Voor het sluiten van het congres en nadat het tractaat onderteekend was, hield Graaf Andrassy eene rede om den dank der gevolmachtigden uittespreken aan Prins Bismarck, voor de uitstekende leiding van het congres, waarop door dezen is geantwoord met de verklaring, dat hij met ingenomenheid medegewerkt had aan het tot stand brengen van het vredewerk. Graaf Beaconsfield is misschien wel degeen der gevolmachtigden die zich het meest verheugen kan over den afloop van het congres, en het resultaat zijner politiek. Bij zijne terugkomst in Enge land is hij op eene wijze ontvangen, die hare wederga niet heeft. Eene ontzetten de jubelende menigte wachtte hem aan Charing-cross station op, nadat hij reeds te Dover met jubel en ovatiën was be groet. Gelijkte verwachten was verblindt het succes ook nu weder het Engelsche volk, en brengt het er toe om nu den man te vergoden, dien het straks nog met steenen wierp. Ook Andrassy zal met de noodige eerbewijzen door den Keizer van Oostenrijk ontvangen wor den. Veel minder geestdrift wacht den franschen gevolmachtigden Wadding- ton de Franschen schijnen het niet zeer te billijken, dat deze met ledige handen thuis komt en er loopen zelfs geruchten, dat men zich te dien opzichte op eene verrassing kan voorbereiden. Volgens de K'ölnische Zcitung zou namelijk aan Frankrijk als tegenwicht tegenover den vermeerderden invloed van Engeland in de Middellandsche zee, zekere vergoe ding in Tunis en Syrië aangeboden zijn, en zou er nog een geheim tractaat be staan, waarbij Frankrijk gemeenschap pelijk met Engeland de integriteit waar borgt van het overschot van Turkije. Zelfs zouden dergelijke tractaten door Engeland met Italië .en met Oostenrijk gesloten zijn. Met zekerheid is natuuriijk hieromtrent niets te zeggen en hoewel het te bejammeren zou zijn dat Frankrijk, nu het zich op een zuiver standpunt heeft geplaatst, en zich zoo krachtig hersteld heeft van de geleden schokken, meedeed aan de roofzuchtige politiek der andere mogendheden, is het toch volstrekt niet onmogelijk dat er in dien geest zou ge handeld zijn. Hoewel de gewelddadige verdeeling van het Turksche rijk een bedroevend verschijnsel moet genoemd worden op het gebied der politiek, toch mag eene goe de zijde er van niet over het hoofd wor den gezien. Zijn de berichten juist dan zou eene Engelsche maatschappij reeds con cessie hebben verkregen van de Porte tot het aanleggen en de exploitatie van een spoorweg van Mersina over Diae Bekr naar Erzerum en zouden er over verdere concessies worden onderhandeld. In London moet zich eene commissie heb ben gevormd, die zich met den aanleg van spoorwegen wil belasten door het dal van den Tigris en den Euphraat. Wanneer dit alles werkelijkheid wordt en Engeland met krachtige hand de teu- stand, bevonden dat ik niet meer kon zeg gen of het droom of werkelijkheid was. Ik voelde alleen dat ik mijn noodlot niet ontloopen kon en verkeerde in een toe stand van volslagen machteloosheid. Het is mij niet mogelijk nauwkeuriger te verhalen wat er gebeurde. De mist omgaf mij. Toen volgde een oogenblik van worsteling, naar ik meen; ik viel en ontwaakte twee maanden later in het hospitaal. Meer weet ik niet te zeggen." Maar hebt gij dan niemand gezien? Heeft niemand u tegengehouden?" «Zoover ik weet niemand, maar ik kan het niet bezweren. j Maar de pistolen? Waren dat de uwe?" s Ja, zekerheidshalve had ik ze mede genomen, maar zonder het voornemen om ze te gebruiken. Als ik mij wel herin ner heb ik ze uit den zak genomen en voor mij op den voetenbank gelegd, toen ik de tol door was, want ik wilde niet dat iemand zou