JM 1867. jtofM
V r ij d a g31 Maart 1871.
«mam tumnir.
Oit blad verschijnt des Uaandagt en Oonderdagi 's avond». Abonnementsprijs I 15 per 3 maanden. Prijs der Adverientiën van 1 tot 6 regel. 60 Cent», elke regel meerder
IJ Cent»; legale Advertentién per regel 15 Cent.. Afz. nummer» 5 cent»dubheU grootte 10 cent». Brieven franoo. - Bestellingen bij den (li tg. A. «an Cletff, to
Amersfoort ttureau AtnerMfoorfche Courant. Lange»traat. Wijk K V 43. 0TCr je 0ade Vi,ci„parkt. en bij «Ile Boekbandelaren en Po«t-Oirectenren in het Bijk.
KENNISGEVING
Db BURGEMEESTER v*i AMERSFOORT doet te
weten dat de lijsten, aanwijcende de personen in deze
gemeente bevoegd tot het kiezen van leden voor de Tweede
Kamer der Slaten-Gencraalde Provinciale Staten en
den Gemeenteraad op heden siin gesloten, cn in afschrift
aangeplakt aan de bergplaats bij bet raadhuiswelke
lijsten gedurende veertien dagen, te rekenen van heden
alle werkdagen van 10 tot 1 uur, op de Secretarie der
gemeente voor eenieder ter inzage liggen.
Amersfoort25 Maart 1871.
Ue Burgemeester voornoemd
A. G. W1JERS.
HULPBANK TE AMERSFOORT
Tot liet geven van gelden ter leen zal bet Bestuur zitting
houden in een der localeu van het Raadhuis op nanst.
Maandag 3 April van halflwet tot haltdrie
alwaar belanghebbenden zich kunnen aanmelden terwijl
mede inlichtingen deswegens te bekomen zijn bij de
ondergeteckenden en de verdere leden van het Bestuur
de lleeren Mr. J. van der Leeuw, B. E Herschel. IF. A.
CioocketBit, en J. C Lcinweber.
R W. baron VAN HEKCKERBN. President.
41. VAN BEEK, Penningmeester.
A. J. A. VON KEI.I.NER Secretaris.
De Procedure Woudenberger Meent.
Vrijdag 24 Maart jl. werden ter zitting der Arrond.-
Regtbunk le Amersfoort ten aanheore van een talrijk
en belangstellend publiek de pleidooijen in deze pro
cedure voortgezet en ten einde gebragten ging
Mr. J. van der Leeuw over tot de behandeling van
het eerste punt nlbet bewijs van eigendom der
gemeente Woudenberg. De bcteekenis van bet
woord Aleent (gemeente, gemcinte) zelf om daaruit
te bewijzen dat hel iets anders was als burgerlijke
gemeente, staddorpgehuchtgeregt enz, be
hoefde pleiter niet nategaan omdat hierover lusschen
partijen geen geschil bestond
Maar hij trachtte zoowel uit de gedane productie
van stukken door de cischeresse als uit baar gedrag
ten opzigte van de Meent cn hare verhouding tol de
weigraven aantetoonen hoe weinig het eigendomsregt
door de gemeente Woudenberg was bewezen.
De Reglementen toch van 1594 en 1811 deden
veeleer hel tegendeel veronderstellenals men let op
het opmaken daarvan door de gansche gemeente
(d- i. dc gezamenlijke eigenaren)het onderteekenen
door al de weigeregtigdenwaarbij de Burgemeester
voorkomt niet in qualitoitmaar als gemagligde van
eukelen hunner, het bezigen op eemge plaatsen van
het woord eigenaars (niet eigenaresse)de erkentenis
üoor hel gemeentebestuur dat de weigeregligden be
zitters zijn enz. Het verlijden van die Reglementen
voor schout en schepenen is slechts een autbei.tieke
vormeu het opmaken daarvan in het Gemeentehuis
geschiedde bij gebrek aan eene andere vergaderplaats.
