VERVOLG es SLOT van hot wi R°. 100 aaiigovangcn RAPPORT der COMMISSIE over ile voortdurende bestendiging der inning van de Eemen Slaperdijhs- I(t8ten door de Gemeente. (BIJVOEGSEL tot do Amersfoortselie CourantPi". 101.) Omtrent (lil vraagpunt heeft <lc Commissie de eer over de Slapcrdijks- cn Ermlnslcn liet volgende Ie rapporteeren I». SLAPKRDUKSLASTEN. De vier Communiteitenuit welke het watersehap van den Slaperdijk beslaat, mankten vroeger, me' onderscheidene ande ren gelegen in Gelderland, te zomen uit hel Waterschap van den Grebbendjkof de zoogenaamde Exonereerende Landen. Daar echter het gedeelte, gelegen onder het Sticht, vermeende, dat zijne belangen werden iniskendheeft het zich afgescheiden en, krachtens Octrooi van de Staten 's Lands van l'trecht, van7 Sept. 1652 lUtrechtsch PlacaalboekII, p. 172). zclfcencn dijk aangelegdlangs de grensscheiding van hel Stichten zich gevormd tot een afzonderlijk Waterschap, hoofdzakelijk ingerigt, op den vroeger reeds hestannden voetuit afdcclingcn of zoogenoemde Communiteitenten getale van vier. l>it octrooi is verzocht door cn verleend nan de daarhij ge- interesseerde geërfden/ van Amersfoort, l.eusden c. s.Wouden berg en Rrnswoude. Ktfn jaar later is door gemelde Staten, met medewerking en bewilliging van gezegde gecrl'dens, daar- Sesteld het thans nog vigecrende Reglement over den Slaper- ijk. van 20 Dec. 1653 Utrcchtseh Placaalboek, II, p. 173). Deze gchcelc zaak is dus niet uitgegaan van de voormelde vier gemeenten, dat is, van de gezamenlijke imconers dier Eemcciilcndoch alleen van hendie gronden hadden liggen innen die vier streken of zoogenaamde Communiteiten, alzoo gedeeltelijk ook van personendie buiten dezelve woonachtig Het behoeft geen beloog, dat de gezamenlijke ingelanden in elke (iomniuniteit (gedeeltelijk in en gedeeltelijk buiten dezelve wonende) cn de gezamenlijke inwoners der gemeente of ge meenten. waarin die Communiteit ligt (van welke natuurlijk een deel geen grondeigenaars waren)twee geheel verschillende 1 igchamcu daa rstellcn Ofschoon nu hel Latijnsch-llollandsclie woord Communiteit oudtijds wel werd gebezigd in de heteekenis van gemeentezoo werd hel echter destijds ook wel gebruikt in den zin van ge meenschap van goederenvennootschap of zedelijk ligchaam in welke laatste heteekenis het, blijkens bet bovenstaandeal hier voorkomt. Dat hel bovendien ten deze niet kan beteekenen gerechten, zoo als zc destijds heetten, blijkt o. a. ook daaruit, dat som mige dezer Communiteiten niet uit cene maar uit meerdere gemeenten bestondenwaarvan kortheidshalve slechts dc voor naamste genoemd is. De Communiteit Lensden e. s. b. v. of, zoo als dc oude benaming was. dc zeren banken (d. i. sclicpcns- baiiken of gerechten), bestond destijds (blijkens oude beschei den) uit zeven gemeentent. w. Lensden, Hamersfeldt, Snor- rennoe/f, Donkelanr, Varen. Mucrsbergen en Aschulh. Van daar dan ook de bepaling in art. 20 en volgende van 't Reglement, waar de Schouten van dc respectieve dorpen, met hunne weerbare manschappen, voorkomen als geheel op zich- zetvrn staande personendie niets gemeen hadden met het best uur der gezamenlijke Communiteiten en onder hevel van liet Collegic van Gerommitteerden lot den Slaperdijk stonden. Rij art. 26 wordt wijders bepaald, hoe het aandeel van elke Communiteit wordt vastgesteld, cn hoe te handelen, indien oene der Communiteiten haar quotum niet op den bepaalden tijd stort in de algemeene kas. Art. 27 daarentegen regelt de wijzewaaropin elk