^en. En de Heer van Ascli van
•Vijck klaagde, evenals vele zijner
geestverwanten, over de gesmoorde
stem der natie. Hij hoopte dat het
^sprokene voor 't vervolg eene les
jor de Regeering zou zijn.
Moge de oppositie even leerzaam
;ijn, als de Regeeriug volgens onzen
vertegenwoordiger moet wezen.
Zij heeft in elk geval in de zitting
van 20 December eeDe les gehad in
politieke eerlijkheid.
Overzicht der week.
BUITENLAND.
We nooden onze lezers, die ons bui-
mlandsch overzicht gedurende den
eengesnelden, jaarkring waarin we voor
het eerst dat overzicht ter lezing gaven,
hunne opmerkzaamheid volgden
jp de laatste periode van dat verleden,
even den blik te werpen.
Beginnende met dekleinereNoordsche
rijken en ons bepalende tot Denemarken,
merken we op dat eindelijk de ernstige
botsing tusschen Regering en oppositie, of
hier beter gezegd tusschen orde en socia-
'e hersenschimmenhoewel een zeer
cuut verloop gehad hebbende haar
loogste toppunt achter den rug heeft.
Eenige heethoofden zijn op den loop ge
gaan, waarbij sommiger eer op geldelijk
gebied niet ongedeerd is gebleven. In de
oppositie is zekere wrijving ontstaan die
op den duur hoogstwaarschijnlijk de ver-
standigen zal ziften van de schreeuwers
«_n begunstigers van volksoploopen.
Duitschland heeft een zeer bedaard
jaar doorgebracht, al mochten ook de
gemoederen, gelijk overal elders, zoowel
door den oosterschen oorlog zeer ge
spannen zijn geweest als door de krisis
in Frankrijk. Dat onder die uitwendige
kalmte echter de Duitsche diplomatie
ijverig werkzaam is geweest, is duidelijk,
donder hare bewilliging zoude Rusland
en oorlog niet hebben kunnen voeren,
'at haar tot deze politiek noopte was
ensdeels de overtuiging dat de barbaar-
che toestanden ^an de monden van den
lonau en daar bezuiden niet langer kon
ten blijven bestaan, andersdeels om het
'.elang en het gewicht van den oostelij-
:en nabuur meer zuid-oostwaarts naar
\zië te verplaatsen. Was dit nu zoo ver
teerd gezien, zooals sommige kamerge-
eerden het hebben willen doen voorko
men? We gelooven het niet, al scheen het
«ns vroeger toe dat Duitschland voornl.
Ruslands verzwakking op het oog had
door den oorlog. De woorden van den
eersten Napoleonl'Europe Sere répu-
Vt blicaine ou cosaque" waren wel door
dacht latere geslachten zullen te beoor-
deelen hebben of zijn geniale blik werke
lijk in de toekomst las.
>1 Een krachtig centrum is voor Europa
van veel belang, en de vraag is of, wan
neer dit in vorige eeuwen bestaan had,
Frankrijk wel in zulk eene mate de schrik
van Europa ware geweest als de geschie
denis ons meldt. Voor het russificeeren
van Europa bestaat voor 's hands geen
gevaar. Voor het republikeinsch worden
van ons werelddeel gelijk de vereenig-
was dan ook bij oud en jong bemind en
•eacht.
Ik geloof dat de oude man zelf volko-
kn op de hoogte was van alles, wat er
8-euren zou. Zelfs maakte hij eens bij
orde opmerkingde jufferkes zouden
v mUu liefst niet 't huis laten doorsnuffe
len.vMaar enfin| hij genoot zoodoende
al vo-uit. Zijn dochter, die bij hem in-
woonc, Was een vervaarlijke babbelaar
ster en.ai onze geheimen wel hier of
daar he^en uitgehoord. Wij hielden
niets van Tarregien en hadden den schrik
al beet, ós ze door het hek kwam aan
wandelen, feester zei: «Marregien aardt
naar heur noeder zaliger, die kon ook
weerga's pnten, als ze eens begon; maar
ze was niet ;oo chagrijnerig, zoodat ik
wil maar zeggen dat het mankeliek stil
was, toen haar mond voor goed gesloten
was."
de Staten moge op dit oogenblik niet
de flauwste waarschijnlijkheid noch wen-
schelijkheid bestaan, zeker is dat door
telegraphenspoorwegen, telephonen,
postverbonden enz. enz. kortom door de
steeds aanzienlijk toenemende handelsbe
langen de volken iederen dag elkande^
meer naderen en te eeniger tijd veel af
scheidingen zullen wegvallen welke
thans nog als onmisbaar worden be
schouwd.
