COURANT,
Jfê 585.
Tim VRIJDAG,
i/7 December J85&.
Dit lUail verschijnt tweemaal in de week des Dingsdugt en Vrijdags. - De Prijs van het Abonnement is ƒ1.50 in de 3 maanden. Van Advertentiën, 1 tol 6 regels 6
elke regel meerder 10 Cents, behalve het Zegelregt. Afzonderlijke nummers, ƒ0,10. Brieven franco. Bestellingen geschieden hij den Uitgever A. II. van Qeeff, te
Amersfoort, zoomede bij alle Boekhandelaren en l'ost-Directcurcn in het llijk.
DE GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE
UTRECHT
Brengen Ier kennis van dn daarbij belanghebbenden
dat overeenkomstig hun besluit van den 1 October 1858.
No. 21opgenomen in da Ulrechlschc en in de Aniers-
foortsclic Courant van 5 October, 2, 16 en 26 Novem
ber 1.1. op den I December 1858 in liet Gouvernements
huis alhier, ecne openbare uitlating licel't plaats gehad
van 30 aandcnlenieder A /500.in de restant geld-
leening van ƒ30,500ten laste van den weg van Houten
naar den Lekdijk hij het Bcusichcmsclic veerdoor de
overname des wegs voor de provincie thans eene pro
vinciale schuld geworden, en dat alstoen zijn uitgeloot
de naudcclen No. 45. 6, 11, 12, ld. 16. 17. 18
19, 20. 22, 44. 45, 46. 48. 50. 55. 57, 60, 61
62, 63. 68, 69. 70. 71 73. 75, 84, waarvan de
nllossing, met bijbetaling vuv f 10.premie voor ieder
uitgeloot aandeel, na 1 Jonuarij 1859 zal plaats hebben bij
den Heer arrmidissements-betaalmccster alhier, met overleg
ging der obligatie en dUarbij behoorer.de intrest bewijzen.
En zal deze worden geniaalst in de Utrcchtschc, zoo-
mede in dc Amersfoortschc Courant.
Utrecht, den 2 December, 1858,
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
R E 1, I, Voorzitter.
C. W. MOORREES Griffier.
Justitie in de Ossendrechtsche processie,
II.
liet parlementair incident omtrent de Ossen-
drechtsche processie zij onverholen onderzocht. Het
was als volgt:
oDe Heer van Heiden Reinestein besprak
in de Tweede Kamer dat er staten zijn overgelegd,
waaruit bleekwaar zoodanige uitoefening was
geoorloofd en waar die verboden was. De processie
van Ossendrccht naar Barendrecht kwam onder
de verbodene voor. Hij vraagt, of helder regering
sedert gebleken isdat die processie wel geoorloofd
iszoo neendan behoort dc wet gehandhaafd te
worden.
Bepaalde zich de Minister van Justitie in zijn
antwoord tot de zaak? 0, neen! Er werd onein
dig verder gegaan. I)e zaak dooreen woelende, naar
het religieuse schrijdendetegelijk dc organen der
vrije dagbladpersdie dat terrein beploegen, als
uitdagendeziedaar wat ons nooptehoewel wij
volstrekt niet tot de dagbladen in kwestie bchooren,
onzerzjjds tot een onderzoek overtegaan.
