inning is opgedragen. Ilcl moge. waar zijn, maar van waar en waarom dan deze tussc.hen-pcrsoon? Is liet niet liet vijfde rad aan cencn wagen'.' In allen geval komen er gcene kohieren Ie pas, die alleen hij belastingenniet hij dijks- en poldcr- lasten, in zwang zijn. J)e lasthebber toen kan geen meer regten uitoefenen dan de lastgever zelf. Aangenomen zelfsdal een Dijksbestuur de inning der omslagen aan een Gemeente bestuur kan opdragen, dan moeien deze laatste zulks loc.li altijd bewerkstelligen naar de voorschriften van de dijks- en polderlasten voorgeschreven, d. i. er moeten gaderlijsten op gemaakt worden en de rekeningenvolgens art. 1!) van bet voormelde Reglement van administratie der polders enz. van 15 Julij 1826, ten overstaan van 2 a 4 Iioofd-ingclnnilen worden gedaan. Dit laatste grijpt dan ookvolgens de infor mation der Commissiein ccnc, iiiissebien wel meerdere, Gemeenten plaats, alwaar de Rand die rekening arresteert, teil overslaan van Ingelanden, die dezelve mede nrresteereu en tcckcnennlzoo middellijk of onmiddellijk tijdelijk zitting licblicii als Leden van den Raad. Een klaar bewijs iu welke valsche positie deze zaak, door verwarring van attributen van inngten, door het tegenwoordige tweeslagtigc stelsel, gebragt is, waardoor men niet weel, waaraan zien te houdeneu. om sic eene ongerijmdheid te vermijden, in eene andere en gixwterc Deze zwarigheden doen zich vooral voor bij de beantwoording der vraag: boe moet de Ontvanger dcc Ecin- en Slaperdiiks- lastcn te Amersfoort bandelenals iemandop bet Kohier aangeslagen, weigert te betalen? Daar nu deze gelden, zoo als door den Raad eu Gedeputeerden is verstaan gcene plaatselijke belastingen zijnen uit dien hooHc dan ook niet op de be- grooting voorkomenzoo spreekt het van zelf. dat art. 258 cn volg. der Gemeentewet daarop niet toepasselijk zijn. Daarentegen geeft de Wet van 'J Oct. 1841 (Staatsbl.n». 42). op de regts- magt der Iloogc en andere Heemraadschappen Dijk- en l'older- bcstivrcn enz.wel bij art. 3 bel regt van parate executie, voor <lc verschuldigde dijk- en polderlastcn tegen de Ingelanden doch slechts aan de lieslurenbij art. I en 2 vermeld, alwaar gcene Uciiicciltcstlircil worden vermeld doch slechts Heemraad schappen Waterschappen, Dijk- en Polderbesturen cn andere diergelijke. De tegenwoordige invordering der- Ecmlastcn valt dus noeli in het eene noch in het andere geval. De Ontvanger kan dus nooit daarvoor een dwangbevel uitvaardigen tegen de nalatigen «laar de gemeente zelve mout hen, bij een gewoon civiel proces, vervolgen. Men zal welligt wijzen op art. 4 dier Wet. bepalende dat daar. waar de (lijkkisten niet rrglstrreks door dc Rijksbesturen worden ingevorderd van de Ingelandenmaar de Gemeente- Amhachts- of Polderbesturen daarvoor worden aangeslagen die omslagen alsdan zullen worden verhaald volgens (te be/mliiigen it (lien opzigle bij (Ie beslaande lteglemenlen gemaakt of nader east te slellen. Ongelukkiglijk echter bepaalt de Aanschrijving van Gedepu teerden, van 6 Aug. I82oniets ten dien opzigte, want er wordt wel aan het Heemraadschap parate executie gegeven tegen de onwillige Gemeentebesturendie niet betalenmaar niet tevens ook ditzelfde dwangmiddel aan deze laatste» toegestaan voor bun regres op de Ingelandenover welke zij die sonimrii weder omslaan. Van welk principe men dus ook uitgamen sluit steeds. De invordering tegen de onwillige ingelanden kau dus door de Gemeentebesturen niet anders dan bij civiele actie ingesteld wordenvoor den Regtcr hunner woonplaats. Het behoeft geen betoog, dat zoodanig proces ccnc rijke bron van eaptiën en exception aan de tegenpartij zal opleveren, die alsdan waar schijnlijk wel zal beginnenmet te liewcrcndat liet Ge meentebestuur niets met deze invordering te maken beeft en daartoe onbevoegd is. cn de Aanschrijving van 1825 in allen geval, volgens art. 222 der toenmalige Grondwet, iu verhand met bet Reglement op bel llestuur der Staten iu de provincie llrecht, van de Staleu zclvcnen niet bloot van hunne Gede puteerden, bad moeten uitgaan. De Commissie ziet niet in dat het Geiiicenteliestiiur vrrpligt is. zich met de inning dor Ecingeldcn te belasten, te meer wanneer zij zieli daardoor blootstelt aan procedures tegen de nalatigenwaarvan wel bet begin maar niet liet einde is vooruit Ie zien, terwijl, wanneer de inning door bet Hcciiiraadsrbap •zelf geschiedt, zulks thans, krachtens de Wet van 9 Uclob. 