2045. ^SBfca
Ding-sdag- 10 December 1872.
&HEBSF00ETSGHE
Winterdienst aangevang I November 1872. n n
N,M»L»»r.™.CMTRA»L-Spoo»«K. fl|| fk Hfc Du^cDlm™
Vertrek ran Amersfoort naar Utrecht I II TT Tl 11 HT 111 T'° Amersfoort our M.»r,bergen
9.01 11.02 snelt. 1 on 2 kl. 2.39,8.18. I j U II 111 "P ^SS^jJSJSl.'SlSZ
Vertrek van Amersfoort naar Zwolle II II II I B» I II I Rotterdam; en namiddag 3 uur.
9.05,1.34, 6.16 snelt. I en 2 kl, 9.—. hj U U 1U IX AH X Van Amersfoort noar BarneveM
IH V H BHb 0 savonds 9 na aank. der laatste trein.
Diligence-dienst J. Floor, van Amersfoort naar Amsterdam IJ u. nam., van SoestdijV 2} u., van Baarn 3 u., Eemnes 3{ u., aank. te Amsterdam te 6 uren.
Dit blad verschijnt Maandag en Donderdagavond. Abonnementsprijs per kwartaal f Ifranco per po«t 1.15~Prïj» «feTAdvertentiëi» ran I lot 6 regelt 60 CtTTdke regel
meerder 10 Ct»; legale, oOiciëele en onteigen. Advertentiën per regel I5CU. Reclame, per regel 20 cent. Aft. nummert lOcenttBestellingen bij den üitg. J. H. van Oeeffto
Amerafoort Bureau Amer.foorUeke Courant. Unge.lr.at, Wijk F, N*. 43, over deOode Vi.cbn.arkt, en bij alle Boekhandelaren en Pottdireetenren io het Rijk. Brieven franco.
Advertentie» voor dit blad uit Rotterdam worden aangenomen door het Algemeen Advertentieburaeu van Nuen en van Uitwas, Wijnstraat, Rotterdam.
Onderwijs.
Bij de behandeling in de Tweede Kamer van art.
IA2 werd de toestand van 't lager onderwijs be
sproken. Met betrekking tot de openbare scholen
werd hoofdzakelijk door sommigen (de H.H. Mocnt
en van Naamen van Eemnes) de wenscbelijkheid be
toogd der herziening ven de artt. 18 en 19 der
schoolwet van 1857 betreflende het aan te
stellen onderwijzers-personeel in verband met
de op de scholen aanwezige kinderen en met
de aan de onderwijzers toe te leggen jaarrgelden;
tevens werd eene verbeterde toepassing gewenscht
der bepaling van art. 20 derzelfde wet, betref
fende de plaatsing van hulponderwijzers aan
het hoofd van scholen.
Voor de bijzondere scholen werd door anderen
(de H.H. van Wastenaer van Catwijck en Saaijmant
Vader) verlangd wegneming van alle belemme
ringen en gelijke onderstond als voor Je open
bare scholen, teneinde de mededinging te kunnen
volhouden. Ook werd op de wettelijke regeling
der bewaarscholen aangedrongen door den heer
Idzerda.
Nadat door de heeren Moentvan Wastenaer
van CalwijckSaaijmant Vader, JollesIdzerda en
vatt Naamen van Eemnes het woord was gevoerd
beantwoordde de Minister van Binnenlandscbe
Zaken de gemaakte aanmerkingen.
Hij verklaarde te twijfelen of nu reeds het
oogenblik gezegd kon worden aangebroken te
zijn lot het indienen van voorstellen strekkende
om sommige onderdeeleD der wel op het lager
onderwijs te wijzigen; hij geloofde dat het
noodig was, alvorens daartoe over te gaan,
af te wachten welke uitkomsten verder zouden
hebben de pogingen van verschillende zijden
reeds aangewend om het lot der onderwijzers
te verbeterenen het getal hulponderwijzers te
vermeerderen. In die omstandigheden moest
bet onraadzaam geacht worden te beproeven de
artt. 18 en 19 te veranderen. Van het invoeren
van leerpligt, ter voorkoming van schoolver
zuim waarop almede in den loop der discussie
was gewezen, was hij geen vriend, te minder
omdat daaraan verbonden waren hel verschaffen
van kosteloos onderwijs en de oprigting van
een aantal nieuwe schoolgebouwen. Met betrek
king tot de tegen het openbaar onderwijs inge-
bragte grievenmerkte hij opdat vrijheid tot
het vestigen van bijzondere scholen was ver
leend en dat het bij dien stond van zaken
niet aanging van de neutrale school te eischen,
wat deze niet geven kon noch mogt.
