GEEFT DEN KEIZER WAT DES KEI ZERS, EN GODE WAT GODS IS. Overzicht der week. BINNENLAND. III. Alvorens verder te gaan, doen wij opmer ken, dat hier niet alle stellingen van den syllabus besproken zullen worden, 1° omdat er onder zijn, wier veroordeeling wel alge- meene goedkeuring zal verwerven b.v. de LVIIIdat alle tucht en eerlijkheid van ze den moet gehouden worden te bestaan in rijkdommen op te stapelen en te vermeerde ren, onverschillig op welke wijze, en in te voldoen aan de lusten; 2° omdat er vele uit sluitend op het inwendige der Roomsche kerk betrekking hebben. Van die wier ver oordeeling gevaarlijk is voor de hedendaag- sche samenleving, en die dus hier ter sprake moeten komen, nemen wij er slechts enkele, omdat die reeds voldoende zijn den verderfe- lijken geest der ultramontanen te doen kennen. Stelling XLI luidt: Aan het burgerlijk bewindal loordt het ook door een ongeloovige gevoerdkomt een zijdelingsche belemmerende macht op godsdienstzaken toe, aan dat bewind komt dien ten gevolge niet alleen het recht toe, wat wij noemen exequatur, machtiging tot vol trekking, maar tevens het recht, dat genoemd wordt appellatio ob usuM, beroep tegen mis bruik. Het veroordeelen dezer stelling betee- kent dus, dat de ultramontanen aan de re geering het recht niet toekennen 1° aan kerkgenootschappen de uitvoering van een kerkelijk besluit te weigeren, dat met de landswetten in strijd is. Gesteld eens, dat er zich hier te lande gemeenten vormen van Mohammedanen en Mormonen, en dat ieder der heeren van die secten, geheel overeen komstig hunne kerkelijke voorschriften, met twee of meer vrouwen een huwelijk aangaat. Volgens de leer der ultramonta nen, zou het der Regeering niet geoorloofd zijn de landswetten te handhaven, die aan ieder man slechts toestaan ééne wettige huisvrouw te hebbenHet zal wel niet noo- dig zijn uit te werken hoeveel botsingen en hoeveel ergerlijks uit zulk een toestand bij ons zou ontstaan. Nu zullen de ultramon tanen wel tegenwerpen, dat zoo iets de be doeling niet is, en als zij eens eerlijk waren, zouden zij er bijvoegen, dat zij de stelling alleen afkeuren met het oog op hunne eigene kerk. Dit zouden wij dan ook volmondig moeten erkennen, zonder daarbij echter de opmerking achterwege te laten, dat het juist in ons land niet aangaat, aan de ultramonta nen een recht boven anderen toe te kennen; dat de vroegere staatskerk is afgeschaft, om aan alle kerkgenootschappen dezelfde rech ten toe te kennen, en dus geen hunner zich mag vermeten andere te overheerschen, zoo als de ultramontanen beweren, dat hun recht is; 2° ontkennen de ultramontanen, dat het burgerlijk bewind het recht heeft misbrui ken in godsdienstzaken te keer te gaan. Er valt natuurlijk over te twisten, wat men al- zoo onder zulke misbruiken verstaat. Toen de Cristenen als kruisvaarders vóór bijna 800 jaren Jerusalem innamen, vluchtten eene menigte Mohammedaansche vrouwen met hare zuigelingen in een gewelf, en smeekten daar om genade. Te vergeefs, de vrouwen en de zuigelingen werden allen neergesabeld, en wel, volgens de kruisvaarders, ter eere Gods! Toen ruim eene eeuw later bij het vervolgen der Albigeuzen in het Zuiden van Frankrijk de soldaten vroegen, hoe zij de ket ters van de ware geloovigen konden onder scheiden, gaf de pauselijke legaat tot ant woord: slaat maar dood, de Heer kent de zij nen! Ofschoon wij mogen aannemen, dat die kruisvaarders en die pauselijke legaat te goeder trouw waren, schromen wij niet bei der handelwijze verfoeilijke misbruiken in godsdienstzaken te noemen. Om den schijn van te willen kwetsen te vermijden, hebben wij een paar voorbeelden uit het grijs verle nen aangehaald; het zou echter niet moeilijk vallen tot op den huidigen dag misbruiken in godsdienstzaken aan te wijzen. Intusschen hebben velen moeite uit maken, wat alzoo onder dergelijke misbruiken te rangschik ken is; wij zullen daarbij een volgende keer nog even