AlERSFOORTSCHE
COURANT.
NV 89.
16 Junij, Dondcrd. Wilh. Martin Leberecht de Wette ovi
17 Vrijd. De Koningin der Nederlnnden gi
18 Zalurd. Overwinning bij Waterloo, 1815.
10 ZOND. DANK- ia BIDDAG; Concilie ra» Nicea
AMERSFOORT, 16 Junij 1853.
In de op 14 Junij j.|. gehouden vergadering van den
Rand der Gemeente Amersfoort waren tegenwoordig de
11.11. Brouwer, Maas Gsetltranusr. /toekom Maas,
v. WerkhovenWijers (Voorilller). r. LilaarZegers
feeckens, /'er toren, v. Bel, v. Beek en Cr. Nieuw land
afwezig de II. U. r. d. Bergk, ScheerenbergHerschel
en Uiemont.
1°. Do notulen der vorige vergadering worden gelezen
en (de II.H. Scheerenberg en Herschel binnen gekomen)
goedgekeurd.
2°. .Wordt besloten, om het rapport der Commissie,
betrekkelijk hut Gymnasium, en de benoeming van
eencn Curator der Latijnache scholen, als eerste en
twecdo punt van behandeling gesteld, in behandeling
te nemen na de andere zaken.
3°. Worden de beraadslagingen geopend over het
rapport der Commissie op de Rekening over 1852 van
de Dienstdoende Schutterij, welks advijs daartoe strekt:
dat de Raad aan die Rekening vooralsnog zijne goed
keuring niet verleene, maar dezelve aan de admini
stratie dier Schutterij terug zeilde, met verzoek aan
deze, om, nevens die rekening, overleggis.g te doen
van behoorlijke bewijzen, tot staving der ten behoeve
van den Auditeur, den fung. Kwartiermeester, den
J>eurclari9 van den Schuttersraad en den Adjudant-
Onderofficier, boven eetie, wegens geleverde stalen en
papier, globaal in rekening gebragte bureaukosten.
Du lieer Maas Geeeleranus (tevens Kommaudaut dier
Schutterij) voert daartegpn aan, dat zijns inziens de
Raad zich zeer inconsequent zou betonnendoor zich
te vereenigen met dat advijs, daar de uilgaven, als
bureaukoslcuin rekening gebragt, niet te boven gaan
het bedrag, daarvoor, bij de Begrooting over dal jaar,
toegestaanwelke tegenspraak, als gegrond op een
onjuist begrip van Begroetingen, bij welke toen wel
een maximum van uilgaven wordt gesteld niaar niet
aan adiiiiuistraliëii wordt toegekend het regt van in
rekening brengen van gelden, die, gelijk in deze, niet
zjjn uitbetaald uf uitgegevendoor den Heer Zegers
fee ekens wordt gerefulcerdwaarna, de lieer Herschel
verklaard hebbende, zich te vereeiiigen met de ziens
wijze van den Ueer Maas Geesterannsen de Voorzitter
gezegd hebbende, dat de Raad, indien dezelve zich
vereenigde met het advijs der Commissie ad hoe, zou
plegen eeue daad van terugkomen op eene bestendigde
gewoonte, waarbij aan de administratie der Schutterij
was toegestaanomop de wijze als bij de rekening
over 1852, over het bij begrooting geslelde bedrag te
beschikken; vertrouwende hij, dal de wenk, bjj deze
gegeven, voor den vervolge zal worden in ncht ge
nomen, niet 9 tegen 2 stemmen Zegers feeckens en
Verloren), wordt bestolen tot goedkeuring dier rekening;
hebbende de 11.11. Maas Geesleranus en r. Bockom
Maas, op grond van art. 46 der Gemeentewet, zich van
medestemmen onthouden.
