heid hielp hij zichzelf vau den wal in de sloot.
Onbedreven in het parlementair debatliet hij
zich door den heer de Roo oveibluften, en
toen hij eenmaal de kluts kwijl wasbeging
hij de eene dwaasheid na de anderezoo
dat de N. Rolt. Cl. met regl kon schrijven dal
's ministers eigen onhandigheid den lust zijner
politieke tegenstanders om hem er in te laten
loopen prikkelde. Zelfs gaven de heer de Roo
en vi iende» zoozeer aan hun ondeugende plaag
zucht toe dal zij zich een scherp verwijt van
•den heer Slielljet op den hals haalden die
beweerde, dat de thans gehouden rnai ine-debal-
ten een zwarte bladzijde zouden vulleu in onze
parlementaire jaarboeken"
De Engelschen laten zich thans onzen zalm
goed smaken. Onlangs werd er een uit ons
Land aangevoerd die 50 halve Ned. ponden
woog. Zij vonden het goedkoop eten 1
Er tjjn lieden in Engeland die de gewone
goedkoope briefkaarten niet gedistingeerd genoeg
vinden voor hun gebruik. Eene nieuwe soort
eerste klasse briefkaarten zal dus worden uit
gegeven voor deze aristocratische naturen. Te
beginnen met den Isten Februarij a. s. zullen,
behalve de gewone biiefkaarten ook nog andere
in omloop gebragt wordenvan beter papier
gemaakttegen 8 stuivers het dozijn. Zoo deze
kaarten die als «stout cards" bekend zullen
zijnden kenrigen fijn beschaafde lieden nog
niet voldoenzal de staat er toe moeten over
gaan nog een derde soon briefkaarten op rose
satijn papierdoor Rimmel geparfumeerd in
den handel te biengen.
In Belgie wordt thans een reglsgeding gevoerd,
dat veel sensatie maakt.
Voor het hof van assises van Oost-V laanderen
staan namelijk thans teregtbodewijk Sioffijn
rijtuigverhuurder Herman van Daeleschepen
en RujSn Barbierburgemeester te Liedekei ke,
beschuldigd de eerste van moord met voorbe
dachten radede beide laatsten althans van
znedepligtigheid aan dien moord den 28slen
November 1872 gepleegd op Jean Baptisle van
Droogenbroeck lid van den gemeenteraad te Den
derleeuw, die op genoemden datum, na zijn
avondmaaltijd tegenover een venster in zijne
keuken bezig met een brief te lezen door een
geweerschot getroffen werd en drie dagen daarna
aan zijne wonden overleed. Tusscben den ver
moorde en van Daele bestond groote vijandschap,
omdat eerstgenoemde een liefdehandel tusschen
den schepen en zijne zuster Lucie met alle magl
had tegengegaan.
Bij gebrek aan bewijs had men intnsschen
de zaak na vergeefsch ouderzoek, moeten laten
rusten. Meer dan acht maanden later kwam
echter der justitie ter oorendal de vrouw van
zekeren Lodewi/k Stoffyn haren man de misdaad
verweten had welke Sioffijn dertig jaren oud
en met een verdacht verleden achter zich, in
April 1872 reeds tot twee maanden gevange
nisstraf veroordeeld geweest en om zich aan
de gevolgen van het vonnis te onttrekken, met
zijne vrouw en twee kinderen naar Hijssel ver
huisd was. Van deze plaats nu hau hij, volgens
zijne vrouwzich den dag vóór den moord
naar Liedekerke begeven, waar hij op aansporing
van den burgemeester Barbier het schot op van
Droogenbroeck loste.
Dezelfde Barbier bad, gelijk de vrouw verder
beweertbaren man eenige dagen te voren
schriftelijk eene dringende uilnoodiging gezonden
om naar Liedekerke te komen en laatstgenoem
de was den dag na den moord te Rijssel te
ruggekomen in veer gejaagden staat. Hij ver
haalde dal van Droogenbroeck was doodgeschoten
en gaf zijne vrees te kennen van door den
glazenmaker Renneboogdien hij bij Okebem
ontmoette, wegens deo moord te worden aan
geklaagd. Zijn vrouw merkte opdat bij aan
den duim gewond was't geen bij toeschreef
aan een ongeluk met het geweer, waartnèe hij
eenige dagen geleden musschen geschoten had.
Van dien tijd at verwaarloosde Sioffijn zijn
werk, knoopte een ongeoorlootden omgang aan
met eene andere vrouwsliep 's nachts hoogst
onrustig en deed in zijne droomen allerlei zon
derlinge gezegden hooren. Eindelijk, voor den
rusieloozen aandrang zijner vrouw zwichtende
nam hij deze een eed van geheimhouding af
en bekende toen, op aanstoken van den bur
gemeester Barbier den moord gepleegd te hebben.
Zijn slecht gedrag werd evenwel na die beken
tenis niet beter en eenmaal werd hij door de
regtbank te Rijssel wegens mishandeling va.i
zijne vrouw veroordeeld.
Eindelijk besloot vrouw Stoffyn uaat Liedekerke
te gaan eu er te bekennen wat zij wist. Deo Isten
Mei dezes jaars kwam. een brigadier aldaar aan
om Staffgn in hechtenis te nomenmaar deze
was, met hulp des burgemeesters, niette vin
den. Tol aller verbazing zag men hem echter
1 kort na het vertrek van bedoelden brigadier in
I gezelschap van Barbier naar den spoorweg gaan.
Zij begaven zich regtslreeks naar het parket van
den procureur des konings te Brussel waar
Stoffijnde misdaad loochenendemaar zijnen
logt naar Liedekerke erkennende, echter be
weerde den 28sten 's middags te Rijssel terug
gekomen te zijn. Uit het boek van den stati
onchef te Okegeui blijkt de onwaarheid van
dit bewerenwaarvoor de beschuldigde echter
o. a. het getuigenis des burgemeesters van
PollaereMertensop zijne band heeft.
De zaak baart groot opzien en welk een om
vang zij nemen zal, kan hieruit blijken, dat
er niet minder dan 333 getuigen voor en tegen
zullen worden gehoord.
Men meldt aan de Amtl. Cl. uil Parijs van
17 December:
Het ontwerp van wet betreffende den senaat
is hoogst merkwