OURANT. AIERSFOÖRTSCIIE C M 149. 10 Jan. Maand. Spalatinus overl., 1545- 17 Dingsd. Benj. Franklin gel)., 1700. 18 Woensd. Jod. Heringa Es. overl., 1840. 10 Donilerd. de Koningin-Moeder der Nederlanden gel)., 1705. 12 Jan. Dnnderd. Jean Chastellain overl., 1525. 13 Vrijd. /Uenno Simons overl., 1501. 14 Zulurd. V. M.; do /Vette geb 1780. 15 ZOND. J. G. Mare sot! overl., 1828. REGLEMENT op het Onderhoud en Gbbbuik dbr Wegen in do provincie Utrecht. (Vervolg en Slot.) HOOFDSTUK 111. Van het planten en bouwen langt de wegen. 35. liet is verboden Inngs de wegen boomen le rooijen of te planten, anders dan met toestemming, wat de provinciale wegen betreft, van Gedeputeerde Staten, en wat de overige wegen betreftvan de schouwvoerende Besturen. 36. Het Bestuur, wiens toestemming wordt vereischtgeelt, ten aanzien van iedere aanvraag, de voor dat geval noodige voorschriftenwaaraan zi'-h de eigenaar van het rcgt tot be planting zal moeten houden. 37. Bij het geven der in de vorige artikelen bedoelde toe stemmingen zal worden gewaakt, dat nergens door de beplanting de rijbaan eenc mindere breedte verkrijge dan van 4.50 el. Waar het immer mogelijk is, moet meer ruimte voor de rijbaan overblijven. 38. Bij het geven der toestemming tot beplanting wordt de aard der beplanting en de soort van boomen tevens aangewe zen met inachtneming der volgende bepalingen adat opgaande hoornen niet digter dan 5 ellen uit elkander mogen geplaatst worden en tot op de hoogte van 4 ellen zoodra ze daarvoor vatbaar zijnbehooren gesnoeid te worden. Daar. waar het bijzonder belang dit vordert of bijzondere Reglementen dit veroorlovenzullen Gedepu teerde Staten kunnen toestaandat boomen op minderen afstand van elkander worden geplant; b. dat het hakhout zoodanig moet worden geplant, dat het den weg niet hinderlijk zij, en in geen geval de rijbaan smaller make dan in het vorige artikel is bepaald. 39. Gecne nieuwe woningen, schuren of andere getimmerten, hooibergen of schclftcn, putten of pompen, mogen aan de wegen worden gezet binnen eenen afstand van 5 ellen van dezelve zonder toestemming van Gedeputeerde Staten. De bepaling van dit artikel is mede toepasselijk op herstel lingen van bestaande gebouwen zoodra daaruit eene veranderde rigting van bet gebouw aan de wegzijde mogt ontsaan. HOOFDSTUK IV. Verordeningen op het gebruik der wegen. 40. Op de puin-, grind-, kiezel- of andere kunstwegen mogrn met meer dan 20 mudden korenaardappelen of peul vruchten op een voertuig vervoerd worden. 41. Dc vrije doortogt over de rijbaan der wegen mag door geenerlei beletsel worden belemmerd, waardoor de vrijheid of zekerheid van den doortogt kan worden belet of verminderd. 42. Het op de wegen vernachten van rij- of voertuigen is verboden. 43. Dc voerlieden van elkander tegenkomende rij- of voer tuigen moetenzonder onderscheid van liet getal wielen of paarden ran de hand, dat is. van de linker- naar de regterhand uithalen ieder voor dc helft des wegsvoor zoo veel de plaat selijke gesteldheid dit toelaat. 44. Wanneer twee rij- of voertuigen elkander ontmoeten op plaatsen, waar het genoegzaam uithalen onmogelijk is, moet de eerst aangekomene op eenc geschikte wisselplaats den anderen inwachten, of moet het onbcladenc, of, zijn zij beiden beladen, dat, hetwelk het meest hij eenc geschikte wisselplaats is, terugrijden. 