4°. Brengt de Voorzitter in behandeling het voorstel
van Burgemeester en Weihouders, omtrent den verkoop
van vaste goederen, lot een bedrag van ƒ30000, tot
aflossing der 6chuld ten laste der Gemeente, daarbij
leggende, dal de Raad op heden niet zal hebben te
beslissen, welke perceelen zullen worden verkocht,
maar alleenlijk, of de Raad zich al dan niet vereenigt
met het beginseldoor Burgemeester en Wethouders
voorgedragen, om de meest uit elkander en verst af
gelegen tevens minst rentegevende 'perceelen te ver
knopen. Nadat de Heer Zegers feeckens gevraagd had
waartoe dun de bij het voorstel gedane aanwijzing van
perceelen dienstig was; de Voorzitter gezegd had, dat
die slechts moest strekken bit toelichting; de Heer
v. Lilaar de uitdrukking u verst afgelegenminder
juist had genormdomdat de perceelen onder Bun-
scholen gelegen, ofschoon ver afgelegen, toch nooit tot
den voorgeslelden verkoop in aanmerking moeten komen;
de Heer Scheerenberg zich verklilard had tegen den
verkoop van in dc nabijheid der Slad gelegen perceelen
eu de Voorzitter gezegd haddat hij Burgemeester en
Wethouders het voornemen niet bestaat om eenig on
der Bunschoten gelegen perceel te verkoopen, en dat
de op heden tc nemen beslissing niet zal praejudicieren
aan eene nadere aanwijzing van te verkoopen percee
len, wordt, met 12 tegen 1 stem Scheerenberg
aangenomen het beginsel door Burgemeester en Wet
houders voorgedragen.
5®. Wordt ter tafel gebragt 'de rekening van de
Bank van Lecuiug over 1852, cn door den Voorzitter
Tuorgesteld, om dezelve te stellen in handen eener
Commissie. Nadat de Heer Scheerenberg verklaard had,
zich niet te vereenigen met dat voorstel, en zulks op
grond zoowel van de bemerking, door den Voorzitter
ten vorigeo jare gemaakt, dat die Bank is eene op
zioh zelve slaande inrigting, nis van art. 170 litl. I. der
Gemeentewet, weshalve hij begrijpt, dal de Raad met
gcenerlei bcraoeijing in zake der Bank zich heeft in te
laten; de Heer Zegers feeckens gezegd had, zich roet
de zienswijze van den Heer Scheerenberg to vereenigen;
de Voorzitter gewezen had op het Kon. Beluit, waarbij
de goedkeuring der Rekening vau dio instelling aan
DONDERDAG, J6 Junij S853.
rl.1849. 120 Junij Maand.
b., 1818. 121 Dingsd. V. M.j
122 Wocnsd.
geop.325. 23 Donderd. Vastend.
den Raad is opgedragenen de Heer ferloren zich
voor het voorstel des Voorzitters had verklaard, als
kunnende door de te benoemen Commissie de bemer
king van den Heer Scheerenberg in overweging worden
genomen, wordt besloten tot het stellen dier rekening
in handen eener Commissie, bestaande nit de U.H.
v. Bockom Maas, Scheerenberg en Herschel.
0". Wordt voorlezing gedaan van eene missive, d.d.
18Meij.l., van den Heer J. C. van DeventerConrector
aan de Latijnsche Scholen, inhoudende verzoek aan deu
Raad, om eervol ontslag tegen 1 Augustus e. k. uit
gezegde betrekking hem te veileenen, en zulks op
grond zijner benoeming, op 13 Mei j.l.tot Conrector
aan het Gymnasium Ie Dordrecht. Wordt besloteu tot
inwilliging van dat verzoek.
7°. Wordt ter tafel en in behandeling gebragt en
vervolgens, zonder hoofdelijke oravrage, goedgekeurd
de Begrooting over 1853 van hel Armbestuur der Evang.-
Luthersclie Gemeente te Amersfoort.
8°. Wordt, zonder hoofdelijke oravrage, aangenomen
het voorstel van Burgemeester en Wethouderstot
verhuring voor den vervolge van de Jagl op de Gemeente
gronden, telken reize voor een jaar, en onder de ter
Raadsvergadering van 17 Junij 1852 gestelde voorwaar
den (zie Amersf. Cour., N'. 38).
