MANUFACTUREN
Publieke verkooping
MANUFACTUREN.
INGEZONDEN.
TAALONDERWIJS.
Kunstnieuws.
op 3 maand credit.
eene aanzienlijke partij
ROTTERDAMSCHE VEER.
Beurtschipper G. PON
BOEK- EN MUZIEKHANDEL
A. M. SLOTHOUWER.
EÉNIG dépot voor Amersfoort en Om
streken van Muziek der huizen Koksma
en Desfossez.
II.
„Ja, eenmaal door Natunr aan eigen stem gebonden.
Heeft ieder dier zijn spraak." Bilderdijk.
Want, ja, 't moet gezegd worden, er zijn er, bij wie de
kennis van vreemde talen louter een artikel van fatsoen en
mude is. Vooral de kennis van 't Fransch. Een woordje
Franseh er tusschen staat voornaam. Twee woordjes nog
voornamer, 't Voornaamst niets dan Fransch. Neder-
landsch is burgerlijk. Gezegend dus de Zwitserse lie kinder
meiden, die ieder Hollandsch v\ oord in de kinderkeel kun
nen smoren. Wij kunnen in onze eenvoudigheid niet nalaten,
de kinderen te betreuren, die zoo de slachtollers worden
van de onnoozelc, modezieko ij delheid hunner ouders. Wat
hun ten zegen had kunnen zijn, wordt hun ten vloek. Is
eenmaal bij den jongen landgenoot de grondslag voor de
eigene taal gelegd en resten hem nog cenigc leerjaren, dan
eerst kan er aan 't aanleeren van ecne of meer vreemde ta
len gedacht worden. Van eene of meer, men herinnere
zich wel, wat ik den vorigon keer van de twee instrumenten
zei. Een hap en een snap van dit en dat zal niemand vet
maken en bederft vaak de spijsvertering. Aangenomen nu,
dat men den tijd hebbe tot liefc bijleeren van eene vreemde
taal, welke zal 't dan zijn? 't Antwoord is moeilijk. Veel
blijft hier van den smaak der leerliugeu afhangen, of wel
van hunne latere bestemming, maar zeker is liet, dat in de
meeste gevallen liet Fransch het laatst in aanmerking komt.
Voor meisjes onvoorwaardelijk. Door iedere nieuwe taal
toch spreken nieuw e millioeneu met andere gedachten en
andere gevoelens tot onzen geest en ons hart. Telkens
wordt eene nieuwe reeks vau schatten voor ons opengeslo
ten, begint eene nieuwe bron van geestelijk leven voor ons
te vloeien. Daarom kon ook Cats, vaderlijker gedachte-
nisse, zeggen
Zooveel mannen in een man,
Zooveel talen, als hij kan.
En nu zijn zeker niet alle bronnen even krachtig en rijk,
niet alle schatten even groot. De ontwikkeling, die de
Fransche taal kan aanbrengen, mag zeker niet vergeleken
worden, met die, welke 't Engclsch en 't Duitsch kunnen
verschaffen. Geen tak van weienschap, die niet schitterend
in beide talen is vertegenwoordigden waar hebben de
fraaie letteren schooncre en geuriger bloemen gekweekt? Ik
zal hier noch aan de eene noch aan de andere taal den voor
rang geven, maar herinner alleen, dat de Duitsche taal en 't
Duitsche gemoed't nauwst aan onze spraak en ons zielele-
ven verwant zijn.
Ontwikkeling zij dan het hoofddoel, dat men door
taalstudie pogc te bereiken, ontw ikkeling, zooals de
bloem ons toont, die uit het kuopje kouit, en niet die soort
van aangebeden beschaving, die de ruwe spaanders aan
den buitenkant wegneemt, maar 't wecke hout niet er-
andert.
In iedere'nieuwe taal trachte men dus weer te leeren le
zen, te lezen in den waren zin des woords, want ik her
haal het er is meer te ontvangen dan te geven. Inzon
derheid geldt dit voor vreemde talen. Betrekkelijk
weinigen immers, die met liet buitenland te doen hebben.
