•gein noemde en de bankbiljetten wenschtc te
tien teneinde te onderzoeken of er ook valsche
onder waren. De arglooze bediende gat de bil
jetten maar naauwelijks had de valsche agent
het pak in handen, of hy koos het hazenpad,
zonder dal het mogelijk is geweest hem terug
te vinden. Zoo moet men hier altijd op zijne
hoede zijn tegen slimme gaauwdieven!
Dc tijdingen uit Bengalen luiden in de laatste
dagen weer onrustbarender, 't Jongste telegram
van den Timee correspondent te Calentta meldt,
dat, luidens de officiële bulletins, de ellende
in de door gebrek geteisterde provinciën zeer
toeneemt. Vooral vrouwen en kindeten ieden
veelgevallen van hongersnood waren gecon
stateerd landlooperij en misdaden deden zich
veel voor. Sir G. Campbell betwijfelde 'tof de
regering wel voedsel genoeg zou kunnen ver
schaffen. Er was op dit'oogenblik 333,000 ton
rijst noodig eu een toereikend aantal koelies
'voor 'l vervoer.
Aangaande late winters vindt men bij liefmg
opgeteekend
«In 1667 had men een vrij late, maar niet
temin strenge vorst. Eerst op den 16den Maart
vroor het zoo sterkdat hel IJ den volgenden
dag reeds vast zal en den 18den beloopen werd.
Ook bevroor toen de Zuiderzeewaarop men
den lsten April nog liep, en toen zelfs eene
vrouw op had zitten te spinnen."
«En in hel jaar 1771 begon het den 20sten
Maart opnieuw te vriezenzoodat sommige
iusvoners aan den Zaankant van den 29steu
dier maand tot den eersten April schaatsen
redendoch meest 's morgensen dat den
laats ten Maart, zijnde toen Paschen, verscheiden
personen Paascheijeren op het ijs alen."
In 1579 had (Je provincie) Holland circa
een millioen schuld, terwijl die der overige
vereenigde provinciën daarbij van weinig be-
ieekenis was. Voor Holland bedroeg die schuld in
1618 114 millioeu. 1713 343 millioen.
1678 160 1743 404
1697 214 1795 451
De Bataafsche republiek had in 1797 een
schuld van 614 millioeu; ia 1802 van 1000
millioeu.
De schuld van hel koningrijk der Nederlanden
bedroeg
in 1844 1307 millioen. in 1872 1000 millioen.
1850 1230 in 1874 940
De schnld is in 50 jaren alzoo verminderd
met 367 millioen.
Het gebrek aan officieren bij het N. Indische
leger doet zich levendig gevoelen. Bij de Infante
rie alleen outbreken ongeveer 200 officieren.
Daarom is besloten de militairen nit bel hoogste
studiejaar van de Militaire School te Meester-
Cornelis zonder examen tot 2den Init. te bevor
deren en ook de militairen van den cursus bij
de corpsen, die daarvoor in aanmerking komen,
tot officier aan te stellen. (Javabode.)
De vereeniging van officieren der onderschei
den schuiteryen in Nederland zal in de maand
Juni. a. s. in de duinen nabij Haailetn een
grooten schietwedstrijd houden.
By de f99 op 6 December in Atchin onder
behandeling gebleven lijders zijn lot en mei 20
December bijgekomen 658 zieken en gewonden
in het geheel 857 lijders. Vaa deze zijn over
leden 145. Het geheel aantal ziekten en gewon
den sedert het verlaten van het garnizoen tot
20 Dec. heeft bedragen 945; van deze zijn
overleden: tol 6 December 148; van 6 lol 20
Decembej 145. Totaal 293. Bij de 945 zieken
en gewonden moeten nog als zieken worden
opgeteld de 104 tol 3 December aan cholera
overledenen omdat deze niet als zieken vermeld
zijn. Totaal zieken en gewonden 1049. Van deze
zijn alzoo overleden 293, en wel aan cholera
261, aan wonden 16. Onder de overledenen zijn
medegerekend 55 dwangarbeiders.
De winter schijnt dit jaar verdwaald te zijn,
lazen wij dezer dagen. Terwijl wij hier in 't
noorden van Europa nog bijna geen vorst gehad
hebben, zien daarentegen de zuidelijke deelen
het ongewone verschijnsel vaa ^elle kou en
•neeuwjagten.