9°. Deelt de Voorzitter mede, dat ingekomen is:
o. de goedkeuring van Gedep. Statend.d. 13 Mei j.l.,
van het Raadsbesluit van 5/0 April, om, op de
begrooting van 1852, zoowel den post der ont
vangsten, retribuliën van de begraafplaats,» als
dien der uilgaven onderhoud van dc begraaf
plaats,» te verhoogen met ƒ700;
b. de goedkeuring van Gedep. Staten, d.d. 13 Mei j.l.,
van het Raadsbesluit van 15 Maart, om nao den
Heer Jhr. Mr. J. G. Bosch van Drakeslcin onder
hands te verkoopen zeker stukje grondbeplant
met wilgenboomeuaan de gemeente in eigendum
behoorende, voor hel daarvoor geslelde bedrag
van ƒ46;
c. missive van Gedep. Staten, d.d. 10 Junij j.l.,
inhoudende berigt van ontvangst bij hen van bet
nfschrift der door den Raad in zijne vergadering
van 5/8 April vastgestelde Verordening tot het
weren van Hondsdolheid. Deze Verordening, zegt
de Voorzitter, zal dus vóór 24 Junij e. k. worden
afgekondigd, oin den veertienden dag daarna in
werking te treden;
d. missive van Regentessen van hel Burgerweeshuis,
d.d. 26 Mei j.l.inhoudende kennisgeving aan den
Raaddat Mevr. Door. van Iddekingegeb.
Bousquet, zich de op haar uilgebragte benoeming
van Regentes over gezegd Weeshuis heeft laten
welgevallen
e. rekwest van den Heer E. Mehler, Doctor in de
Wijsbegeerte en Letterente Leijdend.d. 27 Mei j.l.
inhoudende verzoek aan den Raad, om in aan
merking te komen bij de vervulling van het
weldra open te vallen Conrectoraat aan de Latijnsche
Scholen te Amersfoort. Wordt besloteu, om dat
rekwest aan te houden tot dat te dier zake eeue
beslissing zal zijn genomen;
f. een voorstel van den Heer Mr. L. Zegers feeckens,
Lid van den Raad, luidende als volgt:
AnxsrooRT14 Junij 1853.
Is bet eene algemeen erkende waarheid, dat het onderwijs
op dc thans te Amersfoort bestaande scholen zoo weinig vol
doende is, dat vele ouders zich genoodzaakt zien. hunne
kinderen naar elders ter schole te zenden, cn vonden Curatoren
der Latijnsche scholen alhier op dien grond zich genooptom
bij gelegenheid van dc in 1851 bestaande vacature in het
Rectoraat aan die scholen, bij hunne missive van 7 Nov. 1851
dc aandacht van het Bestuur te vestigen op het voor deze
Gemeente zoo groote belangom aan de inrigting der Latijnsche
scholen te dezer stede eene meerdere uitbreiding te geven,
en gezegde scholen tc veranderen in een Gymnasium, waarop
do jongelieden tot de Academische lessen of andere maat
schappelijke betrekkingen zouden kunnen worden voorbereid,
do ondergeteekende heeft desniettemin gcreedelijk zich kunnen
vereenigen niet de zienswijze van dc leden der Commissie,
aan welke het voorstel van Curatoren der Latijnsche scholen
ten fine van advijs was in handen gesteld: dat de verandering
van de Latijnsche scholen in een Gymnasium, op de wijze
door Curatoren voorgesteld, geenszins het vooruitzigt geelt,
dat het onderwijs bij de inrigting, door Curatoren bedoeld,
aan de verwachting zal beantwoorden.
Stellennaar de zienswijze der Commissiede geldelijke
aangelegenheden dezer Gemeente een bezwaar daar tegen de
oprigting van een goed Gymnasium tc dezer stede, de onder
geteekende vermeent echterdat de minder gunstige finanticele
toestand der Gemeentekas eene verlietering van het door
Curatoren der'Latijnscbe scholen bedoelde onderwijs niet on
mogelijk maakten datis de Raad in ernst bezield met den
wenschom de belangen der ingezetenen tc behartigenen om
ten aanzien van het onder zijn onmiddelijk toczigt gesteld
onderwijs, aan den door velen geuiten wensch te voldoen, de
daartoe dienstige maatregelen wel kunnen genomen worden.
