Overzicht der week.
BINNENLAND.
AMERSFOORT, 10 FEBR. 1872.
Woensdag 11. werden ter zitting van de
Arrond. Regtbank alhier de pleidooijen ge
voerd in eene zaak, die voor den handel van
groot belang kan worden geacht. De Cre-
diet-vereeniging te Amsterdam nl. had na
dwangbevel aan een barer leden, den heer
Polman te Zeist, tot betaling van het door
hem aan haar blijkens saldo van Rekening-
Courant verschuldigde, uit kracht van eene
door haar tot dekking van die schuld afgege
ven Crediet-Hypotheek beslag doen leggen
op het onroerend goed van geinelden heer
Polman, die daarop den eisch instelde tot
vernietiging van dat beslag, royering der hy
potheek en schadevergoeding, op grond dat
liij beweerde met de gedaagde Crediet-ver-
ceniging te hebben afgerekend. Deze be
streed die vordering en eischte wederkeerig
dat het saldo der Rekening-Courant door de
Regtbank zou worden gearresteerd op het
bedrag daarbij vermeld.
De heer Mr. G. II. van Bolhuis, advocaat
te Utrecht verdedigde den eisch met groote
gevatheid, en bestreed in de eerste plaats het
formele van het beslag, omdat hij meende
dat eene crediet-hypotheek qua talis geen
executoriale titel was, zoolang niet bleek
van eene bestaande schuld; de Rekening-
Courant toch, als afkomstig van de zijde der
gedaagde alleen, kan nooit tegen den eischer
als bewijs eener bestaande schuld, veelmin
als executoriale titel gebezigd worden. Bo
vendien achtte hij de materiele waarde van
het beslag van nul en geener waarde, omdat
liij in het geding brengt eene bij den eischer
berustende acceptatie indertijd door dczm
aan de gedaagde afgegeven, en door de ge
daagde in blanco geëndosseerdwaaruit
moest worden afgeleid zoowel dat hij eischer
de schuld had voldaan, als dat de gedaagde
juist door dat blanco endossement erkend
had de waarde te hebben genoten, zoodat er
niets meer door den eischer verschuldigd
zoude zijn dan misschien eene kleinigheid
voor zegels, onkosten, radiatieakte enz., wel
ke kosten hij zich bereid verklaard had aan
gedaagde te voldoen.
De heer Mr. J. A. Levyadvocaat te Am
sterdam wederlegde die beweringen met
niet minder scherpzinnigheid, en zette uit
een dat uit de erkentenis des eischers van
wel iets schuldig te zijn, zij het dan ook eene
kleinigheid, reeds dadelijk bleek dat het for
mele van het beslag op grond van art. 499
in verband met art. 501 Rv. gewettigd was,
en er alleen een vereveningsproces omtrent
het juiste bedrag der schuld overbleef. Er
bestond dus schuld, daarvoor was eene cre-
diet-rliypotheek afgegevenwelke is eene
authentieke akte, op de wet gegron d, en der
halve een executoriale titel. "Wat de mate
riele waarde van het beslag betreft, daartoe
had de gedaagde aangeboden, en was zij be
voegd, te bewijzen, dat al mogt de eischer
zich ook op eene aan hem teruggegeven ac
ceptatie als bewijs van kwijting beroepen, de
schuld nogthans niet betaald was aan de ge-
twijfel maakten zich van haar gemoed mees
ter het werd avond, en het werd weder mor
gen en nog kwam hij niet.
Mevrouw Fane en Ida zaten aan het ont
bijt, dat ze geen van beiden aangeroerd had
den, toen een luid kloppen aan de deur haar
deed opschrikken. Ida sprong op, en vreugde
straalde uit al haar trekken: »Daar is hij
toch, moeder! daar is hij!" Helaas 'twas
niet Lionel, dien ze zag toen de deur open
ging. De meid bracht een brief van Lionel
en, een brief van hem, dat was ten minste al
iets. »Nu moederlief, nu zullen we eens zien
wat hem zoolang ophoudt!" zei ze, haastig
den brief openbrekende.
Een namelooze vrees bekroop Mevrouw
Fane, terwijl Ida den brief openmaakte.
