DONDERDAG, 25 Mei Ó854. 25 Mei. Donderd. HEMELVAARTSDAG; Claus Harms geb., 1778- I29 Hei- Maand. Utrecht Paardenmarkt; Admiraal Cornelis Tromp overl.3691; Beaton 26 Vrijd. O N. M.; Anisrooit BksikümirktWorraser Ediot, 1421. u30 Diugsd. ilicronymus van Praag verbrand, 1416. (vermoord, 1546. 27 Zatnrd. Maarn Kermis. fl8* B Woensd. Herezuëlo le Valladolid verbr., 1559; niarteld. van GutdodeBres, 1567. 28 ZOND. Exaudi. Junij.Donderd. Teregtstelling van twee en twintig Nederlandscbe edelen, 1568. 1)E BURGEMEESTER df.H GEMEENTE AMERSFOORT Brengt ter kennis der Ingezetenen, dnl liet door den lieer Commissaris des Konings executoir verklaarde Collier van hot PATKNTllEGT in dexe Gemeentedienst 18ss/f» (4c Kwartaal) aan den lieer Ontvanger der Directe Belastingen is ter hand Ïestcldaan wicn ieder vcrpligt is lijnen aanslag, op den bij c Wet bepaalden voet, te voldoen. Gedaan en op de gewone plaatsen aangeplakt te Amersfoortden 23 Mei 1854. De Burgemeester voornoemd, A. G. WIJERS. N°. 44 van het Provinciaal-Blad van Utrecht, van 18 Mei 1854, beval ecue aanschrijving aan de Gemeente besturen in de Provincie, om voortaan, aanvangende over 1854, jaarlijks vóór den 15 Januarij, aan de leden <loi Provinciale Commissie van Landbouw voor het district, waaronder de Gemeente behoort, te zenden de twee statistieke tabellen omtrent den staat van den landbouw en der veldgewassen, die door deGemeenle- besturen, overeenkomstig de aanschrijvingen van 30 Oct. 1851 en 2 Maart 1852, aan Ged. Stalen worden inge zonden. N°. 45, van 19 Mei, houdt in eeno mededeeling aan de Gemeentebesturen in de provincie, met uit- noodiging om daarop indachtig te zijn, van het ver zoek van Z. Exc. den Mi uister van Binncnl. Zaken, aan Ged. Staten, gedaan bij Missive van 7 Mei j.L, om, bij de stemmingen voor de llijks- en Provinciale Vertegenwoordiging, geen gekleurd papier voor de stembillelten le doen bezigen. N°. 46, van 19 Mei, boudt in de mededeeling aan de Gemeentebesturen in de provincie, met uilnoodiging om daaraan het vercischte gevolg te geven, van de Missive van Z. Exc. den Minister van Biunenl. Zaken, in dalo 7 Mei J.L, betreffende het zoo sjioedig mogelijk herzien van de plaatselijke belastingen en het verzeil den der daartoe strekkende voorstellen. N". 47, van 22 Mei, bevat een verzoek aan de Gemeentebesturen, om. daar somtijds door sub-Ontvangers, die alleen gemagtigd zijn om accijns-billetten voor liet gemaal of het geslngt af le gevenen ook door gengre* eerde klerken, die cenig en alleen bij ziekte of wcltige afwezigheid van den Ontvanger oji diens kanloor als Ontvangers mogen optreden, kvvilauticn voor betaalde directe belastingen worden afgegevende aandacht der ingezetenen daarop le vestigendat zoodanige kwilanticii door sub-Ontvangers en geagreöerde klerken afgegeven niet wettig zijn. AMERSFOORT, 25 Mei 1854. Op de den 18 Mei j.L alhier gehouden rundvee- markt zijn sh'chls voor ccn oogenblik 2 stuks vee aangevoerd. Tc 11 ure was er op de marktplaats niets meer tc zien. In den nacht van 19 op 20 Mei j.l. is uit de Roomsche Kostschool alhier, onder directie van Mej. 31. J. liisters, welke school in de wandeling 't Klooster wordt genoemd, omdat dezelve gedirigeerd wordt door geestelijke zusters, de meisjes eeno uniforme kleeding dragenen van laatstbodoelden door velen reeds de eluijer is aangenomen eeno der dicipclinnen gedeserteerd. De gehecle straf, waartoe S. A. Dwars, wegens het schrijven van de lloomsche Poppenkastveroordeeld werd, is, op hel door hein ingediende rekwest om gratie, veranderd in eeuo cellulaire gevangenisstraf van 14 dagen. Ten aanzien der mishandeling en verwonding, den 10 Mei j.l. aan P. Deijs. opziener der jagt en visscherij van II. M. de Koningin-Moeder, tevens buitengewonen veldwachter, gepleegd, vernemen wij, dat