AHERSFOORTSCHE COOHA «te**jfSSSK=3e M 069. v»n DIWGSDAG, J" October J8&9. ""rk d™ ra Vrijilayt. - I),: Prij, «an bet lbonnei.irat i« /"1,50 in de 3 maanden. Van ««ertenlienI H ra^IieLn'ra^.l^V,-^"' rl,59 in dc 3 maandenVan AdvertentiënI tot 6 regel» 60Cent# Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. U. van CUtffte K K MN I s C E V N (l E ,v. "SSSR "MXODDEM GEMEENTE Geaien eenn miitive van den Preaident der Plaatieliike V""T Geneeskundig Toe.oorsigl d«n'li ileblscn bet noodle ge.icbt, 'de lneeitlenen aan de ht- |.al,ng,n ,y a„. fa, 2rKS„„ w, A| I oliiie-liiglrnicnt dezer gemeente tc herinneren. Amersfoort, <l.>n 13 October 185'J. Burgemeester m Wethouders voornoemd, Be Burgemeester jzc.7t"?s' a. G. w u E n s. w. I,. SCIIEL rus. lU.IUiIIMKKSTKIl KIN WETHOUDERS oen GEMEENTE -I 'I Lit Sr OOILT Griet op art. '2(14 der gemeentewet. Doen te welen, d..t het 2de Aanvullings-kohicr der plaatselijke directe belasting over het dienstjaar 185'.) voorloopig vastgesteld is cn gedurende 11 dagen, te re kenen van lieden, alle werkdagen van 10 lot 1 ure. op dn Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing zal liggen, binnen welken termijn elk op het kohier aange slagene bij den Raad beswaren legen zijnen aanslag kan inbrengen. Amersfoortden 15 October 185'J. Burgemeester en If'et houders voornoemd De Burgemeester A. G. WIJ Klis. De. Secretaris, W. I.. SC HELT US. Mijnmixu uk Reiiactein Onlangs is er zaoml m uw dagblad als in verschillende andere dagbladen melding gemaakt ran erne door den Deer Auditeur hij den Schuttersraad te Amnsfoort tegen den oudergetet Lende ingestelde vervolgingter zakedat hij op 13 September j.l. op erne plaats gehad hebbende oefening dier Schutterij niet is verschenen. Geheel mijns ondanks heeft die vermelding in de ilagbla- den plants gehaddoeh tin dit eenmaal is geschied, waar schijnlijk met ren mar mij minder aangenaam doel. acht ik mij verphgt hei publiek te doen oorderten wie in deze zaak in zijn regl is. Daartoe zend ik L'E. nevensgaande conclusie tan den Auditeur en mijne daarna nan den Schuttersraad ingeleverde memorie lor. .Vet dc plaatsing dier stukken zult l'E. den inzender "tt" mijIf'elEd. lieer.' l ir Dienstw. Dienaar Mr. J. db ER KM KR IJ. Conclusie in dc zaak ».in den Auditeur l>i| dea Schuttersraad der d.d. schutterij te AmersfoortKischer. It. O. tegen: Mr. Jan do Freuicrij mol -lil jaren, schutter hij de eerste kompagoia van gezegde schutterij, wonende tc Amersfoort in dc Muurhuizen, wijk K. n. beklaagde. Gezien «ene missive van den kapitein kommanderenden officier v in -vinei Ie schutterij vin den IK September 1859, ton geleide van .ene"missive van den kapitein van dc Ie kompagnic van dezelfde ■lagtci'ki uinginhoudende klagtc. dal hovcnge.ioen.de schutterna •derhts enkele malen de exereilicn in den loop van het jaar 1859 ..laat. gehad hrhhcnJc, te hchi.cn bijgewoond, cn nnn hens wrgen, h,t if.visie blijven zonlcr verlof, reeds herhaaldelijk kleine boelen „n '«dlW Se S-O-f" i'G crselicuenen zulks zonder daartoe verlof van den kompagnic s <lc"21 'SoPtcnl,lcr 1850 beti'ckcnd en bet pinee.s-verbaal van verhoor van dezelve ter te- reeUitting van den Schuttersraad va., den 27 September daaraan- volgendr, overeenkomstig de ar.t. 34 35 en 31 vau Zijner Majesteit, Besluit van 25 Mei «829 'Staatsblad n«. 38). Aangezien de beklaagde heeft beweerd, tot het bijwonen der ex,-reine van 13 September j.l. niet verpl.g tc z,n geweest, omdat die was bepaald tegen een ander Jan bij dc Wet Vastgesteld uur, veM 'to "begevenalwaar'de oefeningen alsdan tc vijf ure aanvang "Tnèczicn bij art. 12 al. 2 der Wet op (le Schattoren van II igcTmp'J-'Ï verder,'1JaBC^o.^bVX'^rk^r op elkander mog na bel allonpcn van al1» godsdienst en?»