Tot op heden toch werd uit do Gemeentekas den aan de
Latijnsche scholen verbonden on dor wijzers betaald een bedrag
van ƒ2100 cn ongeveer ƒ275 aan prijzen, brand en schrijf
behoeften zoodatindien men bij voorzegde sommen dc kosten
der benoodigdc localen berekent, de Latijnsche scholen tot
dusverre jaarlijks eene uitgave van plus minus ƒ2500 hebben
vereischt; terwijl bovendien aan den onderwijzer op de Fransche
school een jaargeld van ƒ500 werd uitgekeerd.
T. G. Hamann overl., 1788.
C. F. ton Ammon overl., 1850.
Het onderwijs aan die beide inrigtingen heeft dos jaarlijks
plus minus ƒ3000 aan de stad gekost; welk bedrag voorzeker
hoogst aanzienlijk is te noemenindien men zich kan ver
eenigen met de zienswijze van Curatoren der Latijnsche scholen
en met die van neer vele ingezetenen dezer Gemeentewaarbij
dc ondergeteekende uit volle overtuiging zich voegtdat het
onderwijs tc dezer stede ten behoeve van jongeliedenvoor
welke eene goede wetenschappelijke vorming wordt vereischt
zeer veel te wcnschcn overig laat.
Wordt nu, in het midden gelaten de beoordccling der
nieciiing van velendat de kosten van onderwijs op dc Latijnsche
scholen, als slechts in het belang van weinigen, niet kunnen
gebragt worden ten laste der Gemeente, door den Raad
geacht, dat, voor het onderwijs in dc Latijnsche, Grieksche,
Fransche en andere talen, dc Wiskunde en andere voor eene
Soede opvoeding vercisckte wetenschappengeen haogcr bedrag
ao het voorzegde van ƒ3000 door de staa in uitgaaf kan
worden geleden, de ondergeteekende vermeent, dat men te
Amersfoortzelfs tegen een veel minder dan het voorzegde
bedrag, de ingezetenen in de gelegenheid kan stellen, om
hunne kinderen eene behoorlijke opleiding voor de Hooge-
scholcn, de Militaire Academie en andere door hen gekozen
maatschappelijke betrekkingen te deen erlangen. Zulk eeue
gelegenheid toch bieden de GemeenteD Barncvcld, Rheoen
Jutphnas. VianenAbcoude, Elbitrg, GorinchemHattem
VollenhovcnTilburg, 's Ilecrenberg en andere aaDin hunne
zoogenoemde Instituten of Kost- en Dae-Scbolen voor jonge
Heercnwelke scholen, behalve tot beschaving leidende, vele
stoffelijke voordeelen opleveren aan dc plaatswaar ze geves
tigd zijn.
De houders dier scholen genieten veelal ecnige jaarlijksche
tegemoetkoming uit de kas der Gemeente, waar ze zijn ge
vestigd, welke tegemoetkoming, naar door den ondergeteekende
ingewonnen information, geene ƒ1000 bedraagt.
