht zijn medewerking te verlenen. Bij die gelegenheid was Im merzeel ook bij Tensen gekomen, die eerst geweigerd had de gevraagde ge gevens te verstrekken, waarover Immer zeel boos geworden was, daar hij reeds drie maal tevergeefs bij Tensen geweest was. De verdediger legde een schrijven van Tensen Jr. over, waarbij deze verklaar de, dat zijn onderduiking niets met Im merzeel te maken had, daar hij in Januari 1944 was ondergedoken, omdat er Duitsiers aan zijln. deur waren geweejst om hem te halen. Van de te laste gelegde bedreiging van personeel, met aangifte bij de arbeids beurs en groene politie werd een te gengestelde lezing gegeven- De belediging van leden van het Ko ninklijk Huis, dat in het kantoor van „De Soester", tijdens een gesprek met Haver zou geschied zijn, werd door Immerzeel als een pertinente leu gen gequalificeerd. Het verhoor van beklaagde en getuigen nam ongeveer 2 uur in beslag, zodat eerst tegen vier uur de verdediger aan het woord kwam. Deze stelde voorop, dat men Immer zeel moest zien zoals hij was geweest, N.S.B.-er zonder meer. Alle beschuldi gingen in deze meterlange dagvaarding zijn dan ook tot drie letters, N.S.B., te rug te brengen. Al wat daarbuiten staaf en getuigen zou van laagheid of gemeen heid, wordt ontkend en daarvan is dan ook geen spoor van bewijs. Pleiter schetste de harde jeugd van be klaagde, een jongen uit een arbeiders gezin, die het leven van zijn hardste kant had leren kennen en daardoor ge makkelijk ten prooi viel aan de fraaie N.SB.-leuzen. Hij heeft de N.S.B dan ook steeds van de sociale en nooit van de politieke kant beschouwd, waarom hij steeds buiten iedere politieke actie is gebleven. Beklaagde ziet thans volkomen in hoe fout hij geweest is en heeft daarover be rouw, geien berouw voor „de show", maar een, dat hij openlijk voor God en de mensen belijdt. Over de rol, die Haver als redacteur van „De Soester" gespeeld heeft, zal pl. het oordeel aan de bevoegde instanties overlaten. Dat iemand eens een zwak ogenblik heeft en tot een verkqerde daad komt» is menselijk en vergeeflijk. Maar dat iemand 5 jaar lang zonder enige nood zaak, als zorg voor een gezin cn derge lijke, die volle verantwoordelijkheid op zich kan ntemien van een N.S.B.-krant als „De Soester" was, is onbegrijpelijk. Wanneer men dan nog daarbij in aan merking inieemt, dat Haver persoo®lijk een 50-tal van die artikelen geschreven heeft, dat hij met Van Goor dein Oos- terlingh naar de N.S.B.-autoriteiten in Den Haag ging om Smit dwars te zit ten, dat de groepsleider Van Veen ver klaart, dat Haver zich nooit verzet heeff tegen de nationaal socialistische inhoud van „De Soester", doch zelfs de ar tikelen iin „Storm" toejuichte, dat Haver een trouw bezoeker was van de Duitsq persconferentie's en daar van de Pre&qe- referent een pluim kreeg over „Die Soeis- ter, dat Haver zelf een Duitse brief aan de Rijkscommissaris schreef in de kwes tie Smit, dat bij die behandeling voor de Perszuiveringsraad is gebleken, dat Ha ver minstens de helft van alle brieven aan N.S.B.-autoriteiten inzake Smit heeft geschreven, dan kan men slechts versteld staan van de mentaliteit om als aanklager van Immerzeel, en dat nog wel in een anoniem rapport, te dur ven optreden. Dat is, aldus pleiter, trachten wit te worden door een ander zwart te maken, iets wat altijd falen moet. Alles, wat Haver als redacteur van „De Soester heeft gedaan valt onder art. 1 Tribunaal besluit. Die plaats van Haver is niet in die getuigenbank, maar als me- debieklaagde naast Immerzeeh aldus pleiter. Uitvoerig ging pleiter daarna iin op het z.g. verraad van Immerzeel, dat hij ook alweer zuiver een suggestie van Haver noemt, maar waarvan geen schijn van grond aanwezig is. Niemand, die Immer zeel kent, acht hem daartoe in staat- Pleiter légt in dit verband schriftelijke verklaringen over van de heer Tensen Jr. en van de heer Gerritsen, hoofd van de distributiedienst, én verwijst naar de gunstige verklaringen in het dossier van Groart e.a. De heer Van Am erom, als getuige a de charge, hieeft eveneens verklaard Immier- zeel als een oprecht en fatsoenlijk man te kennen, afgezien van zijn N.S.B.