Mocht de Duitsche diplomatie de ver
sterking van het Europeesch centrum,
waartoe de driekeizersbond niet weinig
bijdraagt, opofferen ter wille van Enge-
lands maritime en koloniale belangen?
Gelijk in alle wetenschappen zoo bestaan
ook in het volkenrecht van heden dogma's
die nu en dan worden opgeruimd. Een
van die dogma's is dat Engeland het vrij
heidsbeginsel vertegenwoordigd en be
schermt. Het jaar 1877 heeft meer dan
eenig ander der laatste tijden getoond dat
dit dogma grootendeels schijn isdat de
grondtoon van Engeland's politiek gelijk
in vorige eeuwen is louter eigenbelang.
Geen grooter egoïsten dan Engelschen
op reis, zegt het spreekwoordhetzelfde
is in hunne buitenlandsche politiek het
geval. Wordt bovendien Engelsche Indië
in het belang van den inlander geregeerd?
Alweder zegt een dogma betreffende En
geland's Koloniale politiekzeer zeker.
Intusschen heeft Lord Salisbury aange
toond dat er wel in Indië veel spoorwe
gen waren aangelegd, waardoor de En
gelsche handel en de steden in Indië be
voordeeld worden. Van een kanalisatie
evenwel, of indien dit niet aldaar mogelijk
is wegens de groote zonnehitte, dan van
verplaatsing der plattelandsbevolking
naar meer vruchtbare en waterrijke stre
ken geen is sprake. Nu en dan komen
integendeel wegens de alles vernietigen
de droogte en daaruit voortvloeiende
hongersnood duizenden en duizenden
Indiërs om het levens Overigens moet
men niet vergeten dat het aanleggen van
wegen en spoorwegen door centraal Azië
een veel sneller handelsverkeer mogelijk
zou maken dan langs den waterweg; van
zulk eene onderneming is dan ook reeds
meermalen sprake geweest. Waarom
mag nu het voortdurend spoorwegen
aanleggend Rusland, ter wille van het
algemeen en dus ook van zijn eigen be
lang, den weg hiertoe in de toekomst niet
bakenen? Engeland bepaalt zich bij Indië
zelf en brengt, ten deze daar buiten wei
nig of niets tot stand.
Wat Turkije betreft dit was sedert
lang economisch geheel machteloos; der
gelijke staten nu moeten in onzen tijd
van vooruitgang, onherroepelijk te gron
de gaan.
Wij zijn alzoo van zelf op het oorlogs
terrein aangekomen in het midden der
meer rechtstreeks belanghebbende sta
ten.
Onze lezers zullen zich herinneren den
loop der onderhandelingen op de con
ferentie waar Lord Salisbury met groot
vertoon optrad en werkelijk een oogen
blik den schijn eenér vredelievende op
lossing deed ontstaan. Maar hoe werkte
de Engelsche diplomatie te Constantino-
pel Het ware der zaak hieromtrent zal
eerst later bekend worden, maar het co-
Meester had ook een zoon zij n trotsl
>Zoo'n jongen is er geen tweede," »die
jongen wordt nog eens wat voornaams,"
dat waren vader Bol's geliefkoosde uit
drukkingen over den 50 jarigen Roelf.
Roelf was boer, had vele kinderen en
ook kleinkinderen, maar bleef altijd
Meester's «jongen." Hij hield zielsveel
van den ouden man en sprak hem altijd
aan als «Meester." Roelf Bol hielp ons
op alle manieren de preparaties voor het
feest gemakkelijk te maken en liet door
zijn jongens van heinde en ver sparretak-
ken en bloemen ophalen. Ook werden
domené'sjuffers'getracteerd door Roelf
op versche stoet met kaas en koffie, toen
ze bij hem in de schuur bezig waren guir
landes en «kronen" te maken, ter versie
ring van de school.
