y r ij d a g 18 A pril 1873. AUEESFOOKTSGEE WinUnTranl ....jr.an, I No.tnib.r 18». A. g.DlUGtBCI-DlENSira Nkdkrlanpschr Centraal-Spoorweo. BB BB IHHI BB B BKH Vertrek tan Amersfoort naar Utrecht I| |1 TT Tj J| |1T ee^tmZa 9.1, 11.2 snelt. 1 en 2 kl., 2.39,8.18. I II II Kv 111 I naar Arnhem, Utrecht, Arasterdam en Vertrek van Amersfoort naar Zwolle II II II li! H 1 II I Rotterdamen namiddag 3 nor. 9.5, 1.34, 6.16 snelt. 1 en 2 1,., 9.—. y y y 411 Él H ta-TSMSStU Diligence-dienst J. Floor, van Amersfoort naar Amsterdam 1 u. nam., van Soestdijk 2} u., van Baam 3 u., Eemnes 3} u., aank. te Amsterdam te 6 oren. Dit bl«d veriebijnt Vaandag en Donderdagavond. Abonnementsprijs per kwartaal f I.franco per post 1.15. Prijs der Advertentiën van I tot 6 regels 60 Cts elke regel meerder 10 Cts; legale, ofTiciëele en onteigen. Advertentiën per regel IS Cis. Reclames per regel 20 cents 4 ft. nummert 10 cents Bestellingen bij den Uitg. 4- H. van CUeffte Amersfoort Hureau dmcrsfoorUehr Courant. Langestraat, Wijk F, N®. 43, over de Oude Vischmarkt, en bij alle Boekbandelaren en Postdirecteuren in bet Rijk. Brieven franco. Advertentiën voor dit blad uit Rotterdam worden aangenomen door bet Algemeen Advertentieburaeu van Nuca en via Dmaa, Wijnstraat, Rotterdam. Kennisgeving. Personeele Belasting en Patentrecht. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT Gezien het besluit van den heer Commissaris des Konings in de provincie Utrecht van den 25 Maart 1873, No. 2 Az. (Provinciaalblad No. 38), houdende bepaling van den tijd en de wijze der beschrijving voor de personeele belasting en hel patentrecht over bet dienstjaar 1873/74 Brengen ter kennis van de ingezetenen dezer ge meente dat de uitreiking der beschrijvingsbiljetten voor de personeele belasting en der gewone patent- declaratoorrn een aanvang zal nemen op Vrijdag, den 2. Mei c k. en de weder inzameling der inge vulde verklaringen op Vrijdag, den 18 dier maand"; terwijl dn paientdeclaratooren voor de slijters, tappers, kroeg- en kofliehuislioudcrs afzonderlijkzoodra mogelijk na den ingang van het dienstjaar, aan hunne buizen bezorgd en binnen drie dagen na de bezorging terug gehaald worden. Wordende wijders aan de ingezetenen herinnerd a, l)at het hun vrijstaat zich betrekkelijk de drie eerste grondslagen te gedragen aan den aanslag van het valig jaar, immers voorzoover in geen dier grondslagen cenige verandering is voorgevallenen tonderdal zulks zal kunnen verhinderen het gelasten van ccne herziening volgens art. 32 der wet van 29 Maart 1833 Staatiblad No. 4). Dal echter eenieder ten ernstigste aangemaand wordt, om door eene nauwkeurige en juiste opgave van de huurwaarde van het getal deuren vensiers en haard steden, mitsgaders van dienst- en werkboden en paarden en de klasse waartoe zij werkelijk behooren, de kosten en beboetingen te voorkomenwaaraan men zich anderszins zal blootstellen, b Dat eenieder gehouden is de vragen in de bil jetten vermeld onverwijld tlelligduidelijk en zonder eenige voorbehouding te beantwoorden; zullende diens- volgens geene latere reclamatiën gevolg van dubbel zinnige antwoordenin aanmerking komen en zelfs zoodanige antwoorden als niet gedaan kunnen aange- merkt worden. Indien de biljetten niet op het tijdstip der ophaling aanwezigof niet behoorlijk ingevuld zijnvervallen de ingezetenen in de verplichting om deze zeiven ten kantore te brengenbij gebreke waarvan zij zich blootstellen aan de bo<;t§ van achtmaal het bedrag der belasting bij art. 35 4 der wet vastgesteld. c. Dat niemand zich op verzuim in de uitreiking of terughaling van hel biljet kan beroependaar diegenewelke in zoodanig mogelijkdoch hoogst onwaarschijnlijk geval mocht