1) i n g* s (1 a g 28 Januarij 1873. JU 2059. AmSFOORTSCHE COIRAIT. Winlerdienul aangevang 1 November 1872. Nkdehlanpsche Centraal-Spoorweg. Vertrek van Amersfoort naar Utrecht 9.01 11.02 snelt. 1 en 2 kl, 2.39, 8.18. Vertrek van Amersfoort naar Zwolle 9.05,1.34, 6.16 snelt. 1 en 2 kl., 9.—. Diligence-Diensten Van Amersfoort naar Maarsbergei! 's morgens &'f op de eerste treinen naar Arnhem, Utrecht, Amsterdam en Rotterdamen namiddag 3 uur. Van Amersfoort naar Barneveld 'savonds 9 na aank. der laatste irein. Diligence-dienst J. Floor, van Amersfoort naar Amsterdam 1u. nam., van Soesldijk 2J u., van Baarn 3 u., Eemnes 3 J u., aenk. te Amsterdam te 6 uren. Dit blad verschijnt Vaanday en Donderdagavond. Abonnementsprijs per kwartaal f I.-franco per post 1.15. Prijs der Advertentiën v7n 1 lot 6 regels 60 Ct» elke regel meerder 10 Ct.legale. olTicéele en onleigen. Advertentiën per regel |5Cts. Reclames per regel 20 cents 4/t. nummer, 10 cents Bestellingen bij den Ditg. A. H ran Cite ffte Amersfoort Hnrran /.ner./.«rl«Ae Co.,rant l.angestraal. W,,k V, N» 13. over de Oude Vi.chm.rkt, en h.j alle Boekhandelaren en Po.tdirecleareo in bet Ryk. Hrieoen franco. Advcrtrnl.e.i voor d.t blad u.t Rotterdam worden aangenomen door bet Algemeen Ideertentieburaeu tan Nusa en vsa ilnui, Wijnstraat, Rotterdam. s LANDS VERDEDIGING. Over de vraag: of wij ons wel kunnen verdedigen legen zeer groote b. r de Duilsche legers behelst het Handelsblad een ingezonden stuk van den gep. generaal majoor der cavalerie Jonkhr. B. run Merlen waaruit w ij het volgende overnemen, hetwelk zeer aandachlswaardig is voor allen, die prijs stellen op onze nationaliteit en onaf hankelijkheid welke alleen le behouden is, als wij voor onze verdedigbaarheid de veieischte middelen aanwenden en, zooals wij meermalen betoogden, niet le veel terrein willen verdedigen, hetgeen ook bieronder in voormeld artikel zaak rijk wordt voorgehouden .Een goed leger en eenc geconcentreerde de fensie is zeer noodzakelijk; de laatste alleszins voldoende en geëvenredigd aan onze levende strijdkrachten otn mei goed succes le kunnen worden verdedigd; hel is de vraag niet, wat willen wij behouden maar wel: wat kunnen wij behouden Wat nu betrcll het vetlalen dei provinciëndie huilen de Ulrechtsche linie gelegen zijn dit is voot deze eer voor- dan nadeeligzij loopen dan geen gevaar, van door gevechten hunne dorpen verbrand en den op het veld staamlen oogst vernield te tien mits de inwoners geen gueiillaoorlog als slruik- ronvers voeren, liet is niet het voeren van den gueiillaoorlog, oin have en goed te verdedigen; maar de wijze waarop zulks geschiedt, die den vijand het recht van represailles geeft. Den last van inkwating en requisisiën kan men toch niet ontgaan. Om ons leger zoo snel mogelijk slagvaardig te hebben, wordt vereischt: 1". Eene organisatie, die men in tijd van oorlog moet hebben dal is in divisiën en brigaden ingedeeld, waarvan de bevelhebbers en de kaders niet alleen benoemd en voltallig moeten zijn, maar ook voor den oorlog bekwaam en geschikt. Een leger te organiseeren bevelhebbers voor de brigaden'en divisiën benoemen en de kaders aan te vullen, als men met den ooi log bedreigd wordt, verraadt, vooral in de tegenwoordige tijden, nu er geen uur te veiliezen is, ver regaande kortzichtigheid. Men benoeme geen brigade- of divisiecom mandant,'die niet de bewijzen geleverd heeft, dat hij eenuit drie wapenenzamengestelde brigade flinkvolgens de regels der tactiek weel op te stellen en op verschillende terreinen