DE NEDERLANDSCHE flK 52. 25^ Jaar. Zondag, 25 December 1870. STOOMPOST Verschijnt des ZondaRs. Het abonnement bedraagt voor 3 maanden franco per post f 1,25. Afzonderlijke nommers, 10 cent. ADVERTENTIES, 25 cent de gewone regel. Pakketten en brieven voor de redactie in te zenden aan het bureau: Kerkplein, N". 15c» 14, te 'sGravenhagc. 'sGravenhage, 24 December 4870. GELDERSCHË VALLEI. Die kaatst, die moet den bal verwachten. Het artikel over het votum der Provinciale Stalen van Gelderland in ons riommer van 4 December jl., heelt een artikeltje uitgelokt in het Weekblad voor «de Burgerlijke Administratie levens Gemeenteblad van 15 December 1870. Daar aan de meesten onzer lezers dat weekblad van geheel andere dan van technische strekking wel niet in handen zal komen, willen wij jegens den schrijver de beleefdheid hebben het artikel hier in zijn geheel af te drukken. W(j doen dat te eerder, omdat de schrijver voor wien wij onze kolommen ten behoeve zijner refutatie gaarne hadden opengesteld, hiertoe niet alleen geen poging heeft aangewend, maar zelfs niet de beleefdheid heeft gehad ons een exemplaar van het nommer van het Weekblad toe te zeilden. Onze lezers kunnen er nu zelf over oordeelen, of W(j, al is na het gevallen besluit der Provinciale Staten discussie eenigzins «moutarde a prés diner», geen regt hebben te beweren, dat wij slechts met weerzin ant woorden. Ken antwoord, dat alleen in het belangeener juiste appreciatie van het Staten votum, wordt gegeven. In het Weekblad slaat: (1) In de onlangs plaats gehad hebbende winterverga dering der Provinciale Staten van Gelderland is een voorstel, oin voor een te graven kanaal door de Gel- dersche Vallei, dat van Wageningen af naar de Eem zou loopen, een subsidie van f 160.000 te geven, af gestemd. In de IS'ed. Sloomposl van 4 December jl. wordt deze «afstemming gehekeld, en wordt hel voorgesteld, alsof «de zucht oin feodale begrippen iu de streekwaardoor «liet geprojecteerde kanaal over Gelderlands grondge- bied zou loopente bewareneen der redenen van «deze afstemming geweest is. In langen tijd hebben wij geen zoo ondoordacht stub aangrim/jen. «De schrijver toont geheel onbekend te zijnniet alleen met het belang der provincie Gelderland als zoodanig «maar ook met de redenen, die tot afstemming geleid «hebben, welke echter reeds publiek zijn gemaakt in «het verslag, dat van de zitting werd opgenomen in «de Arnhenmhc Courant. «Verder loont hij een volledige onbekendheid met de «landstreken en den aard daarvan op Geldersch gebied «waardoor het geprojecteerde kanaal zou moeten loopen, «als hij in die landstreek nog feodale begrippen om- trent landbouw en staathuishoudkunde zoektdie «eenige belanghebbende leden uit de Stalen ten kosle «van het algemeen belang, door het verwerpen van «het project zouden hebben willen bewaren. «Die streek is vooreerst zeer klein, en zoo misschien «nog in eenc enkele streek van Gelderland feodale be- «grippen omtrent de bedoelde punten worden aange- troffen, dan moeten zij stellig niet in dif. (2) kleine «landstreek gezocht worden. .Memand der leden heeft overigens in de vergadering «ontkend, dat Gelderland eenig (2) belang bij de zaak «had, maar over bet algemeen is de reden vanafstem- ming geweest, dat bel belang, dat Gelderland bij de «zaak bad, in vergelijking inet het belang, dat er voor «de provincie Utrecht en voor het Hyk in gelegen was, niet wel op de vrij beduidende som van 160.000 kon «worden geschat, terwijl men overigens ook in het «project zelf leemten meende te ontdekken, die eene «goede verwezenlijking daarvan zouden kunnen belet alen, en die welligt de danrstclling van latere veel «omvangrijke werken zouden hebben verhinderd» «Qui se f:\che a lort» zou men al ligt geneigd zijn toe te passen. Maar wij willen dat