Nauwelijks had deze de eerste regels gelezen,
of eene doodelijke bleekheid bedekte haar
gelaat ze las verder, de brief ontviel aan
haar handen; met eene hartverscheurende
uitdrukking staarde zij hare moeder aan, en
viel bewusteloos neder. Zij werd naar hare
kamer gedragen, maar alle pogingen om
haar tot bewustzijn te doen terugkeeren,
daagde, terwijl pleiter verder ontwikkeld
dat door de gedaagde niet werd geageerd uit
eene acceptatie, omdat de Crediet-vereeni-
ging volgens hare statuten niet verpligt was
zich die te doen geven, maar uit de geldlee-
ning indertijd aan den eischer gedaan en
door dezen erkend, waarvoor de acceptatie
als wisselregtelijke waarborg was afgegeven,
en waarnaar de Rekening-Courant was op
gemaakt. Zoolang die geldleening niet met
de gedaagde was geliquideerd, gelijk de ge
daagde had aangeboden te bewijzen, bleef de
eischer schuldenaar, al had hij ook aan der
den betaald.
Na Re- en Dupliek werd de uitspraak be
paald op 6 Maart e.k.
De Uitgever van het Weekblad van Wijk
bij-Duurstede, Andriessen, die Donderdag 8
dezer had teregt gestaan ter zake van het
plaatsen eener advertentiewaarvan de
schrijver onbekend was en waardoor de ex-
gemeente-ontvanger en brievengaarder J.
Verhaar zich belasterd en gehoond gevoelde,
werd bij vonnis der Arrond. Regtbank van
15 Febr. jl. op grond van art. 375 Code Pe
nal veroordeeld tot betaling eener boete
van f 50 en subsidiair bij wanbetaling tot
zeven dagen gevangenisstraf, alsmede in de
kosten van het proces.
Het openbaar Ministerie had eene gevan
genisstraf van 15 dagen cellulair en eene
boete van f 25 gerequireerd tegen den be
schuldigde, die verdedigd was geworden door
den heer Mr. J. A. Levy, advocaat te Am
sterdam.
De tweede winter-collecte deze week ge
houden aan de huizen der Herv. gemeente
leden alhier, heeft opgebracht tot op heden
de som van ƒ686.25.
Op den 8 Februari 1872 waren te'Amers
foort in behandeling 5 poklijders.
Tobden 16 Febr. 12 u. bijgek. 5
10
Overleden 1
Hersteld 5 6
In behandeling gebleven 4
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot het geven van gelden ter leen zal het
bestuur op Maandag, den 19 Februari aanst.,
'snamidd. van half twee tot half drie,
zitting houden in een der localen van het
raadhuis alwaar de belanghebbenden zich
kunnen aanmelden, terwijl inlichtingen des
wege te bekomen zijn bij de ondergeteeken-
den, en bij de verdere leden van het Bestuur
de heereu Mr. J. van der Leeuw, B. E. Her
schel, W. A. Croockewit en Jhr. Mr. H. J.
L. van Sasse van Ysselt.
R. A. W. Baron VAN HEECKEREN, President.
M. VAN BEEK, Penningmeester.
J. B. LEINWEBER, Secretaris.
bleven vergeefs. Eindelijk, nadat eenige
bange uren verloopen waren, opende zij hare
oogen, die bleven rusten op het bleeke, be
traande gezicht van hare moeder, die zich
vol onuitsprekelijken zieleangst over haar
heen boog. Ida strekte hare armen uit,
sloeg ze om haar moeders hals, en fluisterde
nauw hoorbaarMoeder, moederliefik
sterf zeg aan Lionel dat ik hem ver
geef kus mij nog eens moederlief!
en toen was alles gedaan.
De noodlottige brief, die den dood van
het arme, onschuldige kind had veroorzaakt,
was van den volgenden inhoud:
»Ida ik bemin uik bemin u met zulk
een diepe, innige liefde, dat ik liever den
laatsten druppel van mijn bloed zou storten,
dan een enkel oogenblik van smart aan uw
trouw hart veroorzaken. Gave de hemel, lief
ste Idadat ik de vrijheid had, om mijn
woord jegens u te houden
»Wanneer ik er aan denk wat ik weiger,
alleen uit een plichtgevoel, dat velen wel
licht valsch noemen, vrees ik, dat ik krank
zinnig zal worden! Ida, mijn beminde Ida
Z. M. heeft benoemd tot majoor-kom-
mandant der dd. schutterij te Amersfoort-
den Heer Jhr. G. K. van den Santheuvel,
voormalig le. luitenant der dd. schutterij
te Steenwijk.
