BINNENLAND.
UIT HET BUITENLAND.
art 194eveneens op eene publieke verga
dering.
Ds. Manssen ten laatste brengt zijn be
denkingen in tegen enkele uitdrukkingen in
het strooibiljet. De agitatie van den bond
noemt hij in strijd met het beginsel uitge
sproken pag. 1, regel 29 van boven; de vrij
heid, die de vereeniging eischt is geen vrij
heid, want zij tvil dogmatisch onderricht;
art. 3 der statuten »invloed uitoefenen op
de verkiezingen," vooral om de bijvoeging:
»iu Juni D. V. wees aan de,orde," minder
fair en irroyaal.
Natuurlijk werd elk der sprekers met een
repliek vereerd. Werden hun bedenkingen
opgelost ook? In geenen deele, en ik geloof
ook niet, dat een hunner het verwachtte.
Immers hier stonden overtuigingen tegen
over elkander en bovendien ontweek de heer
B. telkens de kwestie.
En nu het resultaat van die lange verga
dering! Mijns inziens was het niet groot.
Misschien zijn sommigen voor den bond ge
wonnen, anderen in hun strijd er tegen ver
sterkt.
En toch ook wel weer ietsDit allereerst,
dat den toehoorders gelegenheid is gegeven
tot zelfonderzoek en de weg ontsloten tot
nadenken; dan verder, dat sommigen heb
ben kunnen leereu, hoe lijnrecht tegenover
elkaar staande partijen niet inhumaan be
hoeven te worden.
In die wederzijdsche humaniteit lag het
prettige der samenkomst en ik voor mij ge
loof, dat, zoo de tegenstanders elkaar had
den ontmoet, zij veilig elkaar de broederhand
hadden kunnen toesteken in de overtuiging:
wnj strijden allen met ernst voor een ons
heiligen dierbare zaak
Als de Heer B. weer spreekt, gelijk hij be
loofde, kom ik ook, al is hij van nog zoo
rechtzinnige huize op politiek en godsdien
stig terrein. Humaniteit bovenal, en op
waardeering van elkanders overtuiging komt
het aan
De Hoogleeraar sluit de vergadering met
gebed.
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot het geveu van gelden ter leen zal het Bestuur op
Maandag, den 3 Februari aanstaande, 's namiddags van
halltwee tot halidric, zitting houden in een der localen van
het Raadhuis, alwaar de belanghebbenden zich kunnen aan
melden; terwijl inlichtingen deswege te bekomen zijn bij de
ondergeteekenden. en bij de verdere leden van het Bestuur
de hoeren B. E. Herschel, W. A. Croockeuit, cn Jhr. Mr.
H. J. L. \an Sasse van Ysselt.
J. VAN DER LEEUW, Vicc-Prc^dcnt.
M. VAN BEEKPenningmeester.
J. C. LE1NWEBER, Secretaris.
BURGERLIJKE STAND AMERSFOORT.
Bevallen: 23 Jan. Willemina Fontijn, d. 24. Gijs-
bcrla Wausiuk, z. 25. Evertje van Wijlaud, geb. van der
Linden, z. Willemijntje van de Pijpenkauip, geb. Wagens-
eld, d. 26. Grietje Hazeleger, geb. van de Lugt, z.
'-7. Cornelia de Vos", geb. Jacobs, d. Jannetje Baumann,
geb. Schreiber, twee dochters. 28. Geertruida Malcstein,
b. Gijlcubeck, ccn zoon cn eene dochter,Antje de
Jruïu, geb. Mannessen, z. Wilhelmina Eversen, geb.
o. ui man, z. 29. Catharina Groenhart, geb. Vredeling, z.
Gehuwd: 29 Jan. Evert van Surksum met Geertruida
iliauna van Middendorp. Willem de Ruijter met Clara
onora Adriana Abelmanu. Rijk Bakker met Wille-
iua Kibbel.
Overleden: 22 Jan. Maria Meijer, 73 jr. wed. Peter
futselaar. 21. Anna Louisa van Minnen, 2 jr. 27.
ilhelmina Veeuendaal, 2 md. 28. Hendrik Wouter van
iuveren, 9 jr. Jannetje van Krommer, 4 md.
MARKTBERICHT VAN AMERSFOORT.
Tarwe 11,20 a 13,50. Rogge ƒ7,30 a
ƒ7,90. Boekweit ƒ7,40 a f 8,Aard
appelen 1,90 a 2,20. Boter 1,20 a 1,40
oer kilogr. Eijeren 4 cent per stuk.
Naar men verneemt, zal de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal waarschijnlijk tegen
uinsdag den 18den February aanstaande
worden opgeroepen tot hervatting barer
werkzaamheden.
V olgens het Utr. Dgbl. doen de hoofd
ingenieurs van den waterstaat in Utrecht en
N.-Holland opnemingen voor een geheel
nieuw op te maken ontwerp van een groote
vaart tusschen Vreeswijk, Woerden en Am
sterdam.
Men schrijft uit den Haag aan de
Arnh. Ct.
Uit de dagbladen zult gij gezien hebben,
dat de spoorweg van Batavia naar Buiten
zorg, na eerst ongeschikt te zijn bevonden
voor bet vervoer van reizigers, thans is goed
gekeurd en met 1 Februari voor het publiek
wordt geopend.
Deze spoorweg is eerst onderzocht door
den heer Schram, hoofdingenieur van den
waterstaat en den heer van Oordt, ingenieur
van het stoomwezen. Gedurende 19 dagen
hebben deze heeren onderzocht, en toen den
spoorweg afgekeurd. Het comité van de
Spoorwegmaatschappij heeft aan den Gou
verneur-Generaal om een'andere commissie
van onderzoek gevraagd, en daarop zijn be
noemd de heeren Ermeling, officier der ge
nie, Teding van Berkhout, hoofdingenieur
van den waterstaat, en Hoogenstraatcn,
inspecteur van de spoorwegen. Na een zeer
kort onderzoek door deze heeren, is de spoor
weg goedgekeurd. In de Oost is alles
mogelijk.
Men is te Padang van plan een gedenk-
teeken opterichten ter nagedachtenis van
wijlen den mijn-ingenieur W. H. de Greve.
De gezamenlijke gevangenen in het
detentiehuis te Leiden hebben korten tijd
na de vreeselijke daad van hun lotgenoot,
aan de bevoegde autoriteiten een verzoek
ingediend om eenige gelden te mogen afstaan
voor de nagelaten betrekkingen van den ver
moorden bewaarder, welke eene som konden
beloopen van ruim f 400.
Hoewel dit verzoek niet kon worden inge
willigd, is bet toch een verblijdend verschijn
sel voor den mensehenvriend. LDgbl.)
Onder Tilburg werden de vorige week
eenige aanrandingen op den openbaren weg
gepleegd door een onbekend manspersoon.
Dat hij volkomen onbekend was, werd later
opgehelderd toen de politie ontdekte, dat
eene vrouw zich aan deze aanrandingen
schuldig maakte, na zich in manskleederen
te hebben vermomd. Zij heet Francijn van
Breda en is eene krachtige schoone van 29
jaar. De kleederen werden onder de wieg
van haar eenig eenjarig kirid gevonden. Dat
de man in het geheim zou zijn betrokken, is
niet gebleken.
De uitgave door de Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen van het «Godsdienstig
leesboek voor school en huis" van Ds. P. H.
Hugenholtz Jr., heeft aan twee leden van
het departement Leeuwarden, de Heeren J.
Roineny en E. II. Lasonder, predikanten
aldaar, aanleiding gegeven om het voorstel
te doen, dat in de aanstaande algemeene
vergadering, deze afdeeling als haar gevoelen
te kennen geve, dat de uitgave van dit werk,
waarin voor eene der richtingen op gods
dienstig gebied wordt partij gekozen, niet is
overeenkomstig art. 3 van de algemeene wet
der Maatschappij, en voorts besluite, om aan
deze eerste reeks van tafereelen geen tweede
toe te voegen, waarop in liet voorbericht het
uitzicht wordt geopend, indien nl. de poging
der Maatschappij gevvenschten weerklank
vindt en de algemeene vergadering alsdan
tot de voortzetting mocht besluiten.
Dinsdagavond is Behagel, een der ver
moedelijke medeplichtigen aan den moord
te 's llage, daar gevankelijk binnengebracht.
De commissaris van politie Beukman, bene
vens de inspecteurs Hardeuberg en Mentz
hadden den man te Rozeudaal afgehaald.
Men schrijft uit Sneek, d.d. 28 Jan.:
Onze anders zoo rustige stad was gisteren
het tooneel van groote opschudding. De
oorzaak daarvan was gelegen in den verkoop
van het vleesch van de 48 koeien, afkomstig
van een van longziekte verdachten stal.
