BINNENLAND. zichtigde alles op het nauwkeurigst en be tuigde zijne tevredenheid zoowel aan den architect als aan de werkbazen en werklie den. Ieder was zeer ingenomen met den welwillendheid en vriendelijkheid van den geachten Prins, die zoo altijd en op zoo veler lei wijze toonde een hart te hebben voor Neêrlands volk, hetwelk niet ten onrechte zoo innig aan het geliefd Stamhuis verbon- den is. Werkmansvr.) Het pontonnierskamp te Rhenen is opge broken. In den nacht van 1 op 2 Aug. ging het vereenigde personeel en materieel naar het garnizoen Dordrecht terug; van de pontons werd een varende trein samenge steld om door ccnc schrocfboot gesleept te worden. Tot opruiming van de legerplaats is een detachement achter gebleven, onder bevel van den len luit. de Wilde. De vreemde paardenkoopers hebben in de laatste dagen weer zaken gedaan in de pro vincie Utrecht; vele schoone exemplaren zijn door hen aangekocht en naar Frankrijk ver voerd. De prijzen zijn zoo hoog, dat inland- sche handelaars er bijna niet aan durven denken paarden te koopen. Niet zelden ge beurt het, dat de Franschen voor 2 a Sjarige paarden f 300 tot f 400 betalen en voor 5 a Cjarigen f 600, f700 a f800 per stuk. BURGERLIJKE STAND AMERSFOORT. Bevallen: 31 Juli. Alijda van Beek, geb. de Vries, z. 2 Aug. Elisabeth Kraangcb. van Daald. Wil- lemtjc Florijn, geb. Zwep, z. 3. Gerritje van Leijen- horst, geb. van de Wetering, z. Alida Antonia van de Roemer, geb. de Kruijff, z. 4. Wilhelmina Wa- terkoort, geb. van Eijs, d. Geertruida van Dam, geb. van Wijland, z. C. Johanna van Keulen, geb. de Bruin, d. Gehuwd: c Aug. Hendrikus Johannes Alfrink met Pctronella Kok. Abraham van Wijland met Charlotte Hclene Anna Wilhclminc Quadbeck. Izak van Kalle veen met Jacoba van Doorn. Jacob Snoek met Ca- tharina van Rijswijk. Jacob Hendrik de Vries met Bvcrtje van Ee. Antonic Pijpers met Cornelia Vivié. Ilendrikus Albcrtus van der Pol met Johanna Maria de Bruin. Evert van den Hoek met Evcrtje Sehoon- derbcek. Overleden: 29 Juli. Gerritje Mensink, 3 md. 31. Jacob Bast, 9 md. Jansje Bremer, 2 md. 1 Aug. Jo hannes van Bogcrijeu, 63 jr. geh. met Stcphanua van Beek. Anna Cappcl1 md. -2. Geertruida Cornelia Maria Jacobs, 9 md. Dirk Hardeman, 11 md. 3. Anna Arnolda van Dijk, 4 jr. 6 md. 5. Alijda Maria Huurdc- man, 3 md. MARKTBERICHT VAN AMERSFOORT. Tarwe 13,50 a 15,50. Rogge ƒ7,90 a ƒ8,15. Boekweit ƒ8,a ƒ8,40. Aard appelen/2,— a 2,20. Boter 1,15 a 1,35 per kilogr. Eijeren 3 a 10 cent. SPAARBANK. Het bestuur van de Spaarbank te Amers foort zal op Maandag 11 Aug. 1873, van des middags 12 tot des namiddags 1 uur, op het Raadhuis aldaar zijne gewone zitting houden. A. J. BOS. Secretaris. KENNISGEVINGEN. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gezien art. 219 der wet van den 29. Juni 1851 (Staats blad No. 85), Doen te weten, dat de Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1872, door hen aan den Gemeenteraad aangeboden, gedurende veertien dagen, te rekenen van hedeD, allo werkdagen van 10 tot 1 uur, op de plaatselijke Secretarie voor eenieder ter lezing zal lig gen en dat men van voorzegde rekening afschrift kan be komen, tegen betaling der kosten. Amersfoort, den 1. Aug. 1873. Burgemeester cn Wethouders voornoemd, De SecretarisDe Burgemeester, W. L. SCHELTUS. A. G. WIJERS. De Burgemeester van Amersfoort, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat het door den provincialen Inspecteur van 's rijks directe be lastingen enz. in Noord-Holland en Utrecht esecutoor ver klaart kohier No. 3 van DE PERSONEELE BELASTING over het dienstjaar 1873/74 (SCHATTINGEN) aan den Ontvanger van 's rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wicn ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aange plakt te Amersfoort, den 8. Augustus 1873. Dl Burgemeester voornoemd A. G. WIJERS. Naar men verneemt, wordt Z. M. de Ko ning in het laatst