AMERSFOORT, 8 MAART 1872. Nationale Militie. KENNISGEVING. De Burgemeester en Wethou ders van Amersfoort, Gelet op de artt. 87. 88 en 150 der wet betrekkelijk de nationale militie van den 19. Augustus 1861 (Staatsblad No. 72) en de artt. 25 en 26 van het koninklijk besluit van den 8. Mei 1862 (Staatsblad No. 46); Gezien de kennisgeving van den heer Lui tenant-Kolonel, Militie-Commissaris in de provincie Utrecht, van den 26. Februari 1872, circulaire No. 9; Doen te weten, dat de eerste zitting van den Militieraad voor deze gemeente op Za terdag, den 16. Maart aanstaande, des voor middags te 10 uren, in het openbaar wordt gehouden in eene der zalen van het Raad huis te Utrechtingaande op het Oud-kerk hof, en bestemd is tot het doen van uitspraak: omtrent de verschenen vrijwilligers voor de militie, de lotelingen die redenen van vrij stelling hebben ingediend, de lotelingen die van den dienst uitgesloten of daarbij voor- loopig niet toegelaten worden, en alle ove rige lotelingen. behoorende tot de lichting van het jaar 1872. Voorts dat de tweede zitting van den Mi litieraad, bestemd tot het doen van uitspraak omtrent alle in de eerste zitting niet afge dane zaken, en ten opzichte van hen die als plaatsvervangers of nummerverwisselaars verlangen optetreden, ter voormelde plaatse in het openbaar gehouden wordt op Dinsdag, den 9. April 1872, des voormiddags te 10 uren. En brengen tevens ter kennis van de be langhebbenden, dat de tijd en plaats dier zit tingen aan eiken loteliug zal worden bekend gemaakt door middel van een aan zijne wo ning of aan die van zijnen vader of voogd te bezorgen biljet, alhoewel het niet-ontvangen van zoodanig biljet niet ontheft van de ver plichting tot het verschijnen voor den Mili tieraad, of tot het indienen van de tot sta ving der redenen van vrijstelling gevorderde bewijsstukken; zullende de loteliug, die vrij stelling verlangt wegens ziekelijke gesteld heid, gebreken, of gemis van de gevorderde lengte, en de plaatsvervanger of nummer- verwisselaar, in persoon voorden Militieraad moeten verschijnen, ieder op het voor hem hierboven vermeld tijdstip. De lotelingen, die verlangen bij de ZEE MILITIE te dienen, worden uitgenoodigd daartoe vóór den 1. April aanstaande ter Secretarie zich aantemelden. Amersfoort, den 6 Maart 1872. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTUS. A. G. WIJERS. KENNISGEVING. De Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van de ingezetenen de zer gemeente, dat het door den heer provin cialen Inspecteur executoir verklaard kohier No. 7 van de personeele belasting over het dienstjaar 1871/72 (2de halfjaar) aan den Ontvanger van 's rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag, op den by de wet bepaalden voet, te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 4. Maart 1872. De Burgemeester voornoemd, A. G. WIJERS. Wij deelen voorloopig mede dat de veree- niging voor instrumentale, en vocale muziek, onder leiding van den Heer J. T. Schweins- berg op voorstel van Heeren Commissarissen een volksconcert zal geven in de eerste week van April a.s. De toegangsprijs is bepaald op 25 ets. zoodat zij verwachten, dat niet al leen de gegoede, maar ook het minder wel varende gedeelte der bevolking aan hun uit- noodiging zullen gehoor geven. Mocht de opbrengst de uitgave te bovengaan zal die tot een of ander weldadig doel worden be steed. We vestigen gaarne de aandacht onzer lezers op bovengenoemd plan en hopen, dat velen zich entréekaarten zullen nemen, om die te schenken aan hunne minvermogende kennissen. De feestcommissie, waarvan wij de vor ming in ons vorig nummer mededeelden, heeft hare taak met ijver en kracht aanvaard. Reeds heeft zij het muziekcorps van het re giment Rijd. art- ter opluistering van de feesten op 1 April geëngageerd, en daarbij de meest mogelijke welwillendheid van den geachten kommandant en den Heer officier der muziek ondervonden. Ook is in overleg met haar eene commissie gevormd ter rege ling van een optocht. Bijzonderheden dien aangaande zijn nog niet uitgelekt, en dit is wel te begrijpen. De eerste zorg toch der commissie moet zijn de noodige gelden bij een te brengen. De leden der feestcommissie hebben de tijdroovende en zeker niet altijd even aangename taak op zich genomen in persoon de inteekeningslijsten aan de inge zetenen aan te bieden. Moge eene rijke in zameling de moeite beloonen, die de feest commissie zich geeft om op 1 April regel en orde, en het genoegen des volks te bevor deren In de ressortale vergadering van het synagogaal ressort Amersfoort, omvattende de Israël, gemeenten AmersfoortWijk bij Duurstede enz. waarin werden uitgebracht 6 stemmen, (waarvan 5 uit Amersfoort en 1 uit Utrecht) voor benoeming van een afge vaardigde van gemeld ressortbij de eerste stemming bekwamen de navolgende Heeren ieder 2 stemmenE. E. Visser, B. E. Her schel te Amersfoort en S. E. van Lier te Ut recht bij de herstemming bekwam de heer B. E. Herschel 4 stemmen, beide andere heeren ieder 1 stem, aldus herkozen de heer B. E. Herschel. Met leedwezen vernemen wij dat de zoo algemeen geachte Griffier der Arr.