45. Wanneer een voerman een ander voorrijdend rij- of voertuig verkiest voorbij te rijdenis dc voorrijdende verpligl daartoe aangezocht, van dc hand uit te halen. 46. De voerlieden zijn verpligl op de wegen zich steeds op of bij hunne rij- of voertuigen te bevinden, in staat om deze le voeren of te geleiden. 47. Geene zoodanige vrccindc beestenvoor welke de paarden zouden kunnen verschrikkenzullen over dc wegen vervoerd of geleid mogen wordendan op eenen afstand van ten minste 100 ellen, door iemand voorafgegaan, tot waarschuwing der reizenden. 48. Het weiden van vee is verboden op de provinciale wegen zonder schriftelijke toestemming van Gedeputeerde Staten. Op de gcconcessionecrde wegen zonder schriftelijke toestem ming van Concessionarissen. Op dc wegen van de derde soort zonder schriftelijke toestem ming van het schouwvoereml Bestuur. 49. Geen vee mag langs de verschillende wegen worden ge dreven dan onder geleide van daartoe geschikte personen. 50. Het vee, dat, in strijd met bovenstaande bepalingen, mogt worden gevondenzalovereenkomstig plaatselijke veror deningen worden geschutonverminderd de toepassing der strafbepalingen. 51. Geen vee mag langs de wegen vastgezet worden dan alleen in dier voege, dat liet minstens op eepen afstand van 2 ellen uit het middrn des wegs verwijderd blijve. 52. Het is verbodende voorwerpen of kenleekenen ter verlegging van het spoorop de wegen gesteldte verplaatsen of daarover te rijden. Tusschcii zons onder- en zons opgang moeten die voorwerpen weggenomen zijn. 53. De tot eenige tolhsllnig goregtigden zullen zorgen, dat bij iederen tolboom de voor dien tpl bestaande tarieven met vermelding der wettige autorisatie, waarop zij gegrond zijn, op geverwde borden aanwezig zijn. 54. Zij zullen zprgendat de tot helling van den tol in- gerigte afsluitingen worden geplaatstzoo als dit door Gede puteerde Staten aan hen zal worden voorgeschreven, en dat de tolbooRien door geschikte gaaiders worden bediend. Bij wangedrag (Ier .tolgaarders, ter beoordeeling van Gede puteerde Statenkunnen d?ze den tot aanstelling bevoegde gelastenonmiddelijk dezen persoon door een ander te doen vervangen. 55. Do afsluitingen moeten van af één uur na zons-onder- gang tot één uur vóór zons-opgang, uitgezonderd bij helder maanlicht, door helder lichtgevende lantaarns verlicht zijn of anders opengesteld blijven. 56. Het is verboden op de wegen eenige afsluiting, onder welke benaming of met welk doel ookte plaatsen of te onderhouden, ten zij men daartoe het regt beiitte of tot een tijdelijk consent van dc bevoegde autoriteit verkregen bebbc. In zoodanig geval zal de tot afsluiting geregtigde verpligt sijn een wachter bij de afsluitiug steeds aanwezig te houden ten einde die voor den doortogt to openen. DONDERDAG, dcZ Januari) d854. 57. Gecne herstellingen of vernieuwingen dan die van gewoon onderhoudnoch doarstelling van nieuwe werken, mogen ge schieden zonder voorafgaande kennisgeving aan het Gemeente bestuur. In geval van bezwaar tegen den aard of tegen de wijze van uitvoering der bovenbedoelde herstellingenvernieuwingen of werkenbeslissen Gedeputeerde Staten. 58. Bij alle wei ken, welke niet tusschen zons c p en zons ondergang ten einde gebragt kunnen wordenzalzoo noodig door afsluiting, verlichting of bewaking, de doortogt beveiligd De kostendaarop vallendebehooren tot het onderhoud van liet te herstellen voorwerp. De beoordeeling van de noodzakelijkheid en van de doel matigheid der te nemen maatregelen van voorzorg beboort aan het Gemeentebestuur. 59. Gecne krengen mogen op de wegen noch binnen 20 ellen afstand daarvan worden ncdergelcgd of verblijven. Zijdie paarden of ander vee door afsterven op den weg verliezenzijn verpligt de gestorven dieren dadelijk te doen wegvoeren. Wanneer de eigenaar onbekend of niet aanwezig iszal de begraving van gevonden krengen door de zorg van het Gemeente bestuur ten koste der gemeente geschiedenbehoudens regt van verhaal op den eigenaar, indien deze mogt bekend zijn of 60. Gecne mijten of schelven van hout. hooi of koren; noch riet, aarde, baggerplaggen, asch- of mesthoopenboom stammen turf of brandstoffenmogen op de wegen of op derzelver bermen geplaatst of gelegd wordennoch op 8 ellen afstand uit de as van den weg. wanneer de wegen door geene slooten afgescheiden zijndan met vergunning van het Gemeente bestuur. 61. Geene takken van boomen. staande op landen, aan de wegen grenzendeal zijn deze daarvan door slooten afgeschei den mogen over den weg hangen dan op eenc hoogte van niet minder dan vier ellen. 62. Alle overtollige aarde, gevelde of omgewaaide boomen, uitgeroeide wortels of stammen moeten ten spoedigste van wegc dc eigenaars van de wegen worden weggevoerd, en inmiddels zoodanig worden opgeruimd, dat de doortogt behoorlijk kunne plaats nebben. 63. Het is verboden eenige ider in het voorgaande artikel bedoelde belemmeringen gedurende den nacht op de rijbaan te doen verblijven, tenzij ia bjjzondere gevallen het Gemeente bestuur daartoe verlof geve. Heeft dit laatste plaatsdan zal de belanghebbende eene genoegzame bewaking daarbjj moeten stellen, ten einde de voorbijkomenden te waarschuwen en hulp te kunnen bieden. 64. Uet is verboden, om langs ecnigen weg, binnen den afstand van 10 ellen uit den kant des wegszeilennatten linnenwollen of andere stollen op te hangen of neder te leggentenzij. met schriftelijke toestemming van het Gemeente bestuur. 65. He is verboden, vaartuigen langs oenigen wig vast te leggenop eenen minderen afstand dan van 8 ellen van brug gen, die in den weg liggen en een dqol des wegs uilmaken, vcrwjjderd, tenzij niet schriftelijke toestemming van bet Ge- meentehestnur. 66. Uet is verboden om touwen of kettingendienende tot liet vastleggen van vaartuigen, geheel of gedeeltelijk over de rijbanen uit te strekken. 67. Ilct is varboden, zonder toestemming van bet Gemeente bestuur, op of in dc nabijheid van ecnigen weg op minder dan 20 eUen afstand vuurwapenen te lossen of vuurwerken af te steken. 68. Geene ruigte, mest, vuilnis, puin of cci;ig ander voor werp. hinderlijk aan den doortogt ol nadeelig voor dt;n weg, mag daarop geworpen worden 69. Gecne bijenkorven mogen aan de wegen gesteld worden binnen den alstand van 20 ellenterwijl de openingen van de bijenkorven van den weg afgekeerd moeten zijn. 70. Dc slootenbestemd tot afwatering der wegenmogen niet worden gedempt dan na bekonten toestemming van Ge deputeerde Staten j er magen ook in dezelve ecenc dammen worden gemaaktdan voorzien van behoorlijke kokerswaarvan de wijdte der opening, wanneer het geldt eenen provincialen weg, door Gedeputeerde Sinten, ten aanzien der gcconcessio necrde wegen door concessionarissenen ten aanzien der andere wegen door het schouwvoercijd Bestuur zal worden bepaald. 71. Het is verboden, langs de wegen de gronden aan de binnenzijden der slooten af te steken cn uit te graven. 72. Gecne goten noch riolen mogen op of over de wegen afwateren, (naar moeten onder door dezelve geleid worden ten kost; van de belanghebbenden. Geene greppep mogen door de wegen gegraven worden. Bij dringende noodzakelijkheid kan door het Gemeentebestuur vrijstelling der bepalingen van dit en vqn het vorige artikel worden verleend onder de vercischte voorzorgen cn voor korten 73. Bij het delven van slooten langs de wegen zal de opge worpen specie zoo spoedig mogelijk op den kant der wegen opgezet wordencn zal gecne delving aan beide zijden 'der wegen te gelijk plaats mogen hebben. Het betrokken Bestuur oordeelt wat in ieder bijzonder geval voor gelijktijdige delving aan heide zijden des wegs te houden iscn regelt de volgordewaarnaar eene in dézen zin voorge nomen delving zal kunnen plaats hebben. Nimmor zal eenige specie op de rijbanen der wegen ge worpen mogen worden. 74. Geen vlas of hennep raag binnen eenen afstand van 60 ellen var. de wegen worden geroot, le droogen gesteld of verwarmd, zonder vergunning van het Gemeentebestuur. HOOFDSTUK V. Vervolgingen en Straffen. 76. Het constateren der overtredingen van de bepalingen in het tweede hoofdstuk van dit Reglement voorkomende blijft overgelaten aan Gedeputeerde Staten en de schouwvoerende en Gemeentebesturen. Hot topzigt op de nakoming van de overige bepalingen van dit Reglement is, behalve aan de in de eerste alinea opge noemde collegiënaan alle in het algemeen met de poticie btlasle personen opgedragen. .76., Met «ene geldboete van nifHg gulden wUen worden, ge straft de overtredingen van art. 24le alineaen van art. 25. 77. Met eene geldboete van minstens vijf en twintig en hoogstens vijftig gulden zal worden gestraft de overtreding van art. 39. 78. Met eene geldboete van minstens tien en hoogstens vijf en twintig gulden zullen worden gestraft de overtredingen van art. 24, 2e alinea, en van de artt. 57 en 71. 79. Met eene geldboete van minstens drie en hoogstens vijf en twintig^ulden^ zullen worden gestraft de overtredingen van 80. Met eenc geldboete van minstens een cn hoogstens drie gulden zullen worden gestraft de overtredingen van art. 13, le alinea, en art. 19. 81. De overtredingen der overige bepalingen van dit Regle ment, voor zoo verre daartegen bij dc algemeene wetgeving geene strafbepalingen zijn vastgesteld, worden gestraft met eena geldboete van minstens drie en hoogstens tien gulden. 82. In geval van herhaling van overtreding binnen het jaar zal het maximum van straf steeds moeten worden toegepast. 83. De opbregst der geldboeten komt ten voordeele der ge meenten binnen welke de overtredingen zijn begaan. 84. Indien tegen dc overtreding eener bepaling alleen geld boete is bedreigd, en de boete niet is voldaan binnen twee maandennadat de veroordeelde lot betaling is aangemaand zal zij worden vervangen door eenc gevangenisstraf van ten hoogsten drie, en in geval van herhaling van ten hoogste 85. A? hetgeen, in strijd met dit Reglement, mogt zijn daargesteldzal binnen ccnen termijndoor den Regter te bepalenmoeten worden weggeruimd. En dal het voorschreven Reglement, bij Besluit van 25 November 1853n°. 95door den Koning is goedgekeurd. En zal het Reglement in het Provinciaalblad geplaatst, al gemeen verkrijgbaar gesteld cn een genoegzaam getal exem plaren van hetzelve, in plano gedrukt, aan de respectieve Gemeentebesturen in dit gewest worden toegezonden, ter aan plakking op de plaatsen, waar dit te doen gebruikelijk is. Gegeven le Utrecht, den 8 December 1853. De Gedeputeerde Staten voornoemd, S. VAN HEEMSTRA. Ter ordonnantie van Dezelven C. W. MOORREES. AMERSFOOliT, 12 Januari/ l'854. Is hel van algemeene bekendheid, dal, sedert onlieugeljjkeu tijd, de ouderluoze kinderen, welker verzorging in hel Weeshuis moest plaats hebben, zoolang zij den vijl jarigen leeftijd nog niet hadden bereikt, bij particulieren in de kost en ter algeheele verzorging, en zulks legen eene zeer geringe geldelijke vergoeding deswege, voor rekening van gezegde slichting werden uitbesteed, aan velen ouk zal bet bekend zijn, dat voor eenigeii tijd in den Raad is aangedrongen op de naleving van zijde der Regenten dier stichting van het Reglement van Januarij 1804, waarbij is bepaald, dat alle kinderen, zonder onderscheid van leeftijd, in het Weeshuis zelf nioetjn verzorgd worden, en dat dien ten gevolge aan Burgemeester en Weihouders is opge dragen, om zich, ten aanzien van dit punt, met de Regenten van hel Weeshuis te verslaan. Lunlstbcduelden hebben daarop, bij missiv.e in de Raadsvergadering van 27 Dec. j.l. ter laid gebragt, te kennen gegeven, dat zij, alvorens tol de naleving hunner verpligling, ten .aanzien van het kweslieuse punt, le willen besluiten, verlangen, dal hel Gemeente bestuur niet alleen de daartoe bcnoudigdc gelden hun rerstrekke, maar zelfs die voorschieleop welk to kennen geven (door den Burgemeester N.B. aangemerkt »|s een toegeven van Regenten aan het verlangen van den Raad en als te slruken met de intentie van den Raad) door den lieer can Lilaarpines inziens zeer te regt, is aangemerkt, d,H de stelling, waaruit Regenten bij hunne missive uitgaan, niet juist is. omdat liet Weeshuis niet is eene op sich telce staande inrigling, maar eene inrigling van de gemeenteweshalve, daar gelaten zelfs het geven van eenige subsidie, hetJJrsluur der gemeeule volkomen bevoegd is, dc inrigling van het Weeshuis zoodanig te regelen, a|s gezegd Bestuur goedvindthebbende de Regenten nóóit kunnen vol staan met hetgeen zij lol dusverre deden, uauicjijk met de soogenoemde .rekening en .verantwoording van den Penningmeester aan Regenten van het Weeshuis, ten overstaan .van eene Commissie uit den Jlaad. De beslissing in deze zaak ia, naar wij vernemen, aangehouden tut eene volgende vergadering. Den 10 Januarij e. k. zal bij het Provinciaal Geregtsl|ol in Noord-hollandin honger beroep, worden behandeld de zaak van het 0. M. tegen S. A. Dwars van Amersfoort, die, als schrijver, ouder den naam van Jan Claassen, van het onzedelijk pamflet de Verma kelijke en Roomsche Poppenkast rarekiekop nieuw vqor het Valk vertoond, door de Arrond-Regtbank le Amsterdam, bij vonnis van 10 Nov. j.l., is veroordeeld Uit eene geldboete vau 250 «fn .gevangenzetting", bij eeuzaiue opsluiting, van 0 maanden. U. M. de Koningin-Weduwe heeft dezer dagen aan de armen le Soest doen uitdeden «cue.huevielheid van 40 dekens en 00 .hemdenvoor Is aan 102 kinde ren, die aldaar, voor ,11. Al. .rekening, ter sobole gaon hemden, kousen eu klompen en bovendien een bedrag van ƒ250 besehikbaar gesteld, om daarvoor aan bo- .hoeflige dogloouees werk lp verschaffen. Do Heer N. Heets bcufl do beroepingdoor dcu

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1854 | | pagina 1