mengelingen.
FEUILLETON.
Wetenschappelijke mededeelingen.
"eënMëüwe respirator.
"Wolff te Dalfsen. Rolde J. Xuiers te
Eent. Souburg Jhr. J. F. W. Trip van
Zoudtlandt te Hattem.
Aangenomen de beroeping naar Poort
vliet H. Bax.
Bedankt voor de beroeping naar Noord-
Miy'A-Binnen P. C. v. d. Horst. Jaars
veld G. J. Vos, Flz. Leerbroek c. a. P.
J. van Griethui]sen. Haarlem, en Go-
rinchem H. v. Hoogerzeil. Wageningen
G. A. Rademaker.
Bevestigd te Batenburg c. a. W. J. Coe-
nen, door L. de Visser.
Afscheid gepredikt C. A. Reinier te
Buren.
Overleden te Broek in Waterland J.
J. Vinckers, emeritus.
Roomscli-Catholieke Kerk.
De Bisschop van Haarlem heeft benoemd
J. W. Brouwers, (vroeger redacteur van
de Tijd) tot pastoor te Bovenkerken B.
H. Klönne, (thans redacteur van de Tijd)
tot rector van het St. Beruardsgesticht te
Amsterdam.
In het Aartsbisdom van Utrecht zijn be
noemd tot pastoor te Op den Hoorn, W.
H. Veeling-Smalete Ommersehans J. H.
Huigen; tot kappellaan te Schalkwijk J. P.
Rey.aer; tot pastoor te Winschoten J. de
Haan; tot kappellaan te Wageningen W.
H. van Leeuwenberg; te Uithoorn W. A.
J. Reygers; tot adsistent te Doesborgli J.
Strlider; tot pastoor te Reutum P. van
Duynhoven, tot kappellaan te Vasse L.
A. van Raay; te Deurningen J. Moes; te
Sensmeer W. Hoogveld.
De ouders der Goesche meisjesdie na
een kortstondig verblijf op de hoogere
burgerschool weer naar huis gezonden wer
den zijn dezer dagen aangemaand om het
volle quartaal schoolgeld te voldoen. Men
fluistert van eeu standbeeld voor de man
nen van zooveel financieel doorzicht als
gebleken is bij de levering der kapotjassen
en nu blijkt bij de invordering der school
gelden voor onderwijs, dat zoo goed ais
niet genoten werd.
Naar men verneemt, zal de hoofdonder
wijzer E. J. Con -adite Zwaagwesteinde,
met Juli aans^ zijn pensioen aanvragen
wegens meer an 40-jarigen dienst.
Tot hulponderwijzer in de school te
Oudehaske is benoemd H. J. Knol .au
Luiujebird.
Voordracht te Haarlem voor 3den hulp
onderwijzer aan de Stads-Armenscbool let
ter C. G. Mulder, te Asseudelft; A. Pas
ser, te Strijen, en P. Stadt, te St. Panc/as.
Gevraagd: te Dantumawoude en te Broek
in Danfumadeel ieder één hulponderwijzer.
Jaarwedde 300 voor ieder.
loffelijk getuigschrift gebleven is. En 't zou
waarlijk niet overbodig zijn, als er bij al dien
lof een aanmoediging van wat meer substan-
tieelen aard werd gevoegd. Want het aantal
onderwijzersdat bij onze Duitsche buren
van 100 a 200 gulden 's jaars moot leven is
legio, en onze slechtst bedeelde hulponder
wijzers met minumum traktement zijn mil-
lionairen bij hen vergeleken. De couranten
hebben ons in den laatsten tijd ongeloofelijke
dingen daaromtrent verteld, 't Zijn echter
niet alleen de onderwijzers der lagere school,
die ten naasten bij niets anders hebben om
van te leven, dan de hoogachting, die men
voor hen heeft of beweert te hebben. In alle
rangen van de onderwijzerswereld vinden
wij het zelfde gebrek terug.
In 1870 verscheen in Halle een boekje,
dat over sommige van de hier bedoelde
toestanden een helder licht verspreidde.