zien, dat ik gewapend was." »Op uw woord van eer, Mr. Chase, kunt gij u niet herinneren aangevallen te gels van het bestuur in Klein-Azië vast houdt dan kan het bezwaarlijk uitblijven, dat de gevolgen der roofzuchtige eer zucht van Disraëli een zegen zullen zijn voor een volk, dat door het wanbestuur der Turksche regeering verarmd en ver drukt werd in eene landstreek die onder de vruchtbaarste van de geheele wereld behoort genoemd te worden. Terwijl de bezetting van Bosnië en de Herzegowina met veel moeilijkheden ge paard gaat, heeft de inlijving van Cyprus op geheel tegenovergestelde wijze plaats gehad. Lord John Hay, die tot de komst van Sir Garnet Wolseley als gouyerneur optreedt werd door de bevolking met gejuich begroet, waaruit mag worden op gemaakt, dat zij met de' Turksche "wijze van bestuur niet ingenomen was. Minder gemakkelijk zullen de Grieken in hunne nieuwe grensregeling slagen. De Porte schijnt niet genegen in eenige uitbreiding van Griekenland toe te stemmen, en in middels verwoesten de Turksche ongere gelde troepen in Epirus en Thessalië alles te vuur en te zwaard. Eene bloedige bot sing tusschen Turken en Grieken schijnt niet te zullen uitblijven. Daags voor het onderteekenen van het tractaat van Berlijn zag een officieel rap port van den Engelschen consul Tawcett het licht over den toestand der vluchte lingen in het Rhodope gebergte. Dat rap - port vervulde verschrikkelijke bijzonder heden omtrent de gruwelen door Bulga ren en Kozakken bedreven, gruwelen die alles overtreffen wat men zich daarvan voorstellen kan. In enkele gevallen zelfs zouden ze door geregelde Russische troepen bedreven zijn. Waarschijnlijk zal daaromtrent eene enquête plaats hebben. De koningsmoordenaar Hödel, de be drijver van den eersten aanslag op het leven van Keizer Wilhelm, is door den crimineelen senaat van het Kaumerge- richt te Berlijn ter dood veroordeeld. De toestand van den Keizer is langzaam vooruitgaande; toch kan hij nog niet zon der hulp voedsel tot zich nemen. Te Berlijn is eene politieverordening uitge vaardigd met betrekking tot de paspoor ten. Reizigers worden daarbij verplicht hun paspoort of paskaart aan den loge menthouder ter hand te stellen, die ze aan de politie moeten overhandigen. Het verkeer zal er niet weinig door worden belemmerd. Volgens de XIX Siècle is in Frankrijk eene geheime vereeniging tot stand ge komen onder den naam van Légion de St. Maurirc, waarvan de leden aange worven worden onder alle rangen van het leger. Het blad zegt er de statuten van te bezitten en geeft er geeft er enkele bijzonderheden van en eindigt met de vraag of de minister van oorlog, die van de Marseillaise niets weten wil, niet beter deed zich meer bezig te houden met de maatregelen, die door de ultramontanen aangewend worden om het leger te des- organiseeren. In de Fransche kolonie Nieuw Caledo- zijn Ik kan er een eed op doen, dat ik mij niets meer herinner, dan wat ik reeds ge zegd heb." En het geld, waar was dat In het kastje onder het kussen, in de lederen zak met letterslot, die Mr. Shep- fold altijd gebruikt." En gij weet er niets meer van dan dat het zich daar bevond, toen gij van huis gingt?" Niets, op mijn woord van eer." Na eene lange pause, gedutende welke menig teeken van teleurstelling door de aanwezigen werd gegeven, vervolgde de voorzitter aldus Het is nu mijn plicht u te vrage nwien gij, in het merkwaardig verhaal van uwe droomen, bedoelt als uw geheimzinnigen aanvaller. Het is zeer bepaaldelijk in uw belang dat gij ons hoegenaamd niets verzwijgt, hetzij van het werkelijke hetzij van uwe droomen." Wordt vervolgd