FEESTNUMMER
Amersfoort en Omstreken,
Nederland viert Feest!
Uitgever: A. M. SLOTHOUWER, te Amersfoort.
1 APRIL
1872.
VAN HBT
"WEEKBLAD
VOOR
Grootsch en verheven is de aanblik van een volk,
dat denzelfden feesttoon aanheft, en zich eendischtig
verheugt over de weldaden, die het aan den moed, de
volharding, het doorzicht zijner voorvaderen te danken
heeftdat in zijn schoon verleden den wegwijzer vindt
naar het edelste kleinood der natiënVrijheid en onaf
hankelijkheid
Zulk een volk is thans het Nederlandsche volk en
daarom viert het heden feest.
TJoen vóór driehonderd jaren Den Briel werd inge
nomen, kon de tijding van dit feit niet alle Nederland
sche harten van vreugde doen kloppen. Ook Nederlan
ders leden onder de ruwe handen van zoo menigen tot
razernijgekwelden Watergeus; niet allen hadden het
doorzicht van den edelen Haarlemschèn bisschop Nieuw-
land, dat de Spaansche tirannie het land ten verderve
bracht, en zelfs de voortreffelijke Prin3 van Oranje
achtte de verrassing, als niet opgenomen in het door
hem ontworpen stelsel van aanval, ontijdig.
Maar bij velen in Noord-Nederland leefde de over
tuiging, dat een strijd op leven en dood moest worden
aangebonden ter handhaving van het heilig recht der
volken: staatkundige onafhankelijkheid en vrijheid
van geweten
Na hangen strijd werd dat recht twee eeuwen
vroeger dan in de meeste andere staten van Europa
verworven. Het was echter niet de onafhankelijkheid
noch de gewetensvrijheid, zooals wij die in onze dagen
verstaan, want eerst langzaam, maar tevens onweer
staanbaar, gaat de veredeling van denken en handelen
bij het menschdom voorwaarts. Gelijk elders het despo
tisme, drukte hier nog langen tjjd, ofschoon minder
zwaar, eene aristocratische familie-regeering, en of
schoon Nederland, in vergelijking met andere staten,
het beloofde land der gewetensvrijheid mocht lieeten,
bestond toch ook hier eene gepriviligeerde staatskerk.
Honderd jaren na de verrassing van Den Briel, was
er groote vreeze, dat die heerlijke met zooveel volhar
ding en doortastendheid verworven voordeelen door
den Franschen dwingeland Lodewijk XIV, die zijnen
onderdanen het weinigje godsdienstvrijheid, dat zij be
zaten, gewelddadig ontnam, vernietigd zouden worden,
toen diens krijgsbenden de Utrechtsche linie reeds be
zet hadden. Het land scheen reddeloos, de regeering
was radeloos, en het volk heette redeloos. Slechts kort
duurde de angstige spanning. Het volk begreep, dat
het zich weder om een Oranje moest scharen, en geleid
door den uitstekenden Willem IH handhaafde het zijne
onafhankelijkheid en vrijheid.
Weder eene eeuw later, in 1772, werd, gelijk in Nr.
13 van dit blad is medegedeeld, de verrassing van Den
Briel gevierd. Dit was echter een plaatselijk, geen na
tionaal feest, en het kon dit ook nog niet zijn, omdat
de groote beginselen van den opstand tegen Spanje nog
niet tot die ontwikkeling waren gekomen, waarin zij
den edelen Zwijger voor den geest hadden gestaan.
Wel was op kerkelijk gèbied de verdraagzaamheid toe
genomen, maar nog altijd bestond de door den staat be
voorrechte kerk, terwijl de natie, zelfs wegens den vorm
der regeering, in twee elkander vinnig bestrijdende
partijen verdeeld was, waarvan de eene de andere
zocht te onderdrukken.
En hoe is het heden, weder honderd jaren later ge
steld De onafhankelijkheid van Nederland is gehand
haafd volkomen gelijkstelling van alle godsdienstige
gezindten tegenover den staat, geene verdeeldheid over