»Hoe het mij ging. Schetsen uit mijn leven
door Dr. A. Weigand," is de titel van het
werkje. Wie nu meent hier jeremiaden en
jammerklachten te zullen vinden, vergist
zich volkomen, 't Is de eenvoudige geschie
denis van een man, die zonder middelen of
hulp van buiten, maar door eigen kracht en
onvermoeide werkzaamheid na jaren van
moeite en teleurstelling tot eene onafhanke
lijke positie is gekomen. Maar en dit
vormt de keerzij der medaille! Weigand
verkreeg die positie eerst, nadat hij zijn
stand had vaarwel gezegd, en als directeur
eener industrieele ouderneming was opge
treden. Zeker een weinig bemoedigend slot
voor velen van zijne collega'sdieschoon
ze een eervolle akademische loopbaan achter
zich hebben, het met inspanning van alle
krachten niet verder kunnen brengen dan
tot een armzalig inkomen van 4 a 500 Th.
Weigand schetst, met waarlijk zeldzame
eenvoudigheid en openhartigheid, de armoe
dige omstandigheden van zijn jeugd, de
dorpschool die hij bezocht en waarin we,
als curiositeit, onze lezers een kijkje zullen
laten nemen zijn gymnasium-tijd, zijn
academische loopbaan, die hij met een kapi
taal van 190 Thaler begon, en waarin hij
zich gelukkig rekende, enkele privaatlessen
voor 3 groschen (18 cents) per uur te kun
nen krijgen, terwijl het gewone honorarium
2 groschen bedroegIn zijne verhalen over
zijn leven en werken als docent vinden we
dezelfde openhartigheid: overal toont hij
een open oog te hebben, niet alleen voor de
gebreken van het heerschende stelsel, maar
ook, en niet het minst, voor zijn eigen fouten.
De lectuur van dit werkje moge allen aan
bevolen v/orden, die belangstellen in liet
onderwijs en in hen, die daaraan hun beste
krachten wijden. Vooral onze Nederland-
sche schoolmeesters kunnen er uit leeren,
dat zij, al hebben ze menige gegronde reden
tot klageu zeker niet met afgunst op hun
hooggeroemde Duitsche naburen behoeven
neer te zien.
Onlangs heeft Tyndall de watten weer
aangewend voor een nieuwen respirator, die
van groot practisch nut schijnt te zullen
zijn, n. 1. een toestel, die het mogelijk maakt
bij brand, zonder gevaar, een tijdlang in
een dikken rook te vertoeven.
Het schadelijke van den rook voor de
ademhaling ligt eensdeels in de zwevende
kooldeeltjes, ten anderen en nog meer in de
scherpe prikkelende gassen en dampen, die
erin aanwezig zijn. Watten zullen de eer
sten wel terughouden, de laatsten niet. Tyn-
dall's respirator bestaat nu uit een mond
stuk, waaraan een naar beneden gerichte
koker verbonden is, die voor de helft gevuld
is met watten, met glycerine bevochtigd, en
voor de andere helft met stukjes houtskool,
en aan het opene ondereind een dekseltje van
metaalgaas heeft, zoodat de inhoud er niet
uitvallen kan. Door een paar klepjes wordt
bewerkt, dat alleen de ingeademde lucht
door de kool en de watten heengaat, terwijl
de uitgeademde lucht direct naar buiten
ontwijkt. Hier worden nu vaste deeltjes
in den rook door de watten, de schadelijke
gassen door de kool teruggehouden.
Captain Shaw, de chef van de Londensclie
brandweer, heeft op verzoek van Tyndall
proeven genomen met dezen toestel, die zeer
voldoende uitgevallen zijn. De proefnemers
konden, met den respirator gewapend, uren
lang in den diksten en scherpsten rook ver
toeven zonder eenigen hinder, 't Spreekt
van zelf, dat bij al dergelijke rookrespirators
de oogen ook door passende brillen voor de
nadeelige werking van den rook beschut zijn.
Dat een voldoende rookrespirator bij
brand uitstekende diensteu zal kunnen be
wijzen, ligt voor de hand.
Isis.
De pillen van Holloway (waarvan we in
ons blad geen advertentiën hopen op te ne
men!) bestaan volgens vroegere opgaven uit
guttegom en joodkalium. Opwijrda ver
meldt echter, dat ze tegenwoordig bestaan
uit aloëmyrrhe en saffraan. Zij zijn be
paald nadeelig voor de gezondheid.
NIEUW BLUSCHMIDDEL.