weet te doen bewegen. Nu is bet «log niet zeker, dat hij dit even goed tegenover den vijand zal doen, maar zeer zeker is het, dat de brigade- of divisiecommandantdie in tijd van vrede niet flink met de drie wapens kan manoeuvreerendit tegenover den vijand in het geheel niet zal kunnen. Men weet dus zeker wie men niet mag benoemen daar men door zulk eene benoeming het leven van duizenden en bet behoud van het vaderland zoude opofferen. Dat ons leger niet uitsluitend achter de liniën zal opereerenheeft de geschiedenis van twee eeuwen bewezen. 2*. Dat evenals in Pruissen en bij ons vóór 1830 de regimenten in die provinciën garnizoen houden waaruit zij hunne militiens ontvangen; dan is een regiment in den kortst utogelijken tijd en de minst kostbare wijze vereenigd en marschvaardig. Zoo bestond vóór 1830 de 8ste afdecling, gainizoen houdende te Groningen, Leeuwarden en Kocvordenuit Groningers Friezen en Drentenaars. De 7de afdeclinggar nizoen te Zwolle en Deventer, bestond uit Overijsselsche en Gelderscltc millitiens, wellicht ook een gedeelte uil Drenthsche. Onze vesting, veld- en rijdende artillerie bad vóór 1830 zelden van garnizoen vetanderd, evenmin het 1ste regiment kurassiers in Zulfen en Arnhem in gainizoen, en die toch zoo uit- j muntend hun plicht in den oorlog met België deden. Van het ongelukkige denkbeeld, dal door een aanhoudende verandering van garnizoen een leger zeer mobiel gehouden wordt zal men dan nu toch wel teruggekomen zijn. Het Fransche legerdat zooveel van garnizoen veranderde kwam in den laalsien oorlog steeds te laat: het Pruisische, dat daarentegen zeet zelden van garnizoen verwisselde, overal op zijn tijd, als een gevolg van eene uitmuntende oefening in alles wat tot den oorlog betrekking beeft, en een Voorbveldelooze krijgstucht." Allerlei. Langen lijd is de goede stad Berlijn in zich zelve vetdeeld geweest en wel over een minder aangenaam onderwerp over de loecale stoffen. Al voer of kanalisatie, dat was de kwestie. Thans is echter eene brochure verschenen van dr. V'ir- choui, die de afvoer, Montecchi's en kanalisatie, Capu- Icllïiy schijnt te zullen vereenigen. Het bekende lid van den landdag kiest geene partij voor een van beide leuzen, maar selnijtt op zijne vlag: afvoer en kanalisatie. De bladen (de National Zlg. b v.) zijn zeer ingenomen met zijne theorie. Maar de p^aclijk t Is te hopen, schrijft men uil Berlijn, dat de kwestie spoedig uil de dagbladen moge ver dwijnen en men tot de praclijk overga Hiot in de hoofdstad van bet Duitsche rijk ademt men in eene allerakeligste atmospheer. Mij house is mij castie. Ja, dat is waar. Het is mij ook, alsof ik in een kasteel woon De gtachi om mijne woning 't is een boekhuis hier «goot" genaamd, behoeft geen ophaalbrug, om mij van de buitenwereld af te scheiden. Ten minste voor zwakke zenuwen doen de opstijgende dam pen dezelfde dienst als een opgehaalde brug. Moge Vtrchow's plan gelukken. Hel is lijd. Ik durf mijne slaapkamers naauwelijks le luchten, omdat er gevaar bestaaldat de inkomende lucht slechter zal zijn dan de uitslrootnende. Mijne slaapkamers Dat woord moet niet letterlijk worden opgevat. Ik betaal vierhon derd ihalers huur, maar moet toch indezelfde drie kamers wonen eten drinken studeren en slapen. Buitendien betaal ik nog 50 thalers belasting en ik durf mijne kamers naauwelijks luchten. My house is my castle!" Het maken van schoenen en laarzen door machines breidt zich in Amerika zeer uit. Bijna alles wat vroeger door handen aan laarzen weid verrigt geschiedt