niet doen. Wij willen (1) Wy ond rachappen hier en daar. (2) OnderBchrappiug van den schrijver. liever de toegeworpen handschoen oprapen en nagaan of de beschuldigingen van den schrijver gegrond zijn, uf niet. Onze lezers zullen daar meer aan hebben, dan dat wij neder schreven: «zelden lazen wij zulke ongegronde «beschuldigingen» of wel: De Schrijver toont ten dui- (lelijkste ons artikel niet met^lioveel aandacht gelezen te hebben dat hij het begreep. «In langen tijd hebben wij goen zoo ondoordacht «stuk aangetroffen.» Wij hadden dus het bewijs verwacht, dat onze om schrijving der hoofdtrekken, waarmede wij ons artikel aanvingen, zoo niet geheel, dan op onderscheidene hoofdpunten onnaamvkeurig was. Geen woord daarover. Wat wij verder aanvoerden als door niemand betwist, dat de voorgestelde kanali satie al de bezwaren der walerlossing opheftwordt ook door dezen schrijver nietvbetwist. Ook dat is dus niet ondoordacht. Dat er tusschen de scheepvaarten landbouwbelangen door de situatie van de landstreekwaardoor het kanaal wordt aangelegd, geen strijd «bestondwordt evenmin door den schrijver weórsproken. Dat Wageningen eene prachtige positie voorbinnen- landsche scheepvaart en handel kreeg, dat de ontgin- ning langs Je westelijke helling der heuvelen van de j Veluwe meer belovend werd, dat op Gpldersch grond- 1 gebied meer Rijksgeld aan werken besteed zou worden j dan de gcheelc ook op Geldenvh gebied te verwerken provinciale bijdrage foetfroeg.^wat alles, waarvan Let onjuiste, het ondoordachte moest bewezen worden, om op ons artikel de qualificatie «ondoordacht» toe te pussenwordt ongemoeid gelalen. Dat alles voerden wij in ons artikel aan om zooals de Amersf. Cour. van 16 Dec. jl. (1) het zoo goed heeft weergegeven Ie beloogen, dat de verwerping, inliet hijzonder wegens het groote belang voor Gelderland was te betreuren. En toch ons sink was ondoordacht, zoo ondoordacht zelfs, als men in langen tijd geen sluk had aangetroffen Wat nog altijd bewezen moet worden zeggen wij. Wij vermoeden, dat die uitspraak uit de pen is ge vloeid naar aanleiding van onze woorden over de «met «feodale begrippen nog doortrokken landstreek» het geen «een der redenen van deze afstemming zou ge- «weesl» zijn. Hoe kan men zoo iets zeggen! Dat is wel ondoor dacht! En handig redeneert men voort, alsof niet de geheele landstreek, waardoor het kanaal komt, maar uitsluitend 'tGeldersch gedeelte, werd bedoeld. Weet men dan niet, dat de voorstanders van liet oude landsheerlijke systeem geen grenzen, althans zeker geen provinciale grenzen kennen, waar het geldt voor het behoud daarvan te waken 1 Betere denkbeelden omtrent landbouw en staathuis houdkunde zouden er doordringen, hebben wij gezegd. Wie zich overtuigen wil hoeveel aan den land bouw nog te doen is, leze do «Landhuishoudkundige beschrijving der Geldersche Vallei» door II. M. Hartog, bekroond met de tweede gouden medaille en f 100 door de Ned. Mnatsch. ter bevordering van Nijverheid. Haarlem erven Loosjes 1866. Om iels te noemen «de veeteelt slaat opeenlageren «trap dan in vele andere gedeelten in Nederland'? a De Geldersche Vallei is met den vloek der tienden zoo ruim bedeeld als eenige sireek in Nederland. In hel slot dier verhandeling wordt gezegd, dat aan de beide uiteinden, waar door waterwegen ren aanvoer van mest plaats heeft een intense kuituur van een voor naam haudelsgewas, de tabak, aangetroffen wordt. Dat nabij de middelpunten van bevolking, waar meer handenarbeid en kapitaal aan den grond besteed wordt (1) In het voorbycaan zij opsreraerktdat wy in ons artike! alleen van de plannen na 1317 spraken, omdat wy de vroe- geren die do Amersf. Cour. ook reeds vermeid had, niet anders dan hij name kennen. een intense kuituur van moes- en wortelgewassen, ja van koorn, plaats