Amersfoort en Omstreken
1878.
No. 348.
VOOR
Zaterdag" 20 Juli.
Uitgever: A. IffSlothouwer,
Uren van vertrek der alg"emeene Communicatie-middelen voor Amersfoort.
Zomerdienst, geopend 15 Mei ,1877.
Nederlandsche Ceatraal-Spoorweg.
Ooster-spoorweg.
Herziening der wet op het
lager onderwijs.
Eene geheimzinnige ge
schiedenis.
Overzicht der week.
BUITENLAND.
WEEKBLAD
Dit l.lad verschijnt des Zaterdags namiddags,
bonnemcntsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 0,75.
Fianco door het geheele Rijk0,85.
Afzonderlijke nummers10 Cent.
Boekhandelaren en Postdirecteuren nemen bestellingen aan
te Amersfoort.
Avdertentien van 15 regelsƒ0,50.
Iedere regel meer0,07.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen door den belanghebbende in persoon
bezorgd.'0,25.
Naar Utrecht: Aankomst te
Vertr. Amersfoort Utrecht Rotterd. 'sHage Arnncm
6,55 (alleen Zat.)
9,18
11,6
2,23
5,47
9,28
7,45
10,—
11,35
3,15
6,23
10,5
9,40
11,30
12,45
4,55
7,20
11,19
9,50
11,35
1,—
5,15
7,32
11,34
9,55
12,25
2,10
5,20
10,17
Naar Zwolle:
Vertr. Amersfoort
9,45
1,36
6,13
9,32
Zwolle
10,56
11,10
4,10
7,45
11,26
Aankomst te
Leeuwarden Groningen
2,— 2,6
2,— 2,6
8,25 8,5
10,14 10,5
Postwagendienst (Onderneming A. Schimmel) tusschen Amersfoort en Maarsbergen.
Van Amersfoort 's morgens te 7 en 's namiddags te 2,30 uur.
Van Maarsbergen 's morgens te 9.43 en 's avonds na aankomst van de laatsten trein.
Naar Hilversum: Aankomst te
Vertr. Amersfoort Baarn Hilversum Utrecht Amsterd,
7,28
8,35
9,20
11,10
1,30
2,40
5,45
9,—
9,30
7,44
8,48
9,36
11,26
1,46
2,56
6,1
9,16
9,46
7,54
8,57
9,46
11,36
1,56
3,6
6,11
9,26
9,56
;,30
9,38
1,20
3,42
6,37
9,48
11,-
8.43
9,32
10,35
12,11
2.44
3,42
7,—
10,13
10,32
Naar Zutphen: Aankomst te
(V. Baarn) V. Amersf. Barneveld Apeldoorn Zutphen
8,21
9,29
11,50
1.11
3,42
5,56
9.12
10,58
i,39
9,47
12,2
1,27
3,54
6,12
9,35
11,10
8,59
10,6
9,31
10,37
1,47 2,19
6,31
9,55
7,1
10,28
9,54
10,56
2,42
7,20
10,51
IV (Slot.)
De voorgestelde wet tot regeling van
het lager onderwijs is, in haar geheel, op
Donderdag li. met 52 tegen 30 stemmen
aangenomen.
Dat wij ons over dien uitslag verheu
gen, is duidelijk. Al hadden wij hier en
daar wijzigingen gewenscht, al hadden
wij, onder meer, gaarne gezien, dan vele
van de door den Heer Moens voorge
stelde, maar weer ingetrokken amende
menten aangenomen waren toch zijn
wij overtuigd, dat deze wet in menig be
langrijk opzicht de voorkeur verdient bo
ven die van 1857.
Doch wij verheugen ons niet alleen
over den gunstigen invloed, dien de nieu
we wet op ons lager onderwijs zal heb
ben, maar ook, én bovenal, zouden we
haast zeggen, daarover, dat nu onze bin-
nenlandsche politiek weer meer kans
heeft, om op zuiver terrein te komen. De
onderwijsvraag heeft in de laatste jaren
onze politiek geheel beheerscht. De
woorden openbare" en bijzondere"
school schenen het kort begrip van onze
tegenwoordige staatkundige geloofsbe
lijdenis te vormen. Bij vele candidaturen
zoowel van de rechter- als van de lin-
FE UILLETON
IV. (Vervolg)
Ik begon onmiddelijk te droomen. Na
tuurlijk bevond ik mij weder op dezelfde
plek, onder de gewone omstandigheden,
bezig met eene poging het bloedige lijk
weg te slepen.
