JVA 2100. Y r ij dag- 13 grpg1 J u nij 1873. jmSFOORTSCHl Nkdirlamduhi Cintraal-Spoorwrg. P| pj U Van Vertrek van Amersfoort naar Utrecht I II II II III III 's morgens op de eerste treinen 7.44, 117, 3.18, 8.,8. Ill W L| 1 I OfclSt Vertrsk aan Amersfoort naar Zwolle II II II. (I 111 I 'saaonda 9 na aank. der laatste trein. 8.49, 9.43, 1.34, 6.16, 8.59.flj HH Hb H 0 Vau Barnereld naar Amersfoort'sav.9o. Diligence-dienst J. Floor, van Amersfoort naar Amsterdam IJ u. nam., van Soestdijk 1\ u., van Baarn 3 n., Eemnes 3J., aank. te Amsterdam te 6 uren. Dit blad Teracbijnt Maandag en Donderdagavond. AbonoeraeoUprij» per kwartaal f\.— franco per p«at 1.15. Prijs der Adferleatien ran I tal 6 regels 60 Ctselke regel meerder 10 Cts; legale, oflicieele en onteigen. Advertentiên per regel 15 Cu. Reclames per regel 20 cents Aft. nummert 10 cents Bestellingen bij den Uitg. A. H. van CUtffte Amersfoort Bureau AmertfoorUek» Courant. Stoorestraat bij de Langestraat. Wijk B, N*. 33, en bij alle Boekhandel, ren en Postdirecteuren in bet Rijk. Brieven franco. Advertentiên voor dit blad uit Rotterdam worden aangenomen door bet Algemeen Advertentieburaeu van Nusi en va» Ditui, Wijnstraat, Rotterdam. Kennisgevingen. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT doen te welen, dal door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 28. Mei 1873, is vastgesteld de volgende VERORDENING voor hel vervoer van lijden aan eene besmettelijke ziekte naar een ziekenhuit of naar hunne woning. De KAAI) der gemeente AMERSFOORT Gezien art. 9 der wet van den 4. December 1872 (Staatsblad No. 134), BESLUIT Artikel 1. Hel is verbodengevallen van dringenden spoed uitgezonderd, lijders aan eene besmettelijke ziekte naar een ziekenhuis of naar hunne woning te vervoeren zonder van het voornemen daartoe aan den Burgemeester te hebben kennisgegeven. Art. 2. Het vervoer moet geschieden langs den door den Burgemeester aantewijeeo weg en zonder onnoodig oponthouden voorla op alle door hem te geven bevelen. Art. 3. Het vervoer mag alleen geschieden in vervoermiddelen die* van buiten duidelijk zichtbaar het in art. 20 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad No. 134) bedoeld kenteeken dragen. Art. 4. Het in het vorig artikel bedoeld ken teeken moet aan het vervoermiddel gehecht blijven totdat de ontsmetting ingevolge alinea 4 van art. 9 der voormelde wet heeft plaats gehad Art. 5. Zoolang het vervoermiddel niet is ontsmet, mogen daarin op den terugtocht geene personen plaats nemen of opgenomen worden die niet lot het transport hebben behoord. Art. 6. De overtreding van een der artikelen dezer verordening wordt gestraft met eene boete van vijf lol vijf en twintig gulden en met gevan genis van een tot drie dagente zamen of afzonderlijk. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Amersfoort, in zijne openbare vergadering van den 28. Mei 1873. De Voorzitter De Secretaris A. G. WIJERS. W. L. SCHELTUS. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Utrechtvolgens hun bericht van den 7. Juni 1873, in afschrift medegedeeld. Er is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 12. Juni 1873, des voormiddags te elf uren. Burgemeester en Weihouders van Amersfoort, De Burgemeester De SecretarisA. G. WIJERS. W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT doen te wetendat de processen verbaal van inlevering en opening der stembriefjes, ter verkiezing van een lid voorde Tweede Kamer der Staten-Generaal, in afschrift aan het Raadhuis zijn aangeplakt en gedurende veertien dagen op da Secretarie voor eenieder ter inzage liggen, alle werkdagen van tien tot één uur. Amersfoortden 11. Juni 1873. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester De Secretaris A. G. W IJERS. W. L. SCHELTUS. Wat moet er gedaan worden by de tweede expeditie naar Atchin? Er wordt veel geschreven en gesproken over het échec, dat onze Indische troepen voor Atchin geleden hebbenom daardoor onrust en tweespalt in den lande te veroorzaken. Zoo leest men «60,000 Atcbinezen zijn gewapend en staan klaar om onze troepen te ontvangen. 40,000 achterladers zijn aan het Atchin leger uitge deeld." Het Atchin leger wordt door Europesche officieren aangevoerd." In vereeniging van andere volken van Sumatra zullen de Atchinezen onze troepen komen aan vallen." De Atchinezen zijn voorzien van zwaar en veel getrokken geschut" en meer andere niet veel opbeurende tijdingen. Het is zeker waar, dat onze troepen van Atchin moesten terugtrekken en dat ons expe ditionair leger voor den Kraton van Atchin eenige verliezen heeft geleden. Men doet verkeerd het terugtrekken onzer troepen toe te schrijven aan den moed en de sterkte van het Atchin legerde expeditie was te laat begonnenom de taak haar opgedragen geheel te voleindigen de regen mousson was ophanden en daar door de Atchinezen meer tegenstand werd