M 105. UIEltSFOOIUSflIL COURANT. DOKDEKDAG, 22 September 3853. 22 Sept. Dondord. Barncveld schnpenm.Londensch Zcndelingg. opgerigt, 1794. 23 Vrijd. Qualert.; Tiel paardenmarkt. 24 Zaturd. Qualert,; Em. Swedenborg over]., 1772. 25 ZOND. L. Kw.Barneveld kermis; Nieuw Bloedplakaat van Karei F, 1550. 26 Sept. Maand. Heilig Verbond, 1815; Augsb. Godsdienstvrede, 1555. 27 Dingsd. de Bilt kermis; Doorn kermis; Fineent de Paula overl., 1680. 28 Woensd. Adolf Ctarenbaeh overl., 1529. 29 Donderd. s. Michael; Ouetaaf Wasa overl., 1580. Toen wij, door de aftreding van den Heer Mr. L. Zegers Fecckens, als Lid van den Rand der Gemeente Amersfoort, en zijne niel-benoetning op nieuw, de ge legenheid ons zagen benomen, om, gelijk tut dus verre, liet in de vergaderingen van den Raad dier Gemeente behandelde ter kennis te brengen van het publiek, hebben wij (daar hel onmogelijk is, ont van de plaats, die in de Raadzaal voor hel publiek is bestemdte hooren wat er door de Raadsleden gesproken wordt, en omal koude inen van het gesprokene berigt geven den inhoud en de conclusiën van de door Cuiuiuissiën uit den Raad uitgebragle rapporten mede te deelen) in hel algemeen belang, ons getroost, tone incdedec- ling der notulen van de Raadsvergaderingen te ver toeken aan den Secretaris, die daartoe zich bereid verklaarde, mits de Burgemeester daaraan zijne goed keuring hechtte. Laatstbedoelde, dien ten gevolge door ons met gezegd verzoek geadieerdheeft de notulen ter plaatsing ons toegezegd, onder voorwaarde, dat dezelve, zonder eenigerlei afwijking, bijvoeging of aanmerking onzerzijdszouden gebragt worden Ier kennis van liet publiek, waarmede door ons is genoegen genomen. Ofschoon wij aan die voorwaarde ons hebben ge houden, zijn ons echter later, namens den Burgemeester, zonder eenigerlei redegeving daarvoor, de notulen voor den vervolge geweigerd, weshalve wij niet meer bij magte zijn om van het in de Raadsvergaderingen be handelde een juist cn volledig verslag te geven. KENNISGEVINGEN. I)z BURGEMEESTER DER GEMEENTE AMERSFOORT Brengt ter kennis der Ingezetenen, dat het door den lieer Commissaris des Konings executoir verklaarde Suppletoir Cohier van het Patentregt in deze Gemeente, dienst IoM/staan den Heer Ontvanger der Directe Belastingen is ter hand gesteld, i ieder vcrpligt is zijnen aanslag, op den hij de Wet iette voldoen. Gedaan en op de gewone plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 16 September, 1853. De Burgemeester voornoemd, G. WJJERS. bepaalden BURGEMEESTER EX WETHOUDERS der GEMEENTE AMERSFOORT, Gezien art. 16 van het Reglement op de REINHEID V VN STRATEN enz., gearresteerd bij den Raad dezer Stad, den 30 Mei 1832, en gepubliceerd den 16 lunij daaraanvolgende. Maken bekenddat op Maandag den 26 September 1853 te beginnen des namiddags ten 3 urezullen worden gcschouwen de Straten, Stegen. Grachten en Werven binnen deze Stad; En herinneren alzoo de Ingezetenen aan hunne verpligting, om vóór gcmclden tijd. de Straten, Stegen en Werven, voor. achter cn ter zijde van bunnc woningen, stallen, panden of erven, van gras cn andere wassende kruiden te zuiveren, alsmede de goten cn heulen behoorlijk te doen schoonmaken alles op de boetebepaald bij het voormelde Reglement. Amersfoort, den 19 September 1853. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. G. WIJERS. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. AMERSFOORT, 22 September 1853. In de op 15 Sept. j.l. gehouden vergadering van den Raad dezer Gemeente is tot Wethouder benoemd de Heer Mr. H. W. ton fFerkhocen; zijnde de benoe ming van den tweeden Wethouder aangehouden tot dat de vacature in den Raadontstaan door het over lijden van den Heer fF. F. J, Maas Geesteranuszal zijn vervuld, en zulks op grond van art. 84 der Ge meentewet. Bij vonnis van de Arrondissemcnts-Rcglbank te Amsterdam van 7 Sept. j.l. is tegen S. A. Dwars, wonende te AmersfoortSchrijver van de Bagijn van Amersfoort, Menscheiijke Dwaasheid, Huisjes-Schat en meer dergelijke prulschriftenreglsingang verleend, met bevel lot dagvaarding in persoon, wegens het schrijven en ter publieke uitgave afslaan of verkoopen van een pamfletgetiteld de Fermakelijke en Curieuse Roomsche Poppenkast (Rarekiek), in Juuij of Julij 1853 te Amsterdam, bij B. P. van Citlertwelk pamflet doorgaande, en meer bepaaldelijk op bladz. 