AMRSFOORTSCHH
CO BR ART,
NIEUWSBLAD dee CENTRAAL^
NOORD OOSTELIJKE SPOORffEGGEffESTEN
en
M 1314.
■sa,:
van VRIJDAG, d5 December Ó865.
■r?\
DI Blad .er.ch.jatd.. 0,.,„Z.,,ca Vrijdag, II. dl.aaaca.al.prij. I. ƒ1.50 la d. 3 a.a.ad.a. - Van Adv.rt.aliSa .IMS «gel. <10 Cent. elk. r.g.l ai.erd.r lOCeat.;
legale Advertentiea per e.,,1 la C.a,. behalve I,et Z.gele.gt, - 4/,. „a,a,..e. ƒ0.10. DM,. I 0.13. - Brieve,, Be.telliag.a hij den U.tg, .4. II. Oee/T
le Anier.faort, «„„a d.aee^aaet.eA. |„„,,„a,t. W.jk V. V. 43.. d. Pa le Vi..l...„rkl. „.ede bij all, lla.kh.ad.lae.a ,a f.,l.Di,,cl.a„a in b.t Rijk
KENNISGEVINGEN.
I)e BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMEHSFOOItT
Gelcl op art. 265 der gemeentewet
Doen te weten, dat liet 2de aanvullings-kohier
der Plaatselijke Directe Belasting (HOOFDELIJKE OM
SLAG) over het dienstjaar 18G5 door den Raad is
vastgesteld en gedurende acht dagente rekenen
van hedenalle werkdagen 's voormiddags van 1 O
tot i ure des namiddagsop de Secretarie der ge
meente voor eenieder ter lezing zal liggen.
Amersfoort, den 13. December 1865.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris, A. G. WIJERS.
W. L. SCIIELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Gelet op art 265 der gemeentewet
Doen tc wetendat het aanvullings-kohier der
Plaatselijke Directe Belasting op de HONDEN over
liet dienstjaar 1865 door den Raad is vastgesteld
en gedurende acht dagentc rekenen van heden
alle werkdagen 's voormiddags van 10 tot 1 ure
's namiddags, op dc Secretarie voor eenieder ter lezing
zal liggen.
Amersfoort, den 13. December 1865.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
De Secretaris A. G. WIJERS.
W. L SCIIELTUS.
N ATI
ORALE MILITIE.
WETHOUDERS
De BURGEMEESTER e
AMKHSFOOm
Gezien do wpllrn van <l>-n 19. Augustus 1861 (Staats
blad V». 72) pn I. Mri 1868 (Staatsblad No. 44). bclrrk-
Kclijk di' Nationale Militie benevens het Koninkli|k besluit
vim den 17. December 18(51 (Staatsblad No. 127);
Doen te weten dut op Vrijdag dril 5den
Wortiaditg dm lOden en Xnlurdnjf den
iaden JAIIUIlrlj 1K66, telkens van 10 tot I
ure des morgens ten Raadbuice der gemeente dc in
schrijving voor de Nationale Militie zal plaats hebben vun
Jongelingen, die inden loop van bet jaar 1847 geboren I
en alzoo in 186 7 aan dc loting onderworpen zijn.
En brengen bierbij dc navolgende wets-artikelen in
herinnering
Art. 15. a Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven
«alle mannelijke ingezetenen die op den I. Jannuarij
«van het jaar hun negentiende jaar waren ingetreden.
Voor ingetelen wordt gehouden I. hij wiens vader,
of is deze overleden wiens moeder ofzijn beiden
overleden wiens voogd ingezeten is volgens de wet
a van den 28. Jnlij 1850 (Staatsblad No. 44); 2. hij
die geen ouders of voofd hebbende gedurende de laatste
ingezeten was al is zijn voogd geen ingezeten mits
hij binnen bet Rijk verblijf boude.
