AH1RSF00RTSCHI
CODRAIT.
vnu IBIJDiG,
Mei J857.
Dit Blad verschijnt tweemaal in de week de» Dingtdagt en Vrijdags. De Prij» Tan het Abonnement i» ƒ1,50 in de 3 maanden. Van AdverteotiënTan 1 tot 6 regel» 60
Cent», elke regel meerder 10 Cent», behalve het Zegelregt. Afzonderlijke nummers, ƒ0,10. Brieven francoBestellingen geschieden bij den Uitgever A. H. tan Qeeff,
te Amersfoort, zoomede bij alle Boekhandelaren en Post-Directeuren in het link.
KENNISGEVING.
I)s BURGEMEESTER dbi GEMEENTE AMERSFOORT
Brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat dc
aanslagen in het I'atentregtover bet dienstjaar 18ï7/M,
van dc slijter», kollijhuishouderstajipers en kroeghou
ders ten kantore van den Ontvanger van llijk» directe
belastingen alhier in gereedheid liggenen dat deze ver-
pligt zijn, de helft van hunnen aanslag, over liet loopend e
en het nog verschuldigde over het vorig dienstjaar ten
spoedigste te voldoenwaarna kun in persoon de patent-
bladen ter Secretarie, op vertoon der kwitantie, zullen
worden afgegeven; wordende zij, wier aanslagen over het
afgeloopeu dienstjaar geheel zijn aangezuiverd, uitgenoo-
digd, hunne kwitauliëu deswege ten voormelden kantore
te vcrtooucn.
Amersfoortden 19 Mei 1857.
De Burgemeester toornd.
A. G. WlJEllS.
BINNENLAND,
AMERSFOORT, 22 Mei.
Aanslaande Maandag, zal door den lieer G. I. ran
Eijken, organist Ie Utrecht, een orgel-concert in
de Sl. Joris' kerk alhier gegeven worden. Lenige
inlichting ontvangen hehliende omtrent liet welda
dig doel waartoe deze Heer zijn talent geheel be
langeloos leent, voeden wijde hoop, dat de ingeze
tenen van Amersfoort, die nooit terug blijven oin
bunne oilers op het altaar der liefdadigheid tc
plengengretig van deze gelegeuhcid zullen gebruik
maken om tc gelijker tijd hulde aan de kunst te
brengen en den penning der liefde uit tc reiken.
De luitenant-kolonel J. C. Wagner heelt eer
gister hel kommando aanvaard over het detachement
Veld-artilleric, alhier in garnizoen.
Z. M. de Koning heeft op het ingediend ver
zoekschrift tan den Heer II. A. van de Wal Bake
te Utrecht, bewilliging verleend tot oprigling eener
aldaar Ie vestigen maatschappijgezegd dc Koren-
gr hoof, lot het vervaardigeu van meel, pellen van
rjjsl en spinnen van wol.
Vuil het wetsontwerp door de Regering inge
diend wegens de belasting op het personeel, in
verband "met den linanciëelen nood van vele gemeen-
tJii, nemen wij in hoofdzaak op: dat Amsterdam
ƒ230000 Rotterdam ƒ130000 daarvan zoude
bekomen; voor de personele belasting wordt de
huurwaarde tot 4 pet. verminderddeuren en ven
sters op f\ gebragt, haardsteden en pakhuizen
vpjjgesteld. Tevens wil dc Regering de opcenten
der grondbelasting ten deele afstaau en ter vergoe
ding van een en ander de successiercgtcn met
ƒ700000 verhoogen en in de gemeenten boven de
3000 zielen den wederinvoer van den accijns op
bet varkens- en schapeiivlecscli toestaan.
Dezer dagen ontnam te Hembij Hoorn
een 71 jarige grijsaard het leven, door zich te ver
drinken. Met z|jne vrouw in dat dorp ter kerk
gaande, wendde hij voor, iets te huis te hebben
vergeten, en verzocht haar, heui slechts vooruit
in het bedehuis te gaan. Tc huis gekomenschreef
h|j op de tafel waar h|j te vinden zoude zijnen
maakte aan zijn leven een einde, door zich in het
water te werpen. Wat de reden voor deze wanho
pige daad zoude geweest zijnis slechts te gissen
over het algemeen meent mendat gewetensangst
oorzaak van dezelve geweest is.
