AMERSFOORT-
N°. 9.
ARRONDISSEMENTS NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
ABONNEMENTS-PRI J S
Dit BLAD verschijnt geregeld om de 8 dagen, en wel des
DINGSD/iGS, legen ƒ3.80 per jaar.
4 Maart.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1 tol 6 regels ƒ0.00. Elke regel daarboven ƒ0.10.
Zegelgeld voor iedere plaatsing0.35.
NIEUWST IJ DIN GEN.
AMERSFOORT. Ter gelegenheid van de verjaardag van
Z. II. Prins Frederik der Nederlanden op 1.1. Vrijdaghad
er alhier eene luisterrijke parade plaats van het corps
Rijdende Artillerie. Door het sehoone weer begun
stigd was hel een treffend schouwspelterwijl de goede
houding der militairen en dc vaardigeen naauwkeurïge
uitvoering der manoeuvres en bewegingen niets te
wenscheii overig lieten.
In de huishoudelijke Vergadering van ons Depar
tement der Maatschappij tol Nut van 't Algemeen,
op Donderdag den 6 dezer zal de Verhandeling gehouden
worden door den Heer Mr. N. E. Zegers Feeekens.
Vergadering van BB.-. VV.\ MM.', op Woensdag,
5 Maart 1851 des avonds ten 7 ure in de Zwaan
bij van den Broek.
Voor BB.-. Bez.'. ten 8 ure.
Ter waarschuwing der Ingezetenen diene, nimmer
meer dan eeue kan wijn bij zich in het rijtuig te
nemen als men van builen do stad in komt rijden.
Ten bewijze strekke, da» onlangs een zeer fatsoenlijk
man aan een der stadspoorten is aangehouden en ge-
calangeerd en wel omdat hij 5 flesschen ronde wijn
bij zich haddie voor proeven moesten dienen.
De vrijwillige jagers der Utrechlsche Hoogeschool
die den tiendangschcii veldtogt hebben bijgewoondals
ook de Utrechlsche Studenten die destijds bij andere
korpsen in dieimt stonden, zullen zich op den 12
Augustus e. k. te Utreoht verecnigen ten einde geza
menlijk een vriendschappelijk herinneringsfeest te vieren.
Wij vernemenzegt deNieuwe Nijm. Cour.
dat in dc afgelonpene weekde vier Aartspriesters van
de Hollandsclie missie cene conferentie bij Mgr. de
Paredis (in Limburg) gehad hebben; het behandelde
onderwerp zou geweest zijn de regeling der hierarchic
votir de R. K. Kerk hier te lande.
In het goudland schijnen dc Genecsheeren niet
goedkoop te zijn. Althans Dr. Slillman te San Francesco
heeft den Heer II. Bigelowuiaire van Sacramento,
die gedurende vijf weken ten zijnen huize verpleegd
was, den 29sten November 1850 de vo'gende reke
ning doen overhandigen: u Voor verschillende uitgaven
gedurende zijne ziekte ten mijnen huize 480 dollars;
uitgave vour het wnsschen van het door zijne wonden
besmet linnen 185 dollars; voor huur van hel beste
bed en de grootste kamer van het huis 500 dollars;
voor een door koolchloor bedorven tapijt in die kamer
77 dollars; verschot voor een paar laarzen 10 dollars;
voor diversen als verband lichtververschingen
wijnen enz., 500 dollars; voor de dienstendag en
nacht door Dr. Slillman verleend, 500 dollars; totaal
2537 dollars (nagenoeg f6.500 Nedcrlandseh).
'SGRAVEN!!AGE, 21. Febr. In de bijeenkomst van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal van hedenis
ontvangen een Koninklijk Besluit, waarbij de Heer
IF. Boreel van Hoogelanden benoemd wordt tot Voor
zitter dier Kamer gedurende den nog overigen tijd
der tegenwoordige zitting.
Tot Voorzitters der afdeelingen zijn benoemd de
Heeren van Goltstein, de Man, flickers, van Zuijlen
en van HoBcelltot onder Voorzitters de Heeren Gevers,
Dullerl, Sloet, van Nispen en Lolsij.
De voordragt der Wet op de onteigening ten
a/gemeenen nutte, strekkende ter vervanging van die
van Mei 1841beslaat uit 78 artikelen. Daarbij wordt
niet alleen voorzien in de onteigening bij gewone
gevallen, maar ook in de onteigening, bij vestiugbouw,
bij den aanleg, het herstel, of hel onderhoud van
dijken bij besmettingof andere dringende omstan
digheden.
