Amersfoort en Omstreken 1878. No. 342. VOOR Zaterdag-13 Juli. Uitgever: A. UI. Slothouwer, Uren van vertrek der algemeene Communicatie-middelen voor Amersfoort. Zomerdienst, geopend 15 Mei 1877. Nederlandsche Ceatraal-Spoorweg. Ooster-spoorweg. Herziening der wet op het lager onderwijs. Eene geheimzinnige ge schiedenis. WEEKBLAD Dit Had verschijnt des Zaterdags namiddags. Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 0,75. Fi anco door het geheele Kijk0,85. Afzonderlijke nummers10 Cent. Beekhandelaren en Postdirecteuren nemen bestellingen aan te Amersfoort. Avdertentiën van 15 regels0,50. Iedere regel meer0,07. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen door den belanghebbende in persoon bezorgd0,2b. Naar Utrecht: Aankomst te Vertr. Amersfoort Utrecht Rotterd. 'sHage Arnnem 6,55 (alleen Zat.) 9,18 11,6 2,23 5,47 9,28 7,45 10,— 11,35 3,15 6,23 10,5 9,40 11,30 12,45 4,55 7,20 11,19 9,50 11,35 1,— 5,15 7,32 11,34 9,55 12,25 2,10 5,20 10,17 daar Zwolle: Vertr. Amersfoort 9,1 9,45 1,36 6,13 9,32 Zwolle 10,56 11,10 4,10 7,45 11,26 Aankomst te Leeuwarden Groningen 2,— 2,- 8,25 10,14 2,6 2,6 8,5 10,5 Postwagendienst (Onderneming A. Schimmel) tusschen AmersfoyCfe'n Maarsbergen. Van Amersfoort 's morgens te 7 en 's namiddags te 2,30 uur. Van Maarsbergen 's morgens te 9,43 en 'savonds na aankomst van de laatsten trein. Naar Hilversum: Aankomst te Vertr. Amersfoort Baarn Hilversum Utrecht Amsterd. 7,28 8,35 9,20 11,10 1,30 2,40 5,45 9,— 9,30 7,44 8,48 9,36 11,26 1,46 2,56 6,1 9,16 9,46 7,54 8,67 9,46 11,36 1,56 3,6 6,11 9,26 9,56 8,30 9,38 1,20 3,42 6,37 9,48 11,- 8.43 9,32 10,35 12,11 2.44 3,42 7,— 10,13 10,32 NaarZutphcn: Aankomst te (V. Baarn) V. Amersf Barneveld Apeldoorn Zutpheu 8,21 9,29 11,50 1.11 3,42 5,56 9.12 10,58 - 8,39 9,47 12,2 1,27 3,54 6,12 9,35 11,10 8,59 10,6 1,47 6,31' 9,55 9,31 10,37 2,19 7,1 10,28 9,54 10,56 2,42 7,20 10,51 III Als men 't niet reeds wist, dan zou men nu toch kunnen zien, dat de Tweede Kamer 't recht heeft van amendement. Bij dozijnen en twintigtallen worden er wijzigingen voorgesteld, maar veel ver andering in 't ontwerp-Kappeyne bren gen ze niet aan, want ze worden geregeld verworpen. Bij de behandeling van art. 21, dat de regeling der schooltijden en van de va- cantiën, de vaststelling van 't leerplan en van de bij het onderwijs te gebruiken boeken en de verdeeling der school in klassen aan 't hoofd der school opdraagt, onder goedkeuring van Burg. en Weth. en den districts schoolopziener, wensch- ten de Heeren v. Delden en v. Houten de regeling der schooltijden en vacantiën aan den gemeenteraad overtelaten. De strijd hierover nam een onrustbarenden omvang. De Min. verklaarde ten slotte amendementen als de voorgestelde nooit te zullen aannemen, en de beste handel wijze voor wie ze voorstellen, zei de Min., is de wet geheel te verwerpen. Na deze krasse uiting van achter de groene tafel, werd de Min. in het gelijk gesteld, en na FEUILLETON. III. (Vervolg) Het bericht van het ongeval, Chase overkomen, maakte een zoo diepen in druk op zijne oude moedervoor zoover wij wisten zijn eenige bloedverwant, dat zij een paar dagen later overleed. Mij werd dientengevolge opgedragen de ka mer van Chase en zijne zaken na te zien en in orde te brengen. Daarmede bezig, vond ik een brief in een enveloppe, waar op geschreven stond »Aan mijne moeder te overhandigen, ingeval ik niet van Meresdene terug kom, 15 November 1846." Ziehier den inhoud van het stuk Het is jaren geleden dat ik voor het eerst dien droom had. Ik heb herhaalde lijk getracht mij er niet door te laten im- pressioneeren, maar telkens droomde ik denzelfden