Amersfoort en Omstreken
PIUSIX.
1878.
No. 322.
VOOR
Vrijdag' 22 Februari.
Uitgever: Hf. Slothouwer,
Uren van vertrek der algemeene Communicatie-middelen voor Amersfoort.
Winterdienst, geopend 15 October 1877.
Nederlandsche Centraal-Spoorweg.
Ooster-spoorweg.
Gevonden in een Bosch onder
Leusden.
1 zoogenaamd Russisch-Zilveren
medaillon, waarin een heerenportret
en haar.
Rechthebbende vervoege zich ten
bureele van policie te Amersfoort.
Overzicht der week.
WEEKBLAD
Dil Llad verschijnt des Vrijdags namiddags.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden f 0,75.
F. anco door het geheele Rijk0,85.
Afzonderlijke nummers10 Cent.
B >ekhandelarca en Postdirecteuren nemen bestellingen aan
te Amersfoort.
Avdertentiën van 15 regels0,50.
Iedere regel meer0,07.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen door den belanghebbends in persoon
bezorgd0,25.
Naar Utrecht: Aankomst te
Vcrtr. Amersfoort Utrecht Rotterd. 'sHage Arnhem
7,10 (alleen Zat.) 8,— 9,40 9,45 9,55
9,18 10,— 11,25 11,40 12,25
11,6 (lc. en 2c. kl.) 11,35 12,45 1,— 2,10
2,28 3,15 4,45 5,— 5,23
5,47 6,23 7,20 7,32 9,45
8,23 9,— 10,17 10,25
Naar Zwolle:
Vertr. Amersfoort
9,1
9,45
1,36
6,13 (le en 2e kl.)
8,59
Zwolle
10,56
11,10
4,10
7,45
10,55
Aankomst te
Leeuwarden Groningen
2,—
2,-
8,25
10,14
2,6
2,6
8,5
10,5
Postwagendienat (Ondorneming A. Schimmel) tosschen Amersfoort en Maarsbergen.
Van Amersfoort 's morgens te 7 en 's namiddags te 2,30 uur.
Van Maarsbergen 's morgens te 9,43 en 's avonds na aankomst van den laatsten trein.
iNaar Hilversum: Aankomst te
Vertr .Amersfoort Baarn Hilversum Utrecht Amsterd
8,35
9,20
11,15
1,30
2,40
5,45
8,30
8,48
9,35
11,31
14,6
2,56
6,1
8,46
8,57
9,46
11,41
1,56
3,6
6,11
8,56
9,33
11,39
1,20
3,42
3,42
8,2
9,22
9,32
10,33
12,17
2,44
3,42
7,—
9,41
iNaar ZutphccAankomst te
(V. Baarn) V. Amersf. Barneveld Apeldooru Zntpheu
8.21
9.30
1,11
3,42
5,56
8,42
10,58
8,39
9,47
1,27
3,54
6,12
9,3
11,10
1,59
10,5
1.47
6,30
9,24
9,31
10,37
2,20
7,1
9,59
9,54
10,56
2,42
7,20
10,23
BUITENLAND.
Op den 22 Februari van het vorig jaar
werd in de Duitsche troonrede verklaard
dat Duitschland's belangen aan hetzelve
geen streng afgebakende gedragslijn ge
boden; dat de regering zoude voortgaan
haren invloed te gebruiken tot het bewa
ren van den Europeeschen vrede, tot het
beschermen der Christenen in Turkije,
maar bizonderlijk tot instandhouding en
bevestiging van Duitschlands goede be
trekkingen met de regeringen welke met
Duitschland waren verbonden en be
vriend.
We noemden dit slot der rede alstoen
een kunststuk van niets zeggende diplo
matie, waaruit zoowel het een als het
ander te halen was; maar dat de rol,
welke Duitschland beoogde, door de re
gels te lezen was en voornamentlijk zou
de bestaan in het bepalen als hoogste
rechter op het gegeven oogenblik, van de
toekomst voor een lange wijle. De tegen
woordige omstandigheden bevestigen
deze meening. Geheel Europa voelt het
FEUILLETON.
II.
Het tweede tijdvak vertoont nog wel
een ondersteuning van Fransche zijde,
maar het pausselijk leger bestond toch
voornamentlijk uit huurlingen van ver
schillende nationaliteit. In April i860
stelde zich de Fransche generaal Lamo-
ricière aan het hoofd dezer kruisvaarders.