dezer maand te 'sHage ver wacht, ten einde zich vervolgens dadelijk naar het Loo te begeven, om van daar uit het kamp te Milligen bij te wonen. Z. M. zou zich daarna naar 's Hage begeven, ten einde den jaardag, 4 September, van Z. K. H. den Prins van Oranje bij te wonen. Bij gelegenheid van een diner, door den Keizer van Oostenrijk aan den Schah van Perzië te Weenen aangeboden, heeft deze laatste ook het genoegen gehad Prins Alexander der Nederlanden te ontmoeten. De Haagsche briefschrijver van de Midd. Ct. meldt het volgende: »Er loopt een gerucht dat de Koning te Vevey aan een groot gevaar ontkomen is. Z. M. deed met zijn gevolg een rijtoer, toen de paarden van het rijtuig doorgingen. De adjudant-gene raal Tolsma en de referendaris van het kabi net Van Hogendorp, die den Koning op alle tochten te land en te water vergezellen, 3prongen het rijtuig uit, maar de Koning zelf koos de verstandige partij van te blijven zit ten totdat de paarden tot stilstaan werden gebracht. Of de onvoorzichtige springers letsel bekomen hebben, weet ik niet; zeker is het dat de Koning meer beleid en kalmte betoond heeft. In de Staats- Courant vau 6 Aug. komt voor de »wet van den 22sten Juli 1873, her ziening van de belastbare opbrengst der ge bouwde eigendommen," De heer G. W. C. Westenberg, oud- luit. ter Zee le Klasse, thans Burgemeester van Bussum, deelde onlangs in de N. Rott. Ct. eene episode mede uit onze betrekkingen met Atchin. Aan dit belangrijk stuk ont- leenen wij het volgende, dat rechtstreeks op de laatste expeditie van toepassing is. Veel is er in den laatsten tijd geschreven en gesproken over Atchin. Zooals na het ge leden échec te wachten was, is van sommige zijden de handelwijze der Regeering ten op zichte der oorlogsverklaring aan dat Rijk en het zenden der expeditie sterk gegispt, en toch schijnen mij voor ieder onbevooroor deeld en verstandig mensch deze drie zaken zeker 1°. Dat het gouvernement, na de behan deling door ons jaren lang van Atchin on dervonden, en waartegen vroeger (door de verbintenis die wij bij het tractaat van 1824 tegenover Engeland op ons hadden geno men om de onafhankelijkheid van Atchin te eerbiedigen) weinig te doen viel, niet alleen het volste recht had dat Rijk den oorlog te verklaren, nu het Sumatra-tractaat ons de handen vrij liet, maar zelfs de verplichting op zich had rusten om dat te doen ten einde handel en scheepvaart tegen zee- en strand- roef te beschermen, en zoodoende te voorko men dat eene andere macht, zij dan Frank rijk, Engeland of Amerika, die er allen groot belang bij hebben dat langs de noordkust van Sumatra voldoende veiligheid voor hun scheepvaart bestaat, zich in onze zaken op Sumatra ging mengen, om, bij de gebleken onwil of machteloosheid der Nederiandsclie Regeering de taak van rust- en veiligheids bewaarder op zich te nemen. 2n. Dat noch de Minister van Koloniën, noch de Gouverneur-Generaal noch de Raad van Indie, noch de Opperbevelhebbers van de Zee- en Landmacht in die kolonie kwae- jongens zijn, van wie, zonder zeer voldoende bewijzen, mag worden voorondersteld, dat zij die expeditie zonder voldoende voorbe reiding en zonder overwegende redenen wat het tijdstip der uitvoering betreft (kort voor den in te vallen west-mousson) zouden heb ben op touw gezet, en doen uitvoeren, en 3°. Dat al heeft deze expeditie het hoofd gestooten voor den Dalam des Sultans, en al is zij door den ingevallen mousson genood zaakt geworden vooreerst terug te trekken, die expeditie daarom toch niet geheel vruch teloos mag heeten, vooreerst omdat daardoor èn aan de Atchineezen, èn aan de Mogend heden, die anders wellicht lust zouden ge voeld hebben om zich in de zaken op Suma tra's Noordwestkust te mengen, zonneklaar gebleken is, dat het Nederlandsch Gouver nement, zoodra het de handen vrij had, er werk van maakte om de veiligheid langs die kust, zelf ten koste