Uit Blad verschijnt tweemaal in de weckdes Dingulagt cn Vrijdagt. De Prijs van het Abonnement is f 1,50 in de 3 maanden. Van Advertentienvan I tot 6 regels 60
Cents, elke regel inccrder 10 Cents, behalve het Zegelrcgt. Afzonderlijke nummert, f0,10. Brieven franco. Bestellingen bij den Uitgever-Redacteur A. II. van CUeff,
te Amersfoort, zoomede bij alle Boekhandelaren cn Post-Directeuren in het Rijk.
Gemeente—belastingen en middelen.
liet is er verre af, dat het in onze bedoeling
ligt, het gewigt der geldelijke bezwaren welke plaat
selijke besturen thans te torsehen hebben, nog te
vermeerderen door land- en sladgcnooten den druk
der belastingen al' te schetsen op ecne wijze, welke
deze nog drukkender zouden doen voorkomen. Velen
met ons weten te goed, hoemoeijelijk in de laatste
jaren het administrcercn der plaatselijke besturen
geworden is. Daarom strekt het aanvatten van het
onderwerp aan net hoofd van dit artikel vermeld,
zoo als wij reeds zijn voorgegaan en volgen, om
de noodzakelijkheid te doen uitkomen, dat het
eenigstc middel om den druk der plaatselijke be
lastingen weg te nemen, niet bestaat in de gedeel
telijke herziening van het Rijksbelastingstclsel, want
dat zal welligt voor het Rijk en voor de gemeen
ten gcene verbetering aanbrengen.
Reeds vroeger hebben wij zeer beknopt over
de invordering van den hoofdelyken omslag ter
bestrijding der gemeente-behoeften gesproken deze
werd en wordt door ons in beginsel afgekeurd
doch wezen wij tevens op het pligtmatigc en nood
zakelijke om die belasting zonder morren te voldoen,
omdat die belasting lot wet verheven was. Zoo als
wij toen, over die belasting dachten en spraken,
was onze overtuigingdie, wel verre van tusschen
toen en thans ecne mildere wending te nemen,
versterkt is door hetgeen wij ten opzigtc barer in
vordering hebben opgemerkt en gezien. Het is niet
aan ons daarover den staf te brekente meer om
dat cijfers niet genoegzaam in het licht treden. Niet
allen zullen ons begrijpen wat de inwendige mee
ning van ulle onze woorden is, genoeg wanneer
wij daar begrepen worden, waar liet begrip reeds
aanwezig was vóór dat deze woorden gelezen werden.
Onze bedoeling is thans, onze lezers voor te leg
gen in hoofdzaak, die inlichting, voorlichting eu
de denkbeelden welke een staalkundig talent in den
lande ovsr dat onderwerp, in verband met het
hoogere onderwerp van de Rijksbelastingen der
openbaarheid prys gegeven heeft.
De Heer van Rappurd sprak den 16 December over dat
onderwerp. Ilij achtte ecne gchcelc herziening van het
belastingstelsel noodzakelijk hij wenschtc tevens zoodanige
wijzigingen te zien aangebragt waardoor de belangen van
<le gewesten en gemeenten zouden worden bevorderd. Hij
toonde daarbij aandat onze toestand ten deze al zeer
onregelmatig is. Hij zcide verder: «ons belastingstelsel is
mitsdien, ten aanzien van gewesten en gemeenten even
stelselloos als het op zich zelf is. Wat de gemeenten be
treft, zoo beboet ik hier de moeijelijklicdcn niet te ont
wikkelen waarin deze, vooral de grootcre steden-verkee-
ren. Zijn dc gemeentelijke uitgaven ten gevolge van de
kieswet, de gemeentewet, dc armenwet, aanmerkelijk
vermeerderd, de besturen bevinden zich door dc bepalin
gen van de gemeentewet belemmerd om middelen ter voor
ziening in de behoeftenop de minst drukkende wijze te
vinden. Die vermenging van lands- en plaatselijke belas
tingen op dezelfde voorwerpen van verbruik, komen mij
hoogst verderfelijk vor. Reeds sedert vele jaren heb ik
bet gevoelen voorgestaandat de belangen van bet Rijk
van de gemeenten, van de ingezetenen, gebiedend eenc
afscheiding vorderentusschen dc lands- cn plaatselijke
belastingenik ben hierin versterkt door de afschaffing
van den accijns op bet gemaal. Niemand zal mij toch be
twisten dat uit die afschaffing voor de grootcre gemeenten
meer nadoelen zijn voortgevloeid, dan een uwer beeft ver
wacht en inogt liet voorstel tot uitbreiding der vrijdom
men van de belastingen op de brandstollen tot wet worden
verbeven, op nieuw zal hierdoor bet nadeel uitkomen van
vermenging van lands- cn gemeentelijken belastingen.