droom wederof ik er aan dacht of niet, altijd weder verscheen het zelfde visioen. Hoe kon ik, met gezond verstand bedeeld, aannemen dat het iets meer zou zijn dan een van die gewone verwerping van één amendement, wer den de overige ingetrokken. Art. 22 geeft gelegenheid de schoollocalen, door het vrijgeven van uitdrukkelijk in de regeling genoemde uren, beschikbaar te stellen voor godsdienstonderwijs. De HH. Godefroi, Patijn en Roëll wenschten hieraan toe te voegen des noodig ver licht en verwarmd". De Kamer vereenig- de zich. met dit voorstel. De HH. v. Eek en v. Houten vreesden door de aanne ming van dit art. botsingen tusschen autoriteiten, en verwarring in het school onderwijs, doordat vele kinderen daar- .door gedurende enkele schooluren van onderwijs zouden worden verstoken. De kerkelijke partijen zagen in dit art. eene concessie, maar men moest niet denken, zei de Heer v. Wassenaar, dat hij iets gaf om deze concessie. Concessie, zoo klonk 't van achter de groene tafel, daarvan is geen sprakemaar het is de plicht der Reg. om in ons land waar wèl het beginsel van scheiding van kerk en staat heerscht, maar niet van strijd tus schen kerk en staat, om waar 't kan, allen op te roepen om mee te werken tot op voeding van de kinderen in de school, ook in den godsdienst door de gods dienstleeraren. De meeste leden ver- eenigden zich met het artikel. De zitting van Vrijdag was geheel ge wijd aan de onderwijzers. In een der aangenomen artikelen ligt uitgedrukt, dat éen onderwijzer op niet meer dan 40 scholieren regel worden moet. Bij de vaststelling der jaarwedden be haalde de Heer Moens een kleine triomf. De belangrijke traktementsvermeerde ring die hij in zijne oorspronkelijke amendementen had voorgesteld, trachtte hij wel niet meer te doen aannemen maar het traktement der minimumlijders werd op zijn voorstel toch gebracht op f 700,'t Minimum voor onderwijzers met hoofdacte werd op f 600, dat der overige op f 400 bepaald. We aarzelen niet dit artikel en dat hetwelk hoogstens 40 leerlingen voor éen onderwijzer voorschrijft, verbeterin gen te heeten, maar toch ligt 't zwaarte punt hiervan niet in deze artikelen zelf, maar in 't overgangsartikel 88, dat de termijn tot 1886 vaststelt om de voor schriften der wet geleidelijk in uitvoering te brengen. Vóór 5 jaar zou men deze minimum- ..traktementen flink genoemd hebben, nu begroet men ze reeds met een medelij dend schouderophalen welke waarde zullen ze dan hebben na acht jaar? Wat de benoeming van den onderwij- uitwerkselen van onzen geest, gedurende den slaap Hoe kon ik denken dat die droom betrekking had op de werkelijk heid f En toch, toen ik zes maanden ge leden, door toevallige omstandigheden in eene streek werd overgebracht, die als het ware den achtergrond vormde van mijne droomen, kon ik niet nalaten het vreemde van dezen samenloop op te mer ken. En die indruk werd nog sterker, toen ik bespeurde dat dezelfde droom veel va ker en in de bijzonderheden veel duidelij ker terugkeerde. Toen ik eindelijk zag dat de omstan digheden het noodzakelijk maakten, dat ik in den avond door die streek alleen zou moeten reizen, begon de droom mij een drukkende vrees in te boezemen. Ik was er volkomen zeker van dat ik de plek zou zien, toen ik verleden week die voorloopige reis maakte. Ik wist het als een onomstootelijke waarheid, zoo dat, toen wij over dien laatsten heuvel kwamen en den zoogenaamden Witten weg naderden, ik dadelijk de plek her kende, die jaren la.ng het steeds terug- keerende onderwe.rp mijner droomen was geweest. Daar lag het landschap voor mij zoo als ik het voor het eerst in mijn slaap ge zien had, en