Wordt vervolgd.)
mediespel aldaar vóór den Krimoorlog
geeft te denken. Turkije heeft dit jaar
Europa en der beschaving den hand
schoen in het gezicht geworpen, Rusland
hem opgeraapt. Een lange reeks van
bloedtooneelen volgde. In de hoogere
militaire organisatie van beiden kwamen
fouten aan het licht. De kansen wissel
den dikwijls. Het russisch krijgsbestuur
herstelde zich en het geluk is voor het
oogenblik aan de zijde van Rusland.
Reeds staat het met den eenen voet op
den Balkan om straks den anderen voor
Adrianopel neêr te zetten. Erzerum en
Batum zullen weldra door zijn ijzeren
vuist worden ter neder geworpen.
Engeland treedt thans weder meer
nadrukkelijk op. De geschiedenis van
Oostenrijk en de Donau-vorstendommen
gedurende het afgeloopen jaar, wordt
almede hoofdzakelijk door de Oostersche
kwestie beheerscht. Servië door Turkije
overwonnen, was verplicht een lijdelijke
houding aan te nemen. Hoe gaarne ook
Rusland bij het overtrekken van den
Donau tevens in Servië geopereerd had,
Oostenrijk kon dit niet toelaten. Het be
lang van den driekeizersbond bracht
mede dat Oostenrijk's wil hierin geëerbie
digd werd. Eerst geheel op het laatst liet
Oostenrijk ook Servië los, dat thans me-
destrijdt. Roemanië en Montenegro de
den integendeel spoedig van zichhooren.
Met bewonderenswaardigen energie heeft
het kleine volkje van den Zwarten Berg
zonder hulptroepen den erfvijand voor
zich heen gedreven. Rumanië voorzien
van een goed geregelde Iegerinrichting
op Pruissische leest geschoeid, werkte
met Rusland samen. Het heeft wonderen
van dapperheid verricht. De bloedige
bestorming der Grivicaschansen zal als
een heldenfeit door de geschiedenis ge
boekt worden. Rumanië verlangt naar
onzijdigverklaring en onafhankelijkheid.
Mocht de politieke stelregel in het nieu
were volkenrecht blijven bestaandat
het voor den algemeenen vrede wensche-
lijk is dat de mondingen der groote
rivieren toevertrouwd worden aan de
zorg van kleine onafhankelijke en
krachtige handelsstaten, dan zal aan
Rumanië's bescheiden verlangen zeker
voldaan worden. We hoopen ons niet te
vergissen wanneer we meenen dat ge
zegde stelregel gehuldigd wordt door de
Duitsche diplomatie.
Waarom toch werkt Duitschland de
economische herrijzing van Frankrijk in
de hand? De clericale woelingen aldaar
kunnen dit niet alleen verklaren. Toog
Frankrijk thans ten strijde tegen Duitsch
land, het zoude zich voor lange lange
jaren ruïneeren. Wilde Duitschland den
ondergang van Frankrijk het zoude er
nu, terwijl Rusland nog bezig gehouden
wordt, de schoonste gelegenheid toe heb
ben. Het handelt in tegenovergestelden
zin en steunt zooveel mogelijk de liberale
partij, door welke alleen Frankrijk weder
tot rust en bloei kan geraken.
(1) Vervolg ca slot in de volgende week.
KENNISGEVING.
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen
dezer gemeente, dat het door den provin
cialen Inspecteur van 's rijks directe belas
tingen enz. in Noord-Holland en Utrecht
executoor verklaard kohier No. 6 van de
personeele belasting over het dienst
jaar 1877/78 aan den Ontvanger van's rijks
directe belastingen alhier is ter hand ge
steld, aan wien ieder verplicht is zijnen
aanslag op den bij de wet bepaalden voet
te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke
plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 28
December 1877.
De Burgemeester voornoemd,
VAN PERSIJN.
Amersfoort, 3 Januari 1878.
Op Nieuwjaarsdag zijn weer als ge
woonlijk, de huizen der ingezetenen
bestormd door talrijke personen, die op
velerlei gronden fooien kwamen vragen.