Spreker toonde vervolgens aaudat er belastingen zijn
die zonder eenig nadeel aan de gemeenten kunnen worden
overgelaten. Konden er aan de cene zijde belastingen ziju
die meer vruchtbaar voor de schatkist kunnen worden
gemaaktdaardoor kon aan den anderen kantdc gelijk
heid geboren worden andere belastingen aan de gemeen
ten af te staan. Hij beschouwt bet meer dan tijd, dat
men tot algcmecnc verbetering er van overgazoo wel in
het belang van het Rijk als m dat der gemeenten. «Ik
weiiseh» zeidc bij «de aanneming van de wet op de mid
delen om Z. Ex. den Minister van Financiën in dc gele
genheid te stellen, een voor het vaderland hoogst nuttig
werk voor te bereiden.
Deze woorden door den Heer van Rappard den
oud-Minister van Financiën uitgesproken, geven te
kennen, dat hij het noodzakelijk acht tot de her
ziening van het rijks-, in verband niet het plaatse-
iijkbciaslmgstclsel over tc gaan.
De Heer van Rosse, sprak over dc overijlde in
voering van den hoofdelijken omslag in de gemeenten.
Onzcs inziens was do hoofdelijke omslag een nood
wendig gevolg van de afschaffing van den uccyns
op het gemaal. De gciuccnicbusturen moesten eeo
middel vinden om het te kort te dekken door die
afschaffing veroorzaakt, wat was natuurlijker als
dat zij cene redding zochten die voor de hand lag
en liet meest in overeenstemming met zoo zeker
mogelijke invordering en bepaalde som zoude kun
nen zyii.
JIct was dus voor iedereen die direct of indi
rect belang stelt in de gewigtige zaak van de re
geling der gemeentelijke belastingen en finantiën
gansch niet onverschillig op te kunnen merken dat
dit onderwerp tot belangrijke beraadslaging aanlei
ding gegeven heeft in dc zittingen van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal van den 16 en 17 Dec.
II. JJevordcriiig van het vereffenen der finanlicële
mocyeljjkheden behoort, al moge de vertegenwoor
dig ook op politiek terrein in verschillende kam
pen verdeeld zijn, zoowel van hare zijde als van
die der drukpers in acht gehouden te worden met
dc krachten die beiden ten dienste staan, want hoe
of men zich ook niogt vleijen met de afschaffing
van den ryks gemaal-accijns verligting aan den
midden en minderen stand aangebragt tc hebben,
de schok werd over het algemeen meest plaatselijk,
zoowel door groote als kleine steden gevoeld. Hoe
belangrijk ook dc behandeling der onderwijswet,
der jusliliewct, cn der verdere wetten cn onderwer
pen, die als kwestiën van het oogcublik belang
stelling inboezemen, mogen zynde eigeulyk gezegde
levensvraag voor de gemeenten is, om ecne juiste
overeenstemming cn verhouding te zien tus
schen de Rijks- en gemeentebelastingen en daardoor
den geldelijken nood, waarin vele gemeenten ver-
keerentc verligten. Zoo als door ons thans het
geldclyke raderwerk van vele gemeenten gadege
slagen wordt, houden wij het er voor dat het eene
onmogelijkheid zal worden op den duur de uitga
ven door de ontvangsten te dekken, zelfs al wor
den de meest nuttige en noodzakelijke zaken en
verbeteringen, ter zijde gesteldomdat die t<>i
nieuwe uitgaven zouden leiden. Voegt men daar
dan nog de moeyelykhcden van en de onevenre
digheid der inning van den hoofdelyken omslag
in enkele gemeenten hijdan gelooven wij niet
dat de toestand van die enkele en ook andere ge
meenten zoo voortgaande verbeteren, maar wel dat
de kwaal verergeren zat. Eene algemeene herzie
ning van het rijks- in verhand met het plaatselijk
belastingstelsel is dus in alle opzigtcn wenschelyk.