Deijs, in den avond van gezegden dag, een 19 a 20jnrig jong man bolrapt hebbende op het snijden van gras op den grond eens anderen, zonder vergunning daartoe van laatstbodoelden, en den jongman hebbende aangezegd, dat deswege door hem, Deijs, zou worden aangifte gedaan, toen hij uil de woning van den bestolene kwnm nabij dezelve is opgewacht door den vader en den broeder van den jongman, terwijl, op eenigen afstand, in de stal van de herberg de Drie Ringen, de jongman zelf on zjjn andere broeder wachtende waren; dat cerstbe- doeldcn met Deijs zijn vourtgeloupen en laalstbedoelden toen de drie personen ter hoogte van den stal waren gekomen zich bij hen hebben gevoegd met de verklaring, op aanmaning van Deijs, die begreep, wat ze in hel •child voerden, hun gedaan, om naar huis te gaan, dat ze allen hem naar huis zouden brengen; dat de vader toen regts en een der zoons links van Deijs is ineegeloopenterwijl de twee andere zoons van achteren zijn gevolgd, en dat Deijs aldus geëscorteerdeen eind weegs voortgegaan, op den oinnenweg naar Amersfoort, waaraan zijn huis ligt, ter hoogte van de Pastorij, ceu slag op het hoofd, van achteren hem loegebrngt, bekwam, waardoor hij op den grond viel, van welken slag, door meerdere, zoo ook door schoppen en steeken niet ge scherpte voorwerpen, achtervolgd, hij zich echter spoedig herstelde en eerst zijn degen en, toen deze onbruikbaar was gewordon, zjjn zakmes trok, waar mede hij, meester in de wapenen, zich zoo verweerde on zijnen tegenstanders zulke gevoelige stouten toe- bragt, dat deze moesten afdruipen. De Arrondisseiueiits-Regtbank te Amersfoort, kennis bekomen hebbende van dit gruwelijk feitheeft tegen de laaghartige aanranders een bevel van gevangenneming verleend, 't welk den 12 Mei j.l. is ten uitvoer ge legd; kunnende, naar wij vernemen, het gebeurde door een genoegzaam aantal getuigen reglens worden geconstateerd. Deijs, die gehuwd is en vader van zeven kinderen, heeft vier sterk bloedende wonden aan het hoofd en zware kneuzingen aan de armen bekomen. Van de ge arresteerden zijn er twee huisvaders, de twee anderen ongehuwd. Men verneemt, dat het bataillon Mineurs cn Sappeurs, te Utrecht iu garnizoen, dezen zomer op de heide tusschcn deze stad en Zeist zal kamperen. Naar wij vernemen zal U. M. de Koningin-Moeder zich den 1 Junij uaar Suesldijk begeven en aldaar twee maanden vertoeven. De Gemeenteraad van 's Bosch heeft, in de zitting van 22 Mei j.l., met algemeenc stemmen op één na, de broodzetting met al de bepalingenvoorkomende in het Stedelijk Reglement op hel bakken cn verknopen van brood, gearresteerd in het jaar 1844, afgeschaft, zoodat de geheele vrije concurrentie is opengesteld. De Commissie, met liet onderzoek dezer zaak heiast, had voorgesteld, oni het gewigt van liet brood te blijven bepalen, en ook hel merken van liet bruod te blijven behouden; hel des betrekkelijk voorgestelde concept- Regleinent is echter aangehouden tot dat uit de open gestelde vrije concurrentie zal gebleken zijn, dat er beperkende bepalingen noodig zullen wezen. De Tweede Kamer der Staten-Generaal beeft, in hare zitting van 23 Mei j.l., de Wet op het Armbe stuur, met 37 legen 28 stemmen, aangenomen, zijnde in de zitting van den vurigeu dag, niet hetzelfde getal stemmen, verworpen art. 66 dier Wet, bepalende dat do kosten, voortvloeiende uil de jilaalsiug en verzor ging van bedelaars enz. in bedelaarsgestichtenuit de fondsen der burgerlijke gemeente, waar zij domicilie van onderstand hebben, voldaan worden, en indien die niet te vinden is, door het Rijk, Do Minister van Biiineulaudsche Zaken heeft de volgende circulaire aan do Gedeputeerde Stalen gezon den: «Volgens art. 291 der Wet van 29 Junij 1851 Staatsblad iN°. 