gewoontezijne haiul en zijn hart aan cene
llinke keukenmeid, llot meisje, die den gajl
kende, aanvaardde na eenige weigering voor
den se hij tl zijn aanbodmaar onder voor
gaarde, dat hij zijne betotle zou teekenen op
gezegeld papier en degene die zijn woord zou
verhieken 6000 Ir. zon betalen. Acht dagen
waren nanuwelijks verloopenof de jongeling
verklaarde aan de keukenmeid, dal zij op hem
niet moest rekenen, en dat hij de acte had ge-
tcekend toen hij dronken was cn hij niet wilde
trouwen. Hij had ditmaal buiten den waardol
liever buiten de keukenmeid gerekend.
's Anderdaags zond zij hem een deurwaarder
om baar, volgens de overeenkomst, de som
van 6000 fr. te betalen zoo hij niet voor de
Hcgtbank wilde vei schijnen. 6000 francs, dacht
Adonis is veel geld; 6000 francs of eene vro>uw,
nemen wij kunnen ze 's anderendaags toch weer
wegzenden, als ze ons niet meer aanstaat. Hij
ging naar de keukenmeid en zeidedat hij
met haar trouwen zou. Doch de meid ant
woordde gij hebt uw woord ingetrokkenmet
6000 fr. zijt gij er af. Gij weigert dus uw lot
aan hel mijne te verbinden, zeide de jongeling.
Ja was hot antwoord omdat gij mij eerst
verslooten hebt. Maar ik kom terug op mijne
beslissing. Het is te laat. De man wilde
echter niet betalen. De meid doet hem nu een
proces aanomdat hij zijn woord gebroken
heelt, en de jongeling doet de meid een proces
aan omdat zij hein niet trouwen wil. Men is
zeer nieuwsgierig den uitslag der zaak te ver
nemen.
Tc Antwerpen hoeft Zilurdag een zware brand
gewoed de suikerraffinaderij van den heer
Loninclx is een prooi der vlammen geworden.
In drie jaren lijds werden daar nu reeds vie
zulke établissementen tot asch verteerd.
De directeur-uitgever van een blad over op
voedkunde dai te Herlijn het licht ziet, heeft
de stelling verkondigddal slaan een betere
manier van straffen is, dan de kinderen na
schooltijd nog te houden Slaan zegt hij zet
het bloed in beweging en .veroorzaakt groote
werkkracht van de hersens. Heilige schooljongens
hebben den man daarop een brief gezonden
waarin zij hem hun leedwezen te kennen geven,
dal hij in zijn jeugd niet wat meer geranseld
en wal minder op school gehouden is.
Dc acclimatalie-tuin in het Bois de Boulogne
heeft een belangrijke aanwinst gedaan in een
curieus dier, namelijk in een klein wit olilantje,
dat niet grooter wordt. Het is slechts één meter
hoog en weegt naauwelijks 100 -kil.
Het hof van assises in Frankrijk heelt zekeren
Marot Bené, die nog geen 40 jaar is en reeds
veroordeeld was tot 41 jaren gevangenisstraf,
waarvan hij cr 21 heelt gezeten op nieuw
tot 40 jaten tuchthuisstraf veroordeeld. De mao
was geweldig cynisch onder het proces en na
den president hevig te hebben aangevallen
hield hy ten slotte zijn advocaat pro deo eed
jong debutant, plotseling tegen in zijn vloen
van welsprekende woordendoor te zeggen
«Het is al wel zoo, jong mcuscliuw debuut
is niet kwaad maar gij hebt nu lang genoeg
gespoken. Men moet nooit zijn publiek vervelen."
De advocaat zei geen woord meer, en de mac
werd zonder verzachtende omstandigheden ver
oordeeld wal hem groot pleizier scheen te
doen.
Terleden week ontving de commissaris van
politie te Dover een telegram van den voorzitter
van het Lagerhuiswaarin hem bevel werd
gegeven het vertrek te beletten van twee heeren,
die Londen verlaten hadden met den avond-
trein van 8 uur en voornemens waren om
naar Oslendc over te steken om op «het slag
veld van Europa" te gaan duelleren. De politie
ging onmiddellijk naar de mail-boot, die juist
naar Ostende vertrekken zou en vond de twee
aangeduide heeren ieder van een getuige voor
zien en met een kistje inet moordwapenen
onder den arm. De commissaris verzocht hun
beleefd, maar dringend, hem onmiddellijk te
volgen en de boot te verlaten. Een der heeren
een lid van het parlement gehoorzaamde
onmiddellijk, doch de andere heer, een hoofd
officier van het leger, maakte tegenstribbelingen
eri weigerde het hevel van den voorzitter van
liet huis te volgen. Toen hij zag, dat de politie
niet toegaf, volgde hij den commissaris ten
slotteen do hooi vertrok met de brieven voor
België en Holland, maar zonder hel strijdlustig
tweetal. De bloeddorstige officier weid in een
hotel gchragl cn het wraakzuchtige kamerlid
in een ander. Zij moglen doen wal zij wilden,
behalve he'. hotel verlaten Den volgenden mor
gen morgen werden zij naar Looden opgezonden
de een lacgs den Souih-Eufer/i-jpoorweg en de
andere langs den CftaiAam-öover-spoorweg. Aan
den voorzitter van het huis werd hun verzen
ding per sneltrein getelegraleerd. De dagbladen
melden niet wat vei der met het belangwekkende
tweetal gebeurd is.