Ook geeft het Loczigt van het Gemeentebestuur nog
geen eigendom.
Evenmin wordt de cigendim bewezen uit de
Blatfaerdsdie slechts leggers zijn voor de grondbe
lasting cn aantounen wie bij het gemeentebestuur als
eigenaren bekend waren; noch uit het verzoek aan
den Landdrost om inagtiging tot verkoop van een
erfpacht in 1808hetgeen securitatis causa ge
schiedde omdat de daarbij betrokken Griftdijk een
publieke weg werdnoch uil de aanbesteding van
hel hoeden van beesten ten overstaan van den Bur
gemeester die daartoe zelfs niet eens bevoegd was
(wel de Secretaris of een Notaris); noch uit de Re
keningen der Meent geteekend door den Burgemeester,
omdat hy ook hiertoe vóór de invoering van hel
Reglement van Bestuur ten platten lande in de pro
vincie Utrecht in 1826 onbevoegd was, zijnde hem
eerst toen een oppcrloezigt (dus geen eigendom) ge
geven over alle andere openbare stichtingennoch
uit het onderhouden bij hand- en spandienst van den
Griftdijk door de gemeente Woudenberg, omdat de
schouw van den Grilldijk publiekrcgtelijk is, ja zelfs
wordt in het schouwrcglement van 1761 niet eens
gesproken van dat gedeelte wat door de Meent loopt
of aan de Meeat grenstnoch uit de bewering dat
hel archief bij de gemeente Woudenberg berust
hetgeen trouwens door dc gedaagden wordt ontkend,
en al was het zootoch niets anders kon gezegd
worden te zijn als eene inbewaargevingnoch ein
delijk uit dc kennisgeving der wetgraven in 1848
betreffende een regt van gebruiken der Meent, oiiuIjI
deze slechts eene huishoudelijke bepaling is, boe de
weigeregligden over de Meent beschikken kunnen.
En was do eigendom der gemeente Woudenberg
alzoo onbewezenwelk belang had zij dan nog bij
deze procedure Ja zelfs al was zij eigenaresse der
Meentdan nog ontbrak alle belangomdat zij er
niets bij won maar integendeel er bij verliezen zou,
omdat zij dan de lasten zou moeten betalen die thans
de weigeregligden dragen.
Bovendien kunnen de weigeregligden de verjaring
inroepenniet de acquisitive maar de extinctive ver
jaring, omdat zij steeds voor zich zelve hebben be
zeten, zonder dat de gemeente Woudenberg, indien
zij dan eigenaresse was, ooit van haar regt gebruik
maakteook niet in de laatste 30 jarenen het
dus, indien zij het gehad heeft, verloren heeft. Tal
van daden van eigendom door de weigeregligden
verrigt bewijzen zulks.
Eindelijk wil pleiter ten overvloede nog het regt
van eigendom der weigeregligden (ofschoon onverpligt)
bewijzen uit zoovele hetzij door hen zelve hetzij door
tegenpartij in het geding gebragte stukkenen aan-
toonen hoe overal in die stukken het Gemeentebestuur
zelf den eigendom der weigeregtigden heeft erkend.
Als slotwoord wijst spreker er nog op dat hier
sprake is van een markdat de markgenooten (in
casu weigeregtigden; steeds eigenaren zijn van die
marken als zoodanig een reglement moesten vast
stellen zooals in 1594 en 1811 is geschied, terwijl
indien de gemeente Woudenberg eigenaresse was zij
een keur had moeien maken welke echter niet bestaat.