der respectieve Communiteitende gelden werden omgeslagen over en geïnd van dc daaronder gelegene ingelanden. Deze laatste bepalingen zijn echter, volgens dc straks reeds gemelde redenvrij onvolledig, en behelzen alleen dat dc gelden door dc respectieve Gadermeestersna gedanen omslagzullen worden geïndhij wanbetaling met parate executie en nytpnnding (geregtelijke uitwinning) door den Rode ofte Opsiehter run 't Collegic. Met deze respectierc Ondermeesters worden waarschijnlijk bedoeld dc Schouten of Gaderiiieesters der Staten, gelijk ilan ook in dc latere Generale Ordonnantie van 28 Jan. 1686. op hel invorderen ran alle reè'ele cn perso nele lasten's f/eeren ongeldeu en polder- of molengelden vroeger vermelddc Slaiicrdijksgcldcn bepaaldelijk worden opgrnoenidalsmede aan de Schouten ter inning opgedragen. Zoo als vroeger reeds gezegd isisin het begin dez r eeuw voor zoo veel liclreft de Communiteit Amersfoort, dez, inning geraakt in handen van cenen Ontvanger der Hem- en iper- djksgelden aldaar. In het voormelde Octrooi, Reglement en verdere stukken rakende den Slaperdijk, voorkomende in hel Utrcchtseh Placaal boek. wor.lt nergens gewaagd van cenige inmenging van het Collegic van Schout en Schepenen van l.eusdenWoudenberg en Itenswoudc of wel der Regeerders der Stad Amersfoort in de zaken van den Slaperdijkveel minder hun daartoe cenige bevoegdheid gegeven.Het was dus in strijd met de bepaling van art. 3 van het Reglement van 1652 dat steeds (li: Gccom- miltccrden voor Amersfoort door de Vroedschap der Stad in plaats van, zoo als behoorde, door dc gezamenlijke Geërfden binnen die Communiteitzijn gekozen. Geen wonder dus, dat dc Vroedschap ook hot uitzetten cn innen der omslagen aan zich trok, in plaats van zulks over te laten aan dc directie der heide Gecommitteerden voor Amersfoort. Waarom liet Re glement iu heide opziglen in dc Communiteit Amersfoort niet is nageleefd, is onbekend. Trouwens, het niet naleven van Verordeningen was destijds een alledaagsrh verschijnsel (men leze sleehls den aanhef van een aantal Verordeningenvermeld in het Utrcchtseh Placaalboek) en kon ook moeijelijk uitblijven waar én dc Staten én dc Sleden heide eigene region hadden die niet altijd juist afgebakend, soms zeii's met elkander in Zoo als hekend is. heefl deze onregelmaliglieid in de be noeming der Gecommitteerden in dc lanlsle jaren alhier opgr- hniidrn. daar zij thans door de ingelanden worden benoemd. Zulks is echter slechls een halve maalrrgel en heeft weinig te beduiden, zoo lang niet levens aan die.Gecommitteerden wordt terug gegeven alle magt en bevoegdheiddie zijvolgens het meergemeld Reglement op den Slaperdijkin verhand met de. thans bestaande Verordeningen der I'rov. Staten op de admi nistratie en invordering van dijks- of polderlastenmoeten lichhrn, en in dc Communiteit Woudenberg thans werkelijk reeds lichbcn. l it ceil en ander volgt alzoodat dc thans bestaande inmen ging van den Raad in liet goedkeuren der Rekeningen opmaken en arresterren der Kohieren van omslag en liet innen der Sln- perdijksgelden door cenen Ontvanger door hem benoemd, niet steunt op dc Gemeenteweten bovendien in strijd is met dc bepalingen van het zoo even gemelde Reglement cn do latere Verordeningen der I'rov. Stalen. Overigens ligt hel geheel buiten dc taak der Commissie om in beschouwingen te treilen over den maatstaf, waarnaar de Slaperdijkslasteii worden omgeslagen; iets, dat bovendien ook niet door den Raad. maar, naar de vooropgestelde beginselen door dc ingelanden of dcrzelvcr Gecommitteerden behoort ge regeld te worden. Alleen zij dus ten slotte nog bijgevoegddat deze gelden in vroeger tijden (zie art. 4 der Generale Ordon nantie van 28 Jan. 1686) mqrgensgewijze en, volgens inge wonnen informationin de overige Communiteiten ook thans nog naar de uitgestrektheid en niet naar het belastbaar inkomen dier gronden worden omgeslagen. Ditzelfde heeft ook vroeger in de Communiteit Amersfoort steeds plaats gegrepen, zelfs nog in 1807. Later echter is zulks geheven naar het belastbaar inkomen der gronden volgens den Kadastralen Leggerdoch waarom en wanneer deze verandering heeft plaats gegrepen, heclï dc Commissie niet kunnen nagaanuithoofde de registers op dc notulen der Raadsvergaderingen over een aantal jaren met bestaan. Vermoedelijk is zulks gemakshalve gedaan omdat dc Eemgeldeiimet welke zij vroeger te gelijk werden omge slagen en geïnd naar het belastbaar inkomen geheven werden. Rij Raadsbesluit van 20 Fchr. 1838 is iu deze zaak op nieuw ecne verandering gehragt cn bepaald daluit hoofde het billijk scheendat ook de gebouwde eigendommen daarin zouden bij dragen dat die van het iaarlijksch bedrag zouden lietnlen doch werd tevens besloten, dat dit bedrag, om de inoeijelijk- hcid van inning, uil dc gemeente kas zoude betaald worden. Dc tegenwoordige wijze van helling is alzoo, dat 4/s v'"> het janrlijksch bedrag, door de Communiteit Amersfoort te betalen wordt omgeslagen over de ongebouwde eigendommen gelegen binnen dc gemeente, met uitzondering echter van die, weJkc liggen binnen de bebouwde stad, sectie E (welke laatste erven niets betalen), terwijl het andere */s uit de gemeentekas wordt betaald. In vroegere tijden schijnt het grondgebied der stad Amersfoort, wel te verstaan dc bcmutirdc stad, even als zulks hij de overige steden in deze provincie liet geval wns cn nog is. vrij te zijn geweest van alle dijks- cn polderlasten, met uitzondering alleen der Eemlasten. 2". EEMLASTEN. Daar hethij de heoordccling van het voorgestelde vraagpunt voornamelijk daarop aankomtof de zaak moet geacht worden te zijn uitgegaan van dc burgerlijke Gemeentenonder Kernland gelegen, dan wel van eenc associatie van ingelanden, daarin geërfd, als ook om te welen, of dc vaste som van ƒ120. jaarlijks voor de bebouwde Stad Amersfoort (Sectic E) betaald wordende, is een last, klevende enkel op dc grondbezitters daar binnen geërfd, dan wel eenc uitgave, ten nutte cn bate der geheele Gemeente, zoo zal het noodig zijn, den oorsprong der Eemlasten na te sporenals dc cenige brondie in deze zaak licht kan verschaffen. De instelling van het Heemraadschap over do rivier dc Eem en Reken, in 1616. was slechts de nadere regeling cener reeds bestaande zaak. Eigenlijk octrooi of primitieve acte. waarbij deze zaak is opgorigtis aan de Commissie niet hekend cn schijnt ook nooit te hebben bestaan. Reeds in 1589 wist men aan zijde van Amersfoort geene bepaalde bescheiden daar omtrent aan te voeren toen dc bewoners van Eeinland weigerden langer mede te werken aan liet verdiepen en graven van dc Eem. Men behielp zich toen met cene zoogenaamde turhe of verklaring van heëedigde getuigen, waarbij 10 h 12 voorname blijden van hooge jaren verklaardendat de huijslnijden van Kernland altijd hadden mede gegraven zonder tegenzeggen. alsmede dat dc Stad Amersfoort viïór den jarc 1513 veel geregligheid gehad had over 'tQuartier van Kernland. Deze verklaring namen dc Stalen 's Lands van Utrecht nis bewijs aan. en bevalen, hij