thans met ma chines. Zelfs gebruikte men er pletmachinis om het kloppen le verriglcu, schroei- en pcnniachines voor de zolen en een toesiel om het zooileder vol koperen punten te slaan. In dezen tijd van panische vrees schijnt ook in de gemeente Papendiecht een ingezetene in den waan verkeerd te hebbendat men het op inbraak bij hem toelag. Naar buiten gegaan, moet hij zelfs zich verbeeld hebben, dal zijn vermoeden waar was cn in zijne drilt op het bedreigende voot werp gevuurd hebben. Later is echter hel misverstand gebleken de schaduw van een onschuldig voorwerp schijnt aanleiding tot ongerustheid en daden van tegenweer gegeven te hebben. Wij zouden deze gebeurtenis onver meld gelalen hebben, ware bel niet, dat, zooals wij boven zeiden, in dezen tijd veel gewaande bee ren op den weg gezien worden, en bet dus wenschelijk is elk gebleken misverstand ter algemeene kennis te brengen. Het op den 19den dezer te Berlijn gevierde jaarlijkscbe kroonings- en orden-leest heeft dit maal een bijzonderen luistei ontleend aan de overbrenging van 86 in den jongsten oorlog veroverde Fransche vaandels naar de Hol- en Garnizoenskerk te Potsdamwelke door den Keizer op dien dag bepaald was. De Keizer de Koninklijke Piinsen, een groot aantal offi cieren van allen rang, deputatien van de geza menlijke corpseu des Pruissischen legers, allen met hei IJzeren Kruis versierdwoonden de plegtiglieid bij welke door eene kerkelijke rede ingeleid en met een groot banket besloten werd. Bij deze gelegenheid heeft de Keizer de volgende dagorder aan het leger uitgevaardigd Soldalen van mijn leger! Ik heb den dag van heden door het laatste gelukkige gevecht voor Parijs en door den slag bij St. Quenlin een dei nieuwe roemrijke dagen van het leger uitgekozenom de zegeteckenen uil den jongsten oorlog te voegen bij diewelke uit vroegere roemrijke oorlogen in de garnizoenskerk in Potsdam opgehangen zijn. God was met ons en heelt groote dingen aan ons gedaan. De vertegenwoordigers van het gansche leger, welke de plegtigheid van heden bijwoonden, zullen, gelijk ik, bovenal door drongen zijn geweest van het gevoel van levendige dankbaarheid jegens den Alinaglige. Maar, nevens dat dankgevoel, denk ik met trotschheid en aandoening aan mijn leger, aan zijne dapperheid aan zijne volhardende toe wijding, en, diep getroffen, aan zijne offers. De dankbare herinnering aan alles wat het leger in dezen veldtogt verrigt heeft, zal in mijn harttot dat het ophoudt te kloppen, levendig blijven en voor het nageslacht zullen de zege- teekenen waaraan wij heden eene plaats aan wezen een welsprekend getuigenis daarvan blijven. «Mogen de toekomstige geslachten het erfdeel onzer vaderen den ouden roem en de krijgs manseer des legers even trouw beschermeu en verdedigenals gij gedaan hebt." Politieke Revue. In de commissie van 30 iszooals men weet, op art. 1 van het constitutionnele ontwerp ook een amendement voorgesteld inhoudende de President mag in de Nationale Vergadering alleen bet woord voeren bij de discussien over wellen. De commissie heeft artikel 1zooals het door dat amendement wordt gewijzigdaange nomen maar de vraagot de President ook bij de behandeling van interpellaliën gehoord zal kunnen worden aangehouden. Door den afgevaardigde Broèl is het volgende voorstel aan de commissie van 30 ingediend, strekkende ter wegneming van de gerezen be zwaren «Indien een in de Nationale Vergadering geïnterpelleerde Minister betmet bet oog op

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1873 | | pagina 1