Voor iugeieten wordt niet gehouden de vreemdeling
behoorende tot eenen Slaatwaar dc Nederlander niet
aan dc verpligte krijgsdienst is onderworpen of waar
u ten aunzien der dienstpligtigbeid het beginsel van
wederkerrigbeid is aangenomen."
Art. 16. «De inschrijving geschiedt: 1°. van een onge-
huwde in dc gemeente waar de vader, of, is deze
overleden de moeder ofzijn heiden overleden de
voogd woont 2°. van een gehuwde en van een weduwnaar
in de gemeente waar hij woont3°. van hem die geen
vader moeder of voogd heeft of door dezen is aebter-
gelaten of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is in
de gemeente waar bij woont4". van den buiten 's lands
wollenden zoon van een Nederlander die ter zake van
's lands dienst in een vreemd land woontin dc gc-
meente waar zijn vader of voogd bel laatst in Nederland
gewoond heeft.'
Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven
lo. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van
een ingezeten die geen Nederlander is; 2°. de in een
vreemd Rijk verblijf houdendp ouderloozc zoon van een
vreemdeling al is zijn voogd ingezeten3°. de zoon
van den Nederlander die ter zake van 's lands dienst
in rijks overteesche bezittingen of koloniën woont."
Art. 18. «Elk, die volgens art. 15 behoort tc worden
ingeschreven is vcrpligt zich daartoe bij Burgemeester
«en Wethouders aantegevcn tusschcn den I. en 31.
«Januarij.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn
der of is deze overleden zijn moederofzijn
beiden overleden zijn voogd tot het doen van die
aangifte vcrpligt."
Art. 20. llij die eeist na liet intreden van zijn 19c
«jaar. doch vóór het volbrengen van zijn 20e ingezeten
wordt, is vcrpligt, zich, zoodra dit plaats heelt,
«ter inschrijving aantegevcn hij Burgemeester en Wet-
houders der gemeente waar de inschrijving volgens
art. IC moet geschirdcn."
Verzuim van aangifte ter inschrijving wordt gestraft
met eene boete van 25 tot f 100 en subsidiaire gevan
genisstraf van ten hoogste tien maanden.
Bij de aangifte van hen die elders geboren zijn wordt
de overlegging van eene geboorte-acte gevorderd tot
wier kostelooze verkrijging men zich ter Secretarie dezer
gemeente kan vervoegen eenige dagen vóór de aangilte.
Amersfoort, den 14. December 1865.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Burgemeester
De Secretaris A. G. WIJERS.
W. L. SCIIELTUS.
AMERSFOORT, 14 December 1865.
Het zal gewis den tooneelminnaren van Amersfoort
en omstreken hoogst aangenaam zijn te vernemen
dat Donderdag 28 December e. k. het Tooneelgezelschap
van den Grooten Ainsterdamschen Schouwburg in
Amicitia te Amersfoort eene voorstelling geeft, bestaande
uit: Een eenige Misstap, beroemd Tooneelspel, vrij
gevolgd naar het Fransch van Eugène Scribe, door
den Heer C. J. Roobol (nooit alhier vertoond), en
waarin de hoofdrollen door Mevrouw Kleine, en de
Hecren Roobol en Peters worden vervuld; wordende
de voorstelling besloten door een nieuw en lief blijspel
in één bedrijl: Huismiddel tegen Schoonmoeders, naar
het Spaansch, door Koning Lodewijk van Beijcrcn,
door den lieer J. BothJJzn. Ongetwijfeld zal een talrijk
en uitgelezen publiek gaarna de gelegenheid aangrijpen
zich (lil kunstgenot te schenken en de talenten van
bovengemelde en andere éminente tooneellisten van den
Anisterdamschen Schouwburg te huldigen.
Gister was hel juist 25 jaren geledendat de
W.Ew. Heer Ds. P. .4. Romijn alhier zijne intrede als
predikant bij de Hervormde gemeente deed, zullende
zulksnaar wij vernemenZondag e. k. feestelijk
worden herdacht.
