AIERSFOORTSCHE
COURANT.
IV". 62.
I£M-«KU5N*
DONDERDAG 9 December d85%»
9 Deo. Donderd. Milton geb., 1608.
10 Vrijd.
11 Zalurd. N. M.Hendrik van Zutphen ondergaal den marteldood, 1524.
12 ZOND. «ldo Adv.Albr. v. Nailer over!., 1777.
18 Dec. Maand. Eerste Kerkvergadering te Trenle, 1545; Gellert overl., 1709.
14 Dingsd. Georg Calixtus geb., 1586.
15 Woensd. Quatert.Filips van Marnix overl., 1598.
16 Donderd. Martha Heed overl., 1821.
KENNISGEVINGEN.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER ia WETHOUDERS des GEMEENTE
AMERSFOOR T
Gezien eenc aanschrijving van den voormaligcn Staatsraad
Gouverneur der Provincie Utrechtvan 16 November 1841
(Provinciaal blad, N°. 59),
Herinneren den belanghebbenden dat de manschappenwelke,
voor zich zeiven bij de Nationale Militie dienende, hetzij door
overlijden vnn cencn vader, of wel moeder, weduwe zijnde,
of door ccnc plaats gehad hebbende rcgtcrlijke separatie of
echtscheiding ilcr ouders, of eindelijk door overlijden van cencn
broeder of broedersregl op vrijstelling hebben verkregen en
hun ontslag diensvolgens zullen verlangenzich daartoe, met
overlegging der noodigc bewijzen, ingerigt overeenkomstig de
voorschriften van de Arlt. 91 en 94 der Wet van den 8 Janu
ari! 1817 (Staatsblad, N°. 1), omtrent de inrigting der Nationale
Militie, in geschrifte zullen moeten adresseren vóór den 5 Januari)
1853. ter Plaatselijke Secretarie, alwaar tot dat einde zal
worden zitting echouden dagelijks van 10 tot 1 ure (de in te
vallen Zon- en Feestdagen uitgezonderd), en dat tot liet doen
dier aanvragen om ontslag, evenzeer als de manschappen zel-
vcn. hunne Ouders, Voogden. Curators en Gemagtigden be
voegd zijnherinnerende tevensdat degenenwelke gronden
van vrijstelling hebben verkregen in jaren, het laatst afgeloo-
pen jaar voorafgaande, deze nog kunnen doen gelden, mits
dit doende overeenkomstig het bepaalde bij Art. 23 der ge
noemde Wet; terwijl Burgemeester en Wethouders de belang
hebbenden voorts verwittigen, dat alle aanvragen tot ohtslag,
ter zake voorschrevenvóór gezegd tijdstip niet ingekomen
zijndeof waarvan de bewijsstukken met in behoorlijke orde
worden bevondenvoor het aanstaande jaar niet zullen worden
toegestaan.
Er opdat niemand hiervan cenigc onwetendheid zoude kunnen
voorwenden, zal deze worden gedrukt en aangeplakt op de
daarvoor gebruikelijke plaatsen.
Gedaan te Amersfoortden 4 December 1852.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. G. W1JERS.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
BURGEMEESTER ES WETHOUDERS der GEMEENTE
AMERSFOORT
Doen te weten, dal op Maandag den 13 December 1852.
des voormiddags ten elf ure, ten Raadhuizc. de uitloting zal
plaats hebben van de drie overige aandeden in de gcldlcening
ad /"25000, lot den Aanbouw van Militaire Stallingen aangegaan.
Amersfoort, den 7 December 1852.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. G. 4V1JERS.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
BURGEMEESTER es WETHOUDERS der GEMEENTE
AMERSFOORT
Doen te weten, dat door den Raad dezer Gemeente bet
navolgende Besluit is genomen:
De RAAI) der GEMEENTE AMERSFOORT,
Gezien Art. 254 der Wet van29Junij 1851 (StaatsbladN°. 85)
Gezien het Besluit van den Rund der Stad Amersfoort,
d.d. 11 Februarij 1826, N°. 11. houdende vaststelling van een
Tarief van Poortgeld, te betalen aan dc Poortiers voor het
openen der Poortenwelk Besluit is goedgekeurd bij 's Konings
Besluit van den 28 Maart 1826, N°. 116,
llecft besloten in te trekken voorzegd Besluit van den Raad
voor zoo ver de BETALING VAN POORTGELD aangaat, en
zulks te rekenen van af den 1 Januarij 1853.
Gedaan in de Vergadering van den Raad der Gemeente
Amersfoortvan 27/28 October 1852.
De Voorzitter(get.) A. G. WIJERS.