nië zijn twee inlandsche stammen in op-^ stand gekomen. Er werd een aantal blanken vermoord. Tegen de inlanders wordt nu een ware verdelgingsoorlog gevoerd. Twee compagnieën soldaten zijn er van Saigon heen gezonden, terwijl deze weder door twee compagnieën uit Toulon worden vervangen. De tentoonstelling zal waarschijnlijk tot den isten December geopend blij ven. Te Napels is eene bijeenkomst gehou den van Italia irredentawaarop onder anderen het recht van Ifalië besproken is, op het bezit van die streken waar Italiaansch gesproken wordt, maar die thans nog onder vreemd bestuur staan, zooals bijv. Triëst en Istria. De sprekers namen eene zekere gematigheid in acht. De heiligverklaring van Pius IX is voorloopig uitgesteld; met bijna eenpa rige stemmen hebben de kardinalen be slist dat daarvoor thans geene aanleiding bestaat. De benoeming van een nieuwen aartsbisschop van Napels zonder dat de Paus dqarvoor de goedkeuring der regee ring had aangevraagd zal aanleiding ge ven tot eene interpellatie, wanneer het Parlement weder bijeenkomt. In Noord-Amerika wordt wederom krijg gevoerd tegen de Indianen. Amersfoort, 19 Juli 1878. Wij ontvingen dezer dagen het verslag van de Amersfoortscke Vereeniging tot bestrijding van epidemische ziekten en ontwaarden daaruit, dat deze Vereeniging er zich in verheugen mag dat hare po- gengin om door bevordering der openbare reinheid de verspreiding van epidemische ziekten te voorkomen en tegen te gaan, van lieverlede meer worden op prijs te zien gesteld bij die klasse van inwoners die in den regel het meest onder epide mieën te lijden hebben. Terwijl toch in den zomer van 1876 aan 165 gezinnen met 707 personen de middelen verstrekt werden om hunne huizen te reinigen, meldden zich in den loop van 1877 218 gezinnen met 922 personen daartoe bij het bestuur aan. Uit de ons verstrekte mededeelingen blijkt daarenboven dat reeds in enkele gevallen de hulp door de Vereeniging verschaft, het gevolg heeft gehad dat de bewoners van huizen in de achterbuurten niet hebben gewacht tot hun de gelegenheid tot reiniging weder werd verschaftmaar zeiven de handen aan het werk sloegen. Behalve dat de ver eeniging in dit opzicht werkzaam is, tracht zij ook door verspreiding van ge schriften de zaak der reinheid en der volksgezondheid te bevorderen. In het afgeloopen jaar werd door haar gezamen lijk met de vereeniging tot bespreking van algemeene belangen een geschrift uitgegeven en verspreid, waarin de wen- schelijkheid uiteen gezet werd van eene algemeene toepassing van het tonnenstel sel in deze gemeente. Door de welwillende medewerking van het gemeentebestuurmocht de vereeni ging er ook in slagen, verschillende bouw vallige woningen te doen af keuren en de opruiming te verkrijgen van enkele hoogst hinderlijke cn voor de gezondheid der buren zeer nadeelige raestverzame- lingen. Hoe verheugend in dit opzicht de resul taten van den arbeid dezer vereeniging ook zijn mogen, toch is daaraan eene scha duwzijde verbonden. Elke uitbreiding na melijk van den werkkring veroorzaakt eene vermeerderiug van uitgaven, en zoo sloot dan ook de rekening aan het einde van het jaar met een nadeelig saldo van ruim f 50.ten deele ook veroorzaakt door het overlijdenen het vertrek van enkele leden en donateursterwijl er he laas ook ingezetenen zijn, die hunne bijdragen aan de vereeniging onttrokken. Dit is een treurig verschijnsel, te treu riger omdat aan de eene zijde de contribu tie aan het lidmaatschap verbonden niet hoog is en ten andere omtrent de resulta ten, thans reeds verkregen, geheel verlo ren gaan moetenwanneer de pogingen der