oodarwö» beeft vroeger eenige cijfers gegeven om
bet bedrag der kosten te kunnen begroetenmaar
beeft daarmede naar tijn oordeel wel wat los
omgesprongen. IÜÉ houdt tich overtuigddat de
kosten der burgfelag- en avondschool teel meer
toudeo bedragen hebben voor de gemeente dan
5000. Te Utrecht kost «\J f 14000. In de gemeenten
waar eeoe dagschool beslaat is ook eeoe boogere
burgerschool. l)e onderwaters geven daar hunne
lessen aan beide inrigtingen. Amersfoort zou de
eenige gemeente geweest zijuwaar wel eene
bnrgei-dagschoolmaar geene hoogere burgerschool
tevens tou bestaan hebben, en dit ton van belang
rijken- invloed Reweest ijjn op de tracteineuten. Al
had meo bet onderwqs der dagschool willen uitbrei
den rn daardoor meerdere jongelieden willeu
uitlokken om daaraan deel te uemendan ware
het inch niet doenlijk geweest om leerlingen van
too verschillenden stand op de schoolbanken naast
elkander te doen titten. Hjj acht het dus in alle
upiichteo heter eene hoogere hurgershool opterigten.
Ue gemeente tal daardoor in aantien stijgen lerwjjl
t() anders tou dalen. Dat die school welvaart zal
verspreiden, is ook tiiel tegen Ie spreken. Veel geld
tal dan in de gemeente blijven en aldaar uitgegeven
worden, dat anders weg tou vloeijenwanneer
velen hunne kinderen elders moesten d ien onderwij
len. He geheele rigting van onzen lijd is toodauig
geworden, dat de vakken vnn de hoogere burger*
school moeten worden onderweien. Men tal meer
en meer tiendat het Middelbaar Ooderwjjs voor
alle betrekkingen in de Maatschappij tal vereischl
worden. Bleef dit nog langer alhier ontbreken dan
tou het garnitoeo er ook over gaan klagen. Al
heeft men nog tulke goede iostitihen, dete hebben
eene geheel andere strekking. Men kan er ook teer
moeijelijk goede secondanten voor bekomendaar
cijals tij kunoenallen overgaan naar het
Middelbaar Onderwijsomdat daaraan tot dus verre
door de bijzonder hooge bezoldigingenmeer
voordcelen verbonden waren.
Wat nu de kosten betreft, too gelooft hij ook
te kunnen vertrouwen op de raming, waartoe hjj
als lid der Commissie heeft medegewerkt. Bepaalde
zekerheid kan hij echter niet gevenwant de
inlichtingen, die hem van allerlei kanten lijn
verstrekt, zijn teer uiteenloopend. Op dit oogenblik
is de toestand nogtaiis gunstiger dan vroeger,
omdat er meer beschikbare onderwijzers zijn. l)e
oprigtingskosten zijn zeker teer belangrijk. Daarom
tou bg wel wenschendat de Minister ook daarin
voor een deel voorzagom de bijtondere omstan
digheden waarin wij geplaatst tjjo. Io de afdeelingen
is ook nog gewezen op een geldeljjk bezwaar,
dat voor de gemeente tou ontstaan uit de ver*
pligting lot bijdrage in de peosioenea der onder
wijzers. lij) gelooft, dat men tich daaromtrent
vergisten dat er geene verpligting bestaat tot
pensioneringals er eene gesubsidieerde hoogere
burgerschool w»rdt daargesteld. Hjj tal met ver
trouwen hiertoe medewerkendoch hoedanig ook
de uitslag zal zijn van deze discussionbij
hoopt dat alle raadsleden die later tot leden vin
eenige Commissie benoemd worden, zich eveozeer
tullen bejjveren om zich het noodige licht te ver
schaffen als hjj heeft gedaan.
De Voorzitter moet den laatsten spreker antwoorden,
dat de Commissie van toezicht voor het Middelbaar
Onderwjjs dit onderwerp vroeger mede met zorg
en meterost heeft behandeld, en niet zoo maar ia
den blinde eenige cjjfers beeft opgegeven. Zij beeft er
geene genoemd zonder eerst met deskundigen te
raadplegen. Destijds echter was er nog niet zoo
veel licht over de zaak verspreid als nu. Wat
betreft het thans behandelde voorstel moet men
de lasten daarmede gepaard gaande niet te hoog
maar ook niet te laag stellen; en wat het invoeren
van bezuinigingen aangaat, deze mogen niet in
bekrimpingen ontaarden.
D> heer eon de Poll meeot bij bet zoo even
gezegde ook de cjjfers der Commissie van toezicht
te moeten verdedigen. Hjj behoeft slechts te
wijzen op bet gedrukte rapport van dien tjjd
waarbjj de missive van den inspecteur voorkomt.