Ordonnantie van 1 Mei 1589. nou den Maarschalk ende gemeynen dorpen van Eemlunddat zij met die van Amersfoort de hem zouden helpen verdiepen naar ouder gewoonte (zie van Rem meiIleschr. v. Amersfoort 11 p. 808). Reeds in zeer oude tijden, bepaaldelijk reeds vóór 1615. be stond er een Waterschap, bekend onder den naam van Hemhtnd verdeeld in 5 dedenals: ll'oudenberg c.s.Lensden e.s., Soest cn Raam c.s.Jirmnes (binnen- en buitendijks) en Run- schoten met Ecmbruggedie in alle lasten elk '/s betaalden. Echter schijnen in vroeger dagen dc pracstatiën grooteudeels te helihen bestaan in diensten in naluratot het uitdiepen. Dc rivier dc Eem, of zoogenaamde grootc Eem, slrektc vroeger slechts tot aan de le Mclm (te rekenen van zee) hij Kracltlwijk, alwaar dc Hcijligenhcrgcr- cn Flicrhcckcn, langs de zoogennnmde oude Eem, zich in dezelve uitstortten. In 1555 werd zij. door middel van een gegraven kanaalverlengd tot aan Amersfoort, welk kanaal in 1589 verwijd cn in 1603 tot 1615 op nieuw verbreed cn uitgediept is, toen tevens hij dc Koppelponrt eenc stccnen schutsluis, of zoogenaamde steencn beer, is gebouwd, om het verzanden van dit kanaal (thans een gedeelte van dc rivier dc Eem uitmakende) le beletten. Tot het daarstcllcn van deze werkenmet het uitdiepen van dc oude Eem, rcparccrcit der sluizen daarin, cn ventere zaken, in na te melden document opgenoemd, was, door liet bestuur van Amersfoort, met. consent der Staten, opgenomen een kapitaal van I(>2110.57*. waarvan in 1615 door hetzelve nan die Staten rekening en verantwoording is gedaan, levens met een voorstel, omtrent hel aandeel, dut iu deze negotiatie zoo in kapitaal als rente, zoude worden gesteld ten laste van dc Stad Amersfoort, van derzei ver vrijheid, van de overige gedeelten van Kernland, of wel vim afzonderlijke eigendommen daarin gelegen. Daarbij is iu de oude verileeling van Kernland, in de bovengemelde vijf dedenverandering gehragten werd hetzelve in diverse cathcgnriün ingedeeld, als: de landen, cotilrihueereudc lot dc oude Eem, tot dc grnole Eem, tot voormelden sternen heer, lol onderhoud van de Heiligenberger- Uier-, Modder- cn Huarbeek, Van den weg en heulen 'in 't Molenbroek en Slonleiibiirg en van de brug hij 'l LH' Ier Horst. Tol de oude Eem contribueerden G inhei (onder Amerongrn) (Tm-L-I..» - I ......lm, n m gedeelte l1 Woudenberg e.s.. Lensden i Hoogland vrijheid der Stad Amersfoortt. w. ivier en langs de heken; terwijl i betaalden Issell Soest. Bi rek Redcel l( aan de oostzijde de groole Eem ei Raam, Kemnes (binnen en buiten). Rmischoteii en Lrmhrnggc het gedeelte van Hooglanddat niet. aan dc oude Eem be taalde, het andere gedeelte der vrijheid van Amersfoort, ge legen ten westen van de rivier, en eindelijk ook dc Stad zelf. Tol de overige zaken betaalden even eens sommige Gemeenten Srdeellcii van Gemeenten, of slechts afzonderlijke grondbezitters, ii cenige dcrzclve betaalde de geheele vrijheid van Amersfoort of wel eenc streek daarvan, als ook dc Stad zelf, mede. Dit voorstel van repartitie dier kosten, door dc regering van Amersfoort gedaan, werd, hij octrooi van de Staten 's Lands ran Utrecht ran 21 April 1615 lot de verdieping ran de oude Eem etc. (verleend door limine Gedeputeerden), gaaf goedge keurd eu daarbij geordonneerddat de penningen daar innc «geroerd, volgens de voorï. repartitie, hij dengenen dien des, volgende d'orilonuanlic op de collecte op der Stalen penningen gemaakt, incumbccrt. zullen worden omgeslagen cn vïnïr den eersten