werd bijgewoond door 15 personen, behalve
het voorloopig comité. De waarnemende
voorzitter, Dr. Menalda v. Schouwenburg,
begon met het doel der bijeenkomst in het
licht te stellen, als gelegen in het daarstel-
len van een vereeniging uit en door de bur
gers, om door philanthropische middelen het
ontstaan van epidemische ziekten in deze ge
meente zooveel mogelijk tegen te gaan, of
bij het uitbreken daarvan het lijden te leni
gen. Volgens den spreker beoogde deze ver
eeniging naast het gemeentebestuur, hetwelk
de wet op de besmettelijke ziekten moet ten
uitvoer leggen, zelfstandig te werken tot
wering van het kwaad, zoo door opwekking
tot het inachtnemen van reinheid, enz. als
door het verleenen van stoffelijken onder
stand. Daarop werden de concept-statuten,
welke het voorloopig comité volgens op
dracht der vroeger vergaderden had ontwor
pen, voorgelezen. Op de vraag, of men met
de daarin uitgesproken beginselen instemde,
als wanneer de vereeniging als geconstitu
eerd kon beschouwd worden, werd nagenoeg
algemeen toestemmend beantwoord.
REGLEMENT
nei» Onze verliezen bedroegen aan dooden
en gewonden 463 op een troep van pl. m.
3000 man, waarvan 500 niet in het vuur ge
weest zijn; men kan hieruit nagaan, aan
welk een hevig vuur wij hebben blootge
staan.
Waarom, alvorens tegen den kraton
op te rukken, niet eerst gezorgd voor het
nemen van alle versterkingen aan het strand,
die ons in den rug konden aanvallen en onze
transporten vivres en zieken onderscheppen?
Waaróm den lOden de missigit verlaten,
toen er nog 2l/„ bataillon was, die niet in
het vuur waren geweest en de vermoeide
troepen hadden kunnen vervangen? Waar
om eindelijk het terrein zoo slecht verkend,
dat de troepen onverwachts tegen een 10
voet hoogen, met zwaar geschut beplanten
muur stuitten?
Van den minsten soldaat tot den
oudsten overste heeft ieder zich in deze om
standigheden uitstekend gedragen. Er zijn
te veel daden van dapperheid en opoffering
volbracht, om aan eene opsomming te kun
nen denken.
Hoewel het aanvoeren en vervoeren
van zwaar geschut met groote moeielijkhe-
den gepaard gaat, twijfelen wij er niet aan,
dat, indien dit eens in positie gesteld is, de
kraton zal genomen worden zij het dan
ook met opoffering misschien van een 1000
man. Wij zijn nu eenmaal den oorlog op
een onbekookte manier begonnen, en zullen
dus moeten trachten, hem met alle ons ten
dienste staande middelen tot een goed einde
te brengen. Behalve deze onvoorbereide oor
logsverklaring zijn er nog twee groote mis
slagen begaan. Vooreerst heeft men de
macht van marine en leger veel te klein ge
maakt, omdat men, niettegenstaande alle
waarschuwingen, den vijand te licht achtte.
En einde]ijk indien men toch voornemens
was den oorlog aan Atjeh te verklaren, had
men de schepen niet veertien dagen voor de
troepen moeten sturen, waardoor de bevol
king ip staat gesteld werd zich te wapenen
en overal versterkingen op te werpen, zoo
als wij onder onze oogen zagen gebeuren,
zonder het te kunnen verhinderen."
KENNISGEVING.
De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Brengen den ingezetenen in herinnering de navolgende
bepalingen van de artt. 27 en 42 der wet van den 29. Maart
1833 (Staatsblad no. 4), houdende de BELASTING GP
HET PERSONEEL, gewijzigd bij de artt. 7 en 14 der wet
van den 9. April 18G9 (Staatsblad no. 59)
I. Die na den 15. Mei een perceel in gebruik neemt,
is voor dit perceel de belasting naar de vier eerste grond-
slageuvoor den tijd des dienstjaars die dan nog over is,
verschuldigd.
Aan den belastingschuldige die in den loop des dienst
jaars een perceel verlaat, zonder daarin eenige roerende
goederen of iemand in zijnen dienst achtertelaten, wordt
ontheffing verleend van zijnen aanslag naar de vier eerste
grondslagen voor den tijd des dienstjaars die dan nog over
is, indien daarvan door hem binnen den tijd van eene maand,
volgende op die waarin hij het perceel verliet, tegen bewijs,
schriftelijk aangifte is gedaan ten kantore van den Ontvan
ger, op een aldaar kosteloos verkrijgbaar biljet.
De opheffing wordt ook verleend over het driemaande-
lijksch tijdvak waarin het perceel werd verlaten, indien de
belastingplichtige Jaarna, doch in den loop van datzelfde
tijdvak, een ander perceel waarvoor hij belastingplichtige
is, in gebruik neemt.