1841, op couo zeer eenvoudige en niet kwestieuss wijze kan gedaan wordenalsdan bovendien gesteund duor liet privilegie iiij art. 25 .dcrzolve ingesteld. Uit dcu aard der raak toeli behoort ieder Dijk- of Polderbestuur zelf zijue omslagen to innen van de Ingelanden. Noch bel voormalige Reglement op liet Bestuur der Sleden noeli de tegenwoordige Gemeentewei f;ccft aan dc Statenof wie dan ookde magt om de Gemcente- leslureu daarmede op de .ccnc of andere wijze te belasten of lastig te vallen. Alleell dan, wanneer liet. bewezen ware, dat de verpliglitig tol bet betalen der Kringelden rust op de ge meenten zeiven hetzij viel hetzij zonder regres op do Ingelanden ware deze zaak tc regtvaardigen. Dat echter zulks ten deze liet geval niet is, on vroeger ook nooit geweest is, blijkt ook uog uit de volgende omstandigheden I". Hoezee^ er in de oude stukken, vroeger gemeld, wel bier eu daar uitdrukkingen voorkomen, als: 'Soest, of die ran SoesllicnincsVaamenz. zal betalen zoo veelzoo wor den dergelijke bewoordingen echter evenzeer gebezigd iu oude Documenten over l.rkdijksgcld, Zcedijksgeld enz. (zie h- v. Ulrechlsch I'lucaalb., II, p. G, verbis: ulaiosdrccbt met zijn tocliohoorcnWesp ui. z. t., Abcoude m. z. t.II, p. 25 initio; II, p. 131 verbis: u dat men de gerechten van den watergang, alse Jutpliaas Gnlcknp. Heykop, Raven enz.; II. p. I3G. XII), cn worden daarmede kennelijk bedoeld de landen (of liever de eigenaars dvrzclve, onder Soest Eoinnes enz.geenszins dc gemeente Soest enz. gezamenlijkeinwoners. Ten minste tot nu to. iemand opgekomen om daaruit i Reen bet bewijs af te leiden dal b. v. de Kcktlijksgclden door de gemeenten verschuldigd zijn; 2". Wordt dit ook nader nog bevestigd: o. door den inhoud der Repartitie van 1G15, zoo als blijkt O. a. uit uitdrukkingen, daarin voorkomende: «In welke penningen gehouden zijn de tanden beneden en ter syden der stad Amersfoort hare waterloosiiige hebbendeenz. «de kosten van (le Stceucn lieerende dat deselvigc mede over dc gehouffsluni/den van de Gi'ootc Ecm behoorde «gereparticcrl tc wordenenz., eu meer dergelijke b. omdat daarin Hoogland voor een gedeelte komt in dc kusten van dc Oude Kem en voor een ander gedeelte iu de Geoolc Kem, even zoo ook Amersfoort, bij hetwelk bovendien de sluit wordt tegenovergesteld aan de vrijheid, al hetwelk onzin zoude zijn als dc gemeente ilijkpliglig was; c. dewijl bij dc vcrdeeling der kosten van de bekende beulenbruggen cn wegen eveneens zoo veel gchcclc als gedeelten van gemeenten zelfs afzonderlijke ervenals daarin aangeslagen, voorkomen; 3". In de Ordonnantie op de Schouwe van dc Ecin etc. van 4 Junij IG1G komt, bij de lijft van gcboefslaagileiivoor eene opnoeming van personenniet van gemeentendie grhoudeii zijn hunne slagen tc onderhouden. Zelfs wordt er iu den aan vang dier lijst gesproken van liet corjnis (zedelijk ligcliaam) van de gehoef'daagden 4". De daadzaak dal de Schouten die gelden vroeger inden is geen bewijs dat niet de ingelandende gemeenten de debiteuren zouden zijn; want die Schouten vorderden even eens alle overige dijks- en polderlasten iuzoo als reeds hier boven is opgemerkt. Ging dit bewijs op, dan wordt thans overal iu dc provincie verkeerd gehandelddoor dc dijks- cn polderlasten door dc Dijks- en Polderbesturen zclvcn le laten invorderen, en helilirii speciaal ook de l'rov. Stalen geheel misgetast, door. bij dc Reglementen op deil la-kdijk, llovcn- cn Ileiiedeiidamsvan IU en 12 Julij 1831 (goedgekeurd bij Kon. Uesluil), dc gaderiug