verkeeren, verplicht is zijne opgave, vMr of op den 31. Mei 1873, ten kantore van den Ontvanger intedienen bij wien de inschrijvingsbil|elUn ter invullingkosteloos verkrijg baar zijn. d. Dat,* ingeval de bewoners van het huis niet kannen schreven de Ontvanger of zijn gemachtigde, des gevraagd de invulling zal doenin des bewoners naamtonder daarvoor eentge betaling te kunnen eitchenmet vermelding van de reden waarom; zultendo zoodanige aangifte door den Ontvanger of door zijnen gemachtigde in tegenwoordigheid van een derden persoonen met en benevens dezen worden geteekend na voorafgaande voorlezing. i. Dat van de terughaling der biljetteh aan de ingezetenen een behoorlijk bewijs zal worden ge laten. f. Dat bij de wet van 9 April 1869 (Staatsblad No. 59) onder anderen de navolgende bepalingen zijn gemaakt. Wegens vrouwelijke dienstboden die, op den 1. «Mei des jaars waarover de belasting looptouder •dan 18 en jonger dan 21 jaren zijn, bedraagt de belasting f 5 (voor iedere) zonder toepassing van het opklimmend tarief. Geene belasting is verschuldigd voor de éénige •vrouwelijke bediendeoverigens tiaar de 1ste3de of 4de klasse belastbaar, in dienst van den be lastingschuldige welke geeoe andere bedienden houdt en vier of meer eigen of aangehuwde kinderen kindskinderen of pupillen bij zich heelt inwonen, die op den 1. Mei des jaars waarover de belasting •loopt, jonger dan 21 jaar zijn. Die na den 15 Mei een perceel in gebruik neemt, ,is voor dit perceel de belasting naar de vier eerste .grondslagen voor den tijd des dienstjaars die nog «over is, verschuldigd. «Aan den belastingschuldige die in den loop des dienstjaars een perceel verlaat, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in zijnen dienst achter platen wordt ontheffing verleend van zijnen aanslag naar de vier eerste grondslagen voor den tijd des dienstjaars die nog over is, indien daarvan door hein binnen den tijd van eene maand volgende op •die waarin hij het perceel verliettegen bewijs schrif telijk aangifte is gedaan ten kantore des ontvangers op een aldaar kosteloos verkrijgbaar biljet." De ontheffing wordt ook verleend over het driemaan- •delijksch tijdvak waarin het perceel werd verlaten, indien de belastingschuldige daarna, doch in den loop van datzelfde tijdvak, een ander perceel, waarvoor •hij belastingplichtig is, io gebruik neemt" Bij overigden van den belastingplichtige treden •zijn erfgenamen in dezelfde rechten en verplich tingen" g. Dat zij die in de bezorging der verklaringen of aangiften voor het patentrecht mochten zjjn voorbij gezienzich daarop niet kunnen beroepen, maar de verklaringenverkrijgbaar bij den rijks-ontvangerin persoon of door een gevolmachtigde moeten indienen. h Dat alle schippers en eigenaars van vaartuigen, de gedelegeerden van de tweede klasse der Staats loterij en de kramers, welke het patent bij den aanvang van het dienstjaar in hun bezit moeten hebben, gehouden zijn daartoe de noodige aanvrage te doen; wordende dezen verzocht hun patent over het vorig jaar en de schippers om tevens hunnen meetbrief medetebrengen. En worden wijders de belanghebbenden herinnerd, dat volgens de wet alle vaartuigen en schepen, welke hun op den eersten Mei aanstaande toebenooren, moe ten worden aangegeven, al is hel dat daarvan geen gebruikt mocht zijn of worden gemaakt i. Dat zij die es.i bezwaarschrift indienen, ingevolge art. 1 der wet van 4. April 1870 [Staatsblad No. 60J verplicht zijn tot de overlegging van een duplicaat-aan slagbiljet, tegen betaling van vijf cents bij den ont vanger verkrijgbaar. Wordende al verder kenbaar gemaakt, dat, naar aan leiding van art. 29 2 der wet op de personeele belasting van 29. Maart 1833 [Staatsblad