Het antwoord van den Minister was als volgt:
a Wat aangaat het door den heer van Hei
den Reinestein behandelde punt, nopens de
processie van Ossendrccht, geeft de Min. zijn leed
wezen te kennen, dat dit onderwerp heeft aanleiding
gegeven tot het opstellen van artikelen in sommige
dagbladendie helaas er behagen 'in schijnen te
scheppen den fakkel van twecdragt te zwaaijen
(ecnige leden Bravoliet doet hem leedomdat
de zaak van te weinig beteekenenden aard is. liet
is zoo, bij eene vorige interpellatie is onderzocht,
waar liet doen van processiën geoorloofd is en
waar niet. Nu was voorleden jaar de vraag gerezen
of de optogt van Ossendrccht was eene bedevaart
of eene processie. Dat heeft een onderzoek uitgelokt
bij zijnen ambtgenoot voor de R. K. Ecredienst
waaruit gebleken is dat de optogt van Ossendrccht
naar Rarendrecht eene vroeger geoorloofde processie
was. Er heeft eene uitvoerige instructie plaats ge
had. Onder de gehoorde getuigen waren er zeer
velen, die protesten hebben ingezonden, waarbij
werd verklaard dat sints onbeugcljjkc jaren zoo
danige processie heeft plaats gehad. En nu heeft
men aan hem, Min. de vraag gedaan of, als die
in September moest plaats hebben, die dan niet
met geweld moest worden uiteengedreven. De
Min.getrouw aan liet beginseldat hem die regt
heeft, regt moet wedervaren, heelt gemeend zoo
danig verlof niet te moeten verlecnen. Heeft dc
grondwet eenmaal bepaalddat waar processiën
vroeger mogtcii gehouden wordendaarmede tnogt
worden voortgegaandat regt moest worden ge
handhaafd en dat dit niet indirect tegengegaan
mogt wordenhoezeer hjj voor zich het betreurde,
dat er openbare godsdienstoefeningen plaats hebben
en vow zich zeiven verlangde, dat liefst alle gods
dienstoefeningen binnen besloten gebouwen konden
worden gehouden, zoo had de minister, met
liet oog op de grondwet, geene vryheid om de
processiedie onder dc categorie der gcoorloofden
behoortuiteen te doen jagen. De zaak heeft zich
overigens bepaald tot een eenvondigen optogt
een paar agenten van pnlicie waren aunwezig.voor
liet mogelijke geval, dat ecnige aanleiding lot
sloornis kon gegeven worden. De minister moet
er ten slotte nog iets bijvoegen, en dat is, dat
bÜ het diep betreurt, dat zoo dikwerf door ver
schillende rigtingen der christelijke godsdienst
geschilpunten worden ter sprake gebragt, waarbij
zoo vaak over bet hoofd wordt gezien liet hoofd
gebod der Christelijke godsdienstdat is de Chris
telijke liefde (cenige leden Bravo!).»»
Naar aanleiding van dit antwoord wenschen wij
den Minister de volgende vragen voor te leggen.
Wil hij zich voor een oogenblik van liet lloog-
priesterschap ontdoen en dezelve waardig keuren
ter beantwoording wy zullen gaarne het antwoord
in onze courant opnemen. Als een Minister in
het parlement zóó van dagbladen spreekt, zal hij
zich dan te hooggeplaatst achten om in dagbladen
te spreken Wie uitdaagt moet den strijd niet
schuwen.
Onze vragen luiden aldus:
4°' Werd de speciale wet niet in het 'leven ge
roepen toen dc algemeene wet in volle kracht
was? Geldt de speciale niet, als de algemeene
ingeroepen wordt Óns dunkt ontegenzeggelijk dat
de speciale bovendrijven moet. Met andere woor
den wordt de algemeene vrijheid van godsdienst,
die de grondwet van 4848 aan alle ingezetenen
toekent, niet, even als alle andere regten en vrij
heden aangewezen en beperkt door de speciale
wet. in casu die van Junij 4853?
2". Zoo de bovenstaande vraag toestemmend
moet worden beantwoord (en een antwoord in
ontkennende» zin zou tegen wetsbegrip druischen)
dan welt de vraag op: heeft een Minister opgrond
van individuëelc inzigtenal zijn die ook met
het oog op dc grondwet,» bevoegdheid om bepa
lingen eener wet al of niet te doen uitvoeren?
Zeer gaarne zouden wij het antwoord van den
Minister aan den heer van Beiden Reinestein met
de op onze vragen te wachten antwoorden zien in
overeenstemming gebragt.
Naar wij lezen had de R. C. Procureur-Generaal
van der Does de Willebois dc Ossendrechtsche
processie onder de onwettig gehouden wordende
processiën gerangschikt en op last der Regering
werd zij ten vorigen jare door de policie geweerd.