Doch men moet niet vergeten dat dit alles was
aprioristisch. Iljj wil nu nog slechts ten bewijze
van het door hem gezegde verwjjzen naar het
opstel van den heer Steyo Partë in de Economist,
waarop de Raadscommissie zich beroept, eo dat
men daarom tegeljjk met baar rapport moet raad
plegen.
De Heer eau Bel breogt gaarne buide aan de
zorg en den jjver der Commissie van toezicht, waartoe
de beide laatste sprekers behoorenen zoo men
op dit oogenblik welligt tot andere resultaten tou
komen d«n tjj in haar rapportdan is dit alleen
toeteschrjjven san de meerdere ondervinding, die
men sedert heeft verkregen. Hij betreurt bet daar
om nietdat er in dezen niet met grooiftren spoed
is gehandeldwant wire dit geschiedmen tou
teker niet de gunstige resultaten hebben verkregen,
die men verwacht van do aanneming van het
tegenwoordige voorstel. De Raadscommissie beeft
geene berekening gemaakt van de kosten van oprig-
ting der hoogere burgerschool. Zjj meende Jat dit
thans nog hoogst moejjeljjk tou zjjo omdat zeer
veel daarbjj afhing van de wjjte, waarop men
dete verlangde interigtenwelke hulpmiddelen men
daaraan weoschte toelevoegenhoeveel localen men
daartoe ooodig achtte; of het gebouw, onlangs
fluor de stad aangekocht, hiertoe tou kunnen
ingerigt worden dan welof er een ander gebouw
moest aangekochtof daargesteld worden. De
lieantwoordiog dier vragen lag niet op den weg
4tt Raadscommissie, maar meer op dien van de
Commissie van toezicht. De eerste moest voorname
lijk letten op de kosten van bljjtenden aard. De
kosten vsn oprigting heeft tjj io hsar rapport
slechts beschouwd als van voorbjjgaanden aard.
Al is dit nu misschien eeoigtios twijfelachtig met
het oog op de rente-betaling en aflossingop die
kosten is daardoor toch de aandacht gevestigd
en de Raad kan niet oalsteo ook daaraan te
denken bj) hel nemen van zjjn besluit. Hoe men
tal geraken tol bestrijding der uoodige kosten,
kan nu nog niet behoorlijk besproken worden. Het
denkbeeld van dcu heer van Walchren laat hjj daarom
voor dit oogenblik ter tijde. Men moet tich ou
uitsluitend tot bet beginsel bepalen, namelijk op
rigting eeuer hoogere burgerschool met 3jarigeu
cursus, als men subsidie van bet Rjjk verkrjjgt.
Alle dergelijke scholen ia ons rjjk hebben een
subsidie brko-iien van 7000. Alleen 's Gravenhage
en Kampen niet, omdat deze het niet hebben
gevraagd. Kr is geene reden denkbaar, waarom
Amersfoort dit ook niet zou verkrjjgeo.
De heer Ji. van Beek ondersieuut bel denkbeeld
vau den heer L. E. Lagerweij oin te trachten
meer dan hel bedoelde subsidie te erlangen. Ook
hij gelooftdat de bijzondere toestaad der gemeente
daartoe wel aanleidiug geeft.
De Voor sit ter antwoordt, dat bet van telf spreekt,
dat als het beginsel wordt aangeoomen. Burg. en
Wethouders zullen trachten zooveel inogeljjk van
bet Ryk te verkrijgen.
De heer Schluiter voelt zich genoopt zjjoe
uiltebrengen stem te motiveren. Iljj acht het
geraden lerugtekoinen op het vroeger raadsbesluit,
omdat de ondervinding elders opgedaan hem tot
andere gedachten heeft gebragt dan vroeger. Het
is gebleken dal eene burgerdagschool gebed on-
noodigmaar dat eeoe boogere burgerschool
onmisbaar is. Hjj erkent dat daardoor lasten op de
gemeente zullen gelegd worden doch hjj is over
tuigd dat hjj door te besluiten lot de oprigting
dier school, ui handelen in het belang der gemeente.
De heer L. E. Lagerweij licht nog korlelijk zijne
meaning toe. betrekkelijk het vroeger rapport der
Commissie van toezicht, vooral teu aanzien der
missive van den Inspecteur Bosscha. Hoe dit echter
zijbet bljjkt nudat er over de berekeoing van
kosten onzekerheid bestaaten alles zal afhangen
van hel te verkrijgen subsidie. Hjj verlangt daarom
dat er geen besluit in dezen genomen wordedan
nadat men onderhandeld liebbe (net den Minister
van Binnenlandsche Zakenhetzij per missive
hetzij door middel tan eene Commissie. Men is dan
meer verantwoord tegenover de burgerjj. Bij die
onderhandeling kan men een booger jaarljjkscb
sodsidie vragen dan /7000, en tevens er op aan-
dringendat het Rijk eene belangrijke som geve
voor de oprigting der school. Uit bet verslag vau
den heer Parvé bljjkt. dat er wel gemeenten zijn,
waar men meer dan 7000 vaa het Rijk beeft
verkregen.
