ARERSFOOBTSCHE COURANT Jtè 860. Tan VRIJDAG, d6 Augustus J86o Dit Blad verschijnt tweemaal in de week des Dhigsdags en Vrijdags. De Prijs van het Abonnement is ƒ1,50 in de 3 maanden. Van Advertentiën1 tot 6 regels 60 Cents, elke regel meerder 10 Cents, behalve het Zegelrcgt. Afzonderlijke nummers, f0,10. Brieven franco. Bestellingen geschieden bij den Uitgever A. H. van CU»ff, ta Amersfoort, Bureau Amersfoortsche Courant, Singel Wijk E N®. 61, zoomede hij alle Boekhandelaren en Post-Directcuren in het Rijk. AMERSFOORT, 15 Augustus 1861. De kolonel Wanner, kommandant van het re- gement veld-artillerie, heeft Dingsdag het dëlache- ment van gemeld regement, alhier in garnizoen, geïnspecteerd. Gister heeft Z. II. E. G. de batterij geïnspecteerdwelke naar de legerplaats bij Milligen vertrekt, en is daarmede op de Vlasakkers voor Z. II. E. G. gemanoeuvreerd. Eergister heeft de d.d. Schutterij van Amers foort eene militaire wandeling gemaakt over Leusden, alwaar rust gehouden is en de manschappen ont haald zijn op bier, brood, kaas en sigaren. Het muzijkcorps roerde aldaar eenigc stukken uit Zaturdag j.l. werden de troepen in de leger plaats by Milligen, ten koste van den opperbevel hebber, onthaald op bier, worst en tabak. Zondag werd de godsdienstoefening der Protes- tantsche militairen geleid door Ds. J. J. L. ten Kate, van Amsterdam. Z. Eerw. sprak, naar aan leiding van 2 Tim. IV: 7b, over den strijd des Christens, gestreden tegen den waren vijand, op de ware wijze, om de ware kroon. Des namiddags was er groot diner by Z. K. II. den Prins van Oranje, die mede de godsdienstoefening had bijgewoond, waarbij, behalve vele officieren, ook de prediker van dien morgen genoodigd was. De zoogenaamde «kwartiermakers" zyn uit het kamp vertrokken, ten einde de terugkomst der troepen in hunne garnizoenen voor te bereiden. De prys en premie, uitgeloofd bij de wedrennen in het kamp door Z. K. II. den Prins van Oranje, zijn verkregen door den le luit. W. G. K. A. van Oeverveldt, van het 3e regement dragonders (en niet door den le luit Overbeek, gelijk de Ulr. Cl. heeft gemeld). Z. K. II. de Prins van Oranje heeft aan elk der eskadrons Kavalerie ƒ23.als gratificatie toege kend. bestemd voorde manschappen dier eskadrons. De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft de wels-ontwerpen van geringen omvang, die aan de orde waren, aangenomen met algemeene stem men. De behandeling der Militiewet is bepaald op morgen, daarna de Wet lot amortisatie en dading Oosterschelde. In de zitting van den Hoogen Raad van 13 dezer heeft het O. M.bij monde van den adv.- generaal Romer, conclusie genomen in zake W. A. Blotcvogel. die by arrest van het Hof in Noord- Holland is schuldig verklaard aan het des bewust gebruik maken van vier valsche onderhandsche geschriften en aan opligting, en te dier zake ver oordeeld tot 1 jaar cellulaire gevangenisstraf, 4 geldboeten van ƒ50 en 1 van ƒ25. Het 0. M. heeft geconcludeerd tot cassatie, doch alleen wat de qualificatie betreft, en dat II. R. den requir. slechts schuldig zal verklaren aan een fefl van opligting, met instandhouding der toegepaste straf. Uit spraak 27 Augustus. In dezelfde zitting is behandeld het beroep in cassatie van Dirk Noom, bordeelhouder te Alkmaar, die bij arrest van het Hof in Noord-Holland, ter zake van diefstal bij nacht in een bewoond huis, gepleegd door een herbergier op goederen, hem als zoodanig toevertrouwdis veroordeeld tot tucht huisstraf van 6 jaren. Mr. J. A. Levy, van Am sterdam, heeft namens den requiranl een middel van cassatie ontwikkeld, bestaande in schending van art. 386 N°. 