Het prov. geregtshof van Gelderland heeft,
bij arrest van 19 Mei. uitspraak gedaan in dc zaak
van Jacob vail den Brinkkastelein te Warusveld
beschuldigd van valschheid in geschriften vau koop
handel; de beschuldigde door een zijner crediteu
ren gedagvaard voor de arrond-regtbauk te Arnhem,
tut voldoening van eenige vorderingen, had iudil
regtsgeding overgelegd twee kwitantien, om aan
te loouen, dat de schuld was verellënd. liet hof
beeft als bewezen aaugeiiomendat in de eene
kwitantie het jaartal was veranderd en in de andere
eenige woorden waren bijgevoegddie moesten
aanduiden, dat de rekening tusschen den eisclier
en den gedaagde geliquideerd was; doch dal, bij
dc onikeutcnis van dcu beschuldigde, het bewys
ontbrakdut die valsclihcid door hem zou gepleegd
zijn. Vau deze beschuldiging sprak hel hof hein
v jj, maar verklaarde daarentegen, dat het wettig
cii overtuigend bewezen was, dat de beschuldigde
des bewust van die valscbe stukken had gebruik
gemaakt ten zijnen voordeelc en ten nadeele van
zijnen schuldeischeren veroordeelde hein te dier
zake tot eene tuchthuisstraf van vijf jaren en twee
geldboeten, elk van ƒ30.
Naar men verneemt, heeft te Sniilde eene
dienstmeid, door zich te verdrinken, eeu einde
aan haar leven willen maken. Gelukkig werd zulks
door twee daar digt l»y zynde personen ontdekt
die haar dan ook in haar voornemen hebben ver
hinderd.
Uit Marseille wordt het volgende geschreven:
Verscheidene malen reeds was er sprake van
bet voornemen, dat Mile Rachel zou hebben, om
lot de Rooinsche godsdienst over te gaan. In de
jongste dagen zijn omstandigheden voorgevallen,
die aan dat gerucht een nieuwen schijn van waar
heid geren. Gedurende de overvaart van Alexandrië
naar Marseille, heeft de Termaarde treurspel
speelster zich langdurig onderhouden met Mgr.
Pellerin, apostolisch vicaris in Cochinchina, en
het woord des geleerden prelaats met de meeste
oplettendheid aangehoord. Bovendien heeft Mile
Rachel, terwijl het stoomschip voor Malta ver
toefde op hel eiland de mis bijgewoonden met
genoegen werd opgemerktmet hoeveel aandacht
zy de godsdienstoefening volgde. Personendie in
aaurakiug waren met de groole kunstenares, ver
zekeren, dat baar besluit vast genomen is, en dat
overigens hare familie zelve heeft goedgevonden,
aan haar bekeeriugsptan geene belemmeringen in
den weg te leggen.
INGEZONDEN.
Aan den oud-Hoog leer aar in de Ileglen.
oud-Minister van Binnenlandse/te Zaken
Lui dir Tweede Kamer der Stalen-Gene
raal, den Heere Mr. J. R. Thorbecke.
Mijnheer Professor!
Aan het slot van mijnen vorigen, d. d. 7 Maart,
heb ik U, Mijnheer Professor! bekend gemaakt,
hetgeen de Hollander door Vrijheul verstaat, U
over het karakter der Neder landxc/te 1Salie onder
houden, en U toegezegd, U in eeucu volgenden
brief begrijpelijk te maken, in hoe verre uwe da
den aan de verwachtingen vau het Hollandsche
Volk beantwoord hebben.