Dit ondervindt ook.de bevolking van Kon-
«tantinopel. Uit Pera een der voorsteden, wordt
daarover van den 14den dezer, 't volgende aan
de Ally. Zeiltuig geschreven. Sedert eenige dagen
bevinden wij ons in een toestand, die een
regelmatige belegering zeer nabij komt. Reeds
in den aanvang dezer maand maakten aanhou
dende anceuwjagicn de communicatie in de stad
zeer moeijelijk thans echter is in den nacht
van den 11 den op den 12dcn February een
storm opgestokendie zooveel sneeaw deed
neèrvallendal zij hier en daar 5 tol 6 voet
hoog ligt. Nu is alle communicatie afgesneden;
huurpaarden, fiacies, omnibussen, tramway en
spoorweg staakten hunne dienstensedert den
9den is de telegrafische gemeenschap verbroken,
de beuis is gesloten, omdat geen telegram uil
Europa de grondslagen mededeeltwaarop de
speculaties kunnen ondernomen wordende
meeste winkeliers, kooplieden en banken doen
geen zakenen wanneer de afsluiting nog
eenige dagen duurtslaat ons een hongersnood
te wachten, want de vroegere meel-magazijnen
aan den Bosphorus bestaan reeds lang niet meer
en de havens aan den Donau en Odessa zijn
allen digt gevroren. Ook de vleeschvoorraad
dreigt weldra uitgeput te zijn. En alsof een en
ander nog niet genoeg ware belet de regering
ons om nog van het eenig overgebleven middel
van verkeer gebruik te maken. Handelslieden
die door het weder verhinderd werden aan hunne
afspraken te voldoen om op de spoorwegstati
ons hunne zaken te komen bespreken wensch-
len per telegraaf hiervan kennis te geven de
regeering. echter verbood de spoorweg-admini
stratie hare lijnen voor partikulieren beschikbaar
te stellen, ofschoon dié administratie zells het
aanbod deed de helft der bruto-ontvangsten in
de kas der rijkstelegraaf te storten- Uit
Smyrna, Bekie, Erzerum en andere plaatsen in
de provinciën komen eveneens berigten f waarin
van een buitengewoon strengen winter gesproken
wordt.
Den 30 Augustus 1871 gaf een handelsagent
te St.-Tönis aan zijn patroon te Amsterdam
berigl, dat hij een zekere partij Petersburger
rogge, liggende te Venlo, aan een daarbij ge
noemden persoon ia Limburg had verkocht
tegen 5.14 thlr. per 100 kilogr. Daar inmiddels
de patroon hem had geschreven niet onder 5.16
thlr. te mogen verkoopen werd de handeling
later slechts daarom goedgekeurd, wijl de patroon
den agent niet in moeijelijkheden wilde brengen.
Toen nu de betaaltijd voor den kooper te
Rcuven kwam was men niet weinig verbaasd
dat hij wilde voldoen tegen 4.14 thlr. Hij beriep
zich op een schrijven van den agent van den
23 Augustus, dat inderdaad dit cijfer inhield
duidelijk geschreven en onveranderd op welke
missive, houdende aanbod, de kooper onmid
dellijk schriftelijk had toegeslagen (zonder echter
den prijs te herhalen).
Daar intusschen de wisseling in den prijs
gedurende de gansche maand slechts eenige
groschen beliep (van tbr. 5.8 tot thr. 5.20)
wilde de verkooper te Amsterdam gelijk wel
van zelf spreekt zich volstrekt niet door die
quasi-onnoozele sluwheid van den dorpsbakker
laten beetnemen en, nadat hij van verschillende
zijden de bewijzen had bijeengebragt, dagvaardde
hij den kooper bij de arrondissements-regibank
te Roermond, lot betaling tegen den prijs van
thr. 3.14 thr. of wel tot het, wegens gemis aan
overeenstemmingnietig hooren verklaren der
overeenkomstonder verpligting tot teruggave
der waar, of, bij gebrek daarvan, van het
geldelijk bedrag.
Had de verkooper vele punten in zijn voor
deelzijne correspondentie met den agent, het
bieden door verschillende personen op dezelfde
partij van thr. 5.10 en thr. 5.13, de marktprijs
te Venlo, de zonderlinge houding van den
kooper, die aangeteekendc brieven schreef «dat
het geld de koopprijs maar renteloos lag
en waarom niet werd beschikt" enz., de kooper
hield zich stokstijf aan den door den agent
geschreven brief en aan zijn antwoord en wilde
niet toegeven.
Na de pleidooijen bij de regtbank werd de
kooper in hel gelijk gesteld. De regter te Roer
mond was van oordeeldat geen andere koop
en verkoop was bewezen dan die uit hel aanbod
ep de aanneming beide schriftelijk geschied
volgde.
Van dit op 23 Mei 1872 gewezen vonnis
kwam de verkooper in appel bij het provinciaal
geregtshof in Limburg, met dat gevolg, dal,
na de gehouden voordiagt aldaarhet vonnis
van den eersten regter op 5 Mei 1873 vernie
tigd en de verkooper tot bel nader bewijs van
al hetgeen hij aangevoerd had, toegelaten werd.
Inmidders had de kooper zich op zijne ver
dediging nader bedacht en nieuwe versterkingen
aangebragt, door te beweren, dat die rogge
slecht was (het monster had hij echter niet
meer voorhanden), dat de verkooper te Amster
dam geen vordering tegen hem had hij
kende dien zelfs niet slechts de agent in
privéenz.
