van onteigende en gesloopte huizen, wel ke op het terrein stonden, gekocht hebben onder goedkeuring van den architect der Rijks-museumgebouwen. Met den blau wen arduin is Jiet nog erger gesteld, ver zekert ze. Hetlschijnt, dat de directie ver keerde teekeningen heeft ingezonden en dat dientengevolge, hetgeen trouwens zeer natuurlijk is, dé boel is verknoeid. De sponningen zijn te diep. Belgische werklieden werden ontboden om de stuk ken er in te lijmen en de steenen te her stellen. Zoo niet alle dan toch vele heipalen zijn te kort, zoodat men voor verzakking vreest, wanneer het zware hoofdgebouw eenmaal is afgewerkt. Met zekerheid kan intnsschen gemeld worden, dat niet tot den opbouw zal worden overgegaan, voor dat eerst het noodige onderzoek is inge steld. Er is inderdaad heel wat geschreven over den Kaspischen zandwilg. Thans deelt de heer G. Vas Visser in de »Landb. Ct." het navolgende mede. In het voorjaar van 1877 liet ik een stuk zeer schralen zandgrond, groot ruim 40 aren (wel is waar bouwland, maar mij te slecht om langer als zoodanig te gebrui ken), met Kaspischen zandwilg bepoten; de stekken waren niet dikker dan een pot lood uit onze landbouw-almanakken. Op het gewas van 1877 viel niet te roemen; wel stierven er zeer weinig stekken en maakten de meesten twee drie of vier loten, maar de teentjes waren dun en kort en zijn gebruikt tot het aanbinden van lei- hoornen enz. In den vorigen winter zijn de loten of teentjes alle afgesneden en hebben de stammetjes, nu krachtiger, jl. vooijaar ▼an drie tot zeven en acht nieuwe scheu ten gemaakt, ter lengte van 1 tot ruim 3 Meter, er zijn stammetjes bij die 4 a 5 lo ten van 3 meter maakten. Ieder die lust heeft kan den Kaspischen zandwilg bij mij komen zien en zelf gevolgtrekkingen maken; ik woon s/4 uur gaans van het sta tion Driebergen. Allertreurigst is de toestand te Amster dam; er loopen duizenden werklieden zonder werk rond; tal van gezinnen zijn broodeloos. In de laatste dagen vervoe gen zich dan ook herhaaldelijk krachtige, flinke mannen tot de politie; om als land- looper te worden opgenomen, en bjj wei gering gaan ze stelen om als dief te wor den gevat. TeSittartis de volgende afkondiging gedaan: Sedert eenigen tijd worden binnen de stad, uit de bestrating, straatsteenen genomen en door zekere personen ont vreemd en aan-buitengemeenten verkocht voor 3 ad 4 gulden de kubieke meter, deze ontvreemdingen worden voorname lijk gepleegd op de Molenbeek, aan het koffiehuis van Conrard Paulssen en in de Heistraat en verder door de geheele stad alwaar steenen door regenwater van kan- jelslosliggen. »Dat de ontvreemding vroeg in den morgen en voor dag geschied, is bekend. Wij loven eene premie uit van 5 gulden aan ieder burger, die een persoon bij deze ontvreemding betrapt en bij ons aangeeft. »Sittart25 October 1878. Burgemeester en Wethouders,' De Secretaris, J. H. Arnoldts. M. Jansen. Deze publicatie is tamelijk vreemd. Men weet waar, en ongeveer wanneer de steenen gestolen worden, en waar ze ver kocht worden. Niets ware dus eenvoudi ger dan de dieven door de politie op hee- terdaad te doen betrappen, en een onder zoek te doen instellen waar de ontvreemde steenen zijn verkocht. {N. R. Ct.) GEMENGDE BERICHTEN. Volgens berichten uit Konstantinopel worden aan de opstandelingen in Macedo nië wapenen en krijgsvoorraad gezonden. Van wie, wordt er niet bijgevoegd; de be weging wordt door Bulgaren op touw ge zet, maar het lijdt wel geen twijfel dat zij van de Russen uitgaat. Het hoofd der Bulgaren is de Wojwode Petko Pctko- vitch; een der correspondenten van de Köln: Zeitung." deelt eenige bijzonder heden mede omtrent deze interessante persoonlijkheid, met wie hij in het vorige jaar van