Hebben vreemden met ous te doen, laten ze dan Hollandsch
lecrcn. Voor sommigen echter is het noodig, dut ze zich in
eene andere spraak kunnen uitdrukken, voor allen is het
wens c lie lijk, doch steeds blijft het een belang van minder
gew icht. Men weet dat dit belang op onze scholen behar
tigd wordt. 1 n de eerste plaats staat hier schriftelijke me-
dcdceling op den voorgrond, oindat er zeker wel honderd
brieven komen op een gesprek met vreemden. De
vaardigheid in 't spreken is daarvan ondergeschiktof
schoon zij altijd belangrijk blijft en hoogst moeilijk te ver
werven is. 't Is hier zeker de geschikte plaats niet, om
daarover breeder uit te weiden of de middelen te berede
neren, w aardoor die vaardigheid te verkrijgen is. Mijn doel
w as alleen enkele gedachten uit te spreken, die tot naden
ken opwekken en daardoor misschien sommige verkeerde
mecningen of w el vooroordeelen uitroeien kunnen. Te eer
der heb ik dit, gedaan, omdat, zooals veel gebeurt, menige
schoenmaker van zijne leesten alloopt om met veel gewicht
te redekavelen of te leuteren over zaken, die niet met pik
draad en els willen behandeld zijn. Zoo hebben alwetende
schoenmakers, 't is hun te vergeven een half dozijn
ernstige plooien in 't voorhoofd en den wijsvinger diepzin
nig naasi. dén neus gelegd, de schitterende w aarheid ver
kondigd, dat. babbelen 't hoogste is, dat taalstudie kan ge
ven, dat men praten al pratende lecit en dat 't zonde en
schande zou zijn als er geenc Fransche, Duitsche of Engel-
sclio praai.lessen gegeven werden, 'tls werkelijk te bcjara-
lueren, dat cv zijn en waren, die deze meening hebben en
luidden. Zij hebben er schuld aan, dat er meisjes gevonden
w orden, dii allerliefst een' tien minuten Fransch kunnen
snappen, u op zijn Duitsch kunnen vragen hoe laat liet is en
zelfs eene of meer EngeLclie bevestigingen kunnen uitbren
gen, maar voor wie de grootste denkers en dichters der
drie natiën niet schijnen te bestaan en zelfs veel Nederland-
scha boeken niet toegankelijk zijn. Geen verstandig man,
die niet het omgekeerde w enschclijk zal achten.
En wat die zoogenaamde conversatie-lessen aangaat't
^ij voldoende te zeggen, dat de ondervinding geleerd
heeft, dat liet doel zoo niet kan bereikt worden, dat geen
verguldsel hout tot goud maakt, dat daardoor de school zou
verlangd worden tot het peil van sommige babbel- en laster-
zicko naui- en breischooltjes, en dat men de taal der samen
leving evenmin als 't geloof uit een boekje met vragen en
antwoorden kan worden van buiten geleerd. Bovendien
schijnt hot mij toe, dat, indien de voorstanders der conver-
satie-lcssen eens samenkwamen en tot elkander zeiden:
„Nu zullen w ij eens een uur in 't Engelsch convcrsceren
het al spoedig zou zijn
„Die heren sweghen stille
Sicn gaven ghcen gheluut."
'tGant met jongens en meisjes niet beter. Hoe't wel
gaat, hoe het ten minste beter gaat met het aanleeren eener
vreemde spreektaal in ons eigen land, misschien dat ik
dit later liier of elders uiteenzet voor wie 't lezen wil.
L.
Er zijn een paar mensehen geweest, die
zich een weinigje geergend hebben, dat ik
mij verstoutte eene lezing af te keuren, die
zijzelven ongelukkigerwijze vooraf tegen
over anderen om 't zeerste geroemd hadden.
