Amersfoort en Omstreken
1878.
No. 846.
VOOR
Zaterdag* 10 Augustus.
Uitgever: 4. M. Slothouwer,
Uren van vertrek der algemeene Communicatie-middelen voor Amersfoort.
Zomerdienst, geopend 15 Mei 1877.
Nederlandsche Centraal-Spoorweg.
Ooster-spoorweg.
BOEK BESCHOUWING.
De kwakzalverij met geneesmidde
len en de middelen om haar te be
strijden.
De apotheek „de gouden leeuw."
n.
WEEKBLAD
Di t J lad verschijnt des Zaterdags namiddags,
bonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 0,75.
F. anco door het geheele Rijk0,85.
Afzonderlijke nummers10 Cent.
B ekhaudelaren eu Postdirecteuren nemen bestellingen aan
te Amersfoort.
Avdertentiën van 15 regels0,50.
Iedere regel meer0,07.
Groole letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen door den belanghebbende in persoon
bezorgd0,25.
Naar Utrecht: Aankomst te
Vcrtr. Amersfoort Utrecht Rotterd. 'sHage Arnnem
6,55 (alleen Zat.)
9,18
11,6
2,28
5,47
9,28
7,45
10,—
11,35
3,15
6,23
10,5
9,40
11,30
12,45
4,55
7,20
11,19
9,50
11,35
1,-
5,15
7,32
11,34
9,55
12,25
2,10
5,20
10,17
Naar Zwolle:
Vertr. Amersfoort
9,1
9,45
1,36
6,13
9,32
Zwolle
10,56
11,10
4,10
7,45
11,26
Aankomst te
Leeuwarden Groningen
2,-
2,—
8,25
10,14
2,6
2,6
8,5
10,5
Postwagendienst (Onderneming A. Schimmel) tusschen Amersfoort en Maarsbergen.
Van Amersfoort 's morgens te 7 en 's namiddags te 2,30 uur.
Van Maarsbergen 's morgens te 9.43 en 's avonds na aankomst van de laatsten trein.
Naar Hilversum:
Aankomst te
Naar Zutphec
Aankomst te
Vertr. Amersfoort Baarn Hilversum
Utrecht Amsterd.
(V. Baarn) V. Amersf Barneveld Apeldoorn Zutphen
7,28
7,44
7,54
8,30 8,43
8.21
8,39
8,59
9,31 9,54
8,35
8,48
8,57
9,38 9,32
9,29
9,47
10,6
10,37 10,56
9,20
9,36
9,46
10,35
11,50
12,2
11,10
11,26
11,36
1,20 12,11
1,11
1,27
1,47
2,19 2,42
1,30
1,46
1,56
2,44
3,42
3,54
2,40
2,56
6,1
3,6
3,42 3,42
5,56
6,12
6,31
7,1 7,20
5,45
6,11
6,37 7,—
9,12
9,35
9,55
10,28 10,51
9,—
9,16
9,26
9,48 10,13
10,58
11,10
9,30
9,46
9,56
11,— 10,32
Een boek voor allen die hun gezond
heid en hun beurs liefhebbendoor Dr.
V. Bruinsma, leer aar in de scheikunde
te Leeuwarden, en Dr, G. W. Bruin
sma, praktiseerendgeneesheer te Steen
bergen.
Leeuwarden,H. van Belkum Kzn. i8"j8.
In den loop van dit jaar is onder bo-
venstaanden titel een werkje uitgegeven,
dat niet genoeg onder de aandacht van
ieder kan worden gebracht. Op eenvou
dige en begrijpelijke wijze toonen de
schrijvers aan, hoe het publiek voortdu
rend bedrogen en beetgenomen wordt.
In de eerste plaats wordt besproken de
Firma F. Ad. Richter en Co. te Nijmegen
en de zoogenoemde Dr. Airy's natuur
geneeswijze, en aangetoond hoe door
vier middelen honderden van kwalen
heeten genezen te kunnen worden, ter
wijl tevens het bedriegelijke van verschil
lende in de uitgaven dier firma voorko
mende attesten wordt aan het licht ge
bracht Vervolgens komt Thomas
(1 Wij behandelden deze quaestie reeds in onze num
mers van 29 Dec. 1876 en van 12 Jan. 1877. Red.
FEUILLETON.
Onze jonge vriend, die voor het eerst
de stad bezocht, schonk weinig aandacht
aan zijn omgeving en zocht, in gedachten
verdiept, zijn logement op. Het jonge
meisje hield hem meer bezig, dan de
zaak, waarom hij eigenlijk gekomen was.