BURGERLIJKE STAND VAN AMERSFOORT.
Bevallen: 6 Febr. Antonia Bernar-
da Prinsgeb. Havekotted. 7 Febr.
Anna Margaretha Bonniergeb. Kamp-
schreur, z. 8 Febr. Neeltje Scholten,
geb. ten Hovez. 9 Febr. Johanna
Kibbel, geb. Arlar, z. 10 Febr. Aaltje
Meijern, geb. Visser, d. Catharina Mar
garetha Ockhuizen, geb. Kas, z. 11 Febr.
Willemina van Naarden, geb. van der Lin
den, z. 12 Febr. Antonia Wilhelmina
Maas, geb. Acherman, d. 13 Febr. Cor
nelia van den Akker, geb. Verschuurd.
Ondertrouwd: 8 Febr. Hendrikus
Bijtelaar met Jacoba de Kamper.
Gehuwd: 14 Febr. Lammert van Kolf
schoten met Stijntje van Middendorp.
Evert Bolderdijk met Hendrikje van Eist
Vermeer. Johannes Theodoras Hermer-
horst met Maria Kraanier.
Overleden: 8 Febr. Hendrika Maria
Rouwendal, 5 md. 10 Febr. Anna Ma
ria Charlotta Brom, 73 jr.wed. Cornelis
van de Wetering. Catrina Margaretha
Wernsen, 54 jr., gehuwd met Jan Kraai-
kamp. Catharina van Eikelenburg, 8
md. 12 Febr. Petrus Johannes Gerar-
dus Kamp, 13 md. 13 Febr. Cornelia
Manuee67 jr.wed. Geurt Mannee.
Everdina Elisa Fortuin, 14 dagen.
't Leven in ons binnenland is vaak niet
ongelijk aan dat van onze binnenwaters.
Geheel effen is de oppervlakte bijna nooit;
ze rimpelt en golft zich soms, en een enke
len keer, als de wind uit verschillende hoe
ken tegelijk waait, bruischt en schuimt het.
't Is wel eeu prettig gezicht, als er zoo wat
beweging is, en bemoedigend ook, want
stil water, stinkend water. En onder die op
pervlakte leeft de groote watermaatschappij:
de vreedzame en talrijke platvisschen vor
men de burgerluitjes, de alen zijn de slim
merds en de gladde sinjeurs; hier en daar
staat een snoek doodbedaard en met een on-
noozel gezicht zijne kans af te wachten en
raadpleegt waarschijnlijk nu en dan met
zijne gelijken over 't gevaar voor vreemde en
nog veel grootere roovers. Goudvisschen zijn
er ook, doch deze vormen eene edeler soort,
op 't oog ten minste, en wordeu daarom
slechts in afzonderlijke vijvers gekweekt.
Doch keeren we tot de menschen terug,
die, 't valt niet te ontkennen, soms zooveel
overeenkomst met de waterbewoners ver-
toonen, dat we menigmaal ons zeiven afvra
gen: wat heb ik nu, vleesch of visch 't
Gehaspel tusschen en over de feestcommis-
siën voor 1 April a. s. 't geharwar over een
eene plechtige gelofte aan mijne stervende
Emily verhindert onze verbindtenis. O hoe
heb ik er tegen geworsteld hoe heb ik
gestreden om de waarschuwende stem van
mijn geweten te smoren, zoolang als onze
korte kennismaking duurdehoe heb ik
er naar gejaagd om alles te vergeten be
halve de liefde en uMaar het kan niet zijn.
Naarmate de dag naderde, die ons geluk zou
volmaken, weerklonk die vreeselijke gelofte
steeds luider en luider in mijne ziel ik
hoor Emily's stem en zelfs in mijn onrus-
tigen slaap staan die woorden met brandende
letters in mijn brein gegrift. Ida, wij moe
ten scheiden. Vergeef mij en vergeet mij!
Morgen verlaat ik het land om nooit weer
te keeren. God zegene u
De jonge meisjes van het dorp droegen
hare jeugdige vriendin naar haar graf en
als de grauwe avondschemering hare eerste
schaduwen over den stillen Godsakker uit
spreidt, komen zij terug en strooien frissche
bloemen over den kleinen grasheuvel, die Ida
Fane's rustplaats bedekt.
Family Herald.) C. H. B.