^ hebbc^b in geen geval voor middag, ,o 5 ure aanvangen. ï3Il z. Fxc. den Minister van Aangezien blijkens jg Dcccmbcr ,82i) „kc Militie en Bin„enlaildsLhc Gonveruemciit t.it ngtsnoer is aangenomen Schutterij n". j0 ,IJ. bedoeld bij art. 12 al. 2 der Wet twee ilat de wapenoefening tc begrijpen den tijd benoodigil uren kunnen duren, z"" ,„rll„v01ftsi van hut exercitieveld. voor het vertrek naar en d^tcr njc, vo(,r (,c, Ini(UaR, Aangezien dc hopa "h» B|,^„ botrokking heeft op liet geval XI' vijf ure mogen aanvang »|Mu hebben, turwijl, wan dal dc wapenoefeningen c"' r waro geweest, dut dezelve ook nccr hel do •bedoeling desWelgcvers Ic 5 urrn „p da andere dagen TM do o|- zou,-.c mogten nniivsngen,'. fastens twee urea zullen mogen luiden, dut da oefening middags te vgf ure sullen 7uée"moeten sim nfgeloopen. h(,(ft beweerddat de Aangezien -le VrkUg; c ^tr ,,.j de We. voor- excreitie va» «3J* i ,J e# ware zulks het geval gewekt gesclirovcn uur was iiq« eH ïorp|jgt was, n...ingevolge f«. ^'*j|e,v,JJS#Jen#kiiininanderendcn ««Beier, tc half vijf ure op do loopplaats tc verschijnen, ten einde te vijf ore dc wapenoefeningen bij te wonen, onverlet zijne bevoegdheid om, wanneer hij vermeende, dat gezegd hovel met do Wel in strijd was, deswegen zijn beklag in te brengen, daar on waar hij zoude vormccncn zulks te hohooron. Zoo concludeert dc Auditeur, dal de Schuttersraad den beklaagde zal schuldig verklaren, ami het geheel niet verschijnen bij do exer citie van «3 September «859, zonder verlof Val den koinpagnic's- kommondarit en hem mitsdien veroordeclcn tot betaling van ccne geldboete van zes gulden en tien cents, en in dc kosten des gediugs, ingevolge art. 57 in verhand met art. 61 der voormelde Wet. De Auiliteur voornoemd [wat geteekend1. B. HEIJMAiSS. Memorie van Mr. J dc Fremcrij, gedaagde hij exploit van den 2len September j.l. ingediend bij den Schutlcrsraad der d.d. Sclintlcrij tc Amersfoort den 17cn October daaraan volgende. Alvorens steller dezer Memorie zich de eer zal geven tot refutatie der conclusie van den Heer Auditeur bij uwen Raad overtcgnnnacht bij het noodzakelijk tc onder zoeken, of bet feit liein bij dagvaarding ten laste gelegd: dal hij hij de Exercitie van den 13 Septemberj.l. niet is verschenenzonder verlof van den kompagnies Loinmanelant (en zulks nadat hij slechts enkele malen de exercitiën in den loop van het jaar plaats gehad hebbende heeft bijge woond) al of niet een strafbaar feit oplevert. Volgens den lieer Auditeur is dit wel het gevalvolgens den steller niet: Kn op welke gronden niet? Omdat art. 4*2 der wet op de Schutterijen d.d. 11 April 1827 (staatsblad nu. 1/) bet ccnige artikel is dat in deze overtreden zou zijn en zulks aldus luidt De Schutterijen zullen jaarlijks van den Is/en April tot den I sten Octoberop gezette dagen in het schieten naar de schijf worden geoefend, bij welke gelegenheid tevens eene verdere oefening zal plaats hebbenzooveel zulks voor dc gewone dienst onontbeerlijk is te achten. Die oefeningen zullen telkens, «s tijd va» vhede. hoog stens twee uren mogen duren, en ultijd een huif uur voor zonne ondergang moeten zijn afgeloopcn; zij zullen niet spoediger op clkanderen mogen volgenelan ran 14 tot 14 dagen en bij voorkeur des Zondags, zooveel mogelijk na het afloopcn van alle godsdienstoefeningenplauts hebben, doch in geen geval voor des middags te vijv uren aan vangen. i)c schutter enz. Dc drie volgende vragen doen zich alsnu in dc eerste plaats ter beantwoording voor: 1". Wal verstaat de wel onder oefeningen? 2". Op welke dagen bepaalt zij dat zij kunnen plaats hebben 3°. Wat stelt zij rast omtrent het uur van aanvang der zelve? Ile wet zelve geeft geenc omschrijving van hetgeen zij onder oefeningen wil verslaan hebben en zegt alleendat van den lsten April tot den lslen October van 14 lot 14 dagen oefeningen zullen plaats hebben, welke hoogstens twee uren mogen duren. Zumler van een exercitie veld melding te maken laat zij liet geheel aan de kominandanleii over waar ter plaatse zij tbc oefeningen willen doen houden of zij alzoo binnen dan wel builen do stad zullen geschieden. De wet zegt evenmin waarin die oefeningen zullen bestaan en bevat