Het artikel werd zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
Kunsten en Wetenschappen.
In de volgende zitting van de Tweede Kamer
werd beraadslaagd over de afdeeling Kunsten en
Wetenschappen. De sprekers drongen bij deze
gelegenheid aan op de meerdere behartiging van
Regeringswege der belangen van kunsten en
wetenschappen, en uitten den wensch dat in
de inrigting onzer musea de noodige verbete
ringen mogten worden gebragt. Vooral hadden
zij het oog op het zoogenaamd Trippenhuis te
^"ile Minister van Binnenlandsche Zaken gaf
in zijn antwoord o. a. te kennen, dat de minder
gunstige toestond, waarin zich, volgens som
migen ten onzent de kunst zou bevinden, zijn
inziens, niet moet worden toegeschreven aan
onverschilligheid van de zijde der Regering,
maar meer aan een verschil van gevoelen
omtrent de grenzen binnen welke de staatszorg
te dien opzigte moet worden beperkt. Wat hem
betrofgaarne zou hij die grenzen wel wal
ruimer wenschen te trekkenindien daartoe
geschikte gelegenheid werd aangeboden. Als
bewijs van zijne gezindheid Ie dezen opzigte
deelde hij mede,'dal hij zich spoedig na zijn
optreden onledig had gehouden met de behan
deling der zaak van het Trippenhuis, de daar
omtrent gevoerde onderhandelingen waren reeds
zoo ver gevorderddat hij hoopte binnen kort
in staat te zijn om te dien aanzien een afdoend
voorstel te doen.
De Minister verklaarde zich verder bereid van
regeringswege bij te dragen in de kosten, vereischt
voorde waarneming van den overgang der planeet
Venus over de zon in 1873.
Politieke Revue.
Emile de Girardin heeft aan den Soir een brief
geschrevenwaarin hij de politiek van dit blad
goedkeurt en dus voor Thiers in de bres springt.
Uit Frankrijks geschiedenis tracht hij te bewijzen
dat elke regeringwelke in de ure des gevaars
naar de regterzijde zwenkte, in den afgrond
is gestort.
In den briefgedagteekend twee December
leest men o. a.«Ik wil niet verder teruggaan
dan tot de regering van Lodewijk XVI. Wie
was zijne linkerzijde l'urgot. Waarom werd
hij door de ontwenteling van 1789 ,'erslonden
Omdat hij Turgot smadelijk wegzond, d. i.
omdat hij zich in de armen der regterzijde
wierp.
Waarom werd de Restauratie van 1815 door
de omwenteling van 1830 verslonden Omdat
zij mét de regterzijde hand aan hand ging.
Waarom werd de monarchie van 1830 door
de omwenteling van 1848 verslonden Omdat
zij met verloochening van haren oorsprong
vertrouwen stelde in de regterzijde.
Waarom viel de republiek van 1848 als het
offer van den coup délat van 2 December 1851
Omdat zij de regterzijde tot haar steunpunt
maakte.
Waarom werd het keizerrijk van 1852 door
de omwenteling van 4 September 1870 ten val
gebragt Omdat het zich in de armen der
regterzijde had geworpentoen het de tijding
der capitulatie van Sédan kreeg, terwijl toch
zijne eenig mogelijke redding in een opregle en
beslissende aansluiting bi] de linkerzijde bestond.
Moge Thiers lettende op de les hem door een
onwederlegbaar verleden gegeven, niet dezelfde
fout begaanwelke zijne voorgangers in het
verderf heeft gestort. De vijandschap zijner
voormalige vrienden van de regterzijde bewijst
hem de grootste diensL, door hem van elke ver-
pligting tegenover haar te ontheffen. Hij zoeke
geene uitvlugten en neme vastberaden de leiding
der linkerzijde op zich; want aan de linkerzijde
heeft hij het te danken dat hij op Vrijdag 29
November 1872 niet ten val is gebragt. Met
haar is hij onverwinnelijkwant de ontzaggelijke
meerderheid der kiezers in Frankrijk heeft hij
achter zich."