Hainkioi naar Kasanlik reisde. Petko was toen aanvoerder van een Bul- gaarsche afdeeling. Hij zeide dat hij zijn leven lang de Turken had bestreden en toonde den correspondent tal van Russi sche, Servische en Montenegrijnsche rid derorden. Als lid eener Bulgaarsche com missie had hij Weenen, Parijs, Petersburg en Berlijn bezocht; vooral van de beide laatste steden sprak hij met groote inge nomenheid. Hij roemde de flinke hou ding der Duitsche soldaten. »Wanneer onze soldaten geleerd hebben zoo te groe ten als de uwen" zeide hij, »dan zullen zij even goed zijn". Petko vond Keizer Wil helm nog veel mooier dan den Czaar. Wat Bulgarije aangaat zeide Petko o. a.: »Wij willen een Christenvorst, maar onder ons is er geen enkele die daartoe geschikt zou zijn; we zijn te weinig beschaafd en moe ten dus naar een vreemde uitzien. We hadden liefst een Russischen Grootvorst, maar daar de mogendheden dit niet zullen gedoogen, willen we een Duitsch vorst hebben, en wel prins Frederik Karei, die een zeer fraaien uniform draagt. Maar van de Turken willen wij niets weten; zij moeten allen weg en de Czaar is veel te goed voor hen; hun goed moet onder de Bulgaren worden verdeeld, dat zal ik ook aan generaal Gourko zeggen." In het dal van Kasanlik gekomen, zag de correspondent een doode vrouw, die half naakt met verbrijzelden schedel op den weg lag. Hij vroeg: »Wat is dat, Petko?" Deze zag het lijk bedaard aan en antwoordde: Het is een Turkin". >Wie heeft haar gedood?" vroeg zijn metgezel. »Dat deden de Bulgaren," was het ant woord. »Maar waarom?" >Het is een Turkin" was Petko's bescheid; hij wendde zjjn paard af en reed door alsof hij een dooden vogel op den weg had gezien. Even onverschillig beantwoordde hij de vraag van den correspondent, waarom Turksche dorpen werden verbrand. Dat het Turksche dorpen waren, was voldoen de verklaring van het feit. Te Kasanlik scheidden de beide reizi gers. Petko is een imposante figuur, on geveer 50 jaar oud, met kort haar en een groote blonde snor, waarin grijze haren reeds merkbaar zijn; het gelaat duidde kracht en verstand aan; hij was schitte rend gekleed en droeg twee met zilver be slagen pistolen bij zich. Hoewel ik uren lang geheel in zijn macht was, was ik geen oogenblik bevreesd en ik ben overtuigd, dat hij mij niets zou hebben gedaan, al had ik nog zooveel geld bij me gehad, maar voor weinige roebels zou hij een Turk in koelen bloede hebben vermoord," schrijft de correspondent. Een practische dakbedekking mag ze ker die met gegoten ijzeren pannen hee- ten; dat ze duurzaam is werd bewezen door het feit, dat het vorstelijk slot te Bruns- wijk er in 1830 van werd voorzien en tot-* nogtoe niet de minste herstelling noodig had. Ook specifieke lichtheid is een eigen schap der ijzereD dakpannen; ze wegen toch bijna een derde minder dan leibedekking en meer dan de helft minder dan steenen panneD; voorts vorderen zij minder lat werk en een geringere helling van het dak- vlak, terwijl ze ten slotte nog bet voordeel opleveren dat ze bij brand haar waarde nooit geheel verliezen. De wijze, waarop men deze gegoten dakpannen, die door den heer C. E. Hagedoorn te Amsterdam ge leverd worden, aan de latten bevestigt, is van dien aard, dat het afwaaien onmogelijk is. Behalve pannen worden ook dakven sters en verhoogde ventilatie-vorstpannen met zijdelingsche openingen voor den af voer van schadelijke dampen vervaardigd. Toen Mac-Mahon gouverneur van Al- gerië was, gaf hij eens een bal; hij zag een jongen onderluitenantdie beschroomd tegen een deur leunde. Danst ge niet?" vroeg Mac-Mahon. >Helaas neen," was het antwoord; ik heb een dame gevraagd, maar zij heeft bedankt." »Wie is die dame?" vroeg Mac-Mahon. De jonge on derluitenant