Ten gevolge van de bedenkingen der Tweede
Kamerbetreffende de voorgestelde wijzigingen der
Wet van 1840 op de burgerlijke pensioenenheeft
de Regering thans bij hare meinori# een eeuigzins
veranderd Wetsontwerp aangeboden. Bij die memorie
zijn gevoegd twee bijlagen. Eene derzelve behelst
opgave van het gelal der burgerlijke pensioenen van
ƒ2000 en hooger. Daaruit blijkt, dat er zijn: 38 ge
pensioneerden van 2000 tot benoden 250020
gep. van ƒ2500 tot beneden ƒ3000, 23 gep. van
ƒ3000 tot beneden ƒ3500; 12 gep. van 3500 tot
beneden ƒ4000; 9 gep. van ƒ4500 tot eiiraet ƒ5000,"
en dezen genieten te zaïnen eene som van 377,503.
De tweede ^ijlage bevat eene uitgewerkte opgave
van de vermoedelijke bezittingen en inkomsten van
het pensioenfonds van burgerlijke ambtenaren op 1
Julij 1888 en mitsdien 40 jaren na de oprigling van
hetzelve. Volgens deze berekening, zal het pensioen
fonds voor burgerlijke ambtenaren op 1 Julij 1886 in
het bezit zijn van een kapitaal van ƒ20,808.200 Nat.
Schuld rentende 2J pCt., en mitsdien wegens rente
eene jaarlijksche inkomst genieten van ƒ520,155,
terwijl de bijdragen wegens afloopende en doorloopende
korting, zonder overdrijving, doch altijd bij raming,
zullen opleveren ƒ210,000; tezamen: ƒ730,155; hier
van aftiekkende de kosten van administratie, blijft aan
zuivere inkomsten over ƒ721,355.
De Minister van Justitie heeft vermeend de on
derscheidene Plaatselijke Besturen des Rijks te moeten
indachtig maken op de laatstelijk plaats gehad heb
bende ontbinding van het Slecswijk Uolsteinsclie leger,
uithoofde het te voorzien isdat cr zich velen in
Nederland zullen komen aanbiedenom als soldaat
voor de Oost-Indische troepen te worden aangenomen.
Dientengevolge zijn voornoemde Besturen verwezen naar
de bepalingen der Wet van 13 Aug. 1849 Staatsblad
N°. 39) en de circulaire van den 28 daaraanvolgende,,
betreffende de uilzetting van vreemdelingen met uit-
roiodiging oiu zich dienovereenkomstig, inet upzigt tut
do zich aanmeldende ontbonden Sleeswijk-Holsteiusche
soldatente gedragenen ze alzoo aan de grenzen af
to wijzen. Ook de verschillende militaire autoriteiten
zijn in dien geest aangeschreven namelijk om geen
der meerbcdoeldc ontslagen militairen voor de Neder-
laudsche dienst aan te nemen. Voorschreven maatregel
vindt gedeeltelijk zijnen oorsprong in de omstandigheid
dat bij het Nederlandsche nrmeekorps geene behoefte
of althans gebrek aan vrijwilligers bestaat.
DUITSCHLAND. Het Ooslenrijksche hoofdkwartier is
van Hamburg naar het Uolstcinsch grondgebied en wel
naar Altuna overgebrngl. Al de schikkingen, welke de
Ooslcitiijksche krijgsbevelhebbers maken, duiden aan,
dat zij nog in langen tijd hel Noorden van Duilsch-
land niet denken té verlaten. De Ooslenrijksche Aarts
hertog Leopold bevindt zich met eeue afdceling van
het Ooslenrijksche corps tc Lubeck, en zal daar, meent
mengeruimen tijd blijven-
De voorstellen van Oostenrijkvooral dieom
met al zijne landen ook met de italiaanschc in den
Duilscheu Bond tc tredenvinden in DuitschlanJ met
eiken dag meer tegenkanting. Zoo bevat een der
jongste nummers der Kölnische Zeil. daartegen een
hoofdartikel, waarin wordt aangetoond, hoe Duitsch-
landen met name Pruisen door bedoeld plan van
Oostenrijk goed te keurenzich zou verpliglenom
ingeval van opstand in Italië of Hongarijevoor Oos
tenrijk het zwaard te voerenen zoo doende mede
te werken tot het in stand houden van eene monarchij,
die naar den geest des nieuweren lijds -niet eens dtn
naam van «Slaat» mag dragen, althans niet in dien
zinwaarin dc westelijke landen van Europa dien
naam voerenen ook voeren mogen.
Maarwal dan begonnen Terugkccrerf tot den
goeden ouden Duilscheu Bond ziedaar alles, wat
men in Duitschlaud van de conferentiën te Dresden
nog verwacht; want dat Oostenrijk zich met geweld
zou willen doen gelden, daaraan kan men te minder
geloovendewijl zijne plannen ook tegenstand vinden
bij niet Duitsche Mogendheden van Europa; zoodat dan
ook een zoo even bij ons ontvangen telegrafisch bcrigt
uit Berlijn van den 21 Febr. aan de Zeil. fiir Nord-
ücutschl. (Hannover) gezonden, en van dcu volgenden
inhoud, immers wal de laalste zinsnede betreft, allezius
nadere bevestiging behoeft:
Tot op dit oogenblik beslaat er nog geenerlei
vooruitzigt op eene plenaire zitting (!e Dresden).