Julij aan handen van den Cameraar der Stad Vincrs- «foort hetanhl, op poene, van hij dentclvrn Gameraat aan den Staten Pander vnn den Quartirre van Ecminndt overge- leverd ende daarvoor reëel geexeruteerd te wordenmet bepaling echter, dut de contribnabelen slechts gehouden waren tot betaling der renten A 5'/j pCt., cn dat zij de aflossing van liet hun toegedeeld kapitaal tot gelegener tijd konden uitstellen. Deze repartitie is als de eerste oorsprong cn grond te be schouwen der thans bestnnnde verhouding in het aandeel der Gemeentenbetalende aan dc Eemlastengelijk dan ookhij cene na le melden lotore regeling d«ier zaak, in 1688, die repartitie nis basis wordt aangehaald. Huiten en behalve dexe jaarlijks te helalen sommen hlcef de verpligting voor de rrspcrlirve streken bestaan tot het onderhouden cn uitdiepen der beken en kanten van dc grootc cn oude Eem, nader geregeld hij ecne Ordonnantie op de Schouire enz. van de riritrt de Remde oud* Eemende de Reeken van 4 Jan. 1616 (Utrechtsck Placaalboek, II, p. 178), waarbij tevens door dc Staten eeii Heemraadschap werd inge steld, nm dexe xnnk te besturen. Dien tengevolge werd tevens hij art. 2, bcpnnld, dat de janrlijktchc omslagen voortaan niet meer aan den Cameraar van Amersfoort, maar aan dien van het llecinraadschapzouden betaald worden. Verder Wordt er in dat stuk niets bepaald, omtrent die jnnrlijkscho op brengsten, doch is, op verzoek van het Heemraadschap, door de Staten, den 26 April 1638, de voormelde repartitie van 21 April 1615 gewijzigd. Alstoen is men terug gekomen op de vrij ingewikkelde vcrdeeling in lantstgriiocnulc verordening vervat, met bepalingdal voortaan alle landen, grlrgen onder Ecmlanddaartoe contribueercnde, als ook die van dc vrijheid van Amersfoort, voortaan in dc janrlijksehe onkosten „p ge lijken voet, en wel eenc vaste som, zouden betalen, om te Slatin Dij wege van opcenten op het Oudsehildgcldnamelijk 2 stuivers on ieder oudschild, waarop die landen waren aan geslagen in het Oudsehildgcld. De landen van de vrijheid van Amersfoort stonden op den Rlaffert der Ondsehilden aangeslagen op 1767 Oudschilden, hetgeen dus trgpn ft).I0 per seiiijil be draagt dc thans nog geheven wordende som van ƒ176,70. Dn Stuit Amersfoort zelve die waarschijnlijk niet was nangeslagcn in liet Oudschildgeld, zijnde cene belasting op landerijenwerd aangeslagen on crue soin van ƒ120. Omtrent de inning dezer jaarlijkschc contributie werd daarbij bepaald, dat die gelden, met de ƒ120, doar de Schouten ende Gadenneesierstegelijk met het OndschiMgeld zouden worden geïnd, tevens met hevel aan de respectieve opgezetenen (niet aan dc Gemeentebesturen)dezelve nan hen le betalenop poene tan daartoe door fmrate executie ofte overlcteringe door ken te worden gccontlringeerdm voege als in 't regard van 't Schildgeld gepractiseerd wordt. Gelijk dwang middel werd mede toegestaan aan den Cameraar van 't Collegie. tegen dc Schouten of Ondermeestersdie nnlntig hieven het geïnde hij hem te storten in dc kas van hetzelve. Later is deze wijze van inning met eenigc wijzigingen bestendigddoor de vroeger reeds gemelde generale Ordonnantie op do inniiiK der belastingen, dijks- en poldcrgcldcii van 28 Jan. 1686. en in het begin dezer eeuw, voor zooveel Amersfoort betreft, opgedragen aan erncn Ontvanger der Eem- en Slaperdijkslasten en in de overige Gemeenten nan den Gemeente-Ontvanger Rij eene aanschrijving van Gedeputeerde Stolen van I? Aug. I82;> is naderomtrent deze invordering der Eemlasten