Het springt in het oog, dat zij zich daardoor
onaangenaam voelden aangedaan, en 't be
hoeft niemand te verwonderen, dat zij zoo
goed mogelijk getracht hebben, tegen die
zelfonttroning op te komen.
Te vergeefs nochtans heb ik gezocht en
ben dus nog steeds verlangende naar eene
wederlegging van eene of meer mijner uitge
sproken meeuingen, wier nalezing het nood
zakelijk is, aan de schrijvers in de A. C. aan
te bevelen. Ik verwacht tevens het bewijs,
(de Heer V. R., wien ik voor zijne sympathie
dank, zeker ook) dat de ware kunstsmaak
bij den grooten hoop gevonden wordt.
Voorts zal men mij wel willen overtuigen,
dat ik het uitsluitend verlangen naar iceten-
tenschappeljke Nutslezingen heb geuit, en 'k
zal mij ten hoogste verplicht rekenen door
de vermelding der dames, die in de onkiesch-
heden van Van Boekeren niets anders gezien
hebben, dan dat zij »den toets van deftigen
stijl niet zoo geheel konden doorstaan
't Zal bovendien aan een van de heeren
uit het zeven-achtste-publiek gemakkelijk
vallen te beredeneeren, dat men niets mag
veroordeelen, wat men niet verbeteren kan
of wil. Ik zal dan daadlijk ophouden er
gernis te nemen aan allerlei lichamelijke en
geestelijke wanstaltigheden die ik-zelf
niet eenmaal wijzigen, veel min verbeteren
kan. Zoo spoedig het bewijs geleverd is, zal
de gouden tijd aangebroken zijn voor alle
middelmatigheden in handwerk of kunst,
want niemand zal kleermaker, schilder of
«lezer" beknorren, tenzij hij zelf beter prikt,
verwt of verhandelt.
Vooreerst zij mij nog een enkel woordje
vergund.
Zoo even hebben we een anderen spreker
gehoord en, al zullen er een paar gevonden
worden, die 't nauwlijks gelooven, 't is mij
werkelijk een genoegen, dat ik niet behoef te
zeggen: er is op den 9 Jan. in Amersfoort weer
eene lezing »begaan." De Heer J. Gram uit
's Hage, aan de voornaamste Nutten en door
de «Guldens Editie" vrij bekend in ons land,
trad voor de leden, hunne dames en hun
kroost op, om in de eerste plaats een los
schetsje te geven van een eerste wolkje, een
eerste onweer, een eersten regen in 't para
dijs van 't pas begonnen huwlijksleven; om
te waarschuwen voor een »kleinen vos", zoo
als er volgens Beecher Stowe eene menigte
den bodem van 't echtelijk geluk doorwoelen
en ondermijnen. Een los schetsje! niet meer,
maar ook niet minder, zweemende naar
»Eene vreeselijke scène" uit den Trou-ringh.
Men kan zeggen, dat de omtrekken van den
kruiperigen Mof te onzeker en daardoor te
onnauwkeurig, dat de lijnen, waarmee de
even zwaarlijvige als lichtsprakige Fran
chise geteekend werd, te krullerig waren,
dat de heele figuur der kwakzalverende erf
tante te veel op effect berekend was, 't
schetsje als zoodanig blijft aardig en waar.
Doch bovenal moet men zich 't woord van
Simon Stijl herinneren: »dat men ligtelijk
ter liefde van een gelukkig onderwerp, den
zwaksten schrijver genade bewijst." Of heeft
niet Rückert de waarheid gegrepen
«Die Liebe ist des Lebeus Kern,
Die Liebe ist der Dichtung Stern,
Und wer die Liebe bat ausgesungen
Der hat die Ewigkeit errungen."