Aan Vorst von Schwarzeuberg is van wege Pruisen
eene nota overhandigdwaarin dc medewerking tot
het instellen van een nieuw cenlraal-hcstuur wordt
geweigerd tol tijd eu wijle dal alle Duitsche Rege
ringen hare inziglen en denkbeeldenrakende eene
herziening der Bundswellenzullen hebben uilgespro
ken en een en ander gemeenschappelijk zal onder
zocht zijn.
Schwarsenberg wijst den eventueel aan de hand
gegeven voorslag, om tot den Bondsdag terug te kceren
bepaaldelijk af.
«Hoe het zij, de ure der beslissing nadert.»
- In de Beijersche Tweede Kamer is door een der
Leden, den Ueer Prellde volgende interpellatie aan
de Regering gerigl:
Het vertoog door de R.-K. Bisschoppen van Beijeren
d. d. 20 October 1850 aan den Kuning gerigt, moet
de opmerkzaamheid der Regering in hooge mate lot
zich trekken. Tegen de bepalingen der Grondwet, ver
klaart de Katholijke Kerk zichdaarin tot eeue zelf
standige en met het Staatsbestuur op ééne lijn slaande
magt, en verlangt zij voor zich het uitsluitend regt
tut bestuur van het onderwijs. Deze en dergelijke ver
langens worden niet geuit in den vorm van wenaehen
zij worden voorgesteld al^ een onvervreemdbaar regt
der Kerktegen hetwelk de Grondwet niets vermag.
De Bisschoppen komen dan ook tot de verklaring, dat
zij de tegen hunne vorderingen strijdende Grondwets
bepalingen nooit erkennen zullen noch immer erkend
hebben. Door deze verklaring treden de Bisschoppen
van Beijeren ontegenzeggelijk buiten de perken der
Grondwet; zij ontkennen dat de Grondwet voor hen
in alle gevallen verbindend is, hoewel *ij hnBr be
zworen en daardoor zich tot hare inachtneming en
instandhouding verbonden hebben. Zij komen daardoor
met zich en met 's lauds wetten in strijd.
«In deze omstandigheden schijnt de tusschenkomst
van het Staatsbestuur volstrekt noodig. Wil de Rege
ring niet zelve het gezag der Grondwet twijfelachtig
makenwil zij het niet aan de willekeur van een
iegelijk overlaten, de Grondwet te erkennen of niet,
dan moet de Wet ook in die bepalingen welke legen
den wensch der R. K. Geestelijkheid inloopenten volle
worden ten uitvoer gelegd. Dit te bevorderen is hel doel
der volgende vragen, die ik tot de Regering rigt:
1) heeft het Ministerie kennis gekregen van het ver
toog der Bisschoppen aan den Koning 2) welke
maatregelen is het Ministerie voornemens te werk te
stellen tot instandhouding van den door dat verloog
bedreigden wellelijken slaat van zaken in Beijeren?»
Bart*..
Onderstaand- artikel voorkomende in de Groninger
Courant van 25 Fdbr. j.l., vermeenden wij, oiu des-
zelfs belangrijkheid, over te moeten nemendusdoende
de aandacht van hen die het aangaat er te meer op
vestigende.
Ycrdeeling van boeten en verbeurd
verklaringen.
Beslaat er eene verordening welke uil haar begirsel
aanstootelijk en in de gavolgen voor de ingezetenen
verderfelijk is, dan voorzeker is het die, krachtens
welke een gedeelte van het bedrag der boeten en
verbeurdverklaringen in zake der directe belastingen
en accijnsen, onder de Ambtenaren wordt verdeeld.
Behoudens enkele uitzonderingen, worden toch de
processen verbaal van bekeuring wegens de voormelde
belastingen, bij transactie uit den weg geruimd
terwijl van het meer of min opzettelijke der over
treding; en van de meerdere of mindere gegoedheid
van den bekeurde, hel bedrag der boete afhankelijk
wordt gemaakt.
De Arrondissement!Directeur nu, aan wien de be
paling der boete is opgedragen moet by de bcoordccliug
der zaak le werk gaan naar do rapporten hein daar
omtrent door do commiezen en Controleurs gegeven;
hij zit op zijn bureau, ver verwijderd van do plaats
der bekeuring en is niet bekend met den persoon des
bekeurden noch met de bijzonderheden der zaakhij
heeft derhalve geene andere basis en is verpligt, hoe
regtvaardig hij ook zijn moge, z»cU daaraan le houden.
Maar juist die ambtenaren welke hot proces verbaal