Die verkoop werd, behalve door kooplie
den, ook door een massa volk bijgewoond,
dat door roepen, schreeuwen of zingen 't on
mogelijk maakte met den verkoop voort te
gaan. Men zegt, dat de reden van ontevre
denheid hierin gelegen is, dat op last van
den veearts de hartslag, pens, enz., begraven
zijn, in plaats van die, zooals in Nijland en
Heeg is geschied, weg te schenken aan de
armen. De Burgemeester van Wymbritsera-
deel en Sneek waren met de noodige politie
tegenwoordig, maar het was niet mogelijk
de woelende menigte tot bedaren te brengen,
waarom de verdere verkoop geschorst moest
worden, De heerschende spanning maakte
het zelfs noodzakelijk militaire macht van
Leeuwarden te ontbieden, die omstreeks 9
ure verscheen en het terrein, waar de massa
zich verzameld had, bezette. Tot ongeveer
12 uur waren er samenscholingen, die ech
ter uit elkander werden gedreven. De nacht
is rustig voorbijgegaan. Nadere berichten
vermelden, dat men bij den Burgemeester,
den Heer Hamerster Dijkstra, de glazen heeft
ingeslagen en dien Heer zelf in het water
heeft geworpenwaar hij echter, zonder
ander letsel dan een onvrijwillig koud bad,
weer is uitgehaald.
Bij de algemeene beraadslaging over de
drie kerkelijlc-staatkundige wetten door mi
nister Falck bij den Pruisischen landdag
ingediend, heeft vooral de afgevaardigde
Jung diepen indruk gemaakt. Hij kwam op
tegen het streven om de geestelijken, en
daardoor de leeken, in onwetendheid te hou
den, en wees daarbij o.a. op de omstandig
heid, dat op de seminariën een boek wordt
gebruikt, dat slechts eene compilatie is uit
een werk, dat tijdens Lodewijk XIV door
heulshanden is verbrand. Verder verzekerde
hij, dat alle ontwikkelde Katholieken het
eens zijn met de ingediende wetsontwerpen.
Deze verzekering behoeft geene verwonde
ring te baren. Er is een groot verschil tus
schen kerkelijke theorie en praktijk. Niet
door leerstellingen worden de daden der
menschen bestuurd, maar door de denkbeel
den en de gewoonten hunner tijdgenooten,
door den geest der eeuw, en door de eigen
aardigheden van den stand, die voor het
oogenblik het invloedrijkst is. Het maat
schappelijk leven is zoo ingewikkeld en om
vat zulk eene oneindige verscheidenheid van
belangen en drijfveeren, dat het onmogelijk
is alles onder bepaalde voorschriften te bren
gen. Er moet altijd veel overgelaten worden
aan eigen inzicht. Daar echter de versteende
dogma's, omdat zij volstrekt niet deelen in
den algemeenen vooruitgang van 't mensch-
dom, geene aanwijzing geven, hoe men zich
in de meeste levensomstandigheden moet
gedragen, gaan de minder ontwikkelden te
rade met de personen, die zij als de dragers
van het kerkelijk dogma beschouwen, de
geestelijken van den ouden stempel. Deze
echter hebben zich veelal zoo blind gestaard
op het verledeue, dat in den regel het tegen
woordige en nog meer de toekomst hun
O O
vreemd blijft. Daar dit den meer ontwik
kelden terstond in 't oog springt, volgen zij
de geestelijken niet buiten het hun eigen
terrein. Zij zien in, dat het niet meer moge
lijk is de bewoners van een land in één
kerkgenootschap te vereenigen, dat geen
kerk voor de persoonlijke veiligheid, voor
den eigendom, voor den geregeldeu gang
van alle zaken, het maatschappelijk leven
betreffende, kan waken, dat dit het werk
is van den staat. Niet in de kerkgenoot
schappen, maar in den staat treffen de be
langen der bewoners van een zelfde land
samen; niet door de kerkgenootschappen,
maar door den staat wordt het ieder mogelijk
in zijn levensonderhoud te voorzien, en daar
om willen de meer ontwikkelden, zij mogen
dan Protestant, Katholiek, Jood of wat ook
zijn, juiste grenzen hebben bepaald tussclien
kerk en staat: de vrije kerk in den vrijen
staat. Aan geen kerkgenootschap mogen
dus rechten worden toegestaan, die strijden
met de wetten van den staat, anders zou het
ééne deel der bevolking bevoorrecht worden
boven het andere. Daar godsdienst en we
tenschap dit erkennen, leven zij met den
modernen staat op den besten voet; menige
kerk is echter tot dat inzicht nog niet ge
komen en leeft daarom in voortdureuden
strijd met den staat. Het is dus zeer natuur
lijk, dat de ontwikkelde Protestanten, Kat
holieken en Joden in 't staatkundigen maat
schappelijk leven ééne lijn trekken.
In The Anti-Vaccinator, een Engelsch
tijdschrift, dat de koepokinenting bestrijdt,
wordt medegedeeld, dat van 55 poklijders te
Manchester omtrent 47 bekend was, of zij
gevaccineerd waren of niet. Van deze 47
waren er 36 gevaccineerd, en van deze stierf