85), moeien alle plaatselijke belastingen binnen vijf jaren na de dagteekening dezer Wet herzien en aan 's Konings goedkeuring underworjieii worden. Van de vijf jaren zijn er reeds bijna drie verloopen en van een aantal Gemeentebesturen zijn nog geene voor stellen lot herziening ontvangen. Indien vele Gemeenten daarmede wachten tol nan het einde van den gestelden termijn, is het le vreezen, dat de menigvuldige voor stellen, die dan bij hel Departement van Biimeiiiandsche Zaken zullen inkomenniet vóór het verstrijken van den termijn zullen kunnen onderzocht cn afgedaan worden. De Gemeentebesturen zouden het dan aan zich zelve te wijlen hebben, wanneer tij gedurende korter of langer lijd van het heffeu van belastingen verstoken waren. Gelieft dus, mijne Heeren! do Besturen der Gemeenten in uw gewest, waar de plaatselijke beta lingen niet of slechts ten deele zijn herzien, uit te noodigen dien arbeid hoe eer hoe beter aan te vangen of te volbrengen liet Ministerie van Oorlog zal bij onderscheidene Boekhandelaren iu de voornaamste steden des Rjjks, spoedig, tegen den prijs van ƒ1,20, verkrijgbaar doen stellen cene in drie kleuren gedrukte kaart (olifanls- formaat) van het tooneel van den oorlog in het Oosten bevattende bijna het geheele Turksclie Rijk, zoo in Europa als in Azië, benevens een gedeelte van Oosten rijk, Rusland, Griekenland en Perzië, vervaardigd op liet topogrnphisch bureau van het Ministerie van Oorlog. De Noordbrabander verhaalt: «Dezer dagen is, gelijk wij reeds gemeld hebben, uit Brussel aangekomen een allerprachtigst geschenk tot versiering van het beeld van 0. L. van 's Bosch uit de gunstig bekende fabriek van den lieer Joseph van lialle, fabriekant in gouden eu zilveren borduur werken, voor kerkelijke ornamenten. «Nooit heeft men in Nederland zulk ccncn prnch- tigen mantel cn zulk kostbaar borstkleed gezien, en waarlijk zou er cene groote Keizerin jaloersch over zijn, nooit in groote plegtigheden een zoo grootsch kleedsel gedragen tc hebben als deze met regt konink lijke gift Uel borstkleed is gansch vol met kunstig loofwerk, komende uit een gouden mandje, gevuld met vruchten en rozen- en leliën-bloemen: in het midden prijkt het Hart van Mariaomringd van glansrijke stralenom het Hart is een krans van zilveren rozen on leliën, met groene gouden bladeren, in den antiken smaak geborduurd op allerkostbaarste zilveren damast, arraure, als ook het kleed van het kindje. o Jammer is het dat de hooge bcgiftigstcr verzocht heeft onbekend te blijven; desniettemin zal de gods vrucht der gcloovigen, die het beeld komen vereeren, ook wel een fPees Gegroet voor het heil en welzijn van deze edele persoon lot de Moeder van Zoetigheid opzenden. «Eindelijk moeten wij niet vergeten, dal ook het Kerkbestuur van SL Jan niet achterwege is gebleven, bij deze gelegenheid lot opluistering vau het Beeld het zijne toe le brengende beeren leden van gemeld Kerkbestuur hebben le dien einde den roodzijden troon, met gouden franjes, welke boven het beeld prijkt, ten geschenke gegeven, waardoor de fraaiheid van den mantel cn het kleed nog meer cn meer uitkomt.» Iu de Fakkel wordt de navolgende vraag gedaan 's dot gelijkstelling, is dat regtvaardigheid 1. Dat men aan de Roomschen het regt toekent, om hun kerkgenootschap door den Paus naar believen te doen reorganiseren, en dat men b. v. aan de Hervormden het regt ontzegtommet betrekking van het kerkgenoot schap, door middel van hunne Synode hetzelfde te doen. 2. Dat incn de Rooinschen aan de huizen hunner geloofsgenoolen met bus of lijst voor allerlei kerkelijke instellingen vrij en onverlet lont collecteren, maar dat men zulks bij ministerieel rescrijit aan de Hervormden ten behoeve van het fonds hunner noodlijdende kerken verbiedt. 