van een oorlog te verze keren, en ten anderen omdat men thans voor de in het aanstaande najaar uit te rusten ex peditie kostbare gegevens omtrent den toe stand in Atchin heeft kunnen verzamelen, waarvan de vrachten bij die expeditie zul- worden geplukt. Ik weet het wel, dat men zal zeggen dat men die gegevens had moeten hebben al vorens men tot eene expeditie overging, dat men op en top bekend had behooren te zijn met het terrein, met de troepenmacht, met de versterkingen, met de hulpmiddelen van Atchin; doch dat alles is veel gemakkelijker gezegd dan gedaan. Op den voet waarop wij sedert de laatste 50 jaar met Atchin stonden, zou het aan een neger even gemakkelijk ge vallen zijn om heel Holland in kaart te bren gen, zonder in het oog te vallen, als aan eene Europeaan om Atchin op te nemen en be kend te worden met zijn verdedigings- en hulpmiddelen. De naam van den moedigen soldaat, die luit. de Sturler in de expeditie tegen Atchin het leven redde, is Oberheiden. (H. en N. Ct.) De opbrengst der Maatsch. tot expl. van Staatsspoorwegen bedroeg in de week van 23 tot 29 Juli. jl. f 127,755,27, tegen f110,595.865 in die week van 1872. Se dert 1 Jan. jl. was de opbrengst per dag kilometer f 15.69, tegen f 14.18 in gelijk tijdvak van 1872. Met het dezer dagen naar Java ver trokken stoomschip de Pnns van Oranje wordt weder eene groote hoeveelheid patro nen en Beaumontgeweren verzonden. In het laatste halfjaar zijn ruim 4000 zoodanige ge weren naar Indie verscheept. Omtrent het onderzoek der Regeering, betreffende de herziening van den census, wordt aan het Handelsblad het volgende meegedeeld Reeds in Augustus van het afgeloopen jaar werd aan de Gemeentebesturen, namens den Minister van Binnenlandsche Zaken, eene opgave gevraagd van het getal kiezers in de gemeenten voor het lidmaatschap der Tweede Kamer van de Staten-Generaal en van den Gemeenteraad, zoowel bij behoud als bij afschaffing der patentbelasting, en tegelijkertijd opgave volgens een cencus tot een vijfde minder dan dé tegenwoor dige, insgelijks bij behoud of bij afschaf fing der patentbelasting. Daarop volgde in Maart dezes jaars, naar aanleiding van het verlangen der Tweede Kamer van de Staten-Generaal, de vraag of de door het verlagen van census te verkrijgen kiezers kunnen geacht worden de vereischte on afhankelijkheid en geschiktheid te bezit ten tot uitoefening van het kiesrecht. Om daartoe te geraken werd vanwege den Mi nister van de Gemeentebesturen de opgave verlangd van het getal belastingschuldi gen in de gemeenten, die ten gevolge van het verlagen van den census op het mi nimum, het recht tot verkiezing van leden der Tweede Kamer en de Provinciale Sta ten zouden verkrijgen en het tot dusverre niet hadden, met vermelding tevens hoe- vele hunner in elk der drie belastingen, de grondbelasting, het personeel en pa tentrecht, zijn aangeslagen, en met over legging van een staat, aanwijzende het ge tal dier belastingschuldigen, onderscheider. naar hun beroep, bedrijf of nering, en eene gelijke opgave met de betrekking tot de kiezers voor den Gemeenteraad. Eindelijk zijn nu nog vanwege den Mi nister de bovenstaande vragen gesteld voor een census-cijfer, dat een-vijfde lager is dan het tegenwoordige, zoowel voor de Tweede Kamer als den gemeenteraad, met bijvoeging der opgave hoevele der meer der te verkrijgen kiezers in den hoofde- lijken omslag der gemeente betalen. In het dezer dagen verschenen rap port van de commissie in zaken van het muntwezen benoemd, komt o. a. het vol gende voor: Er is dus een toestand geboren, welke wij reeds in ons eerste rapport als niet on waarschijnlijk vooruitzagen en dien wij bladz. 32 schetsten met de volgende woor den: »Nederland in eene niet ver verwijderde toekomst »bijna geheel om ringd door Staten, waar öf het goud stand-

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1873 | | pagina 3