Ik ben niet graag alleen met mijn ge dachten. en nog vreeselijker is het, te genover Karei te zitten, die een onschul dig gezicht trekt, of hij van den Prins geen kwaad wistl O, die huichelaar I genoten en hunne taal draagt daarvan zeer duidelijk de kenteekenen. Wat hun aan vormen ontbreekt vergoeden zij ech ter door de warmte waarmede zij hunne zaak verdedigen, eene warmte die her haaldelijk in heftigheid overlaat en hen dikwijls doet vergeten wat men zeggen kan en wat niet. Zoo moest onder ande ren de socialist Hasselman herhaaldelijk tot de orde geroepen worden, wegens het uiten van oproerige taal. De redevoering van den socialist Reinders, fotograaf van beroep gaf aanleiding tot een hevig tu mult toen hij der vergadering toeriep, dat al die voor de wet stemde een landver rader moet genoemd worden. Tot dusver hebben de beraadslagin gen ten gevolge gehad dat art, i tot 5 zijn aangenomen terwijl art. 6 zoowel als een amendement dat aan de wet terug werkende kracht zou geven verworpen werd. Door deze stemming werden eenige artikelen overbodig en art. 11 en volgen de in behandeling genomen. Dit art. even als de vier volgende werd aangeno men; art. 16 daarentegen, houdende be perking van de woonplaats van hen die zich met het socialisme bezighouden, werd verworpen. Een onderzoek naar het gebeurde met David Lazzaretti, den zoogenaamden profeet, heeft aan het licht gebracht dat de ongelukkige vrachtrijder een werktuig is geweest in de handen der geestelijk heid en dat hij ongeveer tien jaren met de clericalen in betrekking stond. Waar om deze verbroken werd is niet duidelijk gebleken maar heeft wellicht zijn oor zaak in het uitblijven der gelden die hem door de geestelijkheid werden verstrekt. KENNISGEVINGEN. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Brengen den ingezetenen in herinne ring de navolgende bepalingen van de artt. 27 en 42 der wet van den 29. Maart 1833 (Staatsblad No. 4), houdende de be lasting op het personeel, gewijzigd bij de artt. 7 en 14 der wet van den 9. April 1869 (Staatsblad No. 59): I. Die na den 15. Mei een perceel in gebruik neemt, is voor dit perceel de be lasting naar de vier eerste grondslagen, voor den tjjd des dienstjaars die dan nog over is, verschuldigd. Aan den belastingschuldige die in den loop des dienstjaars een perceel verlaat, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in zijnen dienst achtertelaten, wordt ontheffing verleend van zijn aanslag naar de vier eerste grondslagen voor den tjjd des dienstjaars die dan nog over is, indien daarvan door hem binnen den tijd van eene maand, volgende op die waarin hij het perceel verliet, tegen bewijs, schriftelijk aangifte is gedaan ten kantore van den Ontvanger, op een aldaar koste loos verkrijgbaar biljet. De ontheffing wordt ook verleend over het driemaandelijksch tijdvak waarin het perceel werd verlaten, indien de belasting- Ik zocht mijn braceletten, je weet wel, die zware gouden, die ik van grootpapa kreeg. Ze waren niet te vinden. Ik vroeg toen Karei om mij te helpen zoeken; hij krijgt weer een kleur en discht me een onhandig verhaal op, hoe hij ze onlangs had bekeken, en laten vallen en bij den goudsmid had gebracht om te laten re- pareeren enz. enz. Alles praatjes na tuurlijk. Ik geloof er niets van, en dat zei ik hem, en flink ook. Lisel schrijf mij dadelijk watje er van denkt, Wat heeft Karei met die brace letten gedaani Ik durf er zelf niet over na te denken! 