Amersfoort en Omstreken
1878.
No. 325.
VOOR
Vrijdag-15 Maart.
Uitgever: A.M. Slothouwer,
Uren van vertrek der alg-emeene Communicatie-middelen voor Amersfoort.
Winterdienst, geopend 15 October 1877.
Nederlandsche Ceatraal-Spoorweg.
Ooster-spoorweg.
INGEZONDEN.
Het, wetsontwerp tot hef
fing* van successie- en over
gangsrechten bij overlijden,
in de rechte linie.
De voorgestelde heffing behoort
tot een dier belastingkwesties, welke
reeds sedert lang tot verschil van op
vatting hebben aanleiding gegeven.
Westellen voorop dat we in be
ginsel tegen alle successierechten
zijn. Het is eene belasting op het ka
pitaal, (behalve wanueer zooals voor
de rechte lijn wordt voorgesteld
slechts één ten honderd wordt gehe
ven en tevens zooals uit art. 20 wet
v. 18 Mei 1859 (S. 86) gewijzigd en
aangevuld door de wet van 28 Mei
1869 (S. 95) voortvloeit, het kapitaal
zes maanden tijd heeft om rente
voort te brengen) terwijl het ideaal
van belastingwetgeving is dat de
rechten uitsluitend van de inkom
sten worden geheven. We zijn kort
om voorstanders van eene inkom
stenbelasting, datwilzeggen als
impót unique.
Laat ons dit kortelijk toelichten
voordat we het onderwerp dat ons
bezig houdt, verder ontwikkelen.
Stuart MillJ) de groote voorstan
der eener inkomstenbelasting en die
van haar zegt „au income-tax, fairly
assessed on these principles, would
be, in point of justice, the least ex
ceptionable of all taxes" heeft eeni-
ge voorwaarden en eenige bezwaren,
welke hij meent dat eerst uit den
weg moeten worden geruimd voor
dat ze kan worden ingevoerd. Voor
eerst moeten de kleine inkomsten,
die beneden een zeker quotum zijn
worden vrijgesteld. Ten tweede
moeten de hoogere inkomsten naar
evenredigheid van hun surplus
boven dit quotum, belast worden.
Ten derde moeten öf opgelegde ren
ten vrijgesteld worden (wier interest
natuurlijk later weêr onder de belas
ting valt) öf lijfrenten en inkomsten,
welke uit verdiensten voortvloeien,
moeten minder belast worden dan
erfelijke inkomsten, zooveel moge
lijk equivalent met de uit hun tijde
lijk karakter voortvloeiende nood
zakelijkheid tot bezuiniging; terwijl
ook vermindering moet toegepast
worden ingeval van veranderlijke in
komsten, uithoofde harer onzeker
heid. Zijne voornaamste bezwaren
zijnhet openleggen der fortuinen
waartegen veel lieden opzien en de
ontduiking door verberging en mein
eed, waardoor op de eerlijke lieden
ten slotte de betaling der belasting
zoude neerkomen.
Opmerkelijk is dat de tegenstan
ders eener heffing van successierech-
ten, deze bezwaren eveneens aanvoe
ren. Mr. G. A. Nahuijs J) evenwel,
wiens opmerkingen veelal dezelfde
zjjn als thans in de memorie van toe
lichting worden gevonden, en J. P.
Sprenger van Eijk 2), ontvanger der
registratie en domeinen, hebben die
bezwaren onzes inziens voldoende
wêerlegd. Zoo voert Mr. Nahuijs te
gen de vrees dat onder kooplieden
openlegging het crediet in gevaar
brengt terecht aan, dat in den handel
het crediet dikwijls meer naar de so
liditeit van karakter dan naar de
hoegrootheid van het kapitaal wordt
afgemeten. Zie ook van Eijk (bl6 en
volg.).