Bij overlijden van den belastingplichtige treden zijne erf
genamen in dezelfde rechten en verplichtingen.
Het ingebruikstellen van dienst- of werkboden en paar
den, of van die welke, aanvankelijk gebezigd tot onbelast
bare of minder belastbare einden, overgaan tot belastbaar
of hooger belastbaar gebruik, wordt met aanschaffing gelijk
gesteld.
Aangifto daarvan wordt gedaan op een biljet ter invul
ling bij den Ontvanger verkrijgbaar.
II. De belanghebbenden worden voorts opmerkzaam ge
maakt op hunne verplichting, ingevolge de wet van den 26.
Mei 1870 (Staatsblad no. 82), betrekkelijk de GRONDBE
LASTING, om van de nieuw-gestichte of herbouwde ge-
bonwen binnen drie maanden na de gehecle of gedeeltelijke
ingebruikstelling van het gebonw of, wat de ongebouwde
eigendommen betreft, vóór den aanvang der landverbete-
ring, aangifte te doen bij het Bestuur der gemeente waarin
de eigendommen gelegen zijn.
Bij verzuim zal men zichzclven te wijten hebben de na-
deelen die hieruit moeten voortkomen.
Amersfoort, den 13. October 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
W. L. SCHELTUS. A. G. WIJERS.
KENNISGEVING.
De Bvrgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat de Commissie,
die zich gedurende onderscheidene jaren heeft belast met
de bezorging van spijzen aan behoeftigen, zich weder bereid
heeft verklaard om gedurende den aanstaanden winter hare
pogingen tot leniging van de armoede voorttezetten.
Burgemeester en Wethouders openlijk dank betuigende
zoowel aan de bovengenoemde Commissie, voor hare be-
langlooze en edelmoedige werkzaamheid, als aan de Inge
zetenen, voor hunne milddadige medewerking, maken te
vens bekend dat de Commissie voornemens isom op
MAANDAG, den 20. OCTOBER e.k. aantevangen met
het openen der aan de huizen te doene inschrijvingen tot
deelneming aan het uitdeelcn van spijzen gedurende den
aanstaanden winterterwijl de ingezetenen dezer gemeente
dringend worden aangespoord om door ruime inteekening
de heilzame pogingen dier Commissie te ondersteunen en
daardoor hunne belangstelling in deze zoo nuttige inrich
ting te toonen.
Amersfoort, den 13. October 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester,
W. L. SCHELTUS. A. G. WIJERS.
AMERSFOORT, 17 OCTOBER 1873.
Mej. G. Giltsheira, echtg. van H. Wou
ters, geboren te Amersfoort, is voor de com
missie te Leeuwarden geslaagd in het exa
men voor vroedvrouw. (St. Ct.)
Onder de aangevraagde concessien, die
voorkomen op de lijst, welke bij de spoor-
wegbegrooting (dienst 1874) is gevoegd
vinden wij vermeld die van de HH.: W. A.
Croockewit te Amersfoort, van Amersfoort
naar Veenendaal; de bezwaren tegen de
voorgestelde richting zijn aan den aanvrager
medegedeeld, en van O. Outshoorn te Am
sterdam, van Amersfoort naar Nijmegen;
waarvan de plans worden onderzocht.
De Rotterdamsche Bank, R. Mees Zn.,
de Commanditaire Bankvereeniging Rens-
burg en van Witsende Rotterdamsche
Handelsvereenigiugallen te Rotterdam;
Wertheim en Gompertz, Jos. Cahen, S. Ra
phael Co., Becker en Fuld, Lippman, Ro
senthal Co., allen te Amsterdam; Otto de
Kat Zn., te Dordrecht; C. de Gijselaar
Co., te Gorinchem; E. C. Engelberts Co.,
de Commanditaire Vennootschap Lens en
Bergsma te Arnhem; Scheurleer Zn., Keu-
renaer Co., te 's Gravenhage; de Overijsel-
sche Bank, te Zwolle; de Friesche Bankver
eeniging, te Leeuwarden en A. H. G. Fok
ker, te Middelburg, hebben bij den Minister
van Binnenl. Zaken concessie aangevraagd
voor den aanleg en de exploitatie van diverse
spoorwegen, o. a. van Gorinchem over Leer
dam naar het Staatsspoorwegstatiou Kuilen
burg, en van den Staatsspoorweg benoorden
de brug over de Lek naar Amersfoort, aan
sluitende aan den Ceutraalspoorweg.
De rechtbank heeft 11. Donderdag uit
spraak gedaan in de vroeger door ons ver
melde zaak betreffende eene bekeuring van
eenige personen die, met vergunning der
grondeigenaars, hadden gejaagd binnen de
afgepaalde jacht van Z. K. H. Prins Hendrik,
onder de gemeente Eemnes.