6, begin nende niet de woorden: Maas kijk eens in dat glas; bladz. 8, eindigende inet de woorden: de Geestelijke Jleeren verstrekken tol eer; op bladz. 9, van Harlekijn zwijg Kinkeltot bladz. 10, eindigende, met de woorden: de goede Pater trok enz., en op bladz. 12, beginnende met de woorden paskwil cn vuile Monnik, cn eindi gende met: naar het Klooster, allcrlledcrlljkstc taal bevat en nlzoo strijdig is niet de goede zeden. In don morgen van den 14 Sept. j.l. heeft Z. M. de Koning het kamp bij Zcjjsl verlaten en zich naar Utrecht begevenvooraf heeft Z. M. eene legerorde ge geven waarbij aan de troepen in en om de legerplaats vereenigd, HD. zeer groote tevredenheid wordt kenbaar gemaakt, zoo over de wijzo van dienen, als over du goede discipline, tenuc-propriteit, de orde cn bedaard heid, welke bij de exercitiën, zoowel met als zonder vuur, door hen waren in acht genomen. Bij het aantreden voor de morgen-exercitiën van ge zegden dag, werd deze order aan de manschappen kompagnie's gewijze, voorgelezen, cn werd dit bewijs van Koninklijke tevredenheidvan af dén regter- tot den linkervleugel van het kamp, met een daverend Ie te de Koning! beantwoord. Op den 14 Sept. j.l. had de lang verbeide komst van Z. M. den Koning binnen Utrecht plaats. Omstreeks ten 9 ure aan de Bilt gekomen, werd Z. M. aldaar door twee eerewaohten Ie paard, de eene uit de burgerij de andere uit de studentenopgewacht, cn met dezen stuet stadwaarts gereden, bij de Gildebrug, door den Burge meester vnu Utrecht, aan het hoofd der Stedelijke Regering, namens de burgerij, korlclijk welkom ge- heelen 'I welk door den Koning werd beantwoord niet eene dankbetuiging en de verklaring, dat de dag van 14 Sept. eene der schoonsten zijns levens zou uit maken, waarop een luid Huraht De Koning leev'! uit duizend cn duizeude monden in de lucht weèrgalinde en de muziek der Utrechtsehe Schutterij en die van het Uarinoniegezelschnp van den Heer Stumpjfuit Amsterdam, het Wilhelmus deden hoeren. Daarop zette de stoet zich in beweging in de navol gende orde: 1°. een detachement Dragonders; 2°. de Commissaris des Konings iu de provincie, gezeten in eene koels, begeleid door een twintigtal jongens, die, al zingende eu wuivende langs den geheulcr. weg, 's Konings aankomst verkondigden; 3". de Burger- eerewaclit, te paard; 4". Z. M. de Koning, met de Kommandanten der eerewachten en UD. Staf; 5". de Sludenlen-eerewacht, te paard; 6°. de Stedelijke Rege ring, in vijftien staatsiekoetsen 7°. het Studenten-korps te voel; 8°. de Stedelijke Schutterij, en 9". een deta chement Dragonders; zijnde, gedurende den geheelen oplogt, liet geschut gelost en de klokken geluid. De Voorstraat en Willevrouwestraat waren als in eene groene allee veranderd lol aan de Ncude, waar eene groote en grnotsohe Eerepnort Was opgerigt, met de navolgende daarop gestelde woorden: -> 'i September 3853 HULDE AAN z. M DEN KONING, WILLEN III. zijnde Z. M. aan dezelve, door een paar honderd kin deren van de armenscholen van alle gezindten, behalve die der Roomschendie daarvoor hadden bedankt, in zang verwelkomd, terwijl Op het plein zelve de troepen van hel garnizoen stonden geschaarddie nn de inspectie door Z. M. te hebben gepasseerd zich aansloten aan den trein, welke achter St. Pieler werd opgewacht door de op eene verhevenheid slaande kinderen van de bijzondere school