der Lckdijksgclilcu up te dragen aan Kameraar or Secretaris, of een der I<cdrn dier Kollrgiën of wel aan de Gadcrmccstcrs der polders of bimiciilandschc lastenlegen een rollcctc-looii van a pKt. l it dit alles blijkt genorgzanm, dat de Remgeldenin aard en oorspronggelicel gelijk staan met andere dijkslastenen er mitsuien Ook gecne reilen liestaatwaarom menten opzigte daarvan, zou afwijken van den algemeeiien regel. Het eigen aardige echter wat hen aankleeft (doch volstrekt geen grond oplevert tot afwijking van dien regel) is, dat zij niet, evenals de Slaperdijk*- en andere dijks- of |wlderlastennaar de uit gestrektheid der landen worden geheven, maar naar derzelver waarde, welk laatste, naar bet schijnt, ook reeds in vroeger lijden de maatstaf van omslag daarstelde. Hel oliilsebildgeld toeli werd. zoo ver de Kommissie beeft kunnen nagaan, gelie ven naar liet getal schilden, waarop elk land op den I<egger of zoogen. lllalferd der Oudsrliilden was aangeslagenireilt schilden (zon zegt de aangehaalde Repartitie van 1G15) in oude lijden genomen zgn mie de weerde van de landen (Zie ook I trechtsch l'lacaatb.11, p. 550. art. XV). Ten andere lirhlicii de Remgelden ook nog dit eigenaardige, dat, terwijl, zoo als gezegd is, de overige steden in bet Slichtvoor zoo vrel dc eigenlijke, d. i. Iicliouwde en hcmuiirdc. stad U-tref!ge heel vrij zijn cn waren van alle dijks- en poldrrlastencclitrr ook de heuiuiirdc stad Amersfoort steeds mede beeft betaald aan liet Remgeld. Of dit nu was voor den grondilien zij besloeg, dan wel als eene subsidie, omdat ook dè lielwuwdc stad, ill baren handel, gebaat werd (hair bet uitdiepen en bevaarbaar houden der Kemis moeijclijk uit te maken. Itij de meergemelde Repartitie, dc hoofdbron waaruit de latere regeling van 2G April 1G38 baren oorsprong nam, wordt, bij den |insl (Iroole Hem als ook van die van weg ende hetden in 't Volenliroeklb: stad en derzelver vrijheid op eene lijn gesteld welke dan ook lieide respectievelijk waren aangeslagen. Deze zaak echter betreft de wijze van omslag dier gelden, en ligt alzoo buiten liet onderwerp, waarvoor de Kommissie iieiiurind is. l)e slutsom vau bet bovenstaande is alzoo: dal, toen in liet begin dezer eeuw. ten gevolge van bet verauilerdc stelsel van belasting, de Generale Ordonnantie van 28 Jan. IG8G kwam tc vervallen bet GciureutchpsUiur 1c Amersfoort zich bail moeten onthouileu van alle inmenging iu deze zaakwaarmede liet ook vroeger nooit belast noeli toe geroepen was, cn aan bet Kcmcollegie zelf bad bcliooreii over tc laten, om ccnen Ontvanger op tc zoeken cn aan le stellen, die voor het ver volg die gelden znu innenals ook om le voorzien iu bel uit zeilen cn omslaan dier gelden, even als elders in de provincie beeft plaats gegrepenalwaar de Gemeentebesturen zich wijssc- lijk hebben gewacht voor dergelijke inmenging in dijks- of polderzakendat het gevolg dezer ontijdige en noodeloozc Iieinoeijiiig van liet Gemeentebestuur tc Amersfoort aldra was, dat hetgeen oilicicus en vrijwillig door hetzelve verrigt werd spoedig als eene op hetzelve rustende rerjiligting werd be schouwd; dat liet later, bij de Aanschrijving van Gedepu teerde Staten van 1825, bovendien nog uuiuprakelijk gesteld werd voor de oplevering der te innen sommen, met bedreiging van narale executie, ja zelfs aan liet Kcmcollegie, als den eigenlijken debiteur dezer geldendocli met vrijlating, om die gelden op zijne licurt te Verbalen op de Ingelanden. De Gemeenteraad kanzonder zijne roeping tc miskennen dit alles niet langer lijdelijk aanzien, naur bet oordeel der Kommissie. Dij behoort er tegen le waken, dat aan de gemeente lasten cn schulden wsrden opgelegd, waartoe zij niet gehou den is. Het behoeft geen betoogdatterwijl vroeger de Ingelanden steeds du debiteuren waren van liet Remgeld aan liet Kollegic, gcene magt iu den Staat bevoegd is, dit willekeurig over le brengen op dc gemeentenwaarin hunne landen gelegen zijn; terwijl bel troostmiddel