En toch kwam hij om geen onbeduidende
kleinigheid. De uitslag van zijn pogen
kon integendeel van grooten invloed zijn
op zijn toekomst.
Eerst toen hij den volgenden morgen
ontwaakte, in zijn klein maar lief kamer
tje, op de derde verdieping, met het uit
zicht op den Rhijn, begon hij zijne ge
dachten met ernst te laten gaan over zijn
bezigheden. Hij moest een broeder op
zoeken, van zijn gestorven vader, van
wienmen, inde familie, sedert jaren geen
woord gehoord had. De oom had zich
om zijn neven en nichten zoo weinig be
kommerd en pogingen van den een of
ander, om met hem in relatie te komen,
zoo onvriendelijk opgenomen, waar-
Holloway aan de beurt en het onbe
schaamde van zijne wijze van advertee-
ren. Het vierde hoofdstuk is gewijd aan
kwakzalverij door boeken, en hierin
worden verschillende werken opgenoemd
die aan het publiek raadgevingen aanbie
den, die meestal een onmiskenbaar nut
hebben voor de beurs van den raad
gever. Het blijkt dan dat men, om met
den schrijver van die raadgevingen in
aanraking te komen, eerst geld moet
betalen bijv. f2,50, dikwijls vefel
meer daarvoor verkrijgt men het
voorrecht om door hemtegen verdere
betalingbehandeld te worden. Op die
wijze vangt bijv. zekere chirurgijn J. J.
Breemer te Amsterdam vele lichtgeloo-
vigen in zijne wetten. Ook de lezers van
een boek Voor Moeders" zullen dezen
heer Breemer achter de schermen vinden.
Ook een zekere Dr. Lohe te Amsterdam
oefent deze voordeelige industrie uit.
In een vijfde hoofdstuk wordt de kwak
zalverij door brieven behandeld. Hier
vinden wij vele welbekende advertentiën
terug: bijv. die van den »spciaalarts"
Dr. Killisch, die per brief epilepsie ge
neest die van Albert Krahmer van
Reinhold Retzlaff en van de erven Wed.
Abbring, welke allen radikale middelen
tegen dronkenschap beweren te bezitten.
Verder herkennen wij advertentiën tegen
gehoorlijden, tegen breuken, tegen kan-
schijnlijk uit angst, dat zijn geheele fami
lie van plan was hem af te zetten, dat
men hem eigenlijk geheel vergeten had.
Men wist alleen dat hij als apothekers
bediende ergens in Keulen was terecht
gekomen, dat hij daar nu voor een
weduwe een geheele apotheek bestuurde
en waarnam, dat hij een welgesteld man
was geworden en getrouwd was, maar
dat zijn vrouw was overleden en hem een
dochter had nagelaten.
Friedrich Schindler was nu op weg om
den afvalligen oom weer op te zoeken,
en hem bekend te maken met eenige
familie omstandigheden, welke van dien
aard waren, dat hij gegronde hoop meen
de te mogen hebben, dat oom wel gene
gen zoude zijn hem voort te helpen. Hij
spiegelde zich al een betrekking voor,
die hem genoeg zou opbrengen, om zijn
onbemiddelde moeder en twee zusters
mede te onderhouden.
Met bijzondere zorg maakte hij zijn
tQÜet, borstelde zijn kleeren wat af, waar
mee hij ze niet nieuwerwetsch kon maken,
al had de beste kleermaker uit zijn dier
baar vaderstadje ze gemaakt, zette den
plat ronden hoed op zijn bruine lokken,
ker enz. en telkens moet men weer be
ginnen, met eene zekere som gelds te
storten. Daarentegen behoeft men zich
aan deze geneesheeren volstrekt niet te
vertoonenin enkele zeldzame gevallen
moet men echter een vlokje haar, een
gedragen lapje of zoo iets dergelijks, op
zenden 1
In het zesde hoofdstuk geven de schrij
vers de redenen op, waarom de kwakzal
verij van overheidswege moet worden
bestreden.