Het is herhaaldelijk gebleken, dat een
brand, die spoedig ontdekt wordt, nooit eene
gevaarlijke uitbreiding neemt indien ter
stond voldoende bluschmiddëlen bij de hand
zijn. De gebroeders Hall te Boston hebben
eeu nieuw toeviel uitgevonden, bestaande
uit pijpen, die kings den zolder op eenigen
afstand van elkander worden bevestigd, van
een onnoemelijk aantal kleine gaatjes voor
dien zijn en met eene hoofdbuis in verband
staan. Indien de hooflibui door eene water
leiding kan gevoed worden, behoeft men
slechts do kraan te openen van de pijpen,
die door hef brandend vertrek loopen, dat
ougenblikkelijk met een fijnen stofregen
vervuld wordt. Die fijne regen is in staat
den brand te blusseheneen vloed van wa
ter die alles in het. vertrek bederftals de
vlammen het niet doen, wordt tot het
blussehen niet- vereischt.
In 't jaar 1795 bevond zich onder de Zwa-
bische rekruten een flinke, goed uit de klui
ten gegroeide jongman. De officier vroeg
hemhoe oud hij was. De rekruut ant
woordde: Een-en-twintig! 't Is jammer,
ik ben een jaar ziek geweest, anders was ik
al twee-en-twintig.
Hebei.
Een Duitsch wijsgeer noemt de maat
schappelijke beleefdheid eene pasmunt, die
valsch is; wie wil mag er zich echter vrij
van bedienenwant iedereen weetdat ze
valsch is.
Een jager vertelde onder meer verbazing
wekkende staaltjes van zijn schiettalent, dat
hij op zekeren dag negen honderd negen en
negentig snippen had geschoten. Een der
aanwezigen waagde het hierop den Nimrod
te vragen, waarom hij het duizendtal maar
niet liever vol maakte.
DE DUITSCHE SCHOOLMEESTER.
De Duitsche schoolmeester heeft in den
laatsten tijd een bijzonder soort van ver
maardheid gekregen. Er is hem iets gebeurd,
waarvan hij zeker nooit had gedroomd. Hij
is een veroveraar in optima forma gewor
den. We-hebben het allen gelezen, en tot
vervelens toe hooren herhalende Duitsche
schoolmeester heeft den oorlog tegen Frank
rijk gewonnen. Er is mogelijk veel overdre
ven in die beweringzeker is het, dat niet
alle Duitsche soldaten bij het schijnsel van
hun wachtvuur Sanskriet bestudeerden, of
in de loopgraven hun Horatius commen-
teerden; even zeker dat niet alle Fransclien,
missehien niet eens alle Turco's, Berlijn en
Munchen voor steden in Lapland of in Ara-
bië hielden. Ook zijn er onder de winnende
partij wel eens slechte leerlingen geweest
die liun schoolmeester in 't geheel geen eer
aandeden. Maar toch is er ook veel waars in,
en mogen we, zonder gevaar voor onbillijk
heid, een goed deel van de verdiensten van
Bismarck en Moltke op rekening van den
schoolmeester zetten.
Jammer maar, dat het voorloopig bij een
De bekende Engelsche natuurkundige
O O
Tyndall heeft voor eenigen tijd de gewone
watten zeer aanbevolenals middel om de
lucht te filtreeren en van de daarin zwe
vende vaste deeltjes te zuiveren. Daarin lag
nu niets nieuws. Jaren geleden zijn reeds
door Pasteur en anderenwatten en schiet
katoen als filtreermiddels voor lucht gebe
zigd. Het nieuwe en Tyndall's aanbeveling
was dit, dat hij, uitgaande van de theorie,
die de oorzaken der besmettelijke ziekten
zoekt in kiemen van lage organismen, de
watten aanbeval als respirator. Wie zich
wilde vrijwaren voor besmetting, door die
ziekten wier kiemen men veronderstelde
in de lucht aanwezig te zijn, moest eenvou
dig ad men door een laagje watten, dat de
kiemen zou terughouden. Hoe eenvoudig
O O
zulk een respirator ook zij, is het toch te
betwijfelen, of dat voorbehoedmiddel wel
zeer werkzaam zou zijn, daar de in de lucht
aanwezige kiemen, zoo zij al de oorzaak van
eene besmettelijke zijn, langs allerlei wegen
in het lichaam kunnen komen, behalve met
de ingeademde lucht.