geboden, dan men wel verwacht had, was het voor ons leger beter om terug te trekken, de kwade monsson voorbij te laten gaanen dan weder naar Atchin terug te keeren. Wij kennen die grootspraakdat ruchtbaar maken van die verschrikkelijke magtwaarover de vijand te beschikken heeft. De Atchinees is niets meer vooruit in het oorlog voeren tegen eene Europeesche raagt dan alle andere Indische volksstammen in den Archipel. De bewapening en aanvoering is niets beter dan bij alle overigenen mogen er al enkelen met achterladers gewapend wezen da* is zulk een wapen in handen van een ongeoefend in lander voor hem van zeer weinig waarde. De artillerie der Atchinezen is niet veel beter, dan die het Indische leger bij andere inlandsche volken aangetroffen heeft, en al hebben ook eenige hunner schoten enkele onzer soldaten getroffen, te vreezen is de artillerie der Atchi nezen niet. Zeker is hetdat bij ons eerste treffen te Atchin het fanatisme eene groote rol heeft gespeeld en het getal der fanatieken veel grooter is geweest dan in onze andere oorlogen. Even als PalembangBaliBorneo en Boni, zal ook Atchin voor onze wapenen moeten onderdoen. Hoewel wij niet aan het succès van onze wapenen bij de tweede expeditie mogen twijfelen kan hel echter gebeuren dat de taak om Atchin geheel ten onder te brengen niet gelokt aan de troepenmagl der tweede expeditie, en eene derde zal moeten volgen. Jaren heelt de krijg in Palembang en Borneo geduurd; om Bali tot gehoorzaamheid te dwingen (*)In 1848 waren voor Djaga Raga (Bali) van 1200 man, in den tijd van 3 uren, 300 man buiten gevecht, waaronder ruim 100 doodeu. Een verlies van 38 dooden en 375 gekwetsten van de 4000 man in de diverse gevechten bij Atchin is dus niet zeer groot. waren drie expedition noodigvoor Boni twee. Ons Indisch leger is thans ook beter bewapend; die bewapening weegt rnim op legen de betere bewapening zoo als de tijdingen luiden der Atchinezen. Dus met gerustheid den afloop der aanstaande expeditie afgewacht. Men late zich door ongeluk schreeuwers niet bang maken. Men vertrouwe op ons dapper Indisch leger: Men vertrouwe op de énergieke maatregelen van het Hooge Bestuurdat alles doet om het gewenschte succès bij de tweede expeditie te verkrijgen. Offers zal die oorlog kosten, maar geen offer zal voor den waren Nederlander te groot zijn, om onze driekleur ook op Atchins grond en veste te zien wapperen. De tweede expeditie naar Atchin mag, hoe de afloop ook zgdat land niet meer verlaten; geen regen moussongeen ongunstig resultaat onzer wapenen mag daarvoor als reden opgegeven worden. In tijds moet men de expeditionaire troepen voorzien van houten kazernen voor 4000 man moeten er kazernen op Java aangemaakt wordjen. De genie moet al dadelijkwanneer onze troepen voet op Atchins strand hebben, nitziea naar een terrein, geschikt om een geretran- cheerd kampement te maken dat kampement moet verdedigd worden door lunettenelk bewapend met drie stukken zwaar geschut en eene compagnie infanterie sterk 150 mande verbinding der lunetten moet plaats hebben door friesche ruiters waarvoor men nog zwaar aangepunt en verankerd kreupelhout kau leg gen in elke lunette moet een houten kazerne geplaatst worden voor honderd man, en een afzonderlijk wachthuishet hoofdkwartier en het expeditionaire leger moeten in het centrum gelegen wezen tusschen de intervallen der lu netten; een weinig achterwaarts moeten de veld- batterijen geplaatst worden zoo handelende kan men gerust den regentijd te Atchin door brengen, om met den goeden mousson weder aanvallend te handelen. Het is waardat het verblijf der troepen in den regentijd te Atchin veel geld zal kosten, maar het is beter om wat geld uit te geven zich de kosten te getroostendan om Atchins grond weder te verlaten de indrukdien zulk eene gebeurtenis op Java en in alle onze be zittingen zoude te weeg brengenzoude ons zeker op tienmaal meer geld en offers uitkomen dan de uitgaven voor houten kazernen en bet maken van een geretrancheerd kampement. In het geval dat de tweede expeditie naar Alcbin met sucès bekroond wordt, dan komen die houten kazernen aan onze expeditionaire troepen evenzeer te pas, en zgn de onkosten niet nutteloos gemaakt. Men moet op alle eventualiteiten bedacht wezende natuurlijke en de door kunst aange- bragte hindernissende tegenstandkunnen van dien aard wezen, dat het expeditionaire leger niet bii magte is om bij de tweede expeditie het geheele land te onderwerpen^ Volgens de debatten in ae Tweede Kamer beslaat het plan om eene Indische Brigade op te rigten j wij juichen dat plan ten hoogste toe; maar wanneer zal men met de oprigting van die Brigade beginnen Volgens ons inzien zoude het zeer noodzakelijk wezenom zoo spoedig mogelijk met de oprigting te beginnen, en er een gedeelte van naar Java

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1873 | | pagina 1