zij daaromtrent eeniglijk dc bepalingdat tic leden der schutterij in liet schieten naar dc schijf zullen worden geoefend. Andere voorschriflen omtrent de oefeningen geelt de wet niet aan dc hand. Hieruit volgt dus, dat wanneer de leden der schutterij, voldoende aan eene oproeping des kommandanls op ccnige aangewezen plaats zich hebben vcrecnigil (buiten de ge vallen bij art. 44 van de Wet voorzien, waarvan in ons geval evenwel geen sprake is), en daarbij geheel aan de schtilLerlijke tucht onderworpen zijn, deze vereciiiging be schouwd moet worden uil le maken eene oefening bij art. 42 bedoeld; terwijl ccne bevolene vcrcemging vm schut ters. waarbij zij niet aan de schuttcrlijkc tucht onder worpen zouden zijn, bij de Wel ten cencnmale onbekend cn zelfs niet denkbaar is. Omtrent de 2de vraag: «op welke dagen bepaalt de Wet. dat de oefeningen kunnen plaats hebben?" is de Wet zeer duidelijk cn luidt bet antwoord djarop: op alle dagen doch bij voorkeur des Zondags; cn evenzoo klaar is ook het antwoord der wel op dc 3de vraag: uwal stelt de wet vast omtrent liet uur van aanvang der oefeningen?» namelijk: dal zij in geen geval voor des middags tc vijf nren zullen plaats grijpen, doch daarenboven des Zondags eerst zooveel mogelijk na afloop van alle godsdienstoefeningen. Dat art. 42 der wet geen anderen uitleg toelaat zul ieder veruiccnendie zich slechts de moeite getroost hetzelve eenvoudig te lezen, ware liet niet dal de Heer Auditeur in zijne conclusie eene andere, werkelijk hoogst bevreemdende, doch niettemin zeer onaannemelijke be schouwingswijze daaromtrent schijnt te bezitten. Z. E. O. toch is van oordcel, dat, wanneer bet in de bedoeling van den Wetgever had gelegen vnsttcstellcn dat dc oefeningen niet alleen des Zondags niet vóór vijf nren des middags, doelt ook op de andere dugt der week niet vóór dien tijd mogten aanvangen, liet eerste gedeelte van art. 42 al 2 wel aldus zoude luiden: dat de oefeningen telkens hoogstens twee urm sullen mogen duren, en in geen geval voor des middags te rijf ure -uilen mogen aanvangen en altijd een half uur vaor zonnen ondergang zullen zijn afgeloopcn. Waarom of gezegde alinea aldus zoude moeten worden gelezen, zegt dc lieer Auditeur niet cn zoude Z. E. G. wclligt ook moeijelijk dc reden van dit waarom kunnen opgeven. Duidelijker dan de Wetgever in art. 42 gesproken boef». kon Hij niet doencn bad llij in liet laatste gedeelte van dit artikel willen vaststellen, dat «le oefeningen alleen dej Zondags eerst tc vijf uren zouden mogen aan vangen doelt overigens in de week op elk uur dat een kommandant goed zou vinden te bepalen, zoo had Hij, (naar het bescheiden oordeel vin «teller dezer memorie) in plaats van de aldaar voorkomende uitdrukking: '«doch in geen geval voor des middags te vijf uren aanvangen,» slecht# behoeven geplaatst te hebber.: udocb m dit geval niet voor de# middags tc vijf uren aanvangen,» en zijna incening ware overeenkomstig die van den Heer Auditeur geweest. Volgens dc woorden der wet evenwel kan de uitdrukking, doch ia geen geval, niet anders dan op alle oefeningen betrekking hebben, zoowel op die welke op werk- als op Zondagen plaats grijpen. dc Heer l Nog beweert d Auditeur, dat het op eene loopplaats, van waar men gezamenlijk naar ecu exercitieveld marcheert, niet geacht kan worden cxcrcilievehl it tc maken beroepende Z. E. G. ziclt daarbij op eene circulaire van Z. Ex. den minister van hinnenlandsche zaken «Ld. 19 December 1829 in zake Militie en Schaltcrij u0 50 aldus luidende dat liet hij het gouvernement tot rigtsnoer is aange nomen dat de waueooefcuingenbedoeld bij art. 42 al. 2 Luimen duren.zonder daarin te I pen den tijd, henoodigd voor het vertrek naar der wet 2 uren i 'TJ. terugkomst van het exercitievelden*. Kan men nu uit deze circulaire het besluit trekken, dat. wanneer dc leden der schutterij, onder de wapenen en aan de schutterlijke tocht geheel onderworpen, zich van een loopplaats naar een