Maar ziel wat nieuwe en vreeselijke
onthulling is dit Welke verschrikkelijke
oplossing van de geheimzinnige bedoe
ling mijner droomen is dit? Het krippen
masker, dat mij tot dusverre het gelaat
van mijn aanvaller had verborgenj, is
verdwenen 1 en ik herken in den aanran
der en dief de niet te miskennen trekken
vanmaar ik durf zijn naam
niet te schrijven, uit vrees dat dit papier
in andere handen mocht komen dan de
uwe, moeder maar gij zult begrijpen
wien ik zag, indien ik u zeg, dat het hij
was, die de ongelukkige oorzaak is van
ons groot verdriet, en die wij meenen dat
thans ver weg is. Ik werd dadelijk weder
wakker in een onbeschrijfelijken geestes
kerzijdewerd minder naar bekwaam
heid en beginselvastheid gevraagd dan
ooit te voren. Van liberalen kant nam
men genoegen met de verzekering, dat
de aangeprezen candidaat »een warm
voorstander van het openbaar onder
wijs" was; van clericale zijde was men
gerust en voldaan als men wist, dat de
persoondien men tot staatsman zou
moeten maken,den bijbel op de school"
wilde hebben.
Is de twistappel nu voor een reeks van
jaren buiten het bereik der strijdende
partijen gebracht? Waarschijnlijk is dit
het geval. Want bij de tegenwoordige
samenstelling der Eerste Kamer is daar
eene verwerping van de wet ondenkbaar.
Het zou eene ongerijmde onderstelling
wezen, dat Z. M. de Koning zou terug
komen op eene voordracht, door Hem
zeiven weinige weken aangebodenen
door de Wetgevende Macht met over-
groote meerderheid aangenomen. Alleen
zou het volks-"petitionnement, waar
voor in het clericale kamp niet slechts
het klavier der volksconciëntiemaar
ook de Turksche trom der machtspreu
ken zoo ijverig bespeeld worden, eenigen
zin kunnen hebben, wanneer de wet, na
de aanneming van ingrijpende amende
menten, kon worden voorgesteld als niet
meer overeenstemmende met de door
cjmArawjjmjMjegj wunwniy rmwrwroa MvtrmBKiuiuzstavn
toestand, die alles overtrof wat ik ooit
gekend heb. Indien ik alles wat vooraf
gegaan was als eene voorspelling mocht
beschouwen, waarom zou ik er dan aan
twijfelen dat de catastrophe door dien
ongelukkige zou' worden veroorzaakt?
Dit zou toch niet minder mogelijk zijn
dan eenig ander deel van mijn vreeselij-
ken droom. Indien er eenige waarheid in
was, en indien het voorbeschikt was, dat
ik door hem zou worden aangevallen en
beroofd, dan was er voldoende reden
voor mij om de hulp af te wijzen van een
metgezel op de reis. Neenl nu wist ik dat
ik alleen moest gaan en afwachten wat
gebeuren moest, of om voor altijd van
dien droom verlost te worden. Indien ik
hem werkelijk moet ontmoeten, en hij
werkelijk dus in Engeland is, dan is het
beter dat niemand buiten mij het weet.
Dan kan de droom per slot van rekening
nog het middel zijn om hem te redden en
mij te verhinderen in een daad, die mij tot
mijn dood toe zwaar zou wegen.
Tot zoover was ik gekomen op den
dag na mijn tocht met den Heer Shep-
folds en ik had dus slechts te wachten tot
den dag van heden. Het is nu zoover
over weinige uren ben ik op weg. Gedu-
den Koning in de oorspronkelijke voor
dracht nedergelegde beginselen.
De eindstemming maakte een zeer
gunstigen indruk. De liberale meerder
heid die onder de vorige ministeriën
'steeds verdeeld en verbrokkeld was, had
zich nu vast aaneengesloten. Terecht
maakte de Heer Barge haarvan de
overzijde, een compliment over de disci-
pliniwaarmede zij den leader harer
keuze had gevolgd. De minderheid be
stond gelijk zich liet verwachten uit
anti-revolutionairen en ultramontanen
door twee conservatieven versterkt. On
ze beide Amersfoortsche afgevaardigden
behoorden tot de tegenstemmers. Wij
hopen, dat de kiezers van ons district
zich dit bij eene volgende verkiezing zul
len herinneren.
