Amersfoort en Omstreken
1872.
No. 8.
Zaterdag* 17 Februari.
Uitgever: A. M. SLOTHOUWER,
Uren van vertrek der algemeene Communicatie middelen voor Amersfoort.
EENE HALVE WELDAAD.
WEEKBLAD
VOOR
Dit Blad verschijnt des Zaterdags namiddag.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 0.75.
Franco door het geheele Kijk0.85.
Afzonderlijke nummers7Vo Cent.
Boekhandelaren en Postdirecteuren nemen bestellingen aan.
XE AMERSFOORT.
Advertentiën van 15 regelsƒ0.50.
Iedere regel meer0.10.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen door den belanghebbende in
persoon bezorgd0.25.
Nederi.andsche Centra al-Spoorweg Diligence-dienst naar Maarsbergen en Barneveld.
Vertrek van Amersfoort naar Utrecht 9.17, 1.42, 2.20, 8.6. Van Amersfoort naar Maarsbergen: Naar Barneveld:
Zwolle 9.14, 2.5, 4.19, 8."25. 's morgens 6.45namiddag 4.30. des av. 8ya n. aank. d. laatste tr.
In onze weeshuizen worden kinderen door
minvermogenden nagelaten, opgenomen en
verzorgd.
't Is een heerlijke gedachte niet waar?
voor den armen tobberdie zijn leven lang
heeft moeten werken en zwoegen om zijn
brood te verdienendie blij was, als hij den
nieuwen dag zonder al te veel zorgen en
hoofdbreken kon halen, en er nooit aan heelt
kunnen denken om zijn kinderen een ander
kapitaaltje na te laten dan zijn goeden naam.
'tls een heerlijke gedachte, niet waar?
dat, als hij het moede hoofd zal hebben neer
gelegd zijne kinderen daar zullen worden
opgenomen en verzorgd.
Ja, verzorgd, naar lichaam en naar
geest.
We mogen er als Nederlanders trotsch op
zijn, dat ons Vaderland rijk is aan liefdadige
instellingen. Zieken en hulpbehoevenden,
weezen en ouden van dagen aan die allen
is gedacht, en de ruime fondsen, waarover
sommige gestichten kunnen beschikken, ge
tuigen hetdat onze vaderen hierin bij ons
vooral niet achter stonden. En in dit op
zicht heeft ook de plaats onzer inwoning
veel goeds.
Maar ook de ruimste giften voor onze lief
dadige instellingen kunnen onvruchtbaar
blijven. Verbeeld u eens, dat men onze wees
jongens goed kleedde en voedde, en ze ook
wat »op een ambacht" liet gaan, maar ver
gat ze te leeren lezen en schrijven, en er niet
naar omzag, of er behalve aan hun lichaam,
ook nog aan hun geest wat te verzorgen en
te ontwikkelen viel. Zouden we dan niet
zeggen, dat onze gaven maar een halve wel
daad geweest waren? Zouden die jongens
dan niet ongeschikt zijn om in de wereld
vooruit te komen, al waren er nog zulke
gezonde en goed gebouwde werklui uit ge
groeid
Aan zoo'n halve weldaad dachten we,
toen men ons onlangs het volgende mee
deelde
De burgeravondschool te Amersfoort telt
onder hare leerlingen twee jongens van het
burgerweeshuis. Er zijn er echter negen, die
in de termen vallen om die school te bezoe
ken. Waarom maakten de zeven anderen
niet van die gelegenheid gebruik? Omdat ze
er geen zin in haddenEn daarenboven, ze
werkten bij een baas, en dan ging het niet goed,
en er was er ook al een, die op de school ging,
en wien de baas voor die avonduren eenige-
centen wou korten
Zie daar het feit. We voegen er nog
slechts bij, dat de verdiensten der bedoelde
jongens (voor zoo ver door het weeshuis niet
voor hen wordt bij betaald) van vijf en twin
tig tot negentig centen per week bedragen
twee derde daarvan komt aan »'t huis" en
één derde mogen ze als zakgeld behouden.
