J& 2003. Dingsdag- 23 gTS Julij 1872. AMSFOOEISCIE Zomerdienst aangevangen 1 Junij 1872. n HID IHB DlLlGENCE-DlENSTEN Nedf.blanpsche Centraal-Spoorweg. BM pB HH B flftWÊi W 1 I 1 i I I 1 II II I f II Van Amersfoort naar Maarsbergen Vertrek van Amersfoort naar Utrecht V 1 II II II II III III 's morgans 6J, op de eerste treinen 8.05, 11.54 snelt. 1 en 2 kl., 2.37, 8.06. I II I I K 31 111 naar Arnhem, Utrecht, Amsterdam en Vertrek van Amersfoort naar Zwolle I I la if I II Rotterdam; en namiddag 6 uur. 8.4 1.51, 5.54 snelt. 1 en 2 kl., 8.30. U U I 87na7ank" der la"sTtre,n. Dit blad veracbijnt Maandag en Donderdagavond. Abonnementsprijs per kwartaal f t.franco [i*r post 1.15 Prijs der Advertenliën van I tot 6 regels 60 Cts rtke regel meerder 10 Cts; legale, ofliciëele en onteigen. Advertenliën per regel 15 Cts. Ileclauies p-r regel 20 cents. Afi. nummert 10 cents Bestellingen bij den Uitg. .4. II. van Ctee/fte Amersfoort Bureau Ameri/oorlsche Courant. I.nngeslraat, Wijk F, N°. 43, over de Oude Visch.iiarkl. en bij alle Roekhandelaren cn Postdirecteuren in hol Rijk. Brieven franco. Advertenticn voor dit blad uit Rotterdam worden aangenomen door hel Algemeen Adeertentiebaraeu vnn Nijcb en vss Dirsm Wijnstraat, Rotterdam. De bannelingen in Siberië. Het is bekenddat met de goudwasschcrij in Siberië aanzienlijke, ja soms zelfs reusachtige vermogens worden vergaderd maar minder be kend zijn de middelen waarvan velen zich ge wetenloos daarbij bedienen. Een voortnalig officier uil den Kaukastis naar Siberië gebannen heelt bijzonderheden dienaangaande openbaar gemaakt. Wij onlleenen aan zijn schrijven hel volgende De Siberische goudwasschers gebruiken bij voor keur bannelingen tot den arbeid. Zij doen dit echter niet om hen aan brood te helpen, maar omdat bannelingen ievend-doode lieden zijn, die zich alles moeten laten welgevallendie zich over geen onbillijkheid kunnen beklagen, die dulden en zwijgen moeten, ja, wier moi. 1 dikwijls na volbragten arbeid door den dood der ellende gesloten wordten die men voor de helft van hel loon eens gewonen arbeiders kan laten werken. Hel personeel bij het goudwinncn gebruikt, wordt, behalve de geëmployeerden aan de hoofdkantoren, slechts voor den tijd betaald, gedurende welken goud gezocht kan worden, dat is van 10 Maart tot 10 September, hoewel zij voor geëngageerden per jaar doorgaan. Als de chef der onderneming derhalve zegt dat hij dezen of genen voor 600 zilv. roebels heeft aangesteldwil dat eigenlijk niet anders zeggen, dan dat men hem van 10 Maart tot 10 September 300 z. r. betaald heelt. Door den nood gedrongen, schrijlt de bedoelde bannïling, begaf ik mij met een geheele schaar van andere ongelukkigen zoo als ik naar den heer Pole schasew en smeekte om eene aanstelling. «Kom morgen teruggoede vriend 1 Ik beloof niets maar ik sla ook niet af," was het antwoord, waarmede wij den geheelen winter lang dag aan dag werden afgescheept. Eindelijk werd ik op een goeden dag ten kantore ontbodennadat men zich vergewist had dat ik ongehuwd waswant getrouwde lieden neemt hij niet «Teeken nu maarwerd mij toegevoegd, «daar is het contract." Ik zag het in en schrikte. Het was op zegel geschreven en luide als volgt «Ik (volgt de naam) treed in dienst van den technoloog Poleschösew met den dag Van heden tot den 10 September en verbind mij aan iedere mijnwaar hij zal goedvinden mij te plaatsenmij geheel ter beschikking van den directeur te stellen en onvoorwaardelijk alles uit te voeren wat deze mij bevelen zal. Op rekening van mijn salaris heb ik 50 Z.R. ontvangen en ik zal tol den dag der totale afrekening niet meer verlangen." Ik zag dat dit geen contract wasmaar veeleer de koopbrief van een slaafwant al de