De Secretaris(get.) W. L. SCHELTUS.
Welk Besluit is goedgekeurd bij dat van Z. M. den Koning
d.d. 15 November 1852, N°. 43.
Gedaan en aangeplnkt te Amersfoort, den 8 December 1852.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. G. WIJERS.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
VERGADERING vis des RAAD der Gemeente
Amersfoort, op' Maandag den 13 December
1852des namiddags ten half één are.
Pontes van Behandeling:
1°. Nola van aanmerkingenvan Hoeren Gedeputeerde
Staten op de Geincente-Begrooting voor 1853.
2°. Aanschrijving van de Gedeputeerde Sinten, betref
fende de aanschaffing van onderscheidiiigsleekencu
voor dc Burgemeesters.
BURGEMEESTER «i WETHOUDERS der GEMEENTE
AMERSFOORT
Zijn voornemens, op Maandag den 20 December 1852
des voorroiddaga len elf ure, ten Randhuize, in het
openbaar aan te Besteden:
Het Opwinden en Gangbaar houden van dc
Gemeente-Uurwerkenhet Regelen en Onder
houden der Klokken en Speelwerken van den
grooten Lieve Vrouwe toren en het zoogenaamde
Laiijntjealles met Bijlevering van Materialen
en Touwwerken.
Waarvan de Voorwaarden, gedurende acht dagen te
voren Ier Plaatselijke Secretarie zullen ter lezing liggen
dagelijks van 10—1 ure, inel uilzondering van den
iu te vallen Zondag, en iuliclilingen tc bekomen zijn
hij den Slads-Arcliitcct.
AMERSFOORT, 9 December 1852.
In de op 2 Dec. j.I. gehouden Vergadering van den
Rand der Gemeente Amersfoort waren tegenwoordig de
11.11. Brouwer, Maas Gecstcratuuv. Bockom Morin,
v. WerkhovenScheerenbergWij ars (Voorzitter), Her
schel, DicmontZegers VeeckensVerloren, v. Bel
en p. Beekafwezig de 11.11. r. d. Beigh en r. Li laar
en Gerrit Nieuwlatid.
1°. Worden gelezen en goedgekeurd de notulen der
vorige Vergadering.
2°. Doel de Voorzitter mededeeling, dat ingekomen
zijn vier missives van Gedeputeerde Staten.
a. d.d. 8 Nov. 1852, houdende vaststelling van het
presentiegeld der Leden van den Raad dezer Ge
meente op ƒ200;
b. d.d. 28 Oct. 1852. waarbij wordt toegezonden een
copjj extract van het Kon. Besluit van 14 Oct.
1852 N". 32, houdende goedkeuring van het be
sluit van den Raadlot afschaffing van de pl. be
lasting op het schapen- cn vnrkeosvleeschmet 1
Nov. 1852;
c. d.d. 30 Nov. 1852% houdende goedkeuring der
Begrooting voor 1853 van de diensd.' Schutterij;
d. d.d. 3 Nov. 1852, waarbij aan het Bestuur ver
leend wordt de gevraagde magtiging, om met de
Besturen van Kampen enz. iu overleg te treden
omtrent een op te rigten vast beurlveer tussohen
Groningen', Kampou, Harderwijk en Amersfoort;
aangenomen voor kennisgeving.
3". Worden do beraadslagingen geopend over de
Rekeningen en Begrootingcn der Armbesturen.
De Heer r. Bel zegt, dat de Commissie, in handen
van welke die stukken, ten fine van onderzoek, zijn
gesteld, heeft geadvijseerd tot terugzending van dezelve
aan de Armbesturen, met uilnoudiging nan hen, die
stukken, ingerigt in overeenstemming met do in het
Rapport voorop gezette beginselen en niet de daarbij
behoorendc bescheidenop nieuw den Rand ter goed
keuring aan te bieden (zie Amersf. Cour. N°. 59);
dot het hem, uit de over deze zaak ter vorige ver
gadering gehouden discussion is voorgekomen, dal de
meerderheid der Leden van den Raad het wel eens is
met de conclusie van 't Rapport, maar niet met dc
vcreischtcn dier stukken, weshalve liij aan den Raad
het voorstel doel, omgelijk zulks ook door besturen
van andere Gemeenten is gedaan, dc vaststelling van
een model, waarnaar de Rekeningen en Begroetingen
der gesubsidieerde Armbesturen tnoclen ingerigt zijn,
aan eene Commissie op te dragen; welk voorstel on
dersteund wordt door de H.H. v. WerkhovenHerschel
en Dicmont. De Voorzitter zegtdat hij niet 'l hoofd
beginsel van dat voorstel zich wel kan vereenigen,
maar 't gevolg geven aan hetzelve voor ditmaal aan
bedenking onderhevig acht, bepaaldelijk omdat dc tijd
nu reeds tc ver is verstrekenvermeciiende hij het
beter oin voor ditmaal de hoofdpunten, en wel in déze
vergadering reeds, vast te stellen. De Heer Dicmont
verlangt, dat aan 't voorstel van den Heer v. Bel ge
volg worde gegeven, met opdragl van maken van
een concept-model a.in de Commissie, die in deze reeds
werkzaam is geweest. De Heer Zegers Veeckens onder
steunt ook het voorstel, en wijst op de klngt, zoo
menigmalcn reeds door de Regering geuit over hel
niet geven van inlichtingen door do Armbesturen (zie
Slanlk. en Stanthuishoudk. Jaarb. voor 1850 bl. 79,
1851 bl. 287 en volg.: «Teregt betreurt dan ook de
Regering dien bekrompen geest van geheimzinnigheid.