-lid maatschap, en hem tot iets laags niet in staat te achten. Die verdachtmaking van verraad, aldus pleiter, tekent Haver, Jde beschuldiger. Van deze is ook de beschuldiging af komstig, dat Immerzeel spontaan en uit eigen initiatief zijln trouwring aan de N.SB. heeft geofferd tegen eien stallen ring, maar toen Immerzeel door de P.R.A. daarover gehoord werd, toonde hijzijn trouwring. Haver liet toen achter zijn beschuldiging opnemen: „maar gezïien heb ik dat niet". De rol van Haver als redacteur van „De Soester" was beneden alle peil, maar zijn rol als ano|niem beschuldiger van Immerzeel kan slechts afschuw wekken. Aan het slof vain zijn uitvoerig plei dooi vroeg pleiter onmiddellijke invrij heidstelling van Immerzeel. Na lang iin raadkamer geweest te zijn deelde de voorzitter mede, dat deze zaak te omvangrijk was om ineens een beslissing te nemen, maar dat bij de uitspraak over 14 dagen met het verzqek van verdediger zou worden re kening gehouden. (Tijdens de behandeling van deze zaak voor het Tribunaal blleek, dat, in de strijd tegen o'ns blad, maast de persoon lijke bezoeken, welke door Haver en Immerzeel met Van Goor de® Ooster- lingh en Van Veen, groepsleider der N.S.B te Den Haag werdeln gébracht, niet minder dan 28 brieven met beschuldigin gen aan qns adres werden gezonden aain de Rijkscommissaris en diverse Natio naal Socialistische en Duitse instanties» welke volgens verklaring vain Immerzeel voor de ene helft uitsluitend ware(n sa mengesteld door Haver en voor de an dere helft door Haver en Immerze(el sa aien. Red. S. C.) Officiële mededelingen. Burgemeester en Wethouders van Soest brengén ter openbare kennis, dat op 24 September 1947 bij hen is ingekomejn een verzoekschrift van Hendrik Voskuile®, van beroep caféhouder, wonende te Het spijt mij, dat ik het moet zeggen, maar ik kan niet delen in de vreugde stemming *over het feit, dat Bello gaaf verdwijnen en we een heuse ek'cfrische trein krijgen op het traject Utrecht Baarn. Niet om Bello. Misschien zijln er wel ouderen, die, met tranen in hun ogen, Bello nog eens gaan opzoeken, maar voor hen gelden andere motieven. Afscheid nemen doet altijd pijn. Zelfs iets alis een Bello kan pret tige herinneringen opwekken. Bij ande ren niet. Vast en zeker niet Bello is traag geworden naar onze hui dige opvattingen^,maar hij is toch altijd nog te sniel wanneer hij die ellendige onbewaakte overwegen in ons dorp pas seert. Dit is natuurlijk niet helemaal Bello's schuld, maar het gievolg van een eco nomische kronkel in de opvatting, dat een mensenleven nieft zoveel waard is als het loon van een overweg wachter. Iedereen voelt het idiote in deze opvat ting, maar het schijnt toch ondanks al lés waar te zijn, want de overwegen blé ven, hoeveel mensenlevens het ook kost te, onbewaakt. Zelfs behoorlijke waarschuwïngsignalen» zoals de N.Z-H.T-M. wél' heeft, konden er niiet af. De mensen moeten maar uitkijken. Simpel genoeg. Laat men ons nu van het lijf blijven met de dooddoener, dat zulke appara- ten er niet zijln. Dat er geen deviezien zijn en zo méér. Die overwegen zijn (niet van vandaag of gisteren. Die waren er vóór de oorlog ook, als ik me niet vergis en toen kost te het mooiste waarschuwïngsapparaat 'n habbekrats. Ik hou m'n hart vast nu de N.S- op dit traject een electrische trein zulle® loslaten. Daar moeten ongelukken van komen. Alsof we aan onze rijksweg, de drukste in het gehele land, oinze handen al niet vol genoeg hebben. Vanzelfsprekend ben ik er voor, dat Bel lo gaat verdwijnen, maar ik hoop toch, dat de Spoorwegen de zaak nu ee®s omdraaien en met eerder dat ëilectrischa ding zullen laten rijden, voor ze het vraagstuk van de overwegen afdoende hébbien opgelost. H. OEKMAN. in de zaak tegen C. HAVER, in oor logstijd redacteur van ,,De Soester". Bij besluit van de Commissie voor de Perszuivering, dat ons heden bereiktet is de heer C. Haver voor een termijn» eindigende 5 Mei 1955, ontzet van het recht om bij een dagbla don denneming in de zi'n vain art. 2 van het Persbe sluit 1945, werkzaam te zijn i<n enige journalistieke of leidende niet-jourrialis- tieke functie en verder voor eqn tijd van 2 jaar, ingaande heden, ontzet van het recht om in enig drukkerijbedrijf leidende functie uit te oefenen. Soest, om een tapvergunming in de na volgende localiteiten: rechter- qn linker - vóórlocalifeit van heit perceel, plaatse lijk gemerkt nr. 10 én gelegen aan de Birkfstraat aldaar. Binnen twee weken na de dagtekening dezer bekendmaking kan ieder tegen het verlenen van deze vergunning schriftelijk bezwaren bij B. en W. inbrengen. Helicopterc in dc Paleistuin. Donderdagmorgen, omstreeks 11 uur, daalde in de voortuin van het Kon. Paleis Soestdïjk een helicop- tere. Nadat het Prinselijk Paar het toe stel had bezichtigd, gaf de piloot enige demonstraties, die door Prins Bernhard op de gevoelige plaat werden vastgelegd. Voor het vertrek stond de machine geruime tijd boven het Paleis stil, waarna het over de Kon'®gslaan in Oostelijke richting verdwee®. Distributiedienst Soest. RIJWIELBANDEN. Tot 15 Octobcr a.s- wordt aan het kan toor, Kerkpad Z.Z. 55, alsnog gelegen heid gegeven tot het aanvragen van in- schrïjvingsbewijzen voor rijwielbanden voor hen, die in het bezit zijn van een rijwiel, doch' nog nooit banden hebben ontvangen- Formulieren hiervoor kunnen worden afgehaald en ingediend aan het loket „Voorlichting". Te Soesterberg kunnen deze formulieren worden afgehaald en ingediend aan het bijkantoor Rademakerstraat, echter nief op Dinsdag en Donderdag.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1947 | | pagina 1