I ti g e t o it d e li.
Al baat 't niet'tsohaadt niet
Elk raenschvan hoe weinig ondervinding
ook, weet, dat hall werk terstond na de zoo
genaamde voltooiing weder bijgelapt moet wor
den en bij slot van tekening nog meer tijden
geld kostdan wanneer hel met zorg en goed
was afgewerkt. De nauwgezette bouwmeester
ziet spoedig indat hij met gd&d afgedaan
werk, niet alleen aan zich zeiven, maar ook
aan alle belanghebbenden het grootste voordeel
aanbrengt. Ter bereiking nu van dat doel is
het niet voldoendedat hij de vereischte the
oretische en practische bekwaamheden bezit
maar bovendien moet hij over genoegzame mid
delen kunnen beschikken om de stolwaaruit
zijn werk moet opgebouwd worden te verwer
ken. Ontbreken hem die middelendan zal hij,
hoe diep ook doordrongen van de waarheid
der spreuk.' «Wal gij doet, doet dat goed,"
niets dan hall werk kunnen leveren. Wil hij
dus de zelfvoldoening smaken ook eenig gewicht
in de maatschappelijke weegschaal tc leggen
dan moei hij zoo spoedig mogelijk het ontbre
kende trachten aan te vullen, ot als dit niet
lol zijne roeping behoort, zullen zij, die zich
voor den goeden gang van zaken veranlwooi-
delijk hebben gesteld den weg behooren aan te
wijzen langs welken de noodige verbeteringen
kunnen aangebracht worden.
De werkplaats waarop ik hier bepaaldelijk
het oog heb, is «de Nutschool" te Amersfoort.
Up die inrichting dan heb ik sedert geruimen
tijd mijne bizondere aandacht gevestigd en als
belanghebbende mij de vraag gesteld, ol ge
noemde school de vereischte gegevens in zich
bevat, om aan het billijk verlangen der belang
hebbende ouders te voldoen. Dat niet alle
ouders den juisten maalstai welen' te nemen
waarnaar zij hunne beoordeeling over den gang
van het onderwijs afmeten blijkt duidelijk uit
de meest uileenloopende gronden die zij dik
wijls aanvoeren voor het al ot niet tevreden
zijn over de vorderingen hunner kinderen. Alle
verstandige ouders zullen dus met mij door
drongen zijn van de hooge noodzakelijkheid,
dat hei toezicht over de scholen opgedragen
wordt aan mannen met een helder inzicht in
zaken van onderwijs. Dan zal er veel minder
gevaar bestaandat hoofdgebreken in de in
richting der scholen voorhij worden gezien.
Wat nu »de Nutschool" betreftin de laagste
afdeeiing dier inrichting meen ik, naar aanlei
ding van heihaald schoolbezoek, een diep in
grijpend hoofdgebrek te kunnen aanwijzen.
Genoemde klassen die uit een vrij aanzienlijk
aantal leerlingen bestaat, is in twee afdeelingen
gesplitst. Nu slem ik volgaarne toe, dat die
leerlingen onder de leiding staan van een zeer
verdienstelijken onderwijzer, maar ik beweer
toch dathoe nauwgezet die onderwijzer ook
in de vervulling zijner ambtsbezigheden is, hij
alleen onmogelijk in de behoeften dezer kleinen
kan voorzien.
Meermalen toch heb ik opgemerktdat het
onderwijs, door hem in eene der afdeelingen
gegeven telkens algebroken moest worden door
luidruchtig gespeel of vervelend geschreeuw in
de andere afdeeiing die dan zonder het minste
toezicht geheel aan z:ch zelve was overgelaten
en den lijd op eene gcestdoodende wijze door
bracht.
En wat moet nu van zulk eene ledigheid het
gevolg zijn? Natuurlijk dit, dat de geest der
kleinen verzwakt en van veerkracht beroofd
wordtom weldri te verzinken in eene luiheid
en vadzigheiddie alle inspanning schuwt en
daardoor aan elke verkeerdheid den tijd en
de gelegenheid geelt om wortels te schieten eo
welig op te groeien. Voegen wij hier nog bij
dal die jeugdige kinderen van 912 uur en
24 uur genoodzaakt zijn in een ondoelmatig
ingericht eu bovendien zeer onlrisch lokaal te
blijven zitten dar. zal het niemand verwon
deren dat vele ouders met mij in dien onhoud-
baren toestand eene spoedige verandering wen-
schen. De middelen ter verbetering liggen naar
mijn inzien voor de hand. Een flinke welop
gevoede kweekeling moet in de laagste klasse
den Heer v. d. E. lot op eene zekere hoogte
als onderwijzerskracht worden toegevoegd, ter
wijl verder de tuin van den hoofdonderwijzer
beschikbaar moet gpsteld worden om aan de
leerlingen dezer klasse enkele oogenblikken
uilspanning te verschaffen. Bestaan hiertegen
bezwaren, dan zou eene fiksche wandeling wel
licht denzellden heil tarnen invloed op de leer
lingen uitoefenen.