Na eene korle pauze wordt aan Mr. Elias het
woord verleend tot replieken in eene sierlijke rede
uitmuntende door belezenheid en gegronde studie
gaat hij den hislorischen gang van zaken na omtrent
markengemeenschappen dorpen enz Hij erkent dat
ei hier in Woudenberg is eene oude nederzetting
hetzij van Germaanschen k-stzij van gemengd Ger-
niaanschen en Romeinschen oorsprongdus eene
Saxische nederzetting zooals b. v. het woord Wou
denberg aanduidt als ontstaan uit Wodansberg, Doorn
uit Thorheim enz. Als dit zoo is. Jan is ook de Mark
(Meent) oorspronkelijk één geheel geweest met de-
gemeente Woudenberg, en moet worden aangenomen
dat zoodanig onverdeeld gedeelte op de burgerlijke
(politische) gemeente is overgegaan. Het bewijs van
deze stelling put hij uit vele schrijvers, en veiklaart
in breede trekken dat men hier te doen heeft met
een niarkgenootschap dat geheel onder het beheer der
Burgerlijke Gemeente is gebleven, en niet later eerst
(zooals bij eene zelfstandige mark het gevat is) zijn
eigen bestuur heeft aangenomen
De locale toestandde voortdurende inmenging
van het Gemeentebestuur bij alles waar het geldt het
doel waartoe de weide dient nl liet gebruik er van
zelfs de Reglementen van 1594 cn 1811 waarin
nooit de qualileit der weigeregligden als eigenaren
genoemd wordtook het gemis aan eigen regtspleging
of instellingen eigen aan afzonderlijke markende
Blaffaerds waarin ook private hofsteden niet tot de
Meent bchoorende zijn opgenomenniets toont
den eigendom der weigeregtigden aan. Bij den ver
koop van erfpacht mogleit zij als bruikers niet worden
voorbijgegaanmaar daarom erkende hel Gemeente
bestuur hun eigendom nieten evenmin was het een
afstand van regt, wanneer die weigeregligden die
ecnig en alleen nut en voordeel hadden van de
Meentook de lasten daarvan droegenzelfs de
lasten die anders-eigenaren drukken. Ook berust het
archief der Meent wel degelijk bij de gemeente Wou
denberg zooals duidelijk blijkt jiil de overlegging van
onderscheidene stukken door de eischende Gemeente,
zoodat pleiter op aile deze gronden blijft persisteren
bij den ingestelilen eisch en de genomen conclusion.
Mr. van Lier schelst nu bij zijne repliek met veel
tact de weinige waarde die de gedaagden aan hunne
eigene verdediging schijnen te hechtenwant zoowel
het belang der gemeente als de verjaring worden als
let loops behandeld, liet belang ncgtlians ontbreekt
geenszins want ue eiscliende gemeente beschouwt
zich als eigenaresse en meent haar goed regt te be
wijzen zoodat zjj wel degelijk een beroep Kan doen
op art. 629 B. W.
Omtrent do verjaring merkte hij op dat partij
volstrekt hel bewijs niet levert dat zij voor zich zelve
bezeten hebbenin tegendeel de weigraven handelende
voor de weigeregtigden hebben nooit iets anders als
administratie uitgeoefenden bezaten dus pro domino.
Zij waren rekenpligtigmaar daardoor verkrijgt men
gcco eigendom. Ook liet gedoogen door liet Gemeen
tebestuur van enkele daden aan heD die bet volle
genot hebben geeft noch ontneemt hun een regt.
Immers de teekening der rekeningen door den Bur
gemeester is slechts administratief, en waartoe ook
wordt magtiging tot verkoop van erfpacht aan den
Landdrost gevraagd als de Meent werkelijk eene
zelfstandige Mark was? En al spreekt partij thans
van eene extinctive verjaring, eigenlijk heeft zij zich
toch op eene acquisitive beroepen.