Wat meer zegt, de ervaring op
gedaan bij sommige stedelijke in
komstenbelastingen, schijnt de the
orie van beide heeren omtrent
die twee telkens weder opdagen
de schrikbeelden te bevestigen. In
Arnhem b. v. is de inkomsten
belasting met daarmede gepaard
gaande openlegging van fortuinen
eene werkelijkheid geworden. In
Amsterdam, alwaar ook de income-
tax is ingevoerd, blijkt die openleg
ging meer moeite te veroorzaken,
maar schijnt zij toch voor de sterke
protesten, welke tegen geheimhou
ding rijzen, binnen niet al te lang
tijdsverloop te zullen wijken.
Men verneemt ook wel van som
mige pogingen tot ontduiking, maar
in 't algemeen is de waarheidsliefde
sterker dan de leugen, en springen
slechts weinigen over meineed losjes
heen. De ondervinding in Belgie
leert, dat weglating van den eed
in de wet, juist tot ontduiking
leidt.
Onder de door Stuart Mill opge
noemde voorwaarden bekleedt de
progressie der belasting dus een eer
ste plaats. Kortweg heeft men daar
op geantwoorddit schept privile
gies en deze verbiedt onze grondwet.
Ook ik was vroeger deze meening
toegedaan. Men vergist zich echter.
Het wezen van voorrecht vereischt
tastbare bevoorrechting; nu zal men
toch waarlijk niet kunnen beweren
dat iemand die van f2000 verdien-
stegeld moet leven en daarvan jaar
lijks aan de schatkist f 100 moet af
schuiven, dit even gemakkelijk doet
als iemand die f 25000 erfelijk inko
men hebbende daarvan jaarlijks
f1250 moet uitkeeren. Men moet
niet rekenen naar het aantal gul
dens, maar naar de werkelijke waar
de die één gulden heeft voor ieder
individu afzonderlijk, naar evenre
digheid van zijn inkomen en van de
WEEKBLAD
Dil Mail verschijut des Vrijdags namiddags.
Abonnementsprijs 'voor Amersfoort per 3 maanden 0,75.
F. anco door het geheele Rijko|85.
/ftondcrlijke nummers10 Cent.
Boekhandelaren en Postdirecteuren nemen bestellingen aan
te Amersfoort.
Avdertentiën van 15 regelsf 0,50.
Iedere regel meer0,07.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. -
Dienstaanbiedingen door den belanghebbende in persoon
bezorgd0,25.
Naar Utrecht: Aankomst te
Vcrtr. Amersfoort Utrecht Rotterd. 'sHage Arnnem
7,10 (alleen Zat.) 8,— 9,40 9,45 9,55
9,18 10,— 11,25 11,40 12,25
11,6 (le. en 2c. kl.) 11,35 12,45 1,— 2,10
2,28 3,15 4,45 5,— 5,23
5.47 6,23 7,20 7.32 9,45
8,23 9,— 10,17 10,25
Aaar Zwolle:
Vertr. Amersfoort
9,1
9,45
1,36
6,13 (le en 2c kl.)
8,59
Zwolle
10,56
11,10
4,10
7,45
10,55
Aankomst te
Leeuwarden Groningen
2,— 2,6
Naar Hilversum: Aankomst te
Veitr. Amersfoort Baarn Hilversum Utrecht Amsterd,
8,25
10,14
2,6
8,5
10,5
Fostwagendienst (Onderneming A. Schimmel) tusschen Amersfoort en Maarsbergen,
Van Amersfoort 's morgens te 7 en 's namiddags te 2,30 uur.
Van Haarsterren 's morgens te 9,43 en 's avonds na aankomst van den laatsten trein.
8,35
9,20
11,15
1,30
2,40
5,45
8,30
8,48
9,35
11,31
14,6
2,56
6,1
8,46
8,57
9,46
11,41
1,56
3,6
6,11
8,56
9,33
11,39
1,20
3,42
3,42
8,2
9,22
9,32
10,33
12,17
2,44
3,42
7,—
9,41
Naar ZutphecAankomst te
(v. Baarn) V. Amersf. Barneveld Apeldoorn Zntphen
8.21
9,30
1,11
3,42
5,66
8,42
10,58
8,39
9,47
1,27
3,54
6,12
9,3
11,10
8,59
10,5
1,47
6,30
9,24
9,31
10,37
2,20
7,1
9,59
9,54
10,56
2,42
7,20
10,23
(1) Principles of political economy pag. 499.