Mogt de Raad zich kunnen vereenigen met de zienswijze van
den ondergeteekendedat door de oprigting van een zoogenoemd
Instituut, ook als voorbereidingscbool voor boogcr onderwijs,
aau eene te dezer slede bestaande behoefte cn aan den wensch
van velen zal worden voldaandan zou tot de opheffing der
Latijnsche scholen kunnen worden overgegaan, en daartoe, bij
het openstaande Lectoraat cn het weldra open te vallen Con
rectoraat, thans het meeste geschikte l;jdstip aanwezig zijn,
daar in dat geval nu alleen het lot van den Rectoren dat
van den Onderwijzer op de Fransche school, die te zamen
1400 genieteneenig bezwaar opleverenwelk bezwaar echter
gtclijk is te overkomendoor aan eerstgenoemdendie zeer
jong is gepromoveerdals wachtgeldgedurende eenen vast te
stellen termijnde helft of twee derden van het thans door
hem genoten tractement toe te kennen, en door den onder
wijzer op de Fransche school, sedert ongeveer 29 jaren in die
betrekking werkzaamen thans buiten staat om op ecnige
andere wijze eene verbetering in zijn lot aan te brengenhet
tot dusverre doorhem genoten jaargeld te doen behouden. Stelt
men nu het wachtgeld van den Rector op van het thans
door hem genoten tractement met aanneming, om dat gtdurende
drie jaren hem uit te keeren, cn de jaarlijks den te benoemen
Instituteur toe te kennen toelage op ƒ1000, dan zou de door
den ondergeteekende gewcnschte verandering van het onderwijs
aan de Gemeente te staan komen op ƒ2100gedurende ae
eerste drie iarenvervolgens op ƒ1500, en, ingeval van over
gang van den onderwijzer op ae Fransche school tot hoogeren
werkkring, op ƒ1000; waardoor alzoo bij verbetering van de
middelen van onderwijs tc dezer stedeeene besparing van
stonden aan, van ƒ900, cn met er lijd van ƒ1500 en ƒ2000
zou worden verkregendaargelaten ae stoffelijke voordeelen
die eene door den ondergeteekende gewcnschte inrigting van
onderwijs noodwendig directelijk moet afwerpen, en die, welke
uit dc daarop wclligt gegronde overbrenging van woonplaats
van elders gevestigde iamiliën naar Amersfoortdat in vele
opzigten gunstig cn aangenaam is gelegen indircctclijk kunnen
volgen.
Weshalve de ondergeteekende bij deze doet het navolgende
VOORSTEL
dat de Raad der Gemetnte Amersfoortindien dezelve zich
vereenigt met het advijsuitgebmgt in het aan den Raad inge
diende Rapportd.d. 11 Mei 1 8d3 op het voorstel van Cura
toren der Latijnsche scholen, d.d. 7 Nov. 1851, besluite, om,
met opheffing der tot dusverre bestaande Latijnsche scholen, te
dezer stede een zoogenoemd Instituut (Kost- en Dagschool) voor
jonge Heeren op te rigten, waarop de leerlingen voorbereidend
rolledig worden gevormd zoowel voor de Hoogescholende
Militaire Academiënals voor andere door hen gekozen maat
schappelijke betrekkingen op zoodanige wijze en onder zoodanige
voorwaarden ale de Raad naderzoowel in hit zedelijk alt
stoffelijk belang dezer Gemeentenuttig en noodig zal oordeelen.
L. Zeghs Yeeckeks.
wordt besloten, hetzelve gelijktijdig te behandelen
met het Rapport der Commissie, betrekkelijk het
Gymnasium.
10°. Deelt de "Heer v. Bel mede, dal de Commissie
uit den Raad, ter vergadering van 9 Mui j.l. benoemd
tot bet doen van een regtskundig onderzoek der vor
dering van de Gemeente op den Heer Maas van Door
nenheg, gereed is om te dier zake advijs uit te brengen;
wordende op voorstel van den Heer r. Lilaar, onder
steund door den Heer Zegers feeckens, besloten, om
dat advijs te doen uitbrengen in eene vergadering met
gesloten deuren.
11°. Stelt de Heer t>. Bel, als lid der Commissie ad
hoe, voor, oiu den termijn, bij art. 177 der Gemeente
wet gesteld, tc doen aanvangen mol het tijdstip,
waarop de herziening der alsnog bestaande plaatselijke
verordeningen zal hebben plaats gehad. Dienovereen
komstig wordt besloten.
12°. Wordt de openbare vergadering veranderd in
eene bestolene, waarir. o. a. is bepaald, om de behan
deling van het voorstel van den Heer Zegers feeckens,
tot oprigting van ecu Instituut voor jonge Heeren te
dezer stede, aan te huuden totdat omtrent de al of
uiet verandering van dc Lalijnsche scholen in ueu