wees haar aan. »Hoor eens. jong mensch," zeide de Maarschalk, gij moet goed uit de oogen zien, als ge uw neus niet wilt stooten. Men vraagt, wan neer men niet bekend is, niet zoo ééu, twee, drie de vrouw van een Maarschalk. Die dame is mevrouw Mac-Mahon, die nooit danst, maar ik zal haar vragen dezen keer met n te dansen." En mevrouw Mac- Mahon danste met den onderluitenant. Te Bristol werd in den loop dezer week een tooneel vertoond, dat voorwaar een prachtig effect maakt in het kader van onze veelgeprezen beschaving. Een dron ken vader, Cockin van naam, sloeg zijn beide kinderen dood. Hij werd gearres- steerd. Daarop nam de moeder der ver moorde kinderen de beide lijkjes en stelde ze te kijk, tegen een stuiver toegang-geld. Honderden nieuwsgierigen liepen storm. En het aantal dooden zou zeker tot dui zenden zijn aangegroeid, indien de lijkjes niet na een zeker tijdsverloop hadden moeten begraven worden. Van het te Memphis verschijnende dag blad is het geheele personeel uitgestorven; de hoofdredacteur viel het eerst en de jongste kantoorbediende het laast; het was alsof de gele koorts systematisch te werk giQg- Het Journal du commerce maritime" verhaald het volgende min of meer fabel achtig klinkende geval van genezing van gele koorts te New-Orleans. Een man, door deze ziekte aangetast, lag in het Chauty Hospital" te sterven, toen zekere dr. Sa muel Choppin, van oordeel dat er niet de minste kans was om den lijder met de ge wone middelen nog te redden, besloot de proef te nemen met eene door hemzelve beraamde methode. »De patient", zoo luidt het verhaal verder, werd geheel naakt in een soort van net gelegd, en voortdurend met ijswater bespoten. Na twee uur en een kwartier was de warmte graad van het lichaam van 105 tot 58 graden verminderd en de polsslagen van 100 in de minuut tot 90. Toen hield men op, het lichaam herkreeg zijn normale temperatuur, de koorts verdween en de lijder viel in slaap. De Koning en de Koningin van Dene marken en Prinses Thyra zijn aan een groot gevaar ontsnapt, toen zij van het kasteel Bernsdorff terugkeerden. Op het oogenblik dat het rijtuig, waarin zij geze ten waren, over het spoor ging van Else- neur naar Kopenhagen, kwam een snel trein aangelukkig reed die juist tus- schen het rijtuig door en dat, waarin het gevolg der koninklijke familie was geze ten alleen de achterste wielen van het eerste rijtuig werden verbrijzeld. De wachter, die vergeten had het hek te slui ten, is op uitdrukkelijk verlangen van den Koning niet afgezet. Te Parijs is de kommunard Georges Ca- valiè, bekend onder den naam Pipe-en- Bois, overleden; hij was tot 10 jaar bal lingschap veroordeeld, maarte Mulhouse aan een borstziekte lijdende, vroeg hij ver lof voor een maand naar Parijs te komen, en in dien tijd stierf hij, na dus 7 jaar in ballingschap te hebben doorgebracht. In eene vergadering den 24. dezer te Apeldoorn gehouden en bijgewoond door een zestigtal ingezetenen is besloten Z. M. den Koning bij HD. huwelijk een hulde blijk aan te bieden. Er is eene Commissie benoemd van 10 beeren, die zich in ver binding zullen stellen met de onlangs be noemde dames-commissie. »Och, vriend, wilt ge zoo goed zijn dit eens voor me te wegen?" De welgekleed- de heer, die den winkel van een speksla ger te Berlijn binnentreedt, reikt, terwijl hy dit zegt, een groote ham over, welke hij onder deu arm droeg, 't Was vol in den slagerswinkel, maar een heer laat men niet wachten; de baas weegt dadelijk de ham en geeft het gewigt op. Wat ben ik u schuldig." >0 niets, volstrekt niets!" Meteen Dank je vriend" gaat hij heen. Wie schetst de verbazing van den slag ter toen hij een uurtje later buiten kwam en bemerkte dat de fraaiste zijner ham