Wie en Welke?
De Utreclitsche Stads en Provincie Courant schreef
onlangs het volgende:
Zijdie op het behoud van het Ministerie bij
Z. M. aandringenbeliooren tot ecne partijdie zich
laat leiden door mannen, welke naar hel voorbeeld
van enkele predikanten en van sommige Protestant-
schc Genootschappen tot geheel andere dan gods
dienstige doeleinden samenwerken, zelf doende, wat
zij in de Roomseh-Katholieke geestelijken veroorileelen."
Wij vragen aan de Utr. sl. enprov. Cour., en wy
durven beweren, dat onze vraag alles behalve on
bescheiden is, wie haar hel regt geeft, om zoo in
den blinde een blaam te werpen, zoo wel op pre
dikanten als protestentsche genootschappen. Wie
zyn die «enkele» predikanten en welkj zyn die
sommige protestantsche genootschappen
De Tijd zegt tcregtAls burger van den Staat
heeft elke Bisschop, elke Priester het regt, eene
politieke zienswyze aan tc kleven cn daarvoor uit
tc komen.
De Predikant heeft zulks insgelijks.
Maar ook luregt vraagt de Tijd: «Waar is de
Katholieke geestelijkheiddie in hare heilige be
diening, in stede van godsdienst, politiek lecruart?»
Wij vragen met haar: «Waar is de predikant,
die in plaats van het Evangelie, de politiek op den
predikstoel, aan het ziekbed eu in de cathccliisatie
brengt? En welke protestantsche genootschappen
ziju liet, die zicli met politieke in plaats van
met godsdienstige zaken inlaten?
Tot de beantwoording dezer twee vragen noodi-
gen ook wy de Utreehlsche beleefdelijk uit.
Het votum—verwijt.
De Minister Simons heeft, hij gelegenheid van
de beraadslagingen over de begrootingzich laten
ontvallendat de Kamer het regt hadhein zoo
wel een votum van wantrouwenals een votum van
vertrouwen te geven.
Dut gezegde is hem ontvallen, ongeoefend in de
parlementaire taktiek als hij is.
Een eerlyk rondborstig mcnscli laat zich zeer
ligt iets ontglippen, vooral wanneer hy niet ge
noegzaam gewoon is aau den spreektrant van het
gezelschap, waarin hy zich bevindt. Den huiche
laar zal niets ontvallen: deze is altijd op zyue
hoede.
De liberale bladen bouwen bun stormram tegen
liet votum-gezegde, dat den Minister Simons ont
vallen is.
Doch gesteld U, of iny ontvalt. b\j ecne woor
dewisseling, een soortgelijk onbedachtzaam woord,
b. v. «gij hebt bet regt, om my dood te schieten
of in het leven te latenen inen schoot U
of my, op grond van zulk een gezegde, dood,
zoude men zich daarmede èn voor het publiek èn
voor de justitie kunnen regtvaardigen?
Deze vraag leggen wy aan de Tijd ter beant
woording voor.
Slavernij—beri^ten
Men leest hetgeen volgt in dc Staats-Courant:
(Volgens een onlangs met dc jongste mail bi)
het departement van Koloniën ontvangen berigt,
is de rust op de plantages in dc kolonie Suriname
hersteld, en zyn de slaven weder ordeijjk aan het
werk gegaanzoodat op nieuw weder allerwege
rust en orde hcerschen. De waarn. proc. gen. had
23 plantages bezocht. Op sommige waren de sla
ven gezeggelyk cn gingen zyna eenige tcregtwy-
zingen en vermaningen, weder aan het werk; op
andere bestond meer weerspannigheid, terwijl de
slaven van enkele plantages zelfs eenigzins oproe
rig waren. De rust is nogtans zonder buitengewone
maatregelen hersteld geworden.)