FEUILLETON.
Bessie's echtgenoot.
II (Vervolg).
Het was alsof de zon in eens verdween
en alles rondom haar in duisternis gehuld
werd. Bessie vergat het werk dat op haar
stond te wachten en zij bleef den gehee-
len verderen middag zitten peinzen, on
der de boomen.
Na drie dagen kwam er een brief van
acht pagina's, beginnende met mijn lie
veling!" en eindigende met »uw eeuwig
getrouwe Julian." Hij werd met tranen
en kussen bedekt en deed allen twijfel uit
het jonge hartje verdwijnen.
De volgende week kwamen twee brie
ven; de vierde liet zich wat langer wach
ten; de vijfde was een in haast geschre
ven kattebelletje en de zesde bleef uit.
Op zekeren avond, toen de herfst al
koude nachten en gure dagen meebracht,
zat Bessie bitter verslagen voor de deur,
met een dikke shawl om, een verkreukeld
papiertje, zijn laatsten brief, in de hand
en met sporen van tranen op de wangen.
Grootmoeder zat haar eigen verdriet te
overpeinzen bij het haardvuur en voelde
zich diep ongelukkig en eenzaam. Bessie
hoorde den hoefslag van een paard na
deren en opziende ontdekte zij jonker
Goldthwaite, op zijn schimmel die naar
haar toekwam met de woorden
»Wel, Bessie, lieve meid, hoe zit je
daar zoo in de kou buiten, 't Is veel te
kil hier. Schrei je, kind?"
Neen, neen, ik schrei niet; ik zit maar
te peinzen!"
Het vriendelijk gelaat, nog mooi, niet
tegenstaande zijn leeftijd, betrok.
Bessie? Ik geef den moed nog niet
(1) De belasting op de erfopvolging nit een staat
huishoudkundig oogpunt beschouwd. Academisch proef
schrift, Utrecht J. L. Beijers 1869 en de daar aange
haalde schrijvers.
(2) De wetgeving op het recht van successie en van
overgang bij overlijden, 's Gravenhage Martinus Nijhoff
1871.
op. Ik vergeet niet wat ik je voor eenige
weken vroeg. Heb je ooit berouw van
het antwoord dat je me toen gaaftbe
denk dan dat ik altijd bereid ben mijn
vraag te herhalen. Ik ben oud genoeg
om je vader te wezen; maar ik geloof ook
dat ik een liefhebbend en trouw echtge
noot voor je kan zijn."
Meteen reed hij spoorslags verder en
Bessie verwonderde zich over het ge
voel van warmte dat haar hart door
stroomde bij die woorden. Hij kwam ook
juist voorbij toen zij groote behoefte had
aan een vriendelijk woord, en snakte naar
een bewijs van sympathie en vriend
schap.
Goede Paul Goldthwaite 1 Ik zal die
hartelijke woorden nooit vergeten," zei
ze bij zich zelf en met een gevoel van ver
ademing ging ze terug naar de keuken
en naar Grootmama.
Grootmama keek haar met een glim
lach aan; zij had het ook eenzaam gehad,
en Bessie was alles voor haar. Hoe kon
het ook anders of ze moesten zich aan
elkaar hechten, de oudste en de jongste
van haar geslacht. Wie er tusschen haar
in waren geweest rustten allen op het
kerkhof.
s Bessie 1" Grootmama stak de hand
uit die Bessie greep, terwijl ze naast haar
kwam zitten. „Is jonker Goldthwaite hier
geweest
»Ja!"
Sprak hij weer over een huwelijk?"
»Neen, niet bepaald."
Daar ben ik blij om. Ik zou er niet
aan kunnen denken."
Waarom toch, Grootmoeder. Jonker
Goldthwaite is toch geen slecht mensch?"
Voor mij, ja! de slechtste die er is. Ik
zal je alles vertellen en dan zul je mij be-