Want alzoo is het haar onmogelijk om te voldoen
«aan den eisoh der Grondwet, die een uitvoerig ver
te slag van het Armwezen eischt. De natie blijft vcr-
stoken van het nut der meer zekere beschouwingen
«en men verhindert de Regeling in het vervullen
eener grondwettige pligt, enz., 1852 bl. 37 en volg.);
daarbij voegende dal de Diaconiëii niet alleen op grond
der bepaling van Arl. 148 der Gemeentewet, maar ook
op die van billijkheid tegenover het subsidie gevende
ligchnam, en, voor zoo ver die der Hervormden betreft,
van Art. 27 van bet Alg. Regl. op de Diaconie-Admi
nistratie, 't welk 1 Jan. e. k. in werking treedt, ge
houden zijn lot openlegging hunner administratie. Nadal
de Heer r. Werkhoven had ondersteund het voorstel van
den Voorzitter, en laatstbedoelde herhaald had, dat een
blijvend model thans niet is aan te geven, wordt het
voorstel van den Heer v. Bel aangenomen met 11 legen
1 stem (v. Werkhoven)-, vervolgens niet algemcene
stemmen bevestigend beantwoord de vraag, of dc za-
nienatelling van een concept-model zal worden opge
dragen aan eene Commissie, en daarna do Commissie,
die in déze reeds is werkzaam geweest, daarmede be
last; wordende eindelijk, op voorstel van den lieer
Verloren, aan die Commissie in overweging gegeven,
om, alvorens het model le brengen iu den Raad, de
Armbesturen omtrent de 'samenstelling van hetzelve le
raadplegen.
4°. Worden de beraadslagingen geopend over liet
verzoek van Diakenen der Herv. Gemeente, om restitutie
aan hen vnn betaalden stedelijken accijns wegens turf,
ingeslagen ten behoeve van armen en arincn-inrigtingeii.
Dc lieer Zegers Veeckens zegtdat de Rand niet
bevoegd is tol het verlcenen van die restitutie, waar
door zekere stand zou worden gcprivilcgiëerden zulk»
op grond van Art. 372 der Grondwet, vcrwjjzende hij
kortheidshalve naar de nanteekening van Mr. Boiesevhin
op dit artikel. De Heer Wijers zegt, dot zijns inziens
het aangehaalde artikel in deze niet is van toepassing,
terwijl ook rijkswetten, bepaaldelijk die op het perso
neel, uitzonderingen maken len aanzien van minder
gegoeden, door bijv. de bewoners van panden, beneden
eene zekere huurwaarde, vrij le stellen van de pers.
belasting. Nadat de H.II. Scheerenberg en Dicmont over
du formaliteiten bij den turf-inslng, en de kosten
daaraan verbonden, hadden gesproken, en de Voorzitter
daarop had geantwoord, herneemt do Heer Zegers
Veeckens, dat de Diaconie, verzoeksler in deze, niet
de uitdceliiig doet van do turf waarvan door haar
vrijdom van pl. belasting wordt verlangdmaar dat zij
briefjes, tegen overlegging van welke eene daarbij aan
geduide hoeveelheid turf kan worden-ontvangenver
koopt onverschillig aan wie, welke haudclwjjzo lot
misbruik aanleiding geeft, weshalve hij, ook op dien
grond, is tegen de toewijzing van 't verzoek. De Heer
v. Bel zegt, dat hij deelt in 't bezwaar togen de lue-
-wijzing van 't verzoek, door den ecrBlen spreker ge
opperd en door den Voorzitter, zijns inziens, niet
opgeheven; raogt echter de vrijdom van pl. belasting
op de turf aan al de Armbesturen worden toegekend
dan zou hij daar voor zijn. De Voorzitter stelt, onder
verklaring dat hij die algemeenheid heeft bedoeld, ami
de Vergadering voor, om den door de Diaconie ge-
vraagden vrijdom aan al de Armbesturen toe te staan.