Onze lezers zullen het ons ten goede
houden, dat wij, nu de wet reeds aange
nomen is, de discussie over de laatste ar
tikelen onbesproken laten. Wij kunnen
dit des te meer doen, omdat wij vertrou
wen kunnen dat de voordracht van den
Minister, waarin de Kamer geene enkele
belangrijke wijziging bracht, weldra, in
den vorm van eene wet, in veler handen
zal zijn.
rende de laatste dagen is het visioen tel
kens weder gekomen, wanneer ik door
vermoeienis overmand in slaap viel; ter
wijl ik overdag bijkans aan niets anders
heb kunnen denken dan aan dat akelig
schouwspel op den Witten weg.
Ik vertrek, maar nu ten minste voor
bereid."
Dit geschrift gaf maar zeer weinig licht
over de zaak en leidde, om kort te gaan,
tot niets. Er kon niets verder gedaan
worden voordat Chase weder zoo ver
hersteld was om persoonlijk ophelderin
gen te geven. Maar er verliepen eenige
maanden voordat dit mogelijk werd
want hij beterde slechts zeer langzaam.
De doctoren verboden ten stelligste hem
te ondervragen en ik was omtrent het ge
beurde geen haar wijzer, op het tijdstip,
toen men hem wel genoeg verklaarde om
voor het bestuur van onze bank te ver
schijnen.
Natuurlijk was ik er met de anderen,
die tot het geval in betrekking stonden,
bij tegenwoordig. Het had veel van een
terechtzitting met gesloten deuren, en die
arme Chase werd evenals een beschul
digde voorgebracht. Toen hij binnen
kwam trof ons zijn veranderd voorkomen.
De laatste bijeenkomsten van het con
gres te Berlijn hebben plaats gehad, het
tractaat van Berlijn is door de vertegen
woordigers der zeven mogendheden on
derteekend, en Berlijn is door de pleni-
potentiairen reeds weder verlaten. Een
oogenblik scheen de goede verstandhou
ding in gevaar, toen de overeenstemming
tusschen Rusland en Engeland niet ge
makkelijk bleek te verkrijgen te zijn,
over het terrein dat met de vesting Batum
aan Rusland zou worden afgestaan, maar
zooals wij reeds mededeelden, wist Graaf
Bismarck de zaak in orde te brengen.
Ondanks den tegenstand van Turkije is
in het tractaat nu ook de wensch van het
congres opgenomen aangaande de recti
ficatie der Grieksche grenzen, als het aan
Oostenrijk gegeven mandaat tot bezet
ting van Bosnië en de Herzegowina,
Oostenrijk heeft zich omtrent die bezet
ting met Turkije te verstaan, maar de
bewoordingen van het tractaat laten niet
veel twijfel over aangaande de wijze
waarop dit zich verstaan bedoeld wordt.
De laatste berichten luiden dat de over
eenstemming tusschen Oostenrijk en
Turkije op dat punt reeds verkregen is,
doch vereischen nog bevestiging.
Ik had hem slechts tweemalen gezien na
dat hij op den bewusten tocht was uitge
gaan, eens toen hij bewusteloos in het
tolhuis lag en eens daarna, toen hij in het
hospitaal werd verpleegd. Nu zag hij er
twintig jaren ouder uit; zijn smal bleek
gelaat was diep gerimpeld, zijn zwart
haar met grijs vermengd, terwijl de droo-
merigheid van zijn oogopslag plaats ge
maakt had voor eene wilde uitdrukking.
Zijne zwarte kleeding verhoogde zijn
spookachtig voorkomen nog meer. Hij
deed echter zijn best om zijne gedachten
te verzamelen en antwoordde op de vra
gen, die de voorzitter hem deed, voor zoo
ver ik mij herinneren kan het volgende.
Het verhaal, mijne heeren, dat gij in
den brief aan mijne moeder hebt gevon
den en mij zooeven hebt voorgelezen is
volkomen overeenkomstig de waarheid.
Het is uitvoeriger dan wat ik nu zou
kunnen zeggen omtrent mijn toestand
vóór den 15^ November. Ik heb er wei
nig bij te voegen, maar wat ik weet zal ik
u vertellen.
s Toen ik den Witten weg naderde, op
mijne terugreis, was alles volkomen zoo
als ik het in mijn droom gezien had. Ik
had mij reeds zoo dikwijls in dien toe-