De heer Herschel verdedigt zijne vroegere ban-
delwjjze ten aanzieo van de oprigting der burger
dagschool. Destjjds geloofde ook hjjeven als zoo
vele andere raadsledendat men tot die oprigting
moest besluiten, en dat er geeo uitweg was. Thans
echter is bj) het geheel eens met de Commissie.
Ongetwijfeld vloeit daaruit een groflT geldeljjk
beswaar voort voor de gemeente maar wil men
wal goedsdan moet men er geld voor over hebben.
De heer M. van Beek herhaalt nog eeumaal dat
bij het voorstel van heer L E. Lagerweij ondersteunt.
De Voonitter antwoordt, dat deze geen bepaald
voorstel gedaan heeft.
De heer L. E. Lagerweij zegtdat bij dan ou
bepaaldelijk voorstelt geen besluit te nemen dan
na vooraf met den Minister te hebben onderhandeld.
Wat zou er toch moeten gebeurenals de Miuister
eens een subsidie toekeode, dat minder was dan
/7000? Zou dan de Raad op nieuw moeten terug
komen op zijn besluit T Is bel niet beter de nood
zakelijkheid daartoe zoo mogelijk (e voorkomen
De heer aan de Poll herneemtdat misschien
aan het bezwaar van den vorigen spreker kou
worden te gemoet gekomen als men in de conclusie
van bet rapportwaarin gesproken wordt van het
rijkssubsidie, er bijvoegde niet minder dan f 7000.
De Voorzitter wil liet voorstel vaa dco heer
Lagerweij wel aan de stemming ondeiworpeu,
maar is er persoonlijk tegen, omdat het tot een
nieuw uitstel zou leiden. Hel is ook onnoodig
want uit de conclusie van het rapport blijkt vol-
doeude. dat het Raadsbesluit alleen voorwaardelijk
genomen wordt. Men kan er ook op rekenen dat
bjj de aanvrage om subsidie alle mogelyke drang
redenen zullen aangevoerd wordenopdat dit
zoo hoog mogeljjk worde opgevoerd.
De heer van Bel vereenigt tich inet het gevoelen
van den Voorsilter. De voorsteller heeft vroeger
als lid der Commissie self de conclusie vao bet
rapport goedgekeurd. Nu is de taak iu het breede
besproken, en de Baad bjjna eenstemmig. Zal
men nu alles weder op losse schroe* m zetten f
Het bljjkt duidelijk int het rapportdal de Baad
als voorwaarde stelt een subsidieen daarhjj denkt
aan een bedrag van minstens f7000. Men kan
dit in de notulen duideljjk uitdrukken inaar dit
minimum in het Besluit uitdrukkelijk te vermelden
aebt hjj niet wenschelijk. Hjj gelooft dat dit tegen
over de Regering minder gepast is, en eene
verkeerde uitwerking sou kunnen hebben. Alle
boogere burgerscholen door gemeenten opgerigt
hebben 7000 subsidie verkregen; waarom tou
Amersfoort minder bekomen?
Men is overtuigd, dat de Inspecteur ons aanzoek
niet zal tegenwerken. Er ijjn wel ie waar een paar
gemeentenwier subsidie iets booger ifmeer
deze «ei keerden in een andereo toestand dan
Amersfoort, en die toekenning bad reeds lang
geleden plaats. I-ater z(ju alle subsidifn op f7000
gebragt. Daar inen nu de verzekeriog beeft van
den Voorzitter, dat deze al hel mogeljjae aal doen,
om niet mindermaarals bel kanmeer te ver-
krjjgengelooft bjj daarin te mogen berusten.
De beer Herschel verklaart tich ten stelligste
tegen het voorstel vso den heer Lagerweijdat hem
zeer verwonderten hjj geheel onnoodig echt.
De heer L. E. Lagerweij zegt bjj zjjn voorstel te
volharden. Men kan daarbjj niets verliezen. Hfj
vreestdal als ineu nu besluit in beginsel tot de
oprigting der hoogere burgerschool, sommige invloed
hebbende personendie anders het veraoek tot
subsidie zouden ondersteund hebben, dit onnoodig
zullen achten, en dat alsdan de kans op een booger
subsidie veel geringer tal zjja.
Ia steinmiog gebragt wordt het voorstel van den
heer L. E. Lagerweij verworpen met 11 tegen 3
stemmen, die der heeren J. F. Lagerweij, L E. La
gerweij eo M. van Beek.
Daarna wo<deu de verschillende onderdeelen der
conclusie van het rapport aan de stemming onder
worpen.