der l"e klasse, die Z. M. met liefelijke» zang begroetten en met duizeude bloemen bestrooiden. Van daar aan liet Gouvernements gebouw gekomen en onverwijld op dcszelfs balkon, zich gesteld hebbende, werd L. M. door een oorverdouvend llurah! begroet, en zag Z. M. het Studenten-korps, do Schutterij en de troepen van hel garnizoen voor zich defileren. Na een uur verpoozing, begaf de Koning zich, met HD. Commissaris in de provincie en begeleid door de Burger-ecrewnclil, naar het stadhuis, waar Z. M. door ecnige Ulrcohlschc Dames met bloemen bestrooid en door de Stedelijke Regering wet-d ontvangen, waarop de audiëntie begon, die lot omstreeks 41 ure duurde. Nn ten huize van HD. Commissaris, waar Z. M. ge logeerd is, het middagmaal te hebben gebruikt, reed Z. M. ten 9 ure met IID. Commissaris en begeleid door HD. Adjudanten eh de beide Eerewachten te paard uil, om de ollerwego prachtige en door hel heerlijkste weder begunstigde illuminatie in oogenschouw te nemen, zijnde Z. M. overal met uitbundig en hartelijk gejuich begroet. Den volgenden dag ten 11 ure reed Z. M. uit, ter bezigliging van de Academie, waarin Z. M.door eene aanzienlijke schare Studentenzangers en genoodigden verbeid, door den Rector Magnificus, «ten hooggeaclilen Hooglcernor G. J. Mulder, nagenoeg aldus werd aan gesproken: ii Geëerbiedigde en geliefde Vorst! Uit naam van mijne geachte ambtgenootenvraag ik eerbiedig aan Uwe Majesteit de vergunning, om de Studenten dezer Hongcsrhool aan Uwe Majesteit voor te stellen. Zij zijn de hoop des Vaderlands, de liefde hunner oudersonze zorg. ii De hoop des Vaderlands. Rijk aan bodem is ons Vaderland niet; men kan er geen goud opdelven noch edelgesteenten vinden, God zij gedankt, neen Sire! uit dorre heidegronden cn moe rassen is ons land te zaamgestclddie op verre na niet genoeg opleveren, om het Ned. volk te voeden. Nogulnals God dank, wij behoeven het goud van Bern, noch de goudmijnen van Californië of Australië; door den ijver cn de vlijt i poelen en moerassen droog gemaakt, aan die jongelingen is het opgedragen den bodem van bet Ncd. volk in goeden staal te houden. Op dien bodem echter is een Leenw gekweekt, de Nedcrl.-Lccuwdie zijn gebit ge toond heeft op vele plnntsen der aardeom den overmoed van vreemden te temmenof ben die hem aanrandenmet de manen in het nangezigt heeft geslagen, opdat het volk ge lukkig zij in kracht cn vrijheid. Ja vrijlieid is het volk ge schonken maatschappelijke cn zedelijke vrijheid, liet is liet geslacht van Uwe Majesteit dat liet Ncd. vólk heeft vrij ge- deze jongelingen de hoop van het Vaderlandrij zijn hoop van Uwe Majesteit, de hoop ran Oranje en die onafscheidelijk aan elkaar verbonden zijn. Met Nederland t lederland Oranje teven en sterven zij. Ik mag Uwe Majesteit wijzen op de teekenendie hier voorhanden zijn /Spreker wees op de veroverde wapenen) en die getuigen van den zin: Uns goed en bloed beschik bepaal Wij geven 't goud cn grijpen 't staifi. Zii zijn de liefde hunner ouders. De liefde is het, Sire! blyk te strekken van de eenheid van het Nedér- landsche volkaan hetwelk de liefde scherp is ingeprent tot Godtot den Koning. Die 'liefde koestert Nederlanaen het is daarom datwanneer het bij andere volkeren stormtbij ons niet dan eene ligte deining Wordt waargenomen. Die liefde zet deze jongelingen aan tot beoefening der wetenschappen, en tot hunne maatschappelijke vorming, zoOdat van hen, is te wachten heul cn 'steufi in de toekomst. Hier treffen Wij wederom Uw edel geslacht aan als eene bron van geliik Voor Nederland. ii Is het belangwekkend de roemrijke Wapenfeiten van Uwe vaderen te lezener is nog iets dat boöger staat en dat van Uw stamhuis zoo roemvol getuigd werd fn het gezegde van een Britsch geschiedschrijver: dat geen enkel geslacht zoo zeer heeft hijgedragen tot.de beschaving,dan dat van Oranje!» Aan Uw geslacht, Sire! hebben wy dus niet alleen onze Vrijheid en onafhankelijkheid te danken, maar, volgens den Brit. droeg het meer dan eenie ander geslacht bij tot dg beschaving. Geen wonder dandat deze jongelingen aan Uwe Majesteit zoo zeer ;ehecht. thans niet voorbeelden zouden kunnen Unie zorg: de zorg vin deze mannen Van Wetenschap. Wij .