29 October. Ook zij begint nu de onbeschaamdheid tot het uiterste te drijven. Gisteren is zij hier aan huis geweest, en heeft gevraagd om Karei te spreken Meneer is niet te huis," zei de meid, maar Mevrouw is in plichtige daarna, doch in den loop van datzelfde tijdvak, een ander perceel waar voor hij belastingplichtig is, in gebruik neemt. Bij overlijden van den belastingplich tige treden zijne erfgenamen in dezelfde rechten en verplichtingen. Het ingebruik stellen van dienst- of werkboden en paarden, of vaa die welke, aanvankelijk gebezigd tot onbelastbare of minder belastbare einden, overgaan tot belastbaar of hooger belastbaar gebruik, wordt met aanschaffing gelijkgesteld, Aangifte daarvan wordt gedaan op een biljet ter invulling bij den Ontvanger ver krijgbaar. II. De belanghebbenden worden voorts opmerkzaam gemaakt op hunne verplich ting, ingevolge de wet van den 26. Mei 1870 (Staatsblad No. 82betrekkelijk de grondbelasting, om van de nieuw-ge- Btichte of herbouwde gebouwen binnen drie maanden na de geheele of gedeeltelij ke ingebruikstelling van het gebouw of, wat de ongebouwde eigendommen betreft, vóór den aanvang der landverbetering. aangifte te doen bij het Bestuur der ge meente waarin de eigendommen gelegen zijn. Bij verzuim zal men zichzelven te wij ten hebben de nadeelen die hieruit moeten voortkomen. Amersfoort, den 14. October 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTUS. VAN PERS1JN. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat de Commissie, die zich gedurende onderscheidene jaren heeft be last met de bezorging van spijzen aan be- hoeftigen, zich weder bereid heeft ver klaard om gedurende den aanstaanden winter hare pogingen tot leniging van de armoede voorttezetten. Burgemeester en Wethouders openlijk hunnen dank betaigende zoowel aan de bovengenoemde Commissie, voor hare belanglooze en edelmoedige werkzaam heid, als aan de Ingezetenen, voor hunne milddadige medewerking, maken tevens bekend dat de Commissie voornemens is, om op Maandag, den 21. October e. k. aantevangen met het openen der aan de huizen te doene inschrijvingen, tot deel neming aan het uitdeelen van spijzen ge durende den aanstaanden winter; terwijl de ingezetenen dezer gemeente dringend worden aangespoord om door ruime intee- kening de heilzame pogingen dier Com missie te ondersteunen en daardoor hunne belangstelling in deze zoo nnttige inrich-' ting te toonen. Amersfoort, den 14. October 1878. Burgemeester en Wethouders vosrnoemd, De Burgemeester, De Secretaris, VAN PERSIJN. W. L. SCHELTUS. Amersfoort, 18 Oct. 1878. Z. M. heeft aan den Heer Jhr. Mr. H. J. L. van Sasse van Ysselt, op zijn ver- de tuinkamer." »Zoo," zei ze toen, dan komjik nog wel eens terug: zal je vooral niet aan Mevrouw zeggen, dat ik hier geweest ben Ik heb, Goddank, eerlijke boden, en de meid heeft mij, zooals haar plicht was, dadelijk overgebracht wat dat schepsel gezegd had. Ze vertelde mij ook dat de juffrouw een foudraal in de hand had, precies zoo als dat, waar mijn braceletten in waren. Zouden ze te bang wezen, om mij te bestelen? Als ik die braceletten weer terug vind, zweer ik ze nooit meer te zullen aanraken, Ze zijn voor mijn gedachte voor eeuwig bezoedeldl [Telegram aan Lise, afgezonden 31 October, des voormiddags te ,8.20: Kom overmorgeyi in plaats van morgen. Wacht in elk geval mijn briej af.] 31 October. Heb je niet vreemd opgezien van mijn telegram, beste Lise? Ik zal je nu zoek, eervol ontslag verleend als Auditeur bij den Schuttersraad der dd. Schutterij te Amersfoort. Dinsdag, den 22. October 1878, des namiddags half twee, zal de Raad der ge meente Amersfoort eene vergadering hou den. waarin de punten van behandeling zijn: 1. Missieve van Gedeputeerde Staten, ontwerp-besluit en suppletore begrooting over 1878, betrekkelijk de vernieuwing van den puinweg naar Leusden. 