zooals het sedert steeds dui delijk teruggekomen was. Van lieverlede begon ik in het nachtelijk visioen te on derscheiden, dat een winterlandschap in schemerlicht voorstelde en somtijdsjzag ik, zoo als men dat in een droom ziet, in flauwe omtrekken eenchais met een paard tegen den heuvel opklimmen. Ook die zag ik langzamerhand duidelijker en toen ik ongeveer eene maand te Charrendon was, kon ik duidelijk zien dat ik zelf het rijtuig bestuurde. Bijna eiken nacht droomde ik datzelfde. Ik zat alleen in de chais, de lantaarns aangestoken, wier licht aan het witte paard en de witte in snijding, die ik altijd weer zag, iets spook achtigs gaf. Altijd zag ik mijzelven op dezelfde plaats, maar toen er voor het eerst sprake was van de mogelijkheid, dat ik de taak van Mr. Shepfold zou moeten overnemen, begon mijn droom eenigzins te veranderen. Toen zag ik dat er een koude mist neerhing, waardoor het licht der lantaarns, er flauw doorheen schij nende, nog spookachtiger werd. Een oogenblik zag ik mijzelven in de gewone positie het rijtuig besturende, maar een oogenblik later waren paard en chais verdwenen en zag ik mijzelven over een op den straatweg liggende persoon gebo- zer tot hoofd eener school aangaat, ble ven de vergelijkende examens behouden, ofschoon de Heer Moens beperking hier in als zeer wenschelijk aanbeval. De Mi nister erkende de nadeelen, maar meen de dat zij niet weg te nemen waren. Voortaan zal na een gehouden vergel. examen de schoolopziener alleen de no minatie opmaken. Tot dusverre deden dit Burg. en Weth. in overleg met den schoolopziener. Is dit verbetering? zal men vragen. We weten niet, wat hierop te antwoorden. Zooals alle zaken, heeft ook deze bepaling zoowel zijne licht- als schaduwzijde. De algemeene maatregel van inwendig bestuur, die het vergelij kend examen nog nader regelen zal, zal de balans wel naar de eene of naar de andere zijde doen overhellen. Voorts behandelde de Kamer Vrijdag nog de bepalingen omtrent ontslag en schorsing der onderwijzers. Schorsing zal niet meer kunnen plaats hebben met stilstand van jaarwedde. De nieuwe week begon met 't alom bekende art. 23 der oude wet, in dit ont werp art. 33, en waarin gesproken wordt over de opleiding tot alle christelijke en maatschappelijke deugden. De anti-re volutionaire Heer de Jonge achtte het zijn christenplicht voor te stellen om de gen. In een zijner handen hield hij de le deren zak, waarin het geld der bank was geborgen. Zijn gelaat was met een zwart krip bedekt, maar daar liep een roode streep op den witten grond waar hij lag, en mijne handen waren met dezelfde kleurbedekt. Vreeselijke afschuw vervul de mij, want ik voelde dat ik hem vermoord hadOntzet over hetgeen ik gedaan had trachtte ik zijn lijk naar den kant van den weg te slepen, waar eene helling van een honderd voet begint. Op dit punt van mijn droom werd ik steeds wakker. Drie weken lang werd ik eiken nacht door dit verschrikkelijke droomgezicht vervolgd, en toen ik wist dat het eindelijk bepaald was, dat ik de reis alleen zou doen en de overtuiging gekregen had, dat er werke lijk zoo een plek bestond, geheel in alle bijzonderheden overeenkomende met wat ik maar al te goed kende, toen kon ik niet langer in twijfel blijven omtrent de beteekenis van mijn droom. Het kon niet anders zijn dan eene voorspelling eene waarschuwing voor hetgeen er stond te gebeuren. Ik zou daar zijnik zou die plek op mijne terugreis alleen en in don ker voorbijkomen, omstandigheden aller gunstigst voor den aanvaldie ik niet wijlelde, dat op mij om den wille van het

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1878 | | pagina 1