1 C. P. en verkeerde toepassing van de arlt. 408 en 406 in verband met art. 22 van het Wetboek van Strafvordering, als zijnde de feiten ten onregte als diefstal gequalificeerd. Het 0. M. zal den 24 dezer concilie nemen. Üe arrond.-regtbank te 'sGravenhage heeft P. K.gewezen bediende van H. K. II. Prinses Marianne op Rusthof, nabij Voorburg, ter zake van het moedwillig toebrengen van slooten en slagen aan den persoon van van Rossurn, waardoor be letsel om te werken voor meer dan twintig dagen was ontstaan, tot 1 maand gevangenisstraf en in de kosten verwezen. De regtbank had echter het fatsocniyke en doorgaans bedaarde karakter van den beklaagde, tegenover de veelal ruwe en onbe schaafde behandelingen van gezegden van Rossurn jegens zijne minderen, overwogen en die omstan digheden als verzachtenden aard aangenomen. In Friesland is wederom eene «boerenplaats ten gevolge van het brocijen van hooi eene prooi der vlammen geworden. Den 8 dezer is namelijk de behuizing, bewoond door A. J. Douma te IJs- brechtum nabij Sneek. in korten tijd geheel door brand vernield. Slechts eenige meubelen en huis- geraad heeft men kunnen redden, lerwyl alles, wat zich in de schuur bevond, verteerd werd. Het hooi was niet tegen brandschade verzekerd; het huis gelukkig wel. Ook te GoudswaarJ in Zuid-Holland zijn twee woningen in de asch gelegd, vermoedelijk ten ge volge van het broeijen van hooi. De vrouw van een daglooner te Texel, moe der van een tweeling, die zij nog zoogde, moest zich voor korten tijd tot het verrigten van eenigen arbeid buitens huis begeven. Zij liet hare twee zuigelingen alleen in de woning achter. Bij hare terugkomst ontwaarde zij met onbeschrijfelijken schrik, dat haar varken in huis was gedrongen, en bezig was een de" tweelingen te verslinden. De wanhopige moeder wierp zich dadelijk op het zwijn en ontwrong het zijne prooi, doch helaas, te laat; slechts een vreeselijk verminkt en verscheurd over blijfsel werd de radelooze vrouw meester. De ziekte onder de varkens is in de gemeente Franekeradeel al vrij erg. De beesten wordea lus teloos, weigeren voedsel en sterven binnen korten tijd. Men heeft beproefd zieke varkens te slagten, doch het spek was rood: bewijs genoeg, dat het onraadzaam, ja onmogelyk is zulke waar in den handel te brengenook zou het niet zonder nadeel voor de gezondheid genuttigd worden. Men leest in de Rollerdamsche Courant: «Naar men wil weten, zou de eerste concessie tot den aanleg van een spoorweg van uit de vor stenlanden naar Samarang door den Minister van Koloniën zijn verleend. Verder berigt men. dat de Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië reeds met 1 September Java zou verlaten om naar het moederland terug te komen." Uit Groningen schrijft men aan de Utr. Cl.: Woensdag morgen ten 5 uur velvet het 3e bat. 8e reg. inf., komm majoor Bube, meze stad ten einde naar de legerplaats bij Milligen te marscheren. Vóór het vertrek weid dit bataljon geïnspecteerd door den gen.