N". 1 het besluit om terugtekomen op bet raads
besluit vao 6 Juljj I860 tot oprigting eener burger
dag- en avondschool, wordt aangenomen met 12
tegen 2 stemmen, die der H.IL Scheltut en M. v. Beek.
N\ 2. besluit tot oprigting eeaer hoogere bur
gerschool met vjjfjarigeo cursus, onder voorwaarde
dat hiertoe van bet Ryk een vast jaarljjkscb sub
sidie worde verkregen, wordt aangeaomen mat 11
tegen 3 stemmen, die der H.H. Schellus, M. van Beek
en J. F. Lagerweij.
iV. 3. updragt aan Burg. en Welh. om daarom
trent liet noodige verzoek lot den Kouing (e riglen,
wordt aangenomen tonder hoofdeljjke omvraag.
N°. 4. besluit tot oprigting vaa eene burger
avondschool op nader te regelen wijze, wordt aan
genomen met 13 stemmen tegen 1 die van dea
heer Schellus.
N°. 5, updragt aan Burg. ea Welh. tot aanvrage
aan den Koning van de vereischte dispensatie, tea
einde voorloopig vrijgesteld te worden vao het
oprigteo eener burger dagschoolwordt tonder
hoofdelijke omvraag aangenomen met algemeens
stemmen. kort slot in het volgend No.)
VKRBRTERIH.
2* kolos 28e repel «co boren itaalder mooi «On don.
3c 37e onder tulhn, lat.
De ?erkietiOf voor den Gemeenteraad.
Voor de derde maal, namelijk bij de intreding
van een derde zesjarig tijdvakgenieten wij bet
voorregt den Heer Mr. A. G. Wij er i aan de kiezers
te mogen voorstellenals een raadsliddoor veel-
jarige ondervindinginzonderheid gerijpt door dagelijk-
sche behandeling der gemeentezaken, en een aantal
loffelijke hoedanigheden uitmuntende, terwijl wij niet
mogen nalaten daarbij te voegendat bij in dit
groot getal jaren in bijna alle raadszittingen presideerde
trouwens bet mag mede eervolle vermelding ver
dienen, dal alle raadsleden getrouwelijk de zittingen
bijwonen; de raad meesttijds voltallig beraadslaagt;
en sommiger afwezigheid alleen hare oorzaken vindt
in ongesteldheiduitstedigheid of andere force majeure.
Als eerste candidaat door de beide kiesverenigingen
geproclameerd, heeft de heer Mr. Wjjers reeds daar
door het bewijs erlangd, dat zijne verdiensten worden
gehuldigd, en mag dus met vertrouwen op den goeden
geest en het goed begrip der kiezers worden gebouwd,
dat bij de verkiezing betzelfde bewijs van hoogachting
en dezelfde erkenning zijner verdiensten zal worden
gpplengJ.
De Heer Mr. A. N. Jvan de Poll behoort mede
tol dat getal der raadsleden, die met veel ijver en
zaakkennis hun mandaat vervullenen hij neemt
veelal aan de debatten een levendig aandeel. Wel
bepaalt hij, sprekende, zich o. a. niet altyd streng
tol de zaak, doch dit is toch tolerabel bij raads
vergaderingen, alwaar vrijheid van spreken in den
ruimslen zin wettelijk wordt toegelaten en de Voorzitter
dit dan ook volstrekt niet belemmert. Aan zijne
wetsinterpretatiën of explication wordt bij de raads
zittingen en bij de afileeiingsvergaderingcn door zijne
medeleden leregt groote waarde gehecht, en is bij
dus mede in dit opzigt een zeer nuttig raadslid
doch in de opvanging daarvan dient door zijne niet-
regtskundige medeleden geen overdrijving wortel te
schieten, opdat niemand hunner, door overmatig peilen
wat de wet zegt, het spoor der zaak bijster wordt.
Wij rekenen den heer Mr. van de Poll als rang ne
mende onder de geschiktste en bekwaamste raadsleden.
Met veel genoegen constateren wij, dat de heer
Mr S J. A. van Walchren onder zijne medeleden
alle blijken gaf van ijver en werkzaamheid, terwijl
kunde en cordaatheid hem in de ruimste mate sieren.
Regtvaardig, en zonder nutteloos achterwaarts of
zijwaarts te ziengaat hij steeds koen en zonder
aanzien dq# persoons op de zaak af, altijd zooals
zijne overtuiging het hein ingeeften tevens lokte hij
daar onze sympathie, waar hjj zijne stem verhief voor
eene noodige, thans allengskens ingevoerd wordende
verbetering. Vermelden wij nog, dat hij rond, en
naar eed en pligt, zoowel spreekt als handelt, alsdan
zijn wij innig overtuigd in deze weinige regelen eene
hulde aan zijne verdiensten te hebben gebragt, di«
in geen enkel opzigt de waarheid overschrijdt.