Intusschen had Garibaldi zich meester
gemaakt van de beide Siciliën en van Na
pels. Lamoricière wilde de Legaties bin
nen trekken, maar Italië beval hem zijn
leger te ontbinden; op zijne weigering
trokken de generaals Cialdini en Fanti
tegen hem op en stoof zijn leger te Cas-
telfidardo bij de eerste schoten uit elkan
der; Lamoricière capituleerde te Anco-
na; behalve datgene wat nog door Fran
sche soldaten bezet was, behalve Rome
en Civita Vecchia verbond zich de be-
overwicht van Duitschland en richt de
oogen naar Berlijn. Het schijnt dat men
tot een Congres wil overgaan in stede van
tot een Conferentie; op een Congres wor
den allicht eens vraagstukken behandeld
die verder strekken dan de punten in
kwestie; begrijpelijk is de uiting welke
door de pers aan Bismarck wordt in den
mond gelegd, dat hij huiverde voor die
welbekende hanengevechten, welke vroe
ger den naam van Congres droegen, maar
aan een behoorlijke en zeker afdoende
samenkomst gaarne zijn adhaesie zou
schenken. Dat daarbij misschien wel aan
het feestelijk Congres van Weenen in
1815 gedacht is, met al zijn walgelijke
intrigues en bacchanalien, is niet onmo
gelijk; maar gelukkig is er thans geen
Metternich die telkens de zaken in de
war zal sturen.
Verder strekkende vraagstukken? Het
schijnt ons toe dat meu zich in Nederland
niet ongerust behoeft te maken, nu En
geland en Rusland niet ongeneigd tot
den vrede schijnen. Maar of het thans
staatkundig is om sensatie-berichten der
wereld in te zenden, of wel over antipa
thie tusschen Duitschland en Nederland
een praatje te houden in vreemde bladen,
dit betwijfelen we zeer. Hoe dit zij, in de
spanning der laatste dagen is ten minste
een weinig ontspanning gekomen.
Bismarck heeft gesproken, in antwoord
op de tot hem gerichte interpellatie. Hij
zegt dat Duitschland wel wil bemiddelen,
maar het denkbeeld van scheidsrechter
volking der overigg deelen eenparig aan
het koningrijk Italië. Van dit oogenblik
dagteekent de uiting van PiusPetrus
est in vin culis" d. i. Petrus is gevangen.
Op den 15. September 1864 gingen Na
poleon en Victor Emmanuel eene over
eenkomst aan, waarbij de Fransche be
zetting op 15 Sept. 1866 het land zou
verlaten. Op dat tijdstip evenwel week
Napoleon weder, en liet toe dat Pius in
Frankrijk een vreemd corps wierf, het
legioen van Antibes genaamd; tot be
kostiging van dit leger werd alsnu van
de geloovigen door de geheele wereld
een belasting geheven, bekend onder
den naam van Pieterspenning; welke ook
na de ontbinding van dit leger rijkelijk
is blijven vloeien ten bate der pausselijke
schatkist. In 1867 trok Garibaldi tegen
Rome op en versloeg de pausselijke zoua-
ven bij Monte-Rotondo; nogmaals kwam
Napoleon te hulp en versloeg de gene
raal de Failli den dapperen Garibaldi bij
Mentana. Op den 17. Augustus 1870
vertrokken de Fransche troepen en be-
verre van zich werpt; dat hij geen ge
vaar voor oorlog ziet, omdat anders de
aanvallende staten de verantwoordelijk
heid der Turksche erfenis op zich zouden
nemen; dat Rusland zijnerzijds ook niet
zal aanvallen en zich liever tot het feite
lijk bezit van het veroverde in geval van
oorlog zoude bepalen; dat wat de belan
gen van Duitschland aangaat, deze be
troffen de vrije doorvaart op den Donau
en door de Dardanellen; dat het er wei
nig op aankwam of de Russische vloot in
vredestijd door die straat mocht gaan,
wanneer slechts de sleutels in handen zijn
van een van Rusland onafhankelijken
onzijdigen staat.
Theoretisch zoude het bijna onmoge
lijk zijn voor den rijkskanselier, om
Duitschland rondweg de rol van scheids
rechter toe te kennen, maar dat niette
min feitelijk de weegschaal in zijne hand
is, zal niemand ontkennen; het overwicht
berust thans in het centrum van Europa,
hetgeen misschien voor den vrede gun
stiger is dan wanneer het nog in Fran
sche handen ware. De rijkskanselier
wenscht zeer dat de Conferentie (het
Congres?) spoedig zoude samenkomen;
hij stelt het waarschijnlijk tijdstip op half
Maart.