vereeniging niet op flinke wijze wor den voortgezet. Slechts door gedurende geruimen tijd de minvermogenden aan reinheid van hunne woningen te gewen nen kan men hen die als eene behoefte leeren te beschouwen. Het doel der ver eeniging is niet, voortdurend kosteloos middelen uittereiken voor het reinigen der woningen, maar slechts om daarmede voorttegaan, totdat eene aansporing van buiten niet meer noodig zal zijn. In de eerste jaren moet er evenwel nog worden geholpen en daarvoor is geld noodig. Wij voldoen gaarne aan den wen3ch van het bestuur der vereeniging en sporen onze lezers aan om door geldelijke bijdragen de pogingen der vereeniging krachtig te steunen. Waar vele medewerken wordt de arbeid licht; laat niemand daarom ach terblijven Zondag vbormiddag 11 uur had te Amersfoort plaats de algemeene vergade ring van het Genootschap van leeraren aan gymnasia en hoogere burgerscholen, onder leiding van dr. D. Burger, rector te Amersfoort. De toestand van de Vereeuiging bleek zeer gunstig te zijn. Bij acclamatie werden tot honoraire le den benoemd de heeren dr. Van Eijken, inspecteur van hethooger onderwijs, en dr. Halbertsma. Tot president voor de volgende verga dering, die te Utrecht zal gehouden wor den, werd dr. Van den Es, rector te Utrecht, gekozen. In plaats van den heer dr. F. De Boer, die als secretaris aftrad en verzocht niet weer in aanmerking te ko men, werd gekozen dr. G. J. Dozy, terwijl de heer Meijer aH penningmeester herko zen werd. Het voorstel van den heer Meijer om in 't vervolg alleen leeraren der gymnasia tot leden van het genootschap aan te nemen, werd na ernstige discussieu verworpen. Het onderwerp van den heer Burger: in hoeverre is de methode van de studie en het onderwijs in de verschillende leer vakken hetzelfde?" lokte weinig discussie uit. Na afloop der vergadering vereenigde men zich aan een gezelligen maaltijd. De Heer W. J. Hubers van Assenraad heeft het le natuurkundig Staatsexamen met goed gevolg afgelegd. Woensdagmiddag is in de kazerne al hier een wachtmeester door een ander mi litair gevaarlijk aan het hoofd verwond. De vermoedelijke dader is in hechtenis genomen. Onderstaande nauwkeurige opgaaf van de bevorderingen op de Latijnsche scholen alhier, wordt ons verzocht te plaatsen. Van de le naar de 2e klasseI. K. W. Stein, R. A. Lauts, A. L. Ruijs, A. Die- venbacbvan de 2e naar de 3e klasseD. Ruijs, J. A. van Beek, H. Limpersvan de 5e naar de 6e klasseH. P. S. Spit, R. J. Hooijkaas, J. N. Poort, B. Smits, J. J. Poort, G. L. Rinkel. Door vertrek naar elders van den heer L. A. van der Meulen, benoemd tot agent, voor Amsterdam en omstreken, bij de le vensverzekering-maatschappij «de Phoe nix" te Parijs, valt de betrekking van Directeur der Amersfoortsclie legrafanis- vereeniging met den 1. Augustus aanstaan de open. Utrecht, 16 Juli. Vrijdag werd in het gebouw voor K. en W. alhier de aange kondigde vergadering gehouden van de in schrijvers voor den Stichtschen Tramway. Na eenige veranderingen in het concept, welke notarieel werden beschreven, wer den de statuten bekrachtigd, en tot com missarissen benoemd de hh.jhr. W. K. Huydecoper te Zeist, president, J. Kooij Jr. te Amsterdam, mr. W. C. Baron van Boet- zelaer te de Bildt, G. Vas Visser te Doorn, mr. C. R. Merkus te Utrecbt, P. Van den Arend te Utrecht, Chr. J. Van Eeghen te Amsterdam, secretaris. De heer W. J. Visser werd tot directeur, en de heer G. Vas Visser te Doorn nog bovendien tot gedelegeerde van commissarissen be noemd. Allen lieten zich deze keuze wel gevallen.

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1878 | | pagina 2