Nii verklaart de Minister dat er een nader onder
zoek is ingesteld door den Commissaris des Konings
in Noordbraband en by uitvoerige instructie (ge
houden door den Procureur-Generaal) is gebleken
dat de processie te Ossendrecht was eene wettige
processieen dus dc processie niet is uiteen ge
dreven. In het midden gelatenof de slotsom
van het nader onderzoek en dier opvolgende in
structie in des Ministers sanctuarium werd besloten,
is het toch opmerkelijkdat toen de processie
geweerd werdde lieer,-Bosch van Drakcstein toen
even als nu aan het hoofd van gemeld gewest
stond. Zag dan de Procureur-Generaal ten vorigen
jare door eenen groenen bril Wat zal de Minister
vau Justitie doen. als in 4859 een nieuw onder
zoek door denzelfden Procureur-Generaal ingesteld
wordt, waaruit alsdan blijkt dat de processie
onwettig is? Als iets wat in 1857 zwart was, in
4858 wit genoemd werd en in 4859 weder zwart-
zwart zal genoemd worden, waar moet het dan
heen bij zulke inconsequente regeringszienswijze?
Zal dan de Minister den wijzer van het draaibord
der Nederlandsehc geregtighcid omzwenken
De ouden stelden de Geregligheid geblinddoekt
voor. Haar beziende, merkt men op hoe zij
maar al te dikwijls rondtast om den regten weg
te vindon.
De religieuse liefdetirade wordt in een volgend
slotartikel besproken. Dan blijven de bravi nog over.
WIc cn wal een parlementair
fjrmatigd-Hberaal is?
III.
De douceurs door den heer Thorbcckc (die nog
niet tot baron verheven is, maar in April 1853
door den heer van Hall als kabinctshool'd vervan
gen werd) aan den heer van Ball voorgehouden,
werden aldus blootgelegd: hij wijst op het gezegde
van den heer v. B. dat deze steeds gewenseht heeft
voor liberaal gehouden te worden (deed deze zijn
best niet daarvoor toen toch de afschalhr.g van
den gemaal-accyns voorgesteld werd?); of het hem
echter gelukt is, is eene andere vraag. (Spreker
twyfelt cr dus aan volgens die andere vraag en
er kunnen meer twijfelaars nopens dit punt zyn.)
Hij wilde het woord liberaal doen voorkomen als
eene gesteldheid van het gemoed (gemoedsbezwaren
schijnen den heer T. hinderlijk te zijn); meer in
den geest van hem (Thorbecke) en den Minister
van Tets (zijn oud-leerling) was liet
llier werd de spreker door den Voorzitter belet
met spreken voort te gaan. Deze herinnert dat
thans aan de orde is eene andere beraadslaging.
De heer Thorbecke zegt dat hjj in de gelegen
heid moet zyn te antwoorden.(Zulk eene sehoone
gelegenheid om zyncn cx-opvolger cenige zoetighe
den voor te houden kon hij zich niet laten ont
snappen.)
De Voorzitter verzocht den beer Thorbecke om
dan zijn speech zooveel mogelyk met het punt
van orde in verband te brengen. (Of de Voorzitter
daarmede heelt gemeenddat spreker op een
verkeerd veld verdwaald kon zijn geraakt, wordt
niet vermeld.)
Echter de heer Thorbecke begreep, dat de gele
genheid voorbij was tot verdere douceurs en maakte
eene heroïsche retraite, zeggende: «dat hij alleen
heeft wülen aanvoeren, dat voor het woord liberaal
in politiekcn zin, een vaste maatstaf (welke?) in
de Grondwet moet worden gevonden.(Spreker
spiegelt zich ongetwijfeld voor dat hij de éénigste
vinder van dien maatstaf is.)
Hierop werden de beraadslagingen gesloten.