heeft. Maar dat er ook duizende bun ders nog woest liggen door bet gemis aan waterwegen waardoor aanvoer van mest naar het centrum der vallei mogelijk zou worden, en dat er nog meer bunders zijndie op ontwatering wachtenom hun armoedig gewas in weelderigen plantengroei te zien veranderen. Van verdere appriciatie's omtrent de in dit geschrift medegedeelde methoden van landbouw onthouden wij ons, omdat het daarvoor hier de plaats niet is. Die de landhuishoudkundige beschrijving leest, zal zien, dat er nog al wat te veranderen en te verbeteren valt. En nu de betere denkbeelden omtrent de staathuis houdkunde. Dwars door de Geldersche Vallei ligt de Slaperdijk, met een enkel woord in ons vorig artikel vermeld. In dien Slaperdijk liggen heulen. De landen boven en beneden dien Slaperdijk sloten onderling een con tract, regelende de afwatering van de boven gelegene door die daarbenedenwaarbij natuurlijk ook de wijze van manoeuvreren met de heulen in den Slaperdijk als zijnde de sleutel, werd bepaald. Die regeling was niet zeer verstandig ontworpen; men had dus veel klaglen van de bovenlanden. Wat gebeurt nu'? In 1829 schrijft de Gouverneur van Utrecht, (sommigen zeggen, dat het een besluit van ZHEG. was, maar wij hebben allen grond om te geloovendal het slechts een eenvoudige brief was) de heulen zullen als als het peil bereikt wordt, waarop zij volgens de con ventie moeten gesloten wordenop 8 schakels opeft blijven. Dit week geheel af van heigeen door partijen in het onderling gesloten contract bepaald was; waar bovendien in omschreven was, dat, zooals natuurlijk is, alleen met wederzijds goedvinden veranderingen mogten gemaakt worden. De bovenlanden zijn door deze door den Gouverneur ingevoerde wijziging toch niet geheel geholpende be- nedenlanden hebben daardoor veel meer last van water dan zij door eene goede schikking door de twee con tractanten onderling te makenmisschien behoefden te hebben. Maar toch meent men in die landstreek, dat een Gouverneurs bevel of brief eigenmagtig wijziging ma ken kan in een contract tusschen twee partijen, welk contract door de vereischte goedkeuring der gewestelijke besturen was gesanctionneerd Men heeft dan ook verder nimmer getracht eene goede schikking te bereiken, maar het hoofd gebogen voor het besluit, den brief, van den lieer Gouverneur van Utrecht. Is nu op het punt der staathuishoudkunde de ver spreiding van betere denkbeelden noodig of niet'? Was heigeen wij schreven zoo geheel ondoordachtZoo zonder cenigen grond'? Wij toonden al verdei geheel onbekend te zijn met Gelderlands belang en met de redenen, die de Prov. Stalen tot afstemming bragten. Wal bot eerste deel dezer beschuldiging betreftmoeten wij onze vraag herhalen: waarom vvoidt dan niet aan getoond, dat hetgeen wij over Gelderlands belang aan voerden met beschouwing en cijfers, onjuist w.is'? Nu bet daar zoo onbewezen staat neergeschreven en boven dien datgene wat wij tot bewijs van Gelderlands be lang aanvoerden ongerept bleef, is hel niet wel mogelijk liet verder te relute» en. Alleen veroorloven wij ons de vraag, of niet misschien uit onze uiteenzetting duide lijk hel belang van Gelderland blijkt'? Zoo duide lijk, dat daaraan de toon van het artikeltje is toe te schrijven En het tweede gedeelte der beschuldiging, dat wij onbekend zijn met de redenen die in de Prov. Staten vergadering tot afstemming leidden, toont aan, dal do schrijver door het woord «feodale begrippen» verblind i is geworden, en het overige gedeelte van onze beschou wingen niet met de noodigc aandacht las. Eerst schrijven wij, dat de Prov. Sta ten-vergadering blind was en bleef, verder, dat er andere mannen ter Staten-vergadering zouden afgevaardigd worden, ein-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1869 | | pagina 3