van een regres op de vroegere debiteuren weinig te beduiden heeft, ingeval die weigeren le betalen, doch, wegens den verwarden toestand, waarin deze zaken geraakt zijn vermoedelijk slechts daarop zal uitloopcn dat men zijn geld verpleit. zoinler verder te komen. Tc meer meent de Kommissie te moeten aandringen op ccnc terugbrenging der zaak in bare vorige en natuurlijke positie, op den voet en wijze, zoo als bij alle andere Dijkt en l'ohlcrbesturcn in deze provincie plaats grijpt, dewijl aan zijde van bet Ecuicullcgie daartegen uccu bezwaar is geopperd en zij vermeent, dut, ook voor dit Kollegic de thans bestaande inning, hij trappen eu geheel noodeloozc lieiuocijing der Ge meentebesturen belemmerend kan cn zul wezenindien bet ooit lot eene herziening der Statuten most willen overgaan. Indien nog de tegenwoordige gang vuii zaken ccnc min kostbare wijze van administratie ware, men zou mogelijk daarin eene aan leiding kunnen vinden voor de Gemeente, om zich ouverpligle bi-nioeijiugcii last, cn risico van processen tc getroosten, bel belang der grondeigenaars, die, ten minste voor ei gedeelte, binnen dc gemeente wonen. Doch ook, uit i_._0 puilt beschouwd, verdient de tegenwoordige gang vau zaken volstrekt gcene aanbeveling, zelfs niet eens bij Gedeputeerden die, bij uc goedkeuring van bel laatste driejarig Kohier der Remgeldenhij missive vau 20 Aug. 1852, aanmerkten: «dat de vergoeding der Losten en bezoldiging van den Ontvanger «lot een gezamenlijk bedrag vau IU1.50 enzons u boog voorkomenenz. Wij zullen hieromtrent ter ge- legeuer tijd een voorstel inwachten. Inmiddels hebben wij «geen bezwaar gemaakt dc onderwcrpriijkc ƒ101,50..... «nog voor ditmaal aan te nemen Inderdaad ƒ101.50 onkosten van administratie, om eene to imicii en verantwoorden som van 392.41. zoodat er zuiver slechts overblijft ƒ291,35. is niet goedkoop te noemen! Doch de fout ligt iu dc iiirigliug der zaak. Eerst een Heem raadschap tc betalendat natuurlijk niet zomlcr onkosten kan adminislrccrcn, en dan nog weder iu iedere gciucrnlc vau liet ressort eeue soort van oiider-lleemraadseliap, dat al weder rekening en verantwoording doetkohieren vaststelt, bijgevolg ook vacatiën voor liet opmaken daarvan, bijhouden van log gers, Rode, srlirijilooncndrukluoueuenz., dit alles geeft natuurlijk meerdere onkostenilnii bij andere Dijkscollcgirii waar deze oiider-adiiiiuistratie niet plaats grijpt en de invor dering reglslrci'ks vail liet Dijkscollegie zeil uitgaat en bewerk stelligd wordt, bovendien is al dien omslag iu de laatste jaren nog vermeerderddoordien dc Gedeputeerden voor de Kern en Sl»|M-rilijkslastrn ieder, een afzonderlijk Kohier cu rekenin gen en verantwoording vorderen. n groot •n dc zaak terugbrengen on liet vroeger standpunt irige eeuw), dan behoort dc inning der Kcuilaslru duor den Rijksontvanger, le gelijk inrl die der grondbelast' le geschieden, even als voor du provinciale- en gemeen tc- opeeiilen plaats grijpt welker inning slechts 2'/ pKt. kost. Bestaat daartoe mogelijkheidhetgeen du Kommissie niet kan beslissen, dan is er voorzeker gcene onkostbaarder inning uit te denken. Daarom was bel dan ook onzer voorvaderen le doen. toen zij de inning der dijks- en polderlasten aan dc Schouten o|Hlrocgcnïij kozen de Schouten, niet omdat zij dc gaderiug bepaald door dun eoiicn of anderen Gcmrcnlelie.niibto wilden laten doen, maar omdat de Schouten destijds de grimd en andere belastingen inden. Toen eellter, iu bet begin dezer eeuwdeze Inntstcu die inning verlorensprak bet van zelf, dal ook dc reden verviel, uuaioni men hunof dcu later ont stallen Geziieenlelirstureii(lie inning zoude laten. Waar men zulks des niet tc min is blijven bestendigen, beeft men wel de schil behouden, maar dc vrucht is le loor gegaan. Zie verder dc Conclusie van dit Rapport, in X°. 9G der Amtrsf. Courant reeds medegedeeld. Te AnttsrouaT, bij YKKCKEXS VAN Kl'lJKJIOF.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1853 | | pagina 4