stilstaan. Wordt vervolgd.) KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort. Gezien eene missieve van de Districts-commissie van het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapen- den dienst in de Nederlanden d.d. 27 April 1872; Doen te weten, dat de gewone jaarlijksche collecte aan de huizen der ingezetenen ten behoeve van het voormeld fonds zal plaats hebben op Maandag, den 13. Mei aanstaande, des namiddags te 5 uren. Burgemeester en Wethouders meenen den ingezetenen te moeten herinneren, dat het doel der instelling niet alleen is om hulp en bijstand te verleenen aan de verminkten en in- firmen van Waterloo, doch ook om jaarlijksche gratifica tiën te verstrekken aan Nederlandsche militairen, die wer kelijk in en door de dienst infirm zijn geworden, alsmede aan veteranen van veertigjarigen dienst, en hen tevens te moeten opwekken om, even als in vorige jaren, medetewer- ken tot bevordering dezer vaderlandslievende instelling, welke alleen door milde giften en ruime bijdragen voortdu rend aan haar nuttig doel zal kunnen blijven beantwoorden. Amersfoort, den 7. Mei 1872. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTUS. A. G. WlJERS. AMERSFOORT, 10 MEI 1872. Ter aanvulling van de mededeeling in het vorig nomuier betreffende de ziekte der drie aangetaste gezinnen kunnen wij berichten, dat door de Heeren Weitzel en Dr.van Wal- chren, het inbeslag genomen vleesch is ge voerd aan een hond en versch vleesch van denzelfden slager aan een anderen hond, doch dat beide beesten niet het minste spoor van ongesteldheid hebben vertoond. Vol gens gerucht zou door een der aangetaste ge zinnen van het overgeschoten vleesch zijn eigen hond zijn gevoerd, doch dit dier ver toonde wel teekenen van vergiftiging. Vreemd blijft het ons dat noch van wege het gemeentebestuur of andere daartoe be voegde personen eenige zekerheid aangaande deze zaak is gepubliceerd. Men zegt dat het geslachte dier een vergaan kalf bij zich had, en dat dit vocht over een gedeelte van het beest is uitgestort. Hierdoor zou het ver klaarbaar zijn dat verschillende gezinnen die van dit vleesch hebben gegeten, onaan getast zijn gebleven. Ter zitting der Arrond. Rechtbank van Woensdag 8 dezer werd (in plaats van 16 dezer, zooals wij verkeerdelijk in ons vorig no. berichtten) uitspraak gedaan in de beide ter laatste zitting behandelde zaken van: 1) G. Pon, die ter zake vroeger vermeld werd veroordeeld tot twee geldboeten, een van f 20 (subs. 6 dagen gevangenisstraf) en een van f 10 (subs. 2 dagen). 2) W. van den Bosch, die mede schuldig werd verklaard aan het hem ten laste gelegde en veroordeeld tot 2 maanden cellulaire ge vangenisstraf en twee geldboeten ieder groot f 25 (subs. 2 dagen cell. elk). Op dienzelfden dag ter civiele terechtzit ting wees de Rechtbank vonnis in de zaak, door ons in no. 19 van dit Weekblad mede gedeeld. De beide middelen van niet-ont- vankelijkheid door de gedaagde eerst bij pleidooi aangevoerd, liet de Rechtbank, op grond dat zij niet volgens art. 139 Rv. in de conclusie waren opgenomen, buiten aanmer king, en onderzocht verder de vragenof de eischers in casu de actio mandati hadden kunnen instellen? en of dit ook was ge schied Beide vragen werden toestemmend beantwoord. De gedaagde toch had den last aan hem opgedragen tot invordering der du- bieuse pretenties niet tegengesproken, en de overeenkomst zooals die is aangegaan, be antwoordt volkomen aan de omschrijving in het Burg. Wetb. van contract van lastgeving gegeven, zoodat de actio mandati wel dege lijk toelaatbaar is, nu die vorderingen geheel of gedeeltelijk zijn geïnd. Ook was de eisch goed ingesteld, naar de voorschriften der wet, ofschoon voor den gevraagden lijfsdwang door de Rechtbank geene termen aanwezig werden bevonden. Mitsdien werd de gedaag de veroordeeld tot het doen van rekening en verantwoording en tot uitkeering van het saldo hetwelk daaruit zal blijken te