Sedert dien, zwaar in inijue persoonlijke be
langen geteisterd en langen lijd aan het ziekbed
gekluisterd, kau ik eerst heden, nu mijne gezond
heid door den weldadigeu invloed van het lente
weder zich verbetert, de aangename taak hervat
ten, die èu door U, èu door alle echte Hollanders
juist om haar gewigt, ongetwijfeld wel eenigzins
zal gewaardeerd worden. Of zoudt gy het niet met
mij eens zijn, dat hel waarlijk geeneallerdaagscbe
taak is, oin aan een knap man, een Professor,
een Thorbecke, ten aanhoore der gansche Neder
landse he Natie, te zeggen, wie Thohbecke is* Niet
ieder valt de eer te beurt, zóódauig bij zijn leven,
is zijne daden geschetst te wordengelijk dit thans
door mij geschiedt, opdat ook na zijnen dood,
tijdgenoot en nageslacht hem zullen kunnen reg-
ten, zoo als hy, naar zijne daden, geregt moet
worden.
Ik zal dan voortgaan. Mijnheer Professor! U op
oud-Hollandsc/ie wijze, geheel vriendschappelijk den
spiegel der waarheid voor te houden, zoodat
geheel afgescheiden vau hetgeen uwe daden had
den dienen te zijn en omdat gij nimmer de
gelegenheid gezocht hebt, oin iti dezen spiegel uw
beeld te ontmoeten gij U zult kunnen overtui
gen, wat, eerlijk geschetst, uwe daden, ontdaan
van haar klatergoudiu de schatting van oud-
Hollanders, van echte Hollandersiu werkelijkheid
waren. Immers, het is aan geen twijfel onderhevig,
uwe daden ziju U, Mijnheer Professornimmer iu
dusdauige helderheid voorgespiegeld want, vreem
deling van afkomst, vreemdeling vau rigting, en
door uw stroef karakter, gelijk het is, iu de on
mogelijkheid, U met dc Hollandsche N'atie te ver
eenzelvigen, hebt gij U den blinddoek der onfeil
baarheid aangebonden; doch gy zult hol mij dauk
weten, dat ik, die er my op verhoovaardig,
ecu zoo knap man, een Professor, een Miuistcr-
Koniiujéén Thorbecke, iu den volsteu zin van het
woord: te doorgronden met oud-Hollandsche
roudheid uwe daden uiteenzet, zonder mij aan
uwen persoon te vergrijpen.
Bewonderenswaardig waren uwe uitdrukkingen
over de algeiueene welvaart des lands, ouder het
Ministerie Thorbecke, en volkomen stem ik met U
iu, dal dc algciuccne welvaart onder liet Ministerie
Thorbecke toegenomen is; evenwel, Myuheer Pro
fessor! deze was geene daad van IIdeze was
geen gevolg van «ie werkvan uwe knapheiddeze
ontstond in iveerwil uwer Ministeriële bemoeijingeu
dewyl gij tot aan het uiterste iu alle zaken wil
lende dourdriugeu en alles onder uwe vleugelen
zauienvattende, door hel ontleden van alle onder
deden der staathuishouding, te veel het geheel uit
het oog verloorten daardoor aan de ontwikkeling
der welvaart tal van hindernissen in den weg
wierpt; dergelyke hindernissen worden echter in
een land als het onze als van zeive omvergewor
pen een Thorbecke is niet in staat de Hollandsche
Volkskrachteigenlijke oorsprong van Hollandsche
welvaart, te beteugelen. Deze welvaart was bet
gevolg der in 4839 wettelyk volbragte scheiding
van België en van den financiëelen maatregel van
4844, die het geschokte vertrouwen weder deed
herleven. Onder het Ministerie Thorbecke en niet
door dat Ministerie, baanden handelsgeest, nijver
heid en loffelijke speculatie-geest bunne eigene we
gen, waardoor allengskens de aIgemeene welvaart,
die zoo hoog door U opgehemeld werdontsproot.