De Heer Verloren merkt aan, dat, bij den beslaande»
regel op den vrijdom in deze, zulk een besluit zou
zijn zonder wettelijken of Reglenientaircn grond; waarop,
nadat dc Voorzitter verklaard hud, omtrent de bevoegd
heid in deze van den Raad niet dc plano le kunnen
decideren, de Heer Scheerenberg het voorslei doet,
om de subsidie aan de Armbesturen tot het bedrag
der gevraagde restitutie te verhoogen, 't welk, onder
steund door den Heer Zegers Veeckens, die verklaart
zich niet gercgligd tc achten om, zelfs ter bereiking
van een goed doel, de wet le schenden, met algcmeene
stemmen wordt aangenomen.
5°. Wordt in beraadslaging gebragt het Reglement
van Orde van de Kamer van Koophandel en Fabrijken.
De lieer Zegers Veeckens zegt, dal iu dat Reglement
evenmin eenige bepaling is opgenomen ointrcnl het ter
visie geven aan 't Publiek van de verslagen of mede-
deeliugen, die, den Handel of het Fabrijkwczen be
treffende, aau de Kamer worden toegezonden, als omtrent
dc wijze, waarop door Tiaar zelve aan den Handels- en
Fabrijksland dergelijke niededeclingcn zullen gedaan
worden, weshalve bjj voorstelt, oin hel Reglement terug
le zenden aan de Kamer, met uitnoudiging aan de
zelve, om de in deze bedoelde bepaling daarin alsnog
op le nemen en hel Reglement vervolgens den Raad
ter goedkeuring aan te bieden. Do Voorzitter zegt, dat
de verslagen eu mededeelingeii wel aan enkele Kamers
maarniet alle aan deze worden gezonden, vermeeuende
hij, dal dc Kamer niet zal aarzelen die, welke haar
worden toegezonden, Ie brengen ter kennis van 't Publiek.
Do Heer Zegers Veeckens herneemt, dat alle verslagen
enz. aan de Kamer toekomen, hetzij voor blijvend,
heizij voor lijdelijk gebruik, waaromtrent een regel is
gesteld, verlangende hij, dal de publiciteit daaraan le
geven voorgeschreven en niet aan de willekeur der
Kamer overgelaten worde. Nadat liet voorstel van den
Heer Zegers Veeckens door den Heer Scheerenberg was
ondersteund, zegt de Heer Herschel (Lid van de Kamer),
dat de publiciteit iu deze inocjjuljjk is te betrachten,
daar vele stukken voor den tijd van 14 dagen aan do
Kamer ter inzage worden toegezonden; waarop de Heer
van Bel zich verklaart voor het voorstel des eersten
sprekers, verlangende hij levens dat in het Reglement
worde opgenomen de bepaling, dat de bijeenkomsten
der Kamer in den regel in het openbaar zullen ge
houden worden; niet welk laatste de Ueer Herschel
zegt zioh niet le kunnen vereenigen, aangezien do
Kamer slechts is een adrijseerend ligcliaam. Nadat de
11.11. v. Bel en Zegers Veeckens hadden aangedrongen
op 't gevolg geven aan hun heider voorstel, laatstge-
melde met verwijzing naar het in deze genomen be
sluit van den Gemeenteraad le1 Tiel, en do Heer
Verloren had betoogd, dat de bestemming der Kamers
niet enkel is om des gevraagd ad vijzen le geven, maar
ook om uil zich zelve voorstellen te doen over onder
werpen, den Handel of hel Fabrijkwezen lietreffende,
den Handelaren en Fabrjjknntnn der plaats mededee-
lingen le doen (zie slechts Art. 2 van hel Kon. Bcsl.
va,n 9 Nov. 1851), de belangen vnn den Handel voor
te slaan en daartoe zelve het initiatief to nemen; dnt
de openbaarheid der vergaderingen van de Kamer
nuttig is, opdat de Kiezers in staal zijn zich te over
tuigen wat ile Leden der Kamer doen, verwijzende
hij ten slotte ten aanzien van dit laatste naar de ziens
wijze van dc Utrechtschc Kamer, die ccnc openbaarheid
had voorgesteld, waarmede echter de Raad vermeend