Waar een schrijver of spreker gegrepen
heeft uit dat levenstijdperk dat altijd den
jongen 't land van beloften, den ouden 't
verloren paradijs zal schijnen, daar kan hij
rekenen op de belangstelling van groen en
grijs. Bij wie evenwel 't oordeel, niettegen
staande de warmde van 't hart, de vereischte
koelheid bewaard heeft, zal waarschijnlijk
het tweede gedeelte der lezing het van het
eerste gewonnen hebben. Een geestiger
stijl, meer oorspronkelijkheid van conceptie,
fijnere menschkundige opmerkingen, gaven
aan de humoristische beschouwing der «Be
lastingen" eene grootere waarde dan aan 't
voorstuk mag worden toegekend. Gelukkig
dat er niets bedorven werd door onnatuurlijk
gewauwel of nagemaakte tooneelgeestigheid:
de Heer Gram sprak, zooals een beschaafd
Hollander spreekt: eenvoudig, vloeiend en
levendig.
VAN
De deurwaarder N. S. BLOM zal op
Maandag den 20 Januari a. s. en vol
gende dagen ten huize van den koffijhuis-
houder J. B. MANNES op den Hof alhier
des voormiddags ten 11 ure, publiek ver-
koopen:
's Morgens vóór den verkoop van af 9
ure te zien.
Een KRUIDENIERS-
BEDIENDE, van goede ge
tuigschriften voorzien en goed
met het vak bekend, zag zich gaarne tegen
F ebruari a.s. geplaatst.
Adres franco onder letter S bij den
Boekhandelaar A. M. SLOTHOUWER
alhier.
Het BESTUUR der Weer-
baarheidafdeeling Amers
foort, heeft het genoegen ter
algemeene kennis te brengen, dat de Statu
ten dier afdeeling zijn goedgekeurd en
machtiging tot hare oprichting is verleend.
Het Bestuur veroorlooft zich tevens de vrij
heid Amersfoortsch ingezetenen tot deelne
ming uit te noodigen, zoo ook tot gelde-
lijke ondersteuning; dat ieder wel zal
kunnen oordeelen, dat deze jeugdige Weer
baarheids-afdeel ing, zal zij in bloei toene
men, deelneming en ondersteuning noodig
heeft.
Het Bestuur zal dan ook de vrijheid ne
men daartoe bij de Ingezetenen eene lijst ter
teekeuing te doen circuleeren ter bekoming
eener jaarlijksche b ij d r age en
verzoekt teven hen, wie die lijst niet mocht
worden aangeboden, en toch de Vereeniging
willende steunen, daarvan aan een der leden
van het Bestuur kennis te willen geven.
Namens het Bestuur,
De Seeretai-is
P. A. J. BLOM.
Vertrek van Amersfoortbij open water
Maandag avond 13 Jauuarij over Haar
lem Leiden 's HageDelftSchiedam
naar Rotterdam.
Vertrek van Rotterdam: Dingsdag 21
o o
Januarij over Gouda naar Amersfoort.
De Commissaris van dit veer houdt
zitting in het wachtkantoor aan de groote
koppel. De Veerschipper
J. L. VAN OOTMARSUM.
zal met zijn schip van AMERSFOORT
op Haarlem, Leiden, 's Gravenhage, Delft,
Schiedam naar Rotterdam varen, op Maan
dag avond 13 Jan., van ROTTERDAM
over Gouda naar Amersfoort Dingsdag
21 Jan.
Verzoekt beleefdelijk goederen en com-
missiën.
VAN
Deze muziek munt uit door eene nette
uitgave en zeer goedkoope prijzen.
Catalogussen zijn op franco aan
vrage verkrijgbaar of ter inzage te bekomen.
MARKTBERICHT VAN AMERSFOORT.
Tarwe 12,a 13,50. Rogge ƒ7,20 a
ƒ7,70. Boekweit ƒ7,60 a f 8,Aard
appelen ƒ1,90 a 2,20. Boter 1,20 a 1,30
per kilogr. Eijeren 4 cent per stuk.
Gedrukt bij G. W. Boonstrate Barneveld.