-majoor Happe', bevelhebber in de 6e militaire afd. De officier van gezondheid 2e kl. Groeneboornbelast met de waarneming der ge neeskundige dienst bij genoemd bat., zoowel ge durende den marsch als in de legerplaats, is daartoe Dingsdag van Leeuwarden hier aangekomen. «Het bataljon werd door nagenoeg alle officieren van het garnizoen, behalve die der artillerie, bene vens een groot aintal ingezetenen, tot buiten de stad geleid. Het baarde wel verwondering, dat de officieren der artillerie bij dit vertrek niet tegenwoor dig waren, zelfs geen representant uit hun midden, daar nog onlangs, bij de komst van het detachement artillerie te dezer slede, nagenoeg alle officieren der infanterie tegenwoordig waren, ten einde het detachement welkom toe te roepen. Dergelijke af scheiding of terughouding, ook soms wel elders voorgekomen, kan voorzeker niet strekken tot be vordering der harmonie, waaraan een leger zoo zeer behoefte heeft, otn des gevorderd met goed gevolg gezamenlijk te strijden voor de onafhankelijkheid zoo wel van Vaderland als van Vorst". Dingsdag had aan het kleine veer nabij Zwolle een vechtpartij plaats, waarbij een boeren knecht aan twee personen zoodanige verwondingen toebragt, dat een toeschietende veldwachter van Zwollekerspel het geraden achtte zich van hem meester le maken. Na hem gekneveld te hebben, wilde hij hem eenigen tijd later voor den burge meester brengen, doch bemerkte toen dat hij zijne boeijen had verbroken en gevlugt was. De ijverige ambtenaar gaf echter den moed niet op en begaf zich naar het huis van den meester des vlugtelings, alwaar deze na verloop van eenigen tijd ook aankwam, ofschoon zijne handen nog steeds geboeid waren. Ter stond weder in arrest genomen is by te Zwolle bin- nengebragt. Dezer dagen heeft te Rosenberg (Pruissen) een vreeselijk voorval plaats gehad zooals de ge schiedenis er misschien geen tweede heeft aan te wijzen: «een gedwongen vadermoord". Een vader «elaslte zijnen negenjarigen zoon, oin met een strijkhoutje het kruid op de pan van eene door hem te voren geladene karabijn, waaraan de haan ontbrak, en waarvan hij den tromp op zijn mond had gerigt, aan te steken. De knaap weigerde te gehoorzamen, eerst na herhaalde, door mishande lingen versterkte bevelen, voldeed hij aan het ver langen zijns vaders. Het kruid bliksemde van de pan en verbrandde de hand van het kind. De vader schudt versch kruid op de pan, en hernieuwt met den loop op zijn mond gerigt, met nadruk zijn bevel. Andermaal weigert de zoon te gehoor zamen en andermaal wordt bij door de mishande lingen van zyn vader er toe gedwongen. Met bloe dige wangen en eene bevende hand steekt hy het kruid op nieuw aan, en de vader ligt in zijn bloed te wentelen. II(j was in zyn leven een braaf en oppassend man. Gekrenkte eerzucht zegt men, was de aanleidendc oorzaak tot dezen vreemdsoorligen zelfmoord. Aan het Journal des Débats worden uit Napels onder dagteekening van den 6 dezer weder eenige byzonderheden nopens de rondzwervende roover» benden, meestal handlangers der reactie ten voor- deele der Bourbons, medegedeeld. Generaal Cialdini gaat met goed gevolg voort die landplaag le be strijden en wordt daarin over het algemeen door de nationale gardes krachtdadig bijgestaan. TeGioja was onlangs door de roovers een grondeigenaar vermoord en het lijk verbrand. San Polo. eene kleine gemeente in .Campo Basso, is gedurende eenige uren door bendendie voor de troepen van generaal Cialdini vlugtten, ingenomen geweest; de priester, de kapitein der nationale garde en de syndicus werden gedoodde wachtpost der nationale garde was ontwapend geworden, vele huizen van gegoede en rijke grondbezitters, Bourbonsgezinden en liberalen zonder onderscheid, waren geplunderd, de gemeente-archieven vernield en zelfs een veteraan der Bourbonsche troepen half gedood. De roover- hoofdman Chiavone was met zijne onderhoorigen in twist geraakt, ten gevolge waarvan een deel hem verlaten heeft, zoodat zijne bende, die zich nog altijd