No. 4], tol tegenschattcrs voorde gemeente Amersfoort zijn benoemd: W. van DOORNIK, timmerman, en W. STOL, bode, wonende beiden alhier. En opdat niemand hiervan onwetendheid voor wende, zal deze worden gedrukt en aangeplakt op de daarvoor gebruikelijke plaatsen. Amersfoortden 17. April 1873. De Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester De Secretaris, A. G. WIJERS. W. L. SCHELTUS. Politieke Hevue. De strijd lusschen de Carlisten en de regerings troepen in Spanje woedt steeds voort, doch loopt meest uil op de nederlaag der eersten. Niet van gewigt ontbloot is de afzetting van den Heer Lauth burgemeester van Straatsburg, door Keizer Wilhelm algezetomdat bij door woorden zijne iranschgeziudbeid bad blootgelegd. la Consiaatinopel is een vrij ernstig conflict uitgebarsten tusscben ambtenaren van den fiscus en perzische onderdanen, beschuldigd van het drijven van smokkelhandel in tabak. De smok kelaars konden niet in hechtenis genomen worden dan na een geregeld beleg van hunnen kban te hebben doorstaan. Dergelijke feiten doen zich dikwijls voor, en gewoonlijk dekken de schnldigen zich door den vrijdom welken zij als vreemde lingen genieten. Thiers heelt zich in hel Elvsée recht huiselijk ingerigL Hij woont niet in de staalsverlrekken achtereenvolgens door Napoleon I en door den keizer van Rnsland (1815) en later door Louis Napoleon en door keizer Alexander (1869) be woont, maar in de zoogenaamde Petite Appar- tements, die voor den keizerlijken prins bestemd werden. De heer de Rémusat heelt een circulaire aan de kiezers gezonden, waarin hij verklaart steeds een voorstander te zijn geweest van vrijheid gegrond op regering, niet op voortdurende re volutie. Slechts een gematigd gouvernement zegt hij, heb ik houdbaar geacht, dal zijn kracht ontleent aan hel vertrouwen des lands. Als vriend van Thiers zal hij zich houden aan de jiolitiek die deze in zijn redevoeringen en boodschappen heeft aangegeven. Die politiek namelijk, waar door de vrede met het buitenland is hersteld de flnantien in een beleren toestand zijn gebragt en het republikeinsch gouvernement duurzaam gemaakt. De heer St. Marc de Girardin, vice-president der Kamer, is overleden ten gevolge van een beroerte. Hij was lid der Fransche Akademie en heeft zich in vroegere jaren gekenmerkt door zijne scherpe uitvallen. Aangaande de expeditie naar Khiwa meldt een Petersburg blad, speciaal gewijd aan mili taire aangelegenheden, dat de zwarigheden voor namelijk voorspruiten uit de plaatselijke gesteld heid des lauds. De vijand kan weinig tegenweer bieden daar het slaande leger uit niet meer dan 1000 man schappen bestaat, terwijl de overige strijdkrachten uit ongeregelde Ubeken en Sarlen beslaan die slecht gewapend zijn en de grootste moeit? hebben in het veld aan onderhoud komen. De voorraad wapens en amuuilie is van weinig be- teekenis. In den laatsten lijd heeft de Khan eenige duizenden geweren en kanonnen door Engeland uit Iudie gekregen. Bepaald is mep van meening dal het leger van Khiwa niet bestaan kan tegen een Europeesch leger. Maar de ongeregelde horden kunnen door bedreiging van de verbindings-plaalsen en ook door dat ze de Nomaden-volken dwingen het vee weg ie drijven, den troepen veel overlast aan dpërt. Het klimaat is bovendien zeer ongunstig voor de troepen, want de winter blyfl in die,slreken aanhouden. De hoogopgeslapelde sneeuw belem mert den langep legertrein ju zijp rpatsch., Per- halve werden Kigisische arbeiders aangenomen, die de troepen een weg moeten helpen banen. Bij de espeditie bevindei. zich verscheidene ge leerden, onder hen sterrekundigen, die de schoon-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1873 | | pagina 1