Deze welvaart heeft de Nederlandsche Natie niet
aan het Ministerie Thorbecke te danken; zij vond
plaats toen, maar niet omdat gij, Mijnbeer Pro
fessor/ Minister waart
Ééne zaakeene nuttige zaak werd door dat
Ministerie lot stand gebragt; de nieuwe scheepvaart-
wetgeving is eene daad van U, Mijnbeer Professor!
doch die daad was een noodzakelijk uitvloeisel van
de wyziging. die de Engelsche handels-politiek
ondergaan had en het zoude te veel nadeel aan
den Nederlaudschen handel berokkend behben,
wanneer gy die daad achterwege gelaten hadt,
want in eu buiten de Kamer werd daarop ten
krachtigste aangedrongen; daarbij was het eene
levcus-kwestie voor den Minister Thorbecke, om
alles te vermijden, wat handelaren en reeders te
gen zijne regering kon in het harnas jagen. Gjj
hebt, het wordt openhartig erkend, die daad wer
kelijk verrigt, doch gij zult, billijker wijze, wel
niet verlangen, dat de Hollandsche Natie U daar
voor danken zal, want gij hebt door die daad
niets anders gedaan, dan belgeen gij niet laten
kondet.
De Hollandsche Natie zou te veel van U, teveel
van het Ministerie Thorbecke gevergd hebbenwan
neer zij ook als daadverbetering van 's lands
financiëu bad verwacht. Die verbetering werd niet
door L' verkregenmaar was veroorzaakt ten deele
door de voordeelen gesproten uit de gevolgen van
den iiiianciëlen maatregel van 1844 en boofdzake-
lijk door de grootere opbrengst der koloniale pro
ducten, die iu 1830 de som van ƒ2350000 bo
ven de raming opleverdenzulks werd verkregen
door den toenrnaligen buitengewonen aftrek van
de aangevoerde koloniale waren. Ook het successie-
regt bragt toen belangrijke sommen aan. Het zal
wel geeu beloog behoeven, dat dit Ministerie zich
geenszins eene verdienste uit deze meerdere opbreng
sten scheppen mag. Daarbij zult gy mij ten goede
dienen te houden, Mijnbeer Professor! de bloot
legging mijner meeniugdat bet een geheel ver
keerde administratieve maatregel van dit Minis
terie was, om schuld te delgen door kapitaal vlot
tend te maken; die daad werd ten uitvoer gebragt
door den verkoop der Domeinen te bewerkstelligen
eu een goed deel der opbrengst tot amortisatie
vau schuld aau te wendeu; kapitaal is gebruikt
voor eene afdoening, waartoe ailéën interest be
hoorde te strekken.
Bijzouder veel bevreemding kan het niet baren,
dal tol den verkoop der Domeinen werd overge
gaan, want gedurende bet Ministerie Thorbecke
werden jaarlijks bijna alle Hoofdstukken der Staats-
Begmoling v rhoogden wel voornamelijk het
Vijrde Hoofdstuk: Binnenlandsché Zaken een De
partement, dat het uwe was, Mijnbeer Professor!
Het is waar, gij hebt veel verkregen door de
woorden: Bezuiniging door Vereenvoudiging by de
Nederlandsche N'atie vooruil te zetten, en liet zjj
ter uwer eere gezegd, dat gij bij uw Departement
met bezuiniging hebt aangevangen, want door U
werden bij dit Departement betrekkingen afgeschaft
en inrigtingen vernietigd; maar gij zult my des
niettemin geene verkeerde beoordeeling mogen
aantijgenwanneer ik. met allen eerbied voor uw
bezuiniging-systeem, volboud, dat die bezuiniging
niet opwegeu kon tegen de nieuwe posten van
uitgaven, die door U iu het leven geroepen wer
den, zoodat ten slotte de hoofdsom, voor uw De-
partemeut benoodigd, vermeerdering onderging. Ik
zal niet met U twistenointreut het al of niet
nuttige dezer uitgaven, waarvan het vaderschap U
teregt toegekend wordt, doch gy zult wel inelmjj
willen instemmendat de Nederlandsche Natie, die
van uw binnenlandsch bestuur bezuiniging, dus
vermindering van uilgaven, verwacht heeft, door
uwe daad, oin nieuwe posten uit te trekken, zich
bitter door U teleurgesteld en in hare verwach
tingen bedrogen vond.
De taak zou voor my te afmattend worden,
indien ik zoude overgaanom uwe speciale aan
dacht te vestigen op zekere cijfers der Staats-
begrooting, onder liet Ministerie Thorbecke; cyfers,
die niet van aIgemeene welvaart getuigen. Ik zal
my slechts bepalen tot de opmerkingdat de