De keus van 25 nieuwe «Hecren" in plaats
van 40, is niet naar den smaak des Rijkskanse
liers, hij schijnt geweken le zijn voor den on-
verzettelijken wil des keizers, en nu reeds zin
spelen de Bismarckiaansche bladen op het drin
gende geval dat de keizer aan jeugdiger krachten
de regering moest opdragen.
Zoo ziet men zelfs, de keizer wordt niet ge
spaard, evenmin als de conservatieve Enlenburg,
die op een schoonen dag eenvoudig als gezant
hier of daar geplaatst zal worden.
Wal nu den Pairschub betreft, de Germania
ziet te regt in Herren en Herrenhaus een be
spottelijkheid; van «heeren" en «meesters" zijn
zij dienaren geworden.
De bladen zijn over 't geheel niet zeer tevreden
met den «Pairsschub." Bij enkelen weegt nog
steeds 't oudemaar daarom niet minder ern
stige bezwaar, dat de geheele zaak veel van een
coup délat heelt, dat het een gevaarlijk antecedent
iswaarvan eene reactionnaire regering ligt
gebruik kan maken om nog eens weer door
toevoeging van nieuwe leden hel heerenhuis,
en dan in haren geest te wijzigen. En de bladen,
die dit bezwaar niet deelenvinden het aantal
nieuwbenoemde pairs veel te klein. Het was
wel de moeite waard om zulk eene kleinigheid
zooveel beweging te maken l De fabel van den
berg en de muis kan nog eens worden opge
warmd.
De officieuse bladen doen 't voorkomen, alsof
minister von Roon wegens zijne slechte gezondheid
reeds voorlang had willen aftreden. Inlusschen
wordt reeds zijn opvolger genoemd. De politici
weten echter nog niet zeker, of generaal Ramecke
of von Dote de portefeuille vau oorlog zal
verkrijgen.
In Saksenwaar zooals men weetook eene
kreilzordnungskweslie aan de orde is, neemt
zij naar 't schijnt gelijken loop als in Pmissen.
De regering dringt aan op de goedkenring der
voordragtde tweede kamer heeft haar met
een groote meerderheid aangenomen; de meer
derheid in de eerste kamer is zeer gunstig voor
het ontwerp gestemdmaar een zeker getal
bekrompen manneneen zeer sterke minder
heid vormendezet alles op het spel om de
voordragt te doen verwerpen en den minister,
die haar indiende, uit het ministerie te ver
wijderen. Men hoopt inlusschen nog, en niet
geheel zonder grond dat de voordragt door de
eerste kamer zal worden aangenomen.
De Turksche Groote Heer is thans goedgehu
meurd.
«De publieke zaken gaan goed vooruit 1"
zeide hij onlangs en wreef zich lagchend in de
handen.
Z. H. denkt er ook aan, om eens weer geld
te leenen.
Hij wil de oude munt, die heel onooglijk
wordt, doen verdwijnen. Daardoor krijgt hij
nieuw geld 1
Allerlei.
De Fiansche dagbladen deelen een circulaire
medewelke de thans afgetreden minister van
binnenlandsche zaken aan de prefecten heeft
gerigt. Daarin zegt hij dat niet alleen de ca ff
chanlanls en cafeconcerls in de laatste jaren in
vele steden aanzienlijk in aantal zijn toegeno
men maar dat het meer en meer gebruik wordt
om stukjes op het programma te brengen die
uiet dan een slechten invloed op de moraliteit
der bezoekers dier inriglingen kunnen te weeg
brengen, en waardoor deze cafés ten slotte zouden
worden ware leerscholen voor «individuele en
sociale depravatie." De aandacht van de gemeen
tebesturen moet hierop gevestigd worden en zoo
noodig moet men het met kracht tegengaan.
Thans gebeurt het zelfs, dat in tegenwoordigheid
der politie onzedelijke en gevaarlijke liederen
enz. worden voorgedragen. Dit mag niet meer