-Recht- bank alhier, de Heer Jhr. Mr. J. E. Godin de Pesters, tegen 1 April e.k. zijn ontslag uit die betrekking heeft aangevraagd; hij was daartoe 25 jaren geleden benoemd bij Ko ninklijk Besluit van 12 Maart 1847. houdbare concurrentie gefnuikt worde waardoor zoovele arme drommels maar een half daggeld verdienen of naar een werkhuis moeten gaan. Neem in de werkhuizen alle zieke, gebrekkige en onnutte armen op en laat deze huizen door menschen en niet door cipiers besturen. Belet dezulken te huwen en hunne ellende verder voort te planten. Dat er voor goede arbeiders woningen gezorgd wordeGeef eene groote uitbreiding aan de bepalingen, die de verbetering van den gezondheidstoestand op het oog hebben. Open algemeene leesinrichtingen en regel het volksvermaak met de meest mogelijke onbekrompenheid. In plaats dat gij duizen den uitgeeft voor oorlog en marine, moet gij het vermaak en de schoone kunsten over het gansehe vaderland verbreiden. Rijke lieden hebben museabibliotheken en clubs, richt ze ook voor de armen op. Sticht gasthuizen voor kraamvrouwen. Bouw zoovele badin richtingen en waschhuizendat niemand meer eene verontschuldiging kan vinden voor zijne onreinheid. Zorg voor de opvoe ding. Richt armenscholen en herhalings scholen opOnderwijs zeden, weten schap en kunst, leer het volk zich te verma ken als menschendat is als redelijke we zens. Maar dat kost geld! Waarlijk zulk eene schuld den nakomeling op te leg gen, is gansch iets anders dan hem de lasten te laten dragen van een doelloozen oorlog." Men haalde de schouders op, lachte en liet de zaak, zooals ze was. Het einde van 't lied? Dat was en dat is 't einde. De armen zijn nog altijd even arm en ellendig en dierlijk naar lichaam en geest; in Engeland zoowel als jelders. De held van ons verhaal, verwaarloosd, verliederlijkt, verdrinkt eindelijk zich-zelven. »Die brave maatschappij, die met de hei lige namen van wet, recht en menschen- liefde op de lippen, den vader verboden en verhinderd heeft zijn kind over de brug in het water te werpen, diezelfde maatschappij, die hem dit verboden heeft, toen het kind nog van geen leven of sterven wist, die is nu geëindigd met zelve, hem over de borstwe ring te werpenDat die brave maatschappij den moord verbiedt ook den moord aan eenen menschdie eigenlijk nog geen mensch is, daar heeft ze gelijk aan; maar zou ze nog niet braver zijn, als ze het der armoede, als 't kon, onnoodig maakte om hare eigene kinderen of zich zelve te ver drinken om aan den hongerdood te ontko men? Zou ze niet zoo braaf moeten zijn? Der noodzakelijkheiddie wetten breekt kan men niet gebieden. Ze wilde zich gaarne zelve zingen hooren en begon dus opnieuw, toen 't eerste vers ten einde was. Toen ze ook het tweede gezongen had, scheen het haar toe, alsof verbeneden iemand antwoordde. »Wat mag dat toch zijn", dacht Aslaug, liep naar de helling, sloeg de armen om eene slanke berk, die daar stond en boven den afgrond sidderde, en keek naar beneden. Maar ze zag niets, de fjord lag stil en rustte zich uit; zelfs niet een vogel streek over 't watervlak. Aslaug ging weer zitten en begon opnieuw te zingen. Hoor daar werd weer geantwoord op den zelfden toon en naderbij dan den eersten keer. »'t Geluid is geen echo, wat 't dan ook we zen mag." Aslaug sprong weer op en bukte op nieuw over den rand van de rots. En toen zag ze onder aan den rotswand eene boot, die aan- Td had, zij leek zoo klein als eennotedop omdat ze zoo diep beneden haar was. Aslaug tuurde scherper: ze zag eene ruige muts en daaronder een man die tegen de bijna naakte rots opklom. »Wie kan dat zijn?" vroeg ze, liet de berk los en sprong terug. Ze waagde niet zich- zelve te antwoorden, want ze wist immers heel goed, wie het was. Zij wierp zich neder op den grond, pakte het gras met beide han den, alsof zij 't was, die, wat ze vasthield, niet loslaten mocht. Maar de gras worteltjes lieten los, zij schreeuwde en greep dieper en dieper in. Zij smeekte tot God den Al machtige, hem te helpen; doch dan viel 't haar in, dat deze onderneming van Thore God verzoeken moest heeten en hij dus van boven geene hulp kon verwachten »Slechts dezen eenen keer" smeekte zij. A lleen dezen eenen keer verhoor mij en help hem." En nu omarmde ze den hond, alsof dat Thore was, dien ze vasthouden wilde; zij rolde zich met hem over het gras perk en 't scheen haar, alsof aan den tijd geen einde komen zou. Maar plotseling sloeg 't beest aan; woef woef!" riep hij tot Aslaug en sprong bij haar op; toen naar den kant van de hel ling »woef woef!"; daar kwam eene pelsmuts boven den rotsrand uit, en Thore lag in hare armen. Daar lag hij eene lange poos, zonder dat een van hen in staat was een enkel woord te spreken; en in wat ze toen 't eerst uitbrachten, daar was slot noch zin in. Toen de oude Knud Husaby, dit vernam, sprak hij een heel verstandig woord; hij sloeg daarbij op de tafel, dat het dreunde en rinkelde: »De jongen is waard, de deern te hebben; hij zal ze houden!" Björnstjerne Björnson.

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1872 | | pagina 2