Wil men nu weten wie en wat een parlemen
tair gematigd-liberaal is, zoo moet men trachten
dit te loeren uit de discussië'n daarover, op Sl Ni-
colaasdag in de Tweede Kamer gehouden en vooral
uit hetgeen Professor Thorbecke en Baron van Ball
elkander voorhielden. Welligt is men daardoor niet
wijzer geworden. Daarom is 'f te betreuren, dat
de Voorzitter den heer Thorbecke tweemaal aan
het punt van orde herinnerde; deze had anders
niet alleen het gematigd-liberalismemaar welligt
zelfs het republikeinsch-liberalisme geschetst Waar
van het hart vol is, loopt weieens de mond over.
AMERSFOORT, 40 December 4858.
Nadat de discussiën in de Tweede Kamer over
de begrooting van Hoofdstuk X (Oorlog) eenige
dagen hadden geduurd, is zij eindelijk, na eene
talentvolle en heldhaftige verdediging van den
Minister, met 40 tegen 22 stemmen aangenomen.
De Minister bad een zwaren strijd te voeren,
doch geniet thans de voldoeningweder gedurende
een jaar op zijne laauweren te mogen rusten.
Uit het rapport, door de geneeskundigen
uitgebragt in zake v. D. te Sleeuwijk, beschuldigd
van brandstichting, is gebleken, dat genoemde
persoon aan geene zielsziekte lijdende is, maar
in het volle bezit van al zijne geestvermogens
kan geacht worden te zijn. Zijn wij wel onderrigt.
dan is deze verklaring met eenparigheid van
stemmen gedaan. De vroeger omtrent dien per
soon medegedeelde berigten zijn dus gebleken
van allen grond ontbloot te zijn.
Een ingenieur heeft een stelsel uitgevonden,
door middel waarvan hij, met kalk, zand of
aarde tot een nieuw cement vermengd, huizen
bouwt, wier hechtheid bij proefnemingen volko
men gebleken is, terwijl de kosten 60 pet. min
der bedragen dan volgens de gewone bouwwijze.
In het kamp van Chólons heeft dit stelsel de
beste resultaten geleverd. Bedoelde ingenieur is
met de uitvoering belast der werkendie van
St. Jean-de-Luz een oorlogsharen moeten maken.
Eene echt lieidensche daadzoo als ons zelfs
in de reisbeschrijvingen vanCoock, Ellis en Sluart,
niet eens van de bewoners der Zuidzee eilanden
wordt verhaald, gebeurde li, weckte N., een kerk
dorp in de gemeente Weststellingwerf, provincie
Friesland. De leeraar dier gemeente, Ds. D.een
algemeeu geacht geestelijke, was overleden. Op
den dag der ter aarde bestelling verzamelde zich
tegen den avond voor de woning des overledenen
eene schaar bedelaars ten getale van ruim 500
van rondom zameiigestrooindten einde eene by
die gelegenheden gebruikelijke gift te ontvangen.
Met het bekomene echter niet tevreden, ontstond
cr gemor en sloeg de hoop tot baldadigheid over
welke zoo ver gedreven werddat zij hel waagde,
dc gewijde rustplaats der dooden op eene gruw
zame wijze te beschimpen. De bende begaf zich
ui. en corps naar het kerkhof, begon onder het
aanbellen van allerlei gemeene en zedelooze liedjes
op en om liet graf des overledenen te dansen, en
verklaarde zoolang te zullen blijven zingen en
dansentotdat hij weder uit het graf kwam. Over
dc oorzaken eener zoo verregaande verwilderiug
zullen wij ton deze niet uilwyden, alleen zullen
wy er nog bijvoegendat de justitie zich dc zaak
heeft aangetrokkenen bereids eenige der meest
schuldigen zijn gearresteerd.
Tc lleinenoord ontstond brand ten huize
van den lieer W. Monster, aan den Blaaksendyk,
tengevolge waarvan huis cn schuur, met liet zich
daarin bevindende korenhooi, stroo, rjjtuigcn
paardenenz.in één woord alles is verbraud.
Men zegt dat dc brand liet eerst ontdekt is iu de
schuurde oorzaak er van is onbekenden men
weet niet of hot verbrande voor braudacbade is
verzekerd.