bestaan, zullende, indien binnen ééne maand na de beteekening van dit vonnis die rek. en verantwoordingniet is gedaan, deze moe ten geschieden ten overstaan van den be noemden Regter-Commissaris, opdat alsdan, des noods na debat, het saldo zal worden vastgesteld, terwijl de eischers bovendien be voegd zijn om den gedaagde door inbeslag neming zijner goederen tot de uitkeering van het aldus bepaalde saldo te dwingen, al les met veroordeeling van den gedaagde in de proceskosten. Op uitnoodiging van Mr. A. G. Wijers had Zaterdag 11. eene vergadering plaats van Geneeskundigen, ter bespreking der circu laire van de Nederlandsche vereeniging ter bevordering der koepokinenting. Met het doel der zaak vereenigden zich allen, en be sloten alhier eene afdeeling op te richten. Tot voorloopig bestuur werden gekozen de H.H. Drs. van der Leeuw, van Driel en Me- nalda van Schouwenburg. Deze Heeren na men op zich de ingezetenen uit te noodigen aan deze nuttige inrichting deel te nemen, waartoe eene lijst zal circuleeren. Met het oog op de verwoesting die de kinderpokken het afgeloopen jaar hier en elders hebben aangericht wenschen wij, dat velen door toe treding tot deze afdeeling zullen toonen dat zij willen medewerken om het ontstaan en voortplanten der kinderziekte krachtig te bestrijden. In de afgeloopen week is alhier een per soon, die te Soest in aanraking met een pok lijder is geweest, door deze ziekte aangetast. Naar wij vernemen heeft door doelmatige maatregelen deze ziekte zich tot dus verre niet verder verspreid. Spaarbank. Het Bestuur van de Spaarbank te Amers foort zal op Maandag 13 Mei 1872, van des middags 12 tot des namiddags 2 uur, op het Raadhuis aldaar zijne gewone zitting houden. He Secretaris A. J BOS. hulpbank te amersfoort. Tot het geven van gelden ter leen zal het bestuur op Maandag, den 13 Mei aanst. 's namidd. van half twee tot half drie, zitting houden in een der localen van het raadhuis alwaar de belanghebbenden zich kunnen aanmelden, terwijl inlichtingen des wege te bekomen zijn bij de ondergeteeken- den, en bij de verdere leden van het Bestuur de heeren Mr. J. van der Leeuw, B. E. Her schel, W. A. Croockewit en Jlir. Mr. LI. J. L. van Sasse van Ysselt. R. A. W. Baron VAN HEECKEREN, President. M. VAN BEEK, Penningmeester. J. C. LEINWEBER, Secretaris. burgerlijke stand. Bevallen: 2'Mei. Petronelia Rouwhorst, geb. de Bruin, d. 3 Mei. Heintje de Vries, geb. Consenheim, z. Rijkje Malestein, geb. van Goor, d. 4 Mei. Maria Wil- hclmina Huijgen, geb. Dijkman, d. Geertruida Antonia Wiedenbrugge, geb. van Dronkelaar, z. Johanna Anto nia Schwitznergeb. Legebceke, z. B Mei. Theodora Moolhuijzen, geb. Holthuis, z. 7 Mei. Cornelia Catha- rina Schimmel, geb. Stoové, d. Ondertrouwd; 2 Mei. Nicolaas Littooij met Everarda Wijnands. Jan Stekelenburg met Alijda Rnizeudaal. Gerrit van Ouwerkerk met Lucia Uil). 3 Mei. Cornelia Top met Jannetje Houtman. Gehuwd: 8 Mei. Hendrik Hartman met Catharina Hen- drika Stol. Gerrit van Surksum met Henderika van Poolen. Overleden: 2 Mei. Jannetje Muijs, 72 j. wed. Willem Boon. 5 Mei. Pietcr van Doornik, 77 j. wedr. van Catharina de Boer. JansjePolbout, 14 j. Eenlevenl. k. van Johannes Brits. 6 Mei. Katharina Bierman, 64 j. geh. met Gerrit Hubcrs Dz. Paulus van Yonno, 18 m. Bij het vernemen van het ontslag door het geheele Ministerie den Koning aange boden, zagen wij met gespannen verwach ting de zitting der Tweede Kamer op 6 Mei 11. te gemoet. Hoe treurig was het begin, en hoe droevig het einde! De Voorzitter toch begon met de mededeeling van de Konink lijke boodschap wegens het overlijden van H. K. H. Prinses Hendrik, waarop werd be sloten die te beantwoorden met een eerbie dig adres van rouwbeklag, en gaf daarna den Leden kennis dat hij van den Minister van Binnenlandsche Zaken een brief had ontvan gen, waarin deze, namens den Raad van

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1872 | | pagina 2