De geproduceerde stukken, meent pleiter, bewijzen
daarenboven genoegzaam den eigendom der gemeente
want het zou toch vreemd zijn dat steeds en overal
de Burgemeester present isals het niet was om de
gemeente als eigenaresse te vertegenwoordigen. En
mogten er misschien stukken zijn waarin de weige
regligden zeggen eigenaren te zijngeeft zoodanige
verklaring hun dan eigendom Geenszinsniemand
kan zich een titel scheppen. En wil men nog be-
wefen dat alle voor- en nadeel van den eigendom
was bij de weigeregtigden om daaruit afteleiden dat
de gemeente geen eigenaresse was, dan zon men
wederom moeten antwoorden dat het niet meer dan
billijk was dat de lasten gedragen worden door hem
die alle lusten heeft.
liet grootste gedeelte der medegedaagden heeft zich
gerefereerd aan het oordeel der Regtbank zonder
partijstelling. Maar al hadden zij zich aan de zijde
der cischeresse geschaardja zelfs al verloor deze
haren eisch zoodat dan ook de medegedaagden in de
kosten zouden veroordeeld wordendan nog hadden
de overige gedaagden daarbij niet het minste belang.
Doch de eisch zelf is door partij niet betwist,
alleen verlangt men bewijs van eigendom door de
gemeente. En is die bewezen (zooals pleiter hoopt en
verwacht) dan kan de eischcnde gemeente met ver
trouwen de uitspraak der Regtbank te gemoet zien.
Bij dupliek resumeert Mr. van der Leeuw hetgeen
dc beide vorige sprekers bij repliek hebben in het
midden gebragt en toont zeer gevat aan boe deeeno
pleiter telkens wegneemt wat de ander gegeven heeft,
vooral ten opzigte van de handteekeningea des Bur
gemeesters waaraan de eene pleiter de grootste
waarde hechtterwijl de ander alle bevoegdheid
des Burgemeesters ontkent waar zulks nadeelig kon
zijn voor de gemeente.
Echter was het hoofdbeginseldat Marken Saxisch
zijntoegegevenmaar dan moet men zeggen dat
wie leden der Mark'zijn, ook eigenaren z.jn. Waar
ook is het bewijs, de giftbrief dat eigendommen der
Mark zijn afgestaan aan de gemeente Woudenberg?
Zelfs de locale toestand loont aan dat hier sprake
is van een vrije mark want de zoogenaamde Nieuwe
Uitleg is slechts een klein stukje dal bovendien nog
erfpachtpligtig is aan de Heeren van Geresteijn.
liet burgerlijk bestuur der gemeente Woudenberg
heeft nooit eenige daad van eigendom gepleegd, maar
integendeel steeds den eigendom der gedaagden er
kend en bij de onderleekenmgen van den Burge
meester moet men altijd eerst vragen in hoever bij
qq bevoegd was tot die handeling. Zoolang dat niet
blijk ka.i men zich daarom alleen niet op cigen-
doinsregt|beroepen. De weigeregtigden hebben niet
gcusucajiieerd m .ar willen uit zoovele stukken bewe
zen zien daf juist de gemeente Woudenberg steeds
(althans meer dan 30 jaren) heeft gedoogd dat zij
een eigendomsregt uitoefenden, zoodal zij weldegelijk
voor zich zelve bezaten.
En daarom, beschouwt men die stukken in onder
ling verband, let men op dc onistandigncid dat juist
door zijne handteekening de Burgemeester geacht
moet worden bekend geweest te zijn met zoovele
handelingen waarbij de weigeregtigden zich als eige
naren gedroegenen slaat men het oog op den oor
sprong en de geschiedenis der marken en dezer Meent
dan moet men volgens pleiter aannemen dat de eigen
dom der Meent bij de weigeregtigden berast, altbaos
dal de gemeente Woudenberg baren eigendom niet
heeft bewezenzoodat de eisch mitsdien moet worden
ontzegd.
Het Openbaar Ministerie zol in deze zaak op
Woensdag 26 April eerstkomeude conclusie nemen.
Slot van het verslag der zitting van den Raad der
gemeente Amersfoort van Dingsdag 21 Maart 1871.
2o. Ontwtrp-beslui! tol wijtigUg »»o Os Cemoeule-b^fooliug eoo»
1871.
Ut FoertUfr Wtriwort, dat Liet lij tllrc* lts «t>vd«