op de grenzen van Sora ophoudt, thans tot 200 man is leruggebragt, voorzien van twee kleine achtponders en een paar mortieren. Hoewel gekort wiekt dus, gaat hij nog altijd voort de welgestelden met de proeven van zijnen fraaijen briefstijl te vervolgen. Zoo was den 6 Augustus aan zekeren Giovanni Annoni, een rijk grondbezitter te Sora, door een kleinen vagebond een brandbrief bezorgd waarin Chiavone 2173 dukaten van hem vorderde. De woning van een armen boer, op drie mijlen afstand van Sora, was den nacht te voren door dien bandiet-voorvechter van Frans II in de asch gelegd. De neer Massimo d'Azeglio, een van Sardinië's geachtste staatslieden, begint te twijfelen of de vereeniging van Napels inet bet koningrijk Italië zal kunnen worden tot stand gebragt. Hij zegt in een schrijven van 2 dezer, gerigt aan een ander lid van den Italiaanschen Senaat hetwelk door de Parijsche Patrie is openbaar gemaakt: De vraag of wij Napels moeten houden of niet, moet, dunkt mij, vooral door de Napolitanen worden beslist, tenzij wij de tot heden door ons gehuldigde be ginselen gemakshalve en wegens den eisch der omstandigheden willen verlaten. Wij zijn voorwaarts getrokken, en zeiden dat de zonder toestemming van de volken bestaande regeringen onwettig waren; en met dien grondregelwelken ik voor waar houd en altijd houden zal, hebben wij aan verscheidene lialiaansche vorsten hun afscheid gegeven. Hunne onderdanen hebben daartegen op geenerlei wijze geprotesteerd, maar getoond over ons werk tevre den te zyn; en men heeft kunnen zien dat zij de toestemming, welke zij aan de vorige regeringen niet hadden verleend, aan de nieuwe gaven. «Zoo ver zijn onze handelingen met onze begin selen in overeenstemming en heeft niemand iets daartegen te zeggen. Ook te Napels hebben wij den persoon des Souvereins veranderd, om er eene regering op het algemeene stemregt te vestigen. Maar zestig bataillons zijn daar noodig, en, naar het schijnt, nog niet toereikend, oin er het gezag van het koningrijk Italië slaande te houden; en het is klaarblijkelijk, dat struikroovers en lieden die dat niet zijn beide daarin overstemmen, dat zij van dat gezag niets willen weten. Maar men zal mij de vraag tegenwerpenwat er dan van het algemeene stemregt en vau de in Napels gehouden volksstemming te denken is. Ik weet daar niets van; maar ik weet, dat er aan de overzijde van den Tronto bataillons noodig zyn. en aan deze zijde niet. Er moet dus hier of daar eene dwaling begaan zijn. Derhalve moeten wy óf anders handelen óf van beginsel veranderen; wij behooren een middel te vinden om van de Napolitanen eens voor altijd le vernemen, of zy van ons gediend willen ziju of niet. De Italianen hebben, geloof ik, regt om oorlog le voeren tegen dengene, die de Duitschers in Italië inogt willen roepen of houden; imar wy hebben geen regt om die Italianen, welke, Italianen blijvende, zich niet met ons zouden willen vereenigen, inet snaphaan- schoten te begroeten; tenzij wij, om aan de zaak een einde te makén, het beginsel aannamen, krachtens hetwelk Palermo, Messina enz. door koniog Bomba zijn gebombardeerd. Ik weet wel dat dit niet bel algemeene denkbeeld is; maar daar ik niet wil afstaud doen van hel regt om te redeneren, zeg ik wat ik denk. By deze weinige woorden zou den breede uitweidingeu kunnen worden gevoegd; maar waartoe zou het dienen Wie goed verstaat heeft aan een half woord genoeg." John Buil heeft pleister in de nederlaig va a

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1861 | | pagina 1