Wij hebben reeds meer dan eens gezegd,
hoe wij over dit misbruik denken, en zul
len dat hier niet herhalen. Onder de
fooienvragers waren ook de Rijksambte
naren de brievenbestellers. Wij zullen
er hun geen verwijt van maken, en erken
nen gaarne dat aan een eventueel verbod
om fooien te vragen eene verhooging van
hunne zeker niet ruime bezoldiging be
hoort vooraf te gaan. Wat echter niet
behoort te geschieden, is, dat door die
fooienvragerij de dienst schade lijdt. Vele
ingezetenen ontvingen hunne brieven en
couranten eerst te één uur, of later nog,
in plaats van te half elf. Wij hopen dat
het voldoende zal zijn hier op te wijzen,
om eene herhaling te voorkomen.
Op den namiddag en den avond van
denzelfden dag vormden een troep
schreeuwende en zingende jongens hier
en daar samenscholingen. Aanleiding
daartoe was het verbod om vuurwerk af
te steken of te schieten. Van tijd tot tijd
werden op de stedelijke autoriteiten min
der liefelijke toespelingen gemaakt, maar
ten gevolge van de flinke en bedaarde
houding der politie werd de orde nergens
gestoord, en liep alles met een sisser"
afhetgeen men van nieuwjaars vuur
werk niet altijd zeggen kan.
In de eerste volksvoorlezing van het
Nut, op Donderdag 1.1. gehouden, trad
de Heer Prikken voor een belangstellend
gehoor op met eene eerste voordracht
over «Armoede en de middelen om haar
te bestrijden." Na de pauze hield de
Heer Hakkert de aanwezigen aangenaam
bezig met een uit het Fransch vertaald
fragment van A. Dumas De christenen
in den circus."
Bij Kon. besluit islo. de luit.-kolo-
nel F. P. Klijnsma, van het korps inge
nieurs, mineurs en sappeurs, comman
dant in het 9e genie-commandement, op
zijn aanvrage, op pensioen gesteld, en
het bedrag van dat pensioen bepaald op
f 1800 's jaars 2o. aan den luit.-kolonel
Klijnsma voornoemd, den rang verleend
van kolonel; lo. bij het korps inge
nieurs, mineurs en sappeurs benoemd
tot kolonel de luit.-kolonel P. Stolk, van
het korpstot majoor en commandant
van het bataljon mineurs en sappeurs, de
kapitein H. E. Beekman, mede van het
korps2o. is de luit.-kolonel-ingenieur
A. Baud eervol ontheven van zijn bevel
over genoemd bataljon, en bestemd voor
de functiën van commandant in het 9e
genie-commandement.
Naar de Midd. Ct. verneemt is de
derde zeeofficier, die aan de voorgeno
men Noordpool-expeditie deel zal nemen,
de luitenant ter zee 2e klasse jhr. H. M.
Speelman. Men weet dat de luit. ter zee
ie kl. A. de Bruijne en de luit. ter zee 2e
kl. L. R. Koolemans Beijnen de beide
andere Poolvaarders zullen wezen.
Voorts zal waarschijnlijk nog een dier
kundige den tocht medemaken, wien zoo
mogelijk ook de geneeskundige zorg zal
worden opgedragen voor de kleine be
manning, welke in 't geheel uit 12 perso
nen bestaan zal. Een tweetal leden van
het loodspersoneel te Hellevoetsluis heb
ben mede het verlangen te kennen gege
ven om mede te gaan.
Het vaartuig wordt voor 18 maanden
geproviandeerd, doch de reis zal, als alles
goed gaat, veel korter duren. In het laatst
van Mei a. s. zal men vertrekken tot het
doen van een tocht naar de Westkust van
Spitsbergen, tot het bezoeken van die
kust tot Amsterdam-eiland, om daarna
Beren-eiland aan te doen en vervolgens
langs het pakijs naar Nova-Zembla te
stevenen, en te trachten Barends-IJsha-
ven en, kan het zijn den mond van dea
Yenisei te bereiken.
Deze reis wordt ondernomen met het
doel: 1. vorming van zeelieden, wien men
later, zoo noodig, het uitbrengen van een
wetenschappelijk station zou kunnen
toevertrouwen en die 2. na plaatselijke
kennis van den nieuwen handelsweg naar
de Siberische rivieren verkregen te heb
ben, op de nieuwe Moskovische handels-
tochten gebruikt zouden kunnen worden;
3. het doen van geographische bepalin
gen en van land- en kustverkenningen;