Het volgende hoofdstuk handelt over
de nieuwsbladen, als hulpmiddelen voor
den kwakzalver. De Heeren Bruinsma zijn
van oordeel, dat de hoofdredacteuren alle
advertentiën van kwakzalvers moesten
weren. Eenige bladen hebben daartegen
opgemerkt, dat hunne redactiën moeielijk
de deugden van zulke geneesmiddelen
konden beoordeelen; anderen, bijv. het
Nieuws van den Dag, meenden, dat zulke
advertentiën dikwijls met attesten van
doctoren prijken, wier namen in de we
tenschap gezag hebben. (Toch niet de
Heeren Lohe en Breemer Zeker is het,
dat de keuze tusschen de bevordering van
de belangen der aandeelhouders en die
van het publiek niet altijd gemakkelijk is.
En dat de nauwlettendste zorg der redac
tiën niet altijd in staat is, om zulke adver
tentiën van kwakzalvers buiten de ko
lommen hunner bladen te houden bewijst
stak een sigaar aan, en ondernam zijn
wandeling naar de apotheek >de gouden
leeuw," waarheen de kellner hem den
weg beschreef. De leeuw, die van boven
de glazen deur hem grimmig aankeek
met opengesperde kaken en opgeheven
klauwen, was spoedig gevonden, en Frie
drich stapte, niet zonder een bijzondere
popeling van zijn hart te ondervinden, de
keurige winkel binnen. Voor de toon
bank stonden een paar klanten te wach
ten, om geholpen te worden door een
jongen bediende, met een sluw, oneerlijk
uiterlijk, terwijl naast hem een oudachtig
man bezig was, om op kunstige wijze
gouden mutsjes te drukken op de kurken
der medicijnfleschjes. Die man droeg een
grijze kamerjapon, een rood mutsjeboven
zijn verknepen, geel en rimpelig gezicht
en had een sigaar stijf tusschen de lippen
gedrukt.
Op Friedrich maakte het uiterlijk van
djen man, dien hij voor zijn oom hield,
een minder gunstigen dan wel komieken
indruk. Zijn lange, magere vingers, zijn
krampachtig dichtgeknepen lippen, alsof
hij bang was zijn sigaar te verliezen, zijn
levende blik schenen te kennen te geven,
eene dergelijke aankondiging in de
Geneeskundige Courant, die er eenige
maanden in moest blijven staan, omdat
de uitgever, buiten weten van de redac
tie, zich bij contract tot het opnemen had
verbonden.
Het achtste hoofdstuk is getiteldDe
kwakzalverij tegenover de Geneeskunde.
Hierin wordt betoogd, dat, met welwil
lende medewerking van het Openbaar
Ministerie, vele van die wijzen van adver-
téeren wettelijk vervolgd zouden kunnen
worden. Dat dit niet geschiedt, is veelal
aan onverschilligheid van het Genees
kundig Staatstoezicht te wijten.
In het laaiste hoofdstuk stellen de
schrijvers eenige wijzigingen in de be
staande wetgeving voor, door welker toe
passing de staat aan de kwakzalverij een
einde zou kunnen maken. Zij sluiten dit
hoofdstuk met de woorden Het wel
zijn des volks zij de hoogste wet."
Ten slotte vinden wij nog drie aanhan-
sels. In het eerste komt eene lijst voor
van al de in Nederlandsche nieuwsbladen
aanbevolen geneesmiddelen. In het
tweede wordt de samenstelling van de
meest geadverteerden dier middelen op
gegeven. In het derde eindelijk vindt
men eene lijst van waarlijk aanbevelens
waardige, populair-geneeskundige wer
ken.
Wij zijn eenigzins uitvoerig geweest in
dat hij graag in elk fleschje een dosis ver
gift zou gieten, om dan eens in stil genot
af te wachten, hoe het de patenten beko
men zou.
Daar de oude heer druk bezig was
vroeg Friedrich aan den jongere
»Kan ik hier den heer Ernst Schindler
vinden?"
De jongste bediende scheen het ant
woord op die vraag uit een der porselei
nen potten te moeten halenalthans hij
klom als een kat boven op een ladder en
keek in een pot.
»Schmeckebein, haal me de pharma
kopaca, die staat niet zoo hoog in de
lucht," riep de oude heer verdrietig.
Daarop wendde hij zich tot Friedrich en
zei: szocht ge Ernst Schindler? wat
moest diewat wilt ge met hem
»Ik ben zijn neef Friedrich, uit K
Ik kom met veel groeten van moeder
en
»Och, zoo? komt ge uit K...! en is
dat nu Friedrich Schindler? Komt ge
oom Ernst eens opzoeken 'tis jam
mer, 't spijt me wel, maar die is dood 1"
Dood 1" riep Friedrich en hij betrok
van schrik.