bepaalddie «in het vervolg door de Gemrente-Ontnsnqers percentsgewijze op de ongebouwde eigendommen te doen innen voor zoo verre die van oudsher aan deze Masting zijn onderhevig geweestmet Inst op die Gemeentebesturen die de betaling van Rwmgeldvn verschuldigd zijn om iaarliiks' voor dc uitgifte, der kohieren van do belasting op dc ongc- bouwde eigendommenden omslag der Remgelden on t„ maken en dezelve aan onze goedkeuring in te zendenmet «aanschrijving dien omslag, na hekomene approbatie, te Stellen >n handen van den Gemeente-Ontvanger, welko hij deze iu hel algemeen met die ontvangst belast wordt. Deze bepaling berust kennelijk op de mccning. dat de Eemlasten door dc Gemeenten zclvcn verschuldigd zijnen mitsdien dc Gemeentebesturen aansprakelijk zijn voor de e„_ levering van dat bedrag aan het Heemraadschap. Het dwang middel van parate executie, aan het slot dier resolutie, aan het Heemraadschap verleendhij niet voldoening dier gelden, is dim ook tegen de Gemeenten zeiven gerigt, want de be voegdheid tot parate executie wordt aan het Heemraadschap verleend hij wanbetaling, welke wanbetaling aan liet Heem raadschap natuurlijk ziet on den debiteur van hetzelve, d. i. de Gemeentebesturen, die de betaling ran Ei-mgelden verschul digd zijn. Is de Gemeente die gelden verschuldigd (waarover straks nader), dim belmoren die gelden ook op hare Beer,uiting'en Rekening voor te komen en zijn die gelden dus ten onrcgle op aandrang der Gedeputeerden, van de Bccrooling over 1853 door den Itaail geschrapt. Dit laatste bewijst dus reeds, dat het principe, hij de Resolutie van 6 Aug. 1825 aangenomen •lal de Gemeenten of Gemeentebesturenen niet de Ingelanden de debiteuren zijn. mank gaal en niet is vol te honden. Daar uit zou toch noodzakelijk volgen, dat die gelden, door do gemeente verschuldigd, dull ook uil de gemeenlek,is moeien voldaan worden, cn gevonden worden uit do opbrengst dor plaatselijke belastingen. Ihiar nu m deze gemeen Ie do opcenten op de grondbelasting reeds zijn ongevoerd lol het maximum hij arl211 der Gemeentewet gesteld, zoo rijst do vraag, van waar het regt van den Raad, om bovendien nog meer om te slaan, hij wijze van opcenten on de grondbelasting op de ongebouwde eigendommen onder den titel van Eemlasten Want zoo doende zon art. 241 mets meer tc beduiden helihen indien men slechts cenige namen van opbrengsten had uit lé deukenom hoven dit maximum te gaan. In allen geval is liet geheel onwettig, die Masting Idool Ie laten drukke,, on dc ongebouwde eigcndomiihuilen dc Stad, cn die binnen dezelve willekeurig vrij te laten. Dc Legger van schalpligtigo landen is in dit sustenu een onding, even als de l.oloomiig voor liet opmaken der Reke ningen. (Ie 5 n(.t. ga.lerloon en meer andere informaliteiten in strijd met liet ge,uront,-belastingstelsel. Men zal wclligi tegenwerpen: dc Gemeente-Ontvanger is. hij de inning even als nok het Gemcenlcsluur. hij dc uitzeil,ng en vaststelling der kohieren voor de Remgelden, sleehls de «omngtiirdc de agent, commissionair, heamhte of zoo iels dergelijks van het lleemrandseha», en vcrrigl. dit voor en naniens hetzelve; ile eigenlijke debiteuren zijn de Ingelanden, gelegen „„der do Gemeentemet de gezamenlijke inwoners (grondbezitters „f ntel-groiidhezillers) dier (■eilieeiitc. d. i. ,|e Gemeente zelve- deze laatste is bloot de timchc.l-pcrsnot. lussehen het Heem raadschap en d« Ingelanden, aan welken lusschen-peesoon dc

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1853 | | pagina 3