exercitieveld hegeven, dc tiid daartoe benoodigil niet als oefening moet worden beschouwd? Hierop kan met anders il.ui een ontkennend antwoord worden gegevenen lieert dc minister in de circulaire in het oog houdende het eigenlijke doel der oefeningen van dc schutterij, namelijk liet schieten naar de schijf (zie al. 1 van art. 42), hetwelk tegenwoordig schier nim mer pleegt te gcschieilcnslechts willen uitdrukken, dat (vermits eene zoodanige oefening veeltijds niet dan op geruimen afstand der steden plaats kan vinden), dc schat ters den tijdhenoodigd om zich naar het daartoe geschikt© terrein te hegeven cn van daar terug le keerenop ccne wijze als hun goeddunkt, niet zullen kuunen in rekening brengen onder de twee uren gedurende welke de oefenin gen hoogstens kunnen duren. Eene andere uillegging aan den inhoud der circulaire te geven zou in strijd met «le wet zijn en lot grove wil lekeur aanleiding kunnen gevenja zou zelfs aan kom mand,uilen dc bevoegdheid gevendc onder hen staands leden der schutterijeentwee en meer uren onder di» wapenen te houden cn oefeningen te doen verrigten alvo rens op liet exercitieveld de oefeningen, door de wet be doeld, een aauvang zonden nemen. Zoo is dan ook de bijeenkomst der leden van de schut terij tc Amersfoort op «len 27sten September j.l. bevolen geworden tegen de# namiddags le vier uren. Om tegen soortgelijke dwalingen tc waken, waardoor de burgers grootc schade kunnen ondervinden (hetgeen wil geen nadere uiteenzetting behoeft) beeft dc wet naauwkcurig al de verpiigtingen aangeduid, din zoowel op dc komiiinndantcn cn oRicicrcn als op de gewone leden der schutterij rusten. Van daar de bepaling van het niet aanvangen der oefeningen vóór (les middags te vijf uren en de bepalin gen, dat bij brand, én wanneer er alarm geslagen wordt, dc leden der schutterij onraiddelijk onder de wapenen moeten komen. Blijkbaar volgt uit een en ander dat, zoo dc Wetgever de bedoeling had gehad aan de leden der schutterij do verpligling op te leggen otn aan elk bevel eens kom- manduntsbuit buiten dieuat gedaante gehoorzamen iltj zuiks in du wel zou hebben omschreven, even al» bet beginsel door den lieer Auditeur aangekleefd met zoo vele woorden in dc militaire strafwetgeving, cn de reglementenwelke daarvan een uitvloeisel zijntc vin den is. Ware dc Heer Mr. Heijmans alzoo Auditeur bij ccn krijgsraad geweest cn steller dezermeiuoricbij voorbeeld: miliciende laatste stelling gaf hij geheel toe. Nu ei-liter de lieer Mr. Heijmans Auditeur bij een schuttersraad is en dc ondergrteekende gewoon M eener schutterijfault Z.E.G. in zijne bewering, dat er in deze eerst had moeten worden voldaan aan liet gegeven bevel van tc half vijf uren, op een loopplaats te ver schijnen nu het uit al liet bovenstaande voldoende i« betoogddat dit bevel in strijd met dc wet is uitgevaardigd. Hiermede vermeent dc ondergcleekende te hebben aan getoond, dat de redenen welke door den Heer Auditeur tot veroordeeling zijn aangevoerd, ongegrond zijn, en concludeert bij alzoo, ingevolge art. 41 van Zijner Majes- teits Besluit van 25 Mei 1829, (staatsblad n°. 38) tot vrijspraak. Hetwelk doende, enz. (wat geteekendMr. J. db FREMF.RIJ. AMERSFOORT, 47 October 1839. Naar men als by zonderheid mededeelt, blocyen dc aardbeziën dit jaar voor de tweede maal in den tuin van den heer L. II. Ez. alhier. Naar men ver neemt zijn door hut tc 's Gra- venhnge gevestigde Imlisth Genootschap in de jongste algcmcenc vergadering met algcrnccnc stemmen lot eereleden benoemd: de hceren J. J. Rochusscti, minister van koloniën; E. P. de Monchy, presi dent der Nederlandsehe llundcl-Maalschappij; Dr. T. Roordahoogleeraar aan dc academie te DelftDr. C. L. Rltunehooglccraar aan dc academie (c Leiden jhr. J. C. Rcynst. oud vice-president van den raad van Ncdorl. Itidië; Jhr. Dr. P. F. von Sioboldt; Dr, P. Dleekcr, te Data viade Gebr. 11. en R. Schlagitil-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1859 | | pagina 1