ver- pligtingen in dit stuk opgelegd golden slechts de eene partijen wel mij die zich verkocht of verhuurdeeen contractin den weren zin des woordsdaarentegen omschrijft de regten en verpliglingen van beide partijen wederkeerig, en ik wist bovendien dat dit mij voorgelegde stukom die redengeheel onwettig was, daar het niet voldeed aan de termen van 1528 Burg. Wetli.zoodat ik er mij nimmer op be roepen kon. Ook was mij bekend datvolgens bet russische regtde contracterende partijen bij een huurcontract verpligt zijn den overeen gekomen prijs uitdrukkelijk daarin te bepalen, en dat dit speciaal voor Siberië bij het sluiten van zoodanige overeenkomsten hij 2250 en 2252 Burg. Weill, voorgeschreven is. Evenwel was aan mij noch aan ceiiig ander van het personeel iets in hel minst gezegd aangaande onze verdienste of ons onderhoud. Bij den heer PoleschSsew en zijne collegaa's hooren de geëmployeerden dal eerst na d-n afloop van den arbeid; eerst dan ontvangen zij hun geld en altijd buitengewoon weinig. Eu zelfs dat weinige wordt hun nog maanden lang onthouden. Ik herhaaldat alles wist ik. Maar boven de geschreven wet en elke wetenschap staal de wet van het levensonderhouden om in mijne levensbehoefte, mijn nooddruft te voorzien, hoe treurig het leven eens bannclings ook zij onderdrukte ik het in mij opbruischend gevoel van verontwaardiging en onderteekende mijn slavernij-contract. Ik vernam later dal niet de heer P. alleenmaar al de goudproducenlen zulke overeenkomsten maken en leekenen laten, en dat deze onwettige, ja met de «vet strijdige contracten niet alieer door de landspolitie erkend wordenmaar dat zij niet zelden tot hunne naleving dwingt. Twee dagen na de ondertee- kening vwerd ik legen 10 ure des avonds weder op hel kantoor ontboden en werd mij bevolen dat ik mij dadelijk gereed zou maken naar de plaats mijner bestemming te vertrekken, zonder dal mij daarbij alsnog gezegd werd waarheen. Reeds vroeger was mij gezegddat de heer P. de gewoonte had altijd zoo mililaircment met zijne onderhoorigen om te springen. Binnen een uur was ik op marsch naar Taigaeen digt siberisch woud. Ik was zeer lang onderweg, en wal ik op dien togt heb uitgestaan is God alleen bekend. Be wegen zijn in dit bosch altijd afschuwelijk, ofschoon de ondernemer aanzien lijke sommen voor hel onderhoud krijgt. Maar de winter liep ten einde en de weg was uu naauwclijks begaanbaar. Baar het reisgeld mij door den heer P. toegelegd zeer luttel was, moest ikdaar ik niets van mij zelveti bezat bij al de ellende dt-r reis nog honger lijden bovendien. Eindelijk bereikte ik toch de groeve van Nowo-Marinskde werkzaamheden aldaar werden door een zekeren Bochaty bestuurd, en van dit oogenblik af begon in den waren zin eigenlijk eerst mijn bitterst lijden en dat mijner kameraden. Onze arbeid is ontzettend. Wij moeten van 3 ure 'smorgens tot 11 ure 'savonds, dat is achttien uren per dag werkenden ge heelen zomer door. Van Zon- en feestdagen weel men in Taiga niets af. Godsdienstoefening, misgebed komen niet te pas. lederen dag dien God geeft brengen wij in sneeuw eu regen dooren is de zon ondergegaan dan staan wij tot aan de knieën in het half bevroren water. Onze woningen zijn klein vochtigsmerig en koud; het voedsel ie ellendig en ougezond. Wij krygen niets als slechte kool en pekel- vleesch. Met Paschen werden wij, o wonder! ont haald ieder kreeg vijf vuile eijereu. Hoewel de maatschappij in de nabijheid der mijn koeijeu nahoudt, kregen wij nooit melk te zien. Wij moesten ons eigen tnielgiiecdschap nahouden en in eene soort van winkel der maatschappij egen ongehoord duren prijs ons schoeisel en andere benoodigdhcdeit knopen. Het is niemand anders gtoorlouid ons te leveren. Bij dal