Eergistcr, 't was een frissclie Decemberdag, werd
alhier groote Inspectie der d.d. Schutterij gehouden,
waarbij de H. E. G. Heer J. J. MederMajoor-Kom-
mandant aan het tweetal Korporaals Prins en Smit
de eereteekens voor het schijfschieten, met eene toe
passelijke aanspraak, uitreikte. Vervolgens las Z. II. E. G.
het Koninklijk Besluit voor waarbij aan den Adjudant-
Onderofficier J. de Bruijn,, en dc Sergeant Majoors
H. Boldcrdjk en IV. Jansen liet eereteeken ter
belooning van langdurige werkelijke dienst bij de Schut
terij werd toegekend en reikte hen de eereteekens over,
met eene kernachtige aanspraakwaarna voor de
gedécorcerden werd gedéfileerd.
Dingsdag avond j.l.tusschen 10} en 11 ure
werd brand ontdekt in de Stads-Waag, die weldra
zoodanig in hevigheid toenamdal het gansche gebouw
met een groot gedeelte van het daarin aanwezige door
de vlammen werd verteerd en men zich moest beijveren
de belendende panden te beschermen. Het gebouw
was tegen brandschade verzekerd bij de Heeren de
Jong Co. te Amsterdam. (Zie verder hierachter.)
Bij de verkiezing van een lid der Tweede Ka
mer in het hoofdkicsdistrikt Maastricht zijn uitgebragt
1608 stemmen, en is gekozen de lieer van der Mae-
sen de Sombreff met 1038 stemmen. De beer Mer-
kelbaeliBurgemeester te Wittemhad 444Gene-
raal-Majoor Knoop 124 stemmen.
Voor de betrekking van gemeente-secretaris te
Enschede hebben zich niet minder dan 80 sollicitanten
aangemeld.
Als nu eerst een vergelijkend .examen tusschen de
sollicitanten wordt gehouden en daarna deze post bij
aanbesteding tusschen de bekwaamsten aan den minsten
inschrijver door den Raad bij meerderheid van stemmen
wordt gegundkan de gemeente Enschedé een voor
deeltje behalen en te gelijkcr tijd een Cicero in t vak
tot secretaris bekomen.
Gisteren heeft de Hooge Raadkamer van straf
zaken uitspraak gedaan in de zaak van den proc.-gen.
bij het provinciaal geregtshof in Zuid-Hollandreiiuiranl
van cassatie tegen een arrest van dat hof, houdende
bevestiging van een vonnis der Reglbank te Rotterdam,
waarbij de heer L. van Pinxterenheel- en vroedmees-
ter te Schiedam, is ontslagen van regtsvervolging ter
zake van niet te hebben aangegeveu de geboorte van
een kind, bij welke geboorte hij tegenwoordig was
geweest. Op grond houldzakelijk van dc omstandigheid,
dal, gelijk in deze bleek, de vader van het kind, die
de bedoelde aangifte binnen de tijd van drie dagen na
dn geboorte had verzuimd, wel hij de geboorte niet
tegenwoordig wasmaar zijne woonplaats niet verlaten
hadnoch wettig verhinderd was tot de aangifte
heeft de Hooge Raad verstaan, dat de verpligting daartoe
als in de eerste plaats op den vader berustende, niet
door den verloskundige behoefde te worden opgevolgd,
en dat derhalve tcregt door het hof bevestigd is het
vonnis des eersten regters, waarbij bet ontslag van
regtsvervolging van den gerequirccrde te dier zake is
uitgesproken; en is mitsdien de onderwerpelijke
voorziening in cassatie verworpende kosten te dragen
door den Slaat.
Bovenbedoelde zitting heeft het oude spreekwoord
dat Passchen en Pinksteren nimmer te gelijk komen,
ten eenenruale gelogenstraft; immers bij het openen
dier zitting zag men den deurwaarder, den heer van
Paschen tegelijkertijd met den requirant in cassatie,
den heer chirugijn van Pinksteren de geregtszaal
binnentreden.