De rechtbank heeft bij haar vonnis over
wogen, dat de verdediging van den 3den be
klaagde niet onaanneemlijk was en een ge
schilpunt van burgerlijk recht betrof, van
welks waardeering de beslissing van het te
laste gelegde feit afhing en mitsdien, even
als vroeger door den Kantonrechter was ge
daan, de schorsing der rechtsvervolging be
volen.
Terzelfde zitting werd ook behandeld de
zaak van J. v. Z. en G. v. E. te Cothen, te
rechtstaande ter zake dat de le bekl., die is
werkbode bij den 2e bekl. v. E., op last en
ten behoeve van het bedrijf van dezen, op
een kruiwagen een zak met zout heeft ver
voerd, ongedekt door een rijks document; de
zak hield in een bruto gewicht van 49 ki-
logr. De 2e beklaagde ontkende zoowel den
last als de bestemming van dat zout voor
zijn bedrijf, en trachtte zulks door 2 getui
gen te staven. Dientengevolge achtte de
Rijksadvokaat, de Heer Mr. J. C. de Koning
van Amsterdam, het noodzakelijk nog 2 ge
tuigen te doen oproepen tegen eene nadere
zitting. De verdediger van beklaagden, Pro
cureur Mr. J. W. Sluiter, verzette zich niet
daartegen, zoodat de behandeling der zaak
door de Rechtbank werd geschorst, en de
voortzetting bepaald op Donderdag 6 No
vember e.k.
Op den 15e October, 11. had hier de aan
gekondigde vergadering plaats tot het op
richten van eene vereeniging ter bestrijding
van epidemische ziekten te dezer stede. Zij
Na eenige voorgestelde en verworpen mo
ties werden nu de op nieuw voorgelezen sta
tuten in haar geheel aangenomen, waarna
werd overgegaan tot het kiezen van een defi
nitief Hoofdbestuur. Bij de eerste stemming
werd het voorloopig comité gekozen, waar
van echter de Heeren Dr. Menalda van
Schouwenburg, Ds. Kalff, Dr. van Driel en
P. Methorst Jr. zich gedrongen gevoelden
voor die benoeming te bedanken. Behalve
de Heer Manssen werden daarop tot bestuur
ders benoemd de Heeren P. A. Huet, Dr. E.
D. Pij zei, J. Keyser en Dr. J. N. Kruseman,
aan wie de verdere uitvoering der zaak werd
opgedragen. Deze 5 Heeren verdeelden de
diverse betrekkingen onderling aldus: Voor
zitter: Ds. Manssen, Onder-Voorzitter: Dr.
Pijzei, Penningmeester: Keyser, le Secreta
ris: Huet, 2e SecretarisDr. Kruseman.
De statuten der Vereeniging luiden als
volgt:
DER. AMERSFOORTSCHE VEREENIGING TER BE
STRIJDING VAN EPIDEMISCHE ZIEKTEN.
Algemeene bepaling. Art. I. Deze veree
niging vormt een blijvend lichaam, dat zich
ten doel stelt bij het uitbreken van Epide-
miën in den lande, zooveel haar mogelijk is
het ontstaan en de verspreiding daarvan in
deze gemeente tegen te gaan, en de behoef
tige lijders te ondersteunen.
Leden. Art. II. De leden worden onder
scheiden in
a. leden voor den buitendienst;
b. leden voor de administratie.
Geen lid kan tegelijk in beide Afdeelingen
geplaatst worden. h
Art. IH. Om lid te worden moet men I
zich aanmelden bij een der leden van hetjB
Hoofdbestuur, met opgave der Afdeeling, !0
waartoe men wenscht te behooren.
Art. IV. De leden betalen een jaarlijksche S;;
Contributie van ƒ1,
Art. V. Donateurs en Donatrices van de
Vereeniging zijn zij, die zich verbinden tot m
eene jaarlijksche bijdrage van minstens X
f 5,Aan hen kunnen geene werkzaam-
heden der vereeniging worden opgedragen. |j
Bestuur. Art. VI. De leden worden dooi
het Hoofdbestuur verdeeld in wijkcorumis-
sies, welke haar eigen bestuur kiezen, er K
hare werkzaamheden regelen in overleg mei
het Hoofdbestuur.
Art. VII. Het Hoofdbestuur bestaat uit i'.
vijf dignitarissen, en uit de voorzitters der i
wijkcommissies. De dignitarissen worden I
verkozen uit en door deleden met meerder
heid van stemmen, en kiezen uit hun mid
den een voorzitter, een onder-voorzitter,
twee secretarissen en een penningmeester.
Art. VIII. Bij het Hoofdbestuur berust f
de uitvoerende Macht.
Art. IX. De Afdeelingen rapporteeren
alle belangrijke zaken, die in hare wijk voor-
vallen, aan het Hoofdbestuur en ontvangen
van het Hoofdbestuur machtiging tot het yB
nemen van maatregelen, het uitgeven van g
bons, enz.