Tot zoover de Staats-Courant.
Uit een door ons van eenc geachte hand ontvan
gen brief, nemen wy het volgende over.
«Ik vernam zoo even dat er hoogst belangrijke
lydingen inet de laatste schepen uit Suriname zyn
aangebragt. Het is te vreezen dat wy de kolonie
of kwyt zyn of spoedig kwijt zullen raken. Som
mige berigtcn zijn inderdaad hartverscheurend; de
vroegere voorspelling zal bewaarheid wordenden
ondergang van cene der stilste, schoonste en rykste
plekken van de wereld; helaas! waarom zeiden
enkelen: périsse f él at plutót gu'un principe, a
Welke berigteii behelzen meer waarheid, die uit
Suriname aan het Ministerie van Koloniën gezon
den worden of de berigten door particulieren ont
vangen? Onze wensch is, dat niet te laat berouw
gevoelen mogen, zy, die door huuuc vasthoudend
heid en zydie door hun dralen inet de emanci
patie zoo vele menschenlevens op het spel zetten
en zulk een gezegend land, eene der parelen aan
de Nederlandsche kroon, aan hunne hersenschim
men opofferen.
BINNENLAND,
AMERSFOORT, 22 January.
De Staats-Courant bevat liet volgende:
By besluit van den l'Jden Januarij No. 37, heeft
het den Koning behaagd, op het nader Zyner Ma
jesteit aangeboden adres van den lieer dr. (i. Simons,
gedagteekend van den 7den bevorens, waarby door
hem bij herhaling wordt gevraagd eervol ontslag
als Minister van Binnenlaiulsche Zaken, op grond
dat zijne gezondheid hem niet toeliet om Zjjne
Majesteit naar behooren langer in die betrekking
te dienen, aan den Heer Simons voornoemd het
door hem gevraagde eervol ontslag te rerleenen,
onder voorbehoud liern later, wanneer zyn gezond
heidstoestand het inogt veroorloven, tot nieuwe
function in liet belang van den staat te roepen.
By een ander besluit, mede van den l'Jden Ja
nuary, No. 58, is door den Koning goedgevonden:
I". Aan Jhr. Mr. A. I». A. Ridder van Rappard,
Minister voor de Zaken der Hervormde Eeredienst
enz. tydeiyk heiast met de function van Minister
van Binnenlandsche Zaken, een eervol ontslag te
verleencn als Minister voor de Zaken der Hervormde
Eeredienst enz., en hem te benoemen tot Minister
van Binnenlandsche Zaken; en
2". tot Minister voor de Zaken der Hervormde
Eeredienst enz. te benoemen den Heer Mr. M. Wiardi
Beekman, raadsheer in het provinciaal geregtshof
van Noord-Holland.
Over eenige dagen zal het spoorweg-adres
uit Amersfoort aan Z. M. opgezonden worden.
Men verneemt, dat den 4 Fobr. e. k. voor
den lloogen Raad der Nederlanden zal worden be
handeld bet beroep in cassatie, ingesteld door den
kapelaan II. te Vuurwerkvroeger te Arnhem thans
te Amersfoort woonachtig, tegen liet arrest van
het provinciaal geregtshof in Gelderland van 10
Dec, jl.waarby bevestigd is het vonnis van de
arrond.-regtbank van Arnhem, van 16 Oct. jl. By
dat vonnis wordt verklaard, dat do kapelaan ge
handeld heeft in stryd met de wet. De heer Mr.
I,. Metinan zal de middelen van cassatie voor den
veroordeelde uiteenzetten.
tied. Staten van Overijssel hebben, krachtens
ari. 20 der gemeentewet, den heer W. J. C. Wie-
denbroek vervallen verklaard van zijne betrekking
als lid van den gemeenteraad van llualtc, omdat
hy, tegen hel verbod, vervat in art. 2 dier wet.