Zaturdag arriveerde buiten de Apoort te Gro
ningen het vaartuig van kapitein L. F. Mulderkomende
van Schiedam en geladen met 388 ton spoeling en
spoelingdikvermoedelijk afkomstig uit door runderpest
besmette raesterijen aldaar. Op dit schip was reeds
eenige dagen op last der provinciale en stedelijke
regering het oog der politie gevestigd. Dadelijk bij
de aankomst werd daarvan door deze kennis gegeven
aan den burgemeester aldaar, die de verdere door
vaart belette. Doch daar nu in de tot dusverre be
slaande verordeningen niet bij name was verboden
de doorvoer van spoeling of spoelingdik, werd van
wege den Commissaris des konings in dit gewest aan
den kapitein verlof gegeven om met schip en lading
te vertrekken naar den eigenaar van de laatstge
noemde zijnde de heer Meursingte Hoogezanddie
deze lading uitdrukkelijk verlangde,
In de vergadering van de algemeene Vereeni-
ging voor handel en nijverheid 11. Vrijdag te Groningen
gehouden, zijn door het bestuur verschillende be
langrijke zaken ter sprake gebragt en onder anderen
behandeld:
1) de patentwet, naar aanleiding van dc mede-
declingen van den Minister van Finanliën aan de
Tweede Kamer der Statcn-Generaalwaaruit men
mag allcidendat cr nog volstrekt niet gedacht wordt
aan de afschaffing of verbetering dezer hoogst on
billijke wet, die niets anders is dan een vermomde
income-taxdrukkende alleen op een gedeelte der
ingezetenen terwijl een ander gedeelte zonder eenige
gegronde reden daarvan is vrijgesteld, en vooral
daarom zoo hoogst onbillijkomdat juist zij daardoor
liet meest worden belast, die door hunnen handel
zoozeer bijbrengen tot den bloei van den staat. Eene
wet, die vooral voor deze gemeente zoo drukkend
is, omdat zij door hare bepalingen in eeue zoo
hooge klasse is gesteld in verhouding tot de hier
bestaande gelegenheid om uitgebreide of bijzonder
winstgevende zaken tot stand te brengen. Door de
vergadering is aan het bestuur opgedragen de zaak
nader in overweging te nemen en bij eene volgende
vergadering daaromtrent een voorstel tc doen, hetzij
een adres ter tcekening aan tc bieden of andere
maatregelen voor tc stellen, die naar liet oordeel
van liet bestuur meer uitzigten ïuogteu aanbieden om
tol eene eindelijke afschaffing of althans verbetering
der patentwet te geraken;
2) werd aan de orde gesteld het voorgevallene
met een verzoek van wijnhandelaren tc Groningen
om restitutie van 1866, welk verzoek door den
gemeenteraad aan heeren gedeputeerde staten is ver
wezen en waaromtrent deze zich eveneens incompetent
hebben verklaard. Werd gelezen een door wijnhan
delaren op nieuw bij den gemeenteraad in te dienen
adres, waarbij zij' aantoonen, dat dezelfde gronden,
die in i860 voor een aanpcil en bijbetaling van
hunnen voorraad werden aangevoerd, in 1866 voor
restitutie gelden. In dit adres wordt gevraagd uf
restitutie van het in 1860 betaalde of restitutie over
den lsten Januarij 1866 auwezigen voorraad e»
minstens bepaling, op welke wijze constatering van
den op dezen dag aanwezigen voorraad .kan plaats
hebbenten einde de kwestie door verloop van dt i
datum van den lsten Januarij niet worde gep.ae,u-
dicicerd, maar in haar geheel biijve.
In deu loop der discussion sprak men al,,...,
ten sterkste de mecuiug uit, dat liet lii.r gel.it i.iiu
kwestie van billijkheid, van eerlijknttd. L'e uaiiuel,