Alle die stuiptrekkingen mogten echter niet
baten. Nadat al de getuigen ook van naburige
plaatsen in Duilschlanddoor het hoi met het
meeste geduld waren gehoord de marktprijs, de
hoedanigheid van het verkochte en vele an
dere leiten van gewigt bewezen waren en de
kooper daarop vruchteloos had beproefd door
tegenjetnigen al wal reeds gerelateerd was te
ontzenuwen en tc niet te doen wees liet hof
van Limburg op 21 February jl. eindarrest en
veroordeelde het den kooper lot betaling van
den door den verkooper gevorderden pi ijs, met
renten en kosten.
Over de veelvouden van dien éénen thaler
waren vele regtsgeleerden in het getouw. Voor
den verkooper rnrs. J. Pinner en I. van S. Mulder
(als ook oir. Gust. Tripels te Maastricht, die
het woord voerde na de enquêtes); voor den
kooper mr. A. Thissen te Roermond (sedert
overleden) en mr. Verduchnèe te Maastricht.
Als procureurs waren opgetreden te Roermond
voor den verkooper mr. C. J- H. Guillon voor
deu kooper mr. Thissen, te Maastricht voor
den eerste mr. Theod. Michiels, voorden laatste
mr. Eug. van Oppen.
Hoe zouden Regtbanken van Koophan
del deze interessante koophandel-regtszaak be
slissen
Deze vraag is gewis der beantwoording waardig,
nu er een drijverf bestaat voor zoodanige inrig-
titigen,
In de Vrijdag gehouden zitting der Tweede
Kamer heelt de Minister van Koloniën de motie
van den heer Kappeijne (strekkendeomin
afwachting van een wetsontwerp tot regeling
van hel Indisch muntwezen waarop de Minister
van Koloniën Donderdag het uitzigt opende de
verdere discussie over de muntwet onbepaald
uit te stellen) bestreden. De Minister had toen
niet onvoorwaardelijk de regeling van bet Indische
muntwezen toegezegd, maar alléén na aanneming
der aanhangige wet.
Ook de Minister van Financiën beeft de motie
bestreden waarvan de aanneming gelijk staat
met verwerping der wetterwijl de onzekerheid
voor den handel blijft voortduren.
Na langdurige discussie is de motie-Kappejjne
(nog eenigszins in redactie gewijzigd) verworpen
met 45 tegen 29 stemmenzoodal de discussie
doorgaat.
Daarna heeft de heer Nierstraiz de Regeering
geïnterpelleerd over 'l langdurig interim aan
het Departement van Marine, en gevraagd of
spoedig een definitief Minister van Marine zou
optreden.
De Minister van Justitie heeft het interim
verdedigd met het oog op de gemeenschappelijke
belangen, welke gedurende den oorlog met
Atchin tusschen de departementen van Marine
en van Koloniën telkens bestaan.
De Minister van Koloniën bezigde hetzelfde
argument, doch daaruit volgt niet, dat het
interim zal voortduren zoolang de oorlog met
Atchin duurt.
Na replieken van de heeren Nierslrasi en van
Zuylen is de interpellatie aigeloopen.
De Kamer heeft besloten de vestingwet te
behandelen na het enquête-voorstel over de
Koopvaardijvloot.
IVntioiiaal Potpourri.
In de Tweede Kamer waren de discussion
over het muntwet-ontwerp in de eerste dagen
zeer bezadigd en dikwijls leerrijk.
Later werden zij nu en dan ontsierd door
hatelijkheden en persifflages.
Is het dan niet mogelijk voor velen onder
hen, die geroepen zijn 's lands zaken te behar
tigen om er op te letten dat zij daardoor zich
zeiven en hun mandaat declineren zich in de
schatting van beschaafde staatsburgers verlagen
Is hel bij deze afgevaardigden niet mogelijk
in het oog te houden dal een goed woord
eene goede plaats vindt 1
De minister van Financiën heeft eene zeer
belangrijke rede gehouden ter verdediging der
muntwet.
Zij was lang maar volstrekt niet te lang in
verband lot het gewigt van hel onderwerp en
de voorafgegane discussiën.
De vestingwet is nu spoedig aan de beurt en
gaf die der munthervorming zooveel kleur aan
de discussiën de gedachtenwisseling over ons
verdedigingstelsel zal nog hooger toetsen aan
brengen.
Dat de Tweede Kamer de attentie trok van
allendie weten hoe veel belang het Volk bij
de munt heeft, spreekt van zeiven maar toch
werd, tusschen de bedrijven in, nog wel eens
gesproken over het nationaal geschenk op
12 Mei Z. M. den Koning aantebieden.
De 22 leden welke aan de 13 leden der
Hoojdcommissie zouden worden toegevoegd
teneinde de belangrijke zaak te leidenzijn nu
benoemd maar allen nog niet bekend.
Zij zullen gezamenlijk beslissen door welk
geschenk het Volk Z. M. hulde zal brengen.
Eerst echter dienen zij te weten over welke
som te beschikken is en wanneer zal dat
bekend zijn
Men zamelt steeds in maar zooals gewoonlijk,