„an met deze jongelingen om als met onze jongere broeders. Wii wijzen hen op de geschiedenis, en trachleii hen op te leiucn tot goede burgers van den Staat, die de orde en rust handhaven. Onze zorg: onze Hoogcschoo! ik fn eene stad ge plaatst, die dc wetenschappen weet op prijs te stellen, aan welker hoofd een bestuur staat, dat wij nóóit te vergeefs om hulp vragenin een gewest dat ons ten steun Verstrektwanneer zulks wordt gewenscht. Onze zorg: het leven van Uwe Maj. wordt gewijd, ora te torgen de wetenschappen Voor té Staan en voor de goede orde ft waken. Ik mag het Vah ÜWe Maj. rgen om Uwe aandacht te wijden aan de honderde die van Uwer Maj. belangstelling in wetenschappen en bijgehrngt worden; een enkel rij mij vergund de beschikking van het eermetaal, waardoor een wedstrijd wordt bevorderddie hen allen ten prikkel strekt. Doch het zij hun vergund thans zelve tot U te spreken, Sire! te spreken in de taaf des Dichters. Hierop begonnen eenige zangers, uil het Studenten- korps, de volgende woorden van Mr. J. van Lennep, Toor deze gelegenheid expresselijk door den Heer Kufferath op muziek gezet, niet volle buist voor té dragen: Koon. Heil, driewerf licilgeliefde Vorst! Verhef zich ook bij krijgstooneelen Bij 't luid gejoel der wapenspelen Uw ridderlijke borst Toch kan ook 't stil genot U streelen, Dat Pallas rustig koor U biedt; En daarom zingt, in 't vrolijk lied Ons hart, zoo blij tc moe U 't welkom toe. De wetenschap, de nutte kunst, Zij die der volken roem volmaken Gij blijft beschermend voor haar waken: Zij bloeijen in uw gunst. Dit denkbeeld doet het hart ons blaken In dankbre zucht om langs de baan Der kennis ijvrig voort tc gaan! Zoo strekke ons vlijtbctoon Uw xorg telt loon. Maar zagen wijwat God verhoed' Weer 't krijgsvuur dreigend uitgebroken, Kwam 's vijaods heir de grond bestoken, Voor U oiu' arm, voor U ons bloed, Op 't 11 voorwaarts!door uw mond gesproken In vrede cn oorlog, even blij, O Koning! staan wij U ter zij, Doen we onze t^ouw gestand Aan 't Vaderland. Waarop de Koning, diepgetroffen, naar de Studenten toetrad eu hen nagenoeg in deze woorden toesprak: «Ik vind gcenc woorden, om het gevoel uit te drókken van hetwelk thans mijn hart doordrongen is. Slechts weinige woorden zal ik tot u zeggen: wanneer ik iets heb kunnen doen tot den bloei, tot dc welvaart, tot den roem van de Nederl. Hoogescholendan heb ik niet meer dan cenen duren mij aangenamen piigt vervuld. Gods besten zëgen wensch ik U van harte toe, II allen, ja U allen in hét byzortder en onder een leve de Koning! leve O ra tij de taal verliet. Daarop reed Z. M. nclrtervolgcns naar de Academische Bibliotheekhet Museum van den llooglrernar vin Lith de Jende (waar Z. M. een collation1 gebruikte), hel Chemisch Lulrordtnriuin, den IforluS Academicus, het Meteorologisch Observatorium én' hel' terrein vóór de nieuw geprojecteerde Sterrcwaclitalwaar Z. M.op uitiioodiging van den Burgemeester, op perkament do verklaring onderteekéndc, dal dc eerste steen van hot Observatorium iu bijzijn van 1. M. was gelegd, welk perkament daarop, met ccnigc bronzen medailles, in erne lood'cii doos gedaan en vcrxrgcld werd geplaatst iu ecncn daartoe vervaardigden steen, die gesteld'werd ter plaatse waar dc beide pilaren voor den meridiaan- kijker zullen opgerigt worden. Na daarop now de Aka- deiniache Kabinetten en het Natuurkundig Kabinet tc hebben bezocht, begaf Z. M. zich naar hel" geböuw vour

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1853 | | pagina 1