Uit dit bedrag blijkt, dat de meesten het op
den maatschappelijken ladder nog niet veel
verder dan tot krullenjongen hebben ge
bracht. Terwille van de bezigheden van een
krullenjongen, en somdat ze er geen zin in
hebben," wordt bet schoolgaan onnoodig ge
rekend. En, vergeten we dit niet, door het
toezicht waaronder de weezen staan, krijgt
het er veel van, als of dit schoolverzuim door
de bevoegde autoriteiten als volkomen ge
wettigd wordt beschouwd.
Wat zullen ons schoolverbonden helpen,
wanneer van hooger hand een voorbeeld van
onverschilligheid wordt gegeven
We hopen, dat, althans voor de jeugdige
verpleegden van onze liefdadige inrichtin
gen de schoolplichtigheid niet door den
sterken arm der wet zal behoeven te worden
ingevoerd. Want slechts dan zal onze wel
daad geen halve zijn, als zij zich de verzor
ging van geest en lichaam beiden ten taak
stelt.
FEUILLETON.
IDA FANE.
Slot
Het huwelijk was tegen half October be
paald. In 't begin van September kwam de
Heer Ward nog eens in het dorp, en volgens
afspraak zou dit de laatste maal zijn, voor
dat hij zijne beminnelijke bruid voor goed
zou komen halen. Mevrouw Fane en Ida
hadden het in die weken druk, met alles in
gereedheid te brengen maar welk een heer
lijke drukte! zelfs Ida's moeder vergat haar
angsten en vreezen bij het zien van de on
schuldige vreugde van haar kind. Ze zou
niet van Ida behoeven te scheiden, maar bij
haar en haar man in Boston komen inwonen,
zoodra zij op het dorp hare zaken had gere
geld. Slechts de gedachte aan het verlaten
van de plaats waaraan, bij zooveel droevige
herinneringen, ook die aan vele jaren van
geluk verbonden waren, stemde haar eenig-
zins treurig. Arm in arm bezochten zij beide
al de dierbare en onvergetelijke plekjes, spre
kende over vervlogen dagen; en 's avonds
smolten de stemmen van moeder en dochter
in een en klonken nog eens, voor't laatst
binnen die muren de liefelijke liederen,
die den dierbaren doode zoo vaak hadden
verkwikt.
Ida wachtte Lionel op den avond vóór hun
huwelijk. Het was guur en onstuimig weer,
en alles behalve haar jeugdig hartje had een
somberen tint. Ook Mevrouw Fane was
treurig bij de gedachte, dat zij haar groot
sten schat spoedig aan een ander zou moe
ten afstaan, maar ze trachtte te vergeefs haar
gedrukte stemming alleen aan die gedachte
en aan den invloed van den loodkleurigen,
bewolkten hemel toe te schrijven.
Onophoudelijk keek Ida naar de saamge-
pakte wolken, en hoopte in stilte, dat zij te
gen den avond zouden optrekken, en dat de
hemel haren aanstaande met een even vrien
delijken glimlach zou ontvangen als zij zelve.
»Lionel zal zich door het slechte weer
niet laten afschrikken, moeder lief!" zei ze
als antwoord op een aanmerking van Me
vrouw Fane; hij zal zeker spoedig komen,
en dan
»En dan zal het ten minste in uw hartje
niets dan zonneschijn zijn
»0 moederdaar komt hijik zie de di
ligence! Och, ik ben zoo gelukkig!" En
met een blos over haar eigen opgewonden
heid verborg zij haar hoofdje aan haar moe
ders borst.
Maar de diligence hield niet op. Ida zei
niets, maar zag haar moeder aan, en barstte
uit in tranen. Mevrouw Fane bedacht aller
lei redenen waarom Lionel niet zou zijn ge
komen. Mogelijk was het weer in Boston
veel erger geweest; mogelijk had hij een rij
tuig voor zich alleen genomen maarzeker,
zeker zou hij wel binnen een paaruur komen.
En Ida kwam weer tot bedaren, en wist nog
veel meer verontschuldigingen voor haren
Lionel te bedenken. Toch werd het avond,
eer hij kwam.
Toen Ida's morgeus wakker werd, scheen
de zon helder en vroolijk. De regen had aan
het herfstgroen bijna weder een vooijaars-
tint geschonken. Ook Ida's treurigheid was
verdwenen, maar het was een harde proef,
toen weder uur op uur voorbij ging, en we
der de diligence voorbij reed, zonder Lionel
of tijding van hem te brengen. Angst en