alles worden wij zoo barbaarseh behandeld als men het zich maar denken kan. Wie der beambten slechts de minste ontevredenheid bij den direc teur opwekt, wordt ontslagen en met de arbeiders is het nog erger gesteld. Achttien uren daags werken eu dal hongerig, halt bevroren en met lompen bedekt. En voor dien slavenarbeid wordt slechts 20 kopeken daags betaald waarvan dan nog meer dan de helft voor suiker, tabak eu schoenen wordt afgehouden. Krijgt de directeur het ongelukkig in den |zin om te straffen wal geheel van zijne luim en willekeur al- hangt, dan blijft de arbeider, nadat hij ec zijne gezondheid reeds bij ingeschoten heeft na het einde van den arbeid schuldenaar aan de onderneming voor den straftijddien hij niet werkendeverzuimd heeften hij wordt hel volgende werksaizoen weder in den Taiga gedreven. Be geringste ongehoorzaamheid wordt met honderd stokslagen gestraft. Boeijenge vangenis enz. worden mede ruim in toepassing gebiagt. Verdedigan kan de veroordeelde zich niet. In één woord, op de onedelste wijze wordt hel edel metaal gewonnen. Kleeft er in Siberië al geen zweet aan bloed en tranen zeker. De thans te Utrecht onder voorzitterschap van den heer Dulleri gehouden algemeene ver gadering van vereerders van Thorbeckc werd door een aanzieuhjk aantal belangstellenden bijgewoond. Na eene korte toespraak van den voorzitter, waarin hij o. a. mededeelde dat het aantal sub- commissiën reeds 92 bedraagt, werd voorlezing gedaan van eenige ingekomen brieven. Dokkum verontschuldigde zich niet vertegenwoordigd te zijn, doch verklaarde zich eens met alle punten, vooral met dat sub no. 4 van het praeadvies der centrale commissie, Vecndam had nog al bezwaren en hoopte niet, dal reeds een besluit zou worden genomen De heer C. Reinders te Warflum had schriftelijk den wensch uitgedruktdat iedere provinciale hoofdstad een standbeeld en iedere gemeente een buste van Thorbeckc moge bebben de heer II. J. Biege laar van Rhoon ging verder en schreef, dat de demping der Zuiderzee eeu geliefkoosd denkbeeld van Thorbecke wasen men niet beter kon doen dan daartoe over te gaan en de nieuwe provincie Thorbecke te noemen. De algemeene beschouwingen over de vier punten werden nu geopend. Zooals men weet, betreft punt 1 het oprigten van een standbeeld voor Thorbecke', punt 2 het plaatsen van een gedenksteen in den gevel van het huis waar Thorbecke geboren ispunt 3 het plaatsen van een gedenksteen op zijn graf en punt 4 het aanknopen van het huis te 's Hage door den overleden staatsman bewoond, teu einde dit voorloopig aan zijne nagelaten kinderen ten ge- bruike at te staan. Be heet Leeuwenburg uil Heinenoord opende de discussie door zich te verklaren tegen een standbeeld, daar standbeelden geene nationale gedenkleekenen kunnen worden genoemd ook de heeren Jetkei van Leerdam en Franken uit Nijmegen maakten bezwaar tegen hel eerste punt. Be heer Vroom uit Zwolle hield eene, dikwijls door toejuichingen afgebroken rede, waarin hij verklaarde dat de sub-commissie te Zwolle zich gaarne nedorlegde hij het denkbeeld liet stand beeld te 's Hage te doen verrijzen doch dan ook zeer dankbaar zou zijn, wanneer men haar toestond uitvoering te geven aan punt 2, zoodat dit punt van het thans gedane voorstel kan vervallen. Op voorstel van den voorzitter veteenigde de vergadering zich gaarne met het gevoelen van den heer Vroornzoodat de uitvoering van putti 2 aan Zwolle zal woiden overgelaten. Punt 1 door het wegvallen van punt 2 aangevuld inet de woorden «te 'sHagc", werd na warme aanbeveling van Mr. van Lier uit Assen bestrijding van den heer van Roijen uil Zwolle, die liever een beuirensiichtijtg wil,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1872 | | pagina 1