Met een enkel woord wil ik nu nog wijzen
op een hoofdgebrek van niet minder ingrijpenden
aard, en waarover de belangstellende ouders
niet het allerminst bunne klachten aanbellen.
In «de zoogenaamde groote school" waar de
leerlingen ook in twee afdeelingen gesplitst zijn,
wordt het onderwijs verdeeld lusschen den hoofd
onderwijzer en een' kweekeling. Nu is het
verre van mij eenige aanmerking te willen maken
op de leiding van eerstgenoemden, maar onver
antwoordelijk vind ik het dat een kweekeling
belast is met het geven van onderwijs aan kin
deren die een' leeftijd hebben bereiktwaarop
zij behoefte hebben aan de leiding van een'
bekwamen en practischen onderwijzer. Door
zulk een' onderwijzer dan worde de kweeke
ling, die in «de groote school" als onderwijzers
kracht onbruikbaar is vervangen
In het vol vertrouwen, dat «de Commissie
van Toezicht over de Nurchool" gaarne eiken
wenk ter harte wil nemen omtrent groote
gebreken in de inrichting dier schoolzoo
twijfel ik geen oogenblik of zij zal op kracht
dadige wijze iedere poging tol verbetering in
het werk stellen.
J. C. F. P.
ONVERSCHILLIGHEID.
Mijt» stem komt er niet op aanzegt menigeen
en blijft te huis als er gestemd wordt. Indien
allen zóó dachten zou niemand stemmen. 0wij
wenschten wel, dat allen ten minsten nu, bij
de herstemming lusschen van Goltstein en
van Asoh van Wijok niet onverschillig
warenmaar dachtenmijn slem kan mis
schien de beslissing geven, en dan vlijtig op
kwamen. Wij weten voorbeeldendat ééne stern
de beslissing gaf. Ieder denke, dat zijne stem
de beslissende kun wezen. Het is plicht, wan
neer men gelooftdat de ééne keus beter is
dan de anderevoor de keus die hij als de
beste beschouwt zijne stem uit te brengen,
Is het dan zoo moeijelijk cenen naam op een
stembrielje te schrijven en dan naar het Raad-
buis te loopenom dat briefje in de bus te
steken Die hiervoor onverschillig is, verdient
niet burger van een vrij land te zijnmaar was
waard op zijn Turksch geregeerd tc worden
dat is in een land te wonen, waar de Sultan
vrij is en al de andere inwoners zijne slaven
zijn. Met zulke onverschillige onderdanen is
onze constitutioneele Koning niet gediend.
AMERSFOORT, 25 Junij 1874.
Blijkens den Staat der opgekomen kiezers
op de eerste bladzijde dezer courantmag de
opkomst ter stembus zeer bevredigend worden
geacht, waarbij men rekening moet houden
dat vele landelijke kiezers het moeijelijk vonden
hunne bezigheden te verlatenom naar de soms
ver afgelegen plaats der stembus te gaan en
ook nog al wat kiezers van gevoelen waren
dat er toch wel herslemming zou wezen zoodat
zij dus later bij de herstemming hun pligt zullen
vervullen.
Deze en andere omstandigheden in aanmerking
genomenkan gerust worden gezegddat de
kiezers bijeen genomen zich knap en ferm
hebben gedragen en het district Amersfoort
ia opkomst zijner kiezers een navolgenswaardig
voorbeeld aan andere districten heeft gegeven.
Let men er op dat, vooral wat de hoofd
plaats Amersfoort betreft, alwaar van de 398
op den Staat voorkomende kiezers, 285 hunne
stem uitbragten, ook vele kiezers op reis waren
en men de sedert de opmaking der kiezerslijsten
overledenen en tevens zij die ziek of ongesteld
waren, enz. van de kieslijstengetallen behoort
afrekenen, dan mag men het vertrouwen voedsel
geven, dat bij de herstemming op Dingsdag 7
Julij het getal der op te komen kiezers belang
rijk zal rijzen, en er nog veel meer dan 1918
van dc 3027 kiezers van voormelden Staat ter
stembus zullen verschijnen.
Niet het rninst mag er met genoegen op
worden gewezen datenkele geïsoleerde excep-
tiën in het midden gelaten, de verkiezingstrijd
in 't algemeen zonder onaangenaamheden en
veelal zonder bittere of hatelijke polemiek bleef
zoodat derhalve ook te dien opziglc het district
mede eervol in het licht treedt.