De huwelijken van prinses Charlotte,
dochter van den kroonprins van Pruissen,
met den erfprins van Saksen Meiningen
en van prinses Elisabeth, dochter van
prins Frederik Karei, met den erfgroot-
hertog van Oldenburg zijn op den 19
trad de generaal Cadorna op den 11
Sept. het pausselijk grondgebiedter
wijl de pausselijke generaals Cantzler
(een Zwitser) en Zappi verplicht waren te
wijken en hun leger te ontbinden.
Het Italiaansch Parlement maakte ter
stond de wet op de waarborgen waarbij
aan Pius het rustig verblijf in Rome werd
toegezegd; zijn geestelijke macht bleef
onaangeroerd.
Maar de beste partij welke thans van
dezen toestand was te trekken bestond,
het ligt voor de hand, in een voorgewend
martelaarschap. Deze toestand is al zoo
gebleven tot op zijn dood. Wat de werk
zaamheid van Pius in de Kerk zelve be
treft zij is zoo saamgeweven met de
staatkunde, dat wij haar niet met stilzwij
gen kunnen voorbijgaan. Toen Pius zich
te Gaëta bevond, vaardigde hij het leer
stuk der onbevlekte ontvangenis uit en
kende zich dus eene macht toe, welke tot
nu toe slechts aan de Concilies had be
hoord; het was de voorbereiding tot zijne
latere onfeilbaarverklaring. Daarna vie-
Februari te Berlijn voltrokken met zeer
veel plechtigheden, o.a. de ministerieële
fakkeldans. De wet van Maart 1874 op
het burgerlijk huwelijk is tevens voor het
eerst op leden der vorstelijke familie toe
gepast.
Een belangrijk wetsontwerp is bij den
Bondsraad ingediend betreffende den
handel in eet- en drinkwaren enz. enz.,
waarbij de tegenwoordig algemeen plaats
hebbende vervalschingen zwaar worden
gestraft en een nieuw soort van (te dier
zake noodige) ambtenaren wordt inge
steld. Waarom moet het buitenland
Nederland ook ten deze vooruit zijn; ook
bij ons is luide geklaagd, maar op de
zelfde betreurenswaardige wijze als ons
ontwerp van een strafwetboek, dat hein
de en verre door deskundigen geprezen
wordt, zoo liggen ook de beschermmid-
delen van onze magen en ingewanden in
de traditioneele doofpot.
In Frankrijk vertooat zich het bijna
ongeloofelijk feit, dat de hertog van La-
rochefoucault na zijn bekende groote
woorden (dat het hem namelijk eene eer
was eene vertegenwoordiging als de
huidige te verlaten) zich niettemin weder
herkiesbaar heeft gesteld; voor zijne ver
kiezing evenwel bestaat bitter weinig
kans.
Aan de orde was in de Kamer dezer
dagen de beraadslaging over de begroo
ting van Eeredienst. Er ontspon zich na
tuurlijk een heftig debat, waarbij de cle-
ricaal Baragnon zijn uiterste best heeft
len, zoo als de baron van Hugenpoth zich
uitdrukt, de Syllabus en de Encycliek als
bommen in het midden der Katholieken
niet alleen, maar van geheel de wereld.
Pius ziende dat er van den kant der
wereldlijke macht en van de zamenleving
geen hulp meer te wachten was voor zijn
wereldlijke macht, heeft in die twee ker-
kelijk-staatkundige stukken, der geheele
zamenleving den oorlog aangedaan.
Toen nu op den 8. Dec. 1869 het oecu
menisch Concilie bij elkander kwam, en
later (ofschoon dan ook niet zonder he
vig verzet van vele Kardinalen) de Paus
onfeilbaar werd verklaard, werd het den
nadenkenden staatsman duidelijkdat
het thans zou gelden een strijd op leven
en dood tusschen Kerk en Staat. Tot
vreugde van velen beginnen zich echter,
hoezeer dan ook nog in een schemerdon
ker, teekenen voor te doen tot den onder
gang van het klerikalisme en tot een voor
Kerk en Staat bevredigende oplossing
der zoo vele weidenkenden verbitterende
kwestien.