2. Rekest van J. Brom en J. van Doorn tot aankoop van een stukje brug, met ad vies vau Burgemeester en Wethouders. 3. Aanvullings-kohier der hondenbe lasting over 1878. 4. Idem, van den hoofdelijken omslag, 5. Begrootingen van de schutterij, het burgerlijk armbestuur en het burger weeshuis voor 1879. 6. Rekest van den opzichter over de gem.-eigendommen, om verhooging zijner jaarwedde. 7. Rekest van het onderwijzend perso- deel aan de herhalingsschool, om verhoo ging van bezoldiging. 8. Gemeente-begrooting over 1879. De spreekbeurten in de vergaderingen der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen alhier zullen vervuld worden: op 14 November, door den Heer J. Th. Oosterman (schrijver van »Emancipato- ria"), van Zierikzee; op 19 December, door Ds. P. M. Keiler van Hoorn, van Dordrecht; op 9 Januari, door Ds. P. H. Hugen- holtz, van Amsterdam. en op 20 Februari, door den fleer W. Otto, te Amsterdam. De uitvoering der Zangvereeniging op 4 November a. s. zal, naar wij vernemen, gegeven worden ten bate van de Anna- Paulowne-bewaarschool en van de Kin derbewaarplaats hier ter stede. De officieren van gezondheid le kl. G. A. M. van Ewijk en J. O. Harthoorn, behoord hebbende tot het eskader in Oost- Indië en den 9 October in Nederland te ruggekeerd, zijn op non-activiteit gesteld. Bij het laatste prijsschieten door de onderofficieren en korporaals der dd. schutterij te Amersfoort werden behaald de le prijs, eene pendule, door den heer R. de Haas, sergeant, met 5 treffers en 9 punten; de 2e prijs, een meerschuimen sigarenpijp, door den heer J. K. van Wij- land, sergeant-majoor, met 5 treffers en 8 punten; ook de 3e prijs behaalde de laatst genoemde. In het Vaderland lezen wij het volgende verslag: Gisteren Dinsdag hield de Utrechtsche afdeeling der Vereeniging tot bevordering van Fabriek- en Handwerksny verheid een openbare vergadering ter bespreking van maatregelen, in het belang van het be houd der bestaande Keulsche Vaart te nemen. zeggen, waarom ik je eerst wilde schrijven. Maar voor alle dingen, beloof me plech tig, dat j tal de brieven, die ik je sinds mijn trouwen schreef, zult verbranden, en doe je best, om alles te vergeten wat er in stond. O Lisel wat ben ik dwaas en kinderach tig geweesten wat heb ik mij door mijn ergdenkendheid een verdriet bezorgd 1 Ik ben vandaag jarig. Ik had daar ter nauwernood aangedacht. Die leelijke ja- loersche inbeeldingen hadden alle andere gedachten bij mij verdrongen. Van morgen vroeg vond ik, voor mijn bed, drie pakjes. In twee er van waren de vermiste armbanden, en in het derde, een prachtige gouden ketting, die er vol maakt bij paste. Daar ging mij een licht op. Ik keek Karei vragend aan, en hij zei, lachend Begrijp je nu waarom ik naar den Haag moest, en waarom ik je braceletten heb gestolen? Van Kempen kon er, naar mijn onhandige teekening, geen ketting bij maken. Hij moest de dingen zelf zien. En ik zou er nog niet gekomen zijn, als Ma- De vergadering werd 0. a. bijgewoond door het lid der Tweede Kamer, den heer Bastert, den Burgemeester van Utrecht, den Wethouder De Muralt, verscheiden gemeenteraadsleden en vele belangstellen den. De Voorzitter de heer Van Eelde, wee3 op het