men, die voor het open venster waren uit gestald verdwenen was? In een Amsterdamsche tapperij bespeel de een man een harmonika. Een der be zoekers nam op zich voor den man met het bakje rond te gaan. Terwijl hij daar mede bezig was kwamen twee personen binDen, waarvan een in niet geheel nuch- teren toestand. Deze laatste wiérp in plaats van een cent, bij vergissing een goud tientje op het bakje. De bezoeker, die zoo bereidvaardig de taak van collec teur op zich had genomen, werd daardoor in verzoeking gebracht en eigende zich het goudstuk toe. Het werd echter opge merkt, en nu zal de gedienstige man zich te verantwoorden hebben voor de recht bank, daar een vervolging wegens diefstal tegen hem ingesteld is. Vorstelijke dankbaarheid. Een korpo raal bij de lijfgarde van Frederik de Groo te, die wel wat hoogmoedig maar toch een braaf soldaat was, droeg een horlogeket ting, waaraan hij by gemis van een horlo ge, waarvoor hij geen geld besparen kon, een kogel vastgemaakt had. De koning hiervan onderricht, wilde zich in hem verlustigen, en zeide: »Kor- poraal op mijn horloge is het zes uur, hoe laat is het op het uwe?" De korporaal moest nu zijn kogel voor den dag halen en antwoordde: Sire mijn horloge wijst my nog vijf, nog zes ure, maar zegt mij ieder oogenblik, dat het mijn plicht is, voor mijn vaderland te sterven. »Hier," her nam de monarch diep getroffen, »hier: mijn vriend, neem dit horloge," en reikte 't zijne over. opdat gij ook we ten moogt, wanneer het daartoe tijd is." Bij den storm, die laatstleden Woens dag te Philadelphia heeft gewoed, zijn van 31 kerken, 35 fabrieken, 27 scholen, 50 andere openbare gebouwen en 384 particuliere huizen de daken weggeslagen of de gebouwen op andere wijze bescha digd. Er zyn acht schepen gezonken. De geheele schade wordt op twee millioen dollars geschat, De meesten der aangeklaagde socialis ten te Parijs wilden geen advocaat nemen en verdedigden zichzelf. Een hunner, Basile Quesde betoogde dat de vervolging tegen hen geschiedde op het voetspoor van Pruisen; toen de president van het gerechtshof hem aanmaande deze beleedi- gende bewering in te trekken, zeide hij dat hij alleen een vermoeden had uitge sproken. De beschuldigde Coueste be toogde in den loop zijner verdediging o.a. dat in den oorlog van 187071 niet goed tegen de Duitschers was gevochten; de president merkte op, dat dit niets met het proces te maken had. Deville, redac teur van de >Egalité" zeide dat het verbod tot het houden van een socialisten-congres alleen in het hoofd kon komen van de op- pertunisten, die thans met de bourgeoise gemeene zaak maakten. Men vervolgde de meeningen, maar men zou alleen kun nen straffen door de wet te verdraaien, of moeten wachten totdat op het voorbeeld van Bismarck een strengere wet was inge voerd. Men meldt uit Hoorn van 26 Oct. Gisteravond woedde alhier een geweldig onweder. Te midden van het ratelen der donderslagen en 't felle lichten, ontstond er eensklaps een geroep»de toren staat in brandEn werkelijk zóó was het. Aangewakkerd door den harden wind, stond de annexe Groote Kerk bijna oogen- blikkelyk in lichtlaaije vlam. 't Gezigt was vreeselijkEen kolossale vuurregen verbreidde zich over de stad en 't is alleen aan de brjna bovenmenschelijke krachtin spanning van brandweer en burgerij te dankeD, dat het eindelijk mogt gelukken, de aaneengrezende gebouwen te bewaren. De kerk is geheel afgebrand; alles ligt in puin. De alteratie is alom groot. Deze avond blijft zeker in de herinnering on vergetelijk. De toren was een eigendom der ge meente Hoorn en de kerk behoorde aan de Herv.-gemeente. Beide waren tegen brandschade verzekerd.

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1878 | | pagina 3