3. Dat men een aantal Roomsche jongelingen, die aan de Bisschoppelijke Seminaries lot Priester studeren, uit 's Rijks schatkist beurzen geeften de beurzenter bevordering van de studie anti 's Rijks Hoogescholen vastgesteld, om quasie le bezuinigen, intrekt 4. Dat men de Roomsche Kerkhoofden laat vergade ren waar, en besluiten, wat zij willen, zonder dat er een Commissaris van regeringswege bij tegenwoordig is, en dat de Hervormde en Evangelisch-Luther6che Synoden te 'sHage, en dat altijd in tegenwoordigheid van zulk een Commissaris, moeten vergaderen, beraad slagen en besluiten. 5. Dat men mild is in liet vcrleenen van geldelijke toelagen lot liet bouwen van Roomsche kerkenten be hoeve van nieuw gecreëerde kerkgemeenten ad 5000 a ƒ6000, gelijk te Koekengen, en dat men de Her vormden, ter stichting van kerkgebouwen te Halfweg cn in de Anna-Paulowiia polder, Iaat bedelen. 6. Dat men in Limburg en ook hier en daar in Noord- Brabant liet openbaar schoolwezen laat schoeijen op Roomschen voet, en zelfs in zuiver Proteslanlsche streken hel lezen in den Bijbel op de school verbiedt. 7. Dat men eenige weinige Monniken op de dominialc kloostergoederen van St. Agalha, die een kapitaal van bij de drie ton waarde hebben, voor eene niet noemens waardige huur of recognitie ongestoord laat wonen, en de vicarvgoederenwier inkomsten aan de Hervormde Kerk verzekerd zijn, aan den Slaat gaat trekken. 8. Dat men klagien over Roomsche stoutigheden en wetsovertredingen óf verachtelijk Ier zijde legt óf zonder onderzoek voor ongegrond verklaart, en oor en hart toont open te hebben voor alle klagten en verzoeken, die van de Roomschen en van hunne Geestelijkheid komen. 9. Dat men de wet straffeloos overtreden laat, wanneer zulks op last vau de Roomsche Geestelijkheid geschiedt maar elke andere wetsovertreding streng gaat straffen. 10. Dat men de Roomsche processies in Limburg doet opluisteren door klokkengelui en militair geleide, even als ol' de Roomsche godsdienst de godsdienst van Slaat ware, terwijl inen het aan de belijders der voormalige godsdienst van Staat op allerlei wijze doet gevoelen, dat er geen godsdienst van Staat meer beslaat. 11. Dat men een kostbare Ambassade bij den Pausselijken Stoel te Rometen believe of behoeve van de Roomschen laat blijven terwijl men, uit het beginsel van bezuiniging, den Nederlandschen Staat b. v. le Cautun op een aller- erbnrmclijkste wijze doet vertegenwoordigen. 12. Dat men de Rooinschen vrij en onbelemmerd ge bruik laat maken vau het regt van vereeniging, voor dat het door de wet geregeld is, wanneer zij kloosters en kloosterscholen willen opriglcii, terwijl Protestanten die van ceu insgelijks grondwettig regt, maar mede door geen wet nog geregeld, gebruik willen maken, daartoe autorisatie moeten vragen 7 en 13. Dat het Roomsche kerkgenootschap door zijne organen zelf de Professoren aan de Bisschoppelijke Semi naries benoemt, terwijl die voor de Hervormden worden benoemd door het eminent Hoofd van den Staat. Volgens berigten uit Turijn, zijn de gevangenissen van die Stad en van de Provinciën letterlijk opgevuld, terwijl de verschillende vergrijpen tegen de Wetten met eiken dag op eene ongeloofelijko wijs toenemen. Tot deze enorme vermeerdering van de bevolking der ker kers dragen de Roomsche Geestelijken het meest bij, cn zullen er, indien zij op dezelfde wijs voortgaan, weldra geene gevangenhokken genoeg zijn, daar de Kamer van Afgevaardigden thans eenige nieuwe wijzi gingen in het Code-Penal heeft goedgekeurd, krachtens welke geen Priester eenig geschrift, van welken aard ook, van den Paus of de Bisschoppen zal mogen open baar maken, zoo hij zioh niet wil blootstellen aan eene govangenisstrflf van een of driu jaren en eenige dui- zende francs boete. De eenigo hoop van de Geestelijkheid is dan ook gevestigd op den Senaat, aan wiens over-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1854 | | pagina 1