groot belang, dat voor Utrecht in het behoud der bestaande vaart gelegen was, en stelde daar tegenover de enorme kosten van den aanleg der vaart door de Geldersche vallei. Hij gaf in overweging een commissie van hoogstens 20 leden te benoemen, die zich een deskundige en een secretaris zou kunnen toevoegen en tot taak zou [hebben alles te doen, wat strek ken kan om art. 1 van het aanhangig wetsontwerp te doen verwerpen en daar voor in de plaats te doen aannemen, dat de bestaande vaart zoodanig zal worden verbeterd, dat zij voor de grootste Rijn schepen bevaarbaar is. De heer Bastert toonde in het breede aan, dat ook de ver legging der vaart in de onmiddellijke na bijheid van Utrecht (waarvoor z. i. zou noodig fzijn de beide spoorweglijnen naar Amsterdam en Rotterdam te verbinden) voor deze stad van het hoogste belang is, daar hoogstwaarschijnlijk langs die vaart zich spoedig een geheel nieuwe wijk zou vormen. De aanneming van het aanhangig wetsontwerp zou feitelijk de geheele vaart wegnemen. Spr. begrijpt daarom dan ook niet, hoe het mogelijk is, dat in het rap port van den hoofd-ingenieur, dat ook de handteekening van den hoofd-ingenieur der provincie Utrecht draagt, het belang voor Utrecht van de verlegging der vaart in de nabijheid der stad kan betwijfeld worden. Ofschoon spreker geen deskun dige is, meent hij, dat, afgaande op cijfers van vroegere berekeningenwaarbij f 6.800.000 voor verbetering der bestaan de vaart werd gevorderd en l'/2 millioen voor kanaliseering der Geldersche vallei voor de praamvaart, aan de schatkist 10 millioen zou kunnen bespaard worden door dit vroegere plan te volgen. Nadat de heer De Quartel een gedeelte van zijn bekende brochure te dezer zake voorgelezenjen de heer Van Eeden be toogd had, dat de vergadering beter zou doen door zich niet zelfstandig in den strijd te mengen, maar alleen adhaesie te betuigen aan hetgeen andere lichamen in haar richting reeds hadden gedaan, ook omdat te veel aandrang op de Kamers nadeelig kon werken, bestreed de heer Bastert dit laatste gevoelen. Hij hield het er integendeel voor, dat de stappen, door deze vergadering te doen, een nuttigen invloed op de uitspraak der Kamer zouden kunnen oefenen. Spreker zeide o. a. te hebben opge merkt, dat in Amsterdam een zeer sterke neiging bestaat ten gunste van het kanaal door de Geldersche vallei. Men wil daar van de vaart over Utrecht niet hooren, ook al kon men bewijzen, dat die richting beter was. Daarom achtte hij 't noodig, dat er een stem opga juist van hen, die de rie me niet zoo trouw geholpen had. Die heeft eigenlijk al de eer van de verrassing. Ik heb alleen maar de moeite van een paar tete- a -tête's met haar gehad, 't Is goed, dat het nu uit is: ik was heusch bang, dat je jaloersch zoudt worden." Er was nog een pakje voor mijKareis portret, met een beelderig mooie lijst er om, eigen werk van Marie. Ik heb mij vreeselijk geschaamd, beste Lise! en toch alles maar eerlijk opge biecht. Karei was zoo goed en lief, en behandelde de zaak zoo vriendelijk luch tig, dat ik soms door mijn tranen heen moest lachen. Dat alles vertel ik je wel nader. Maar ik moest je even schrijven, om je te vertellen, datje niet behoeft te ko men als een Argus met honderd oogen, om de gangen van mijn heer gemaal na te gaan. Of ja breng de honderd oogen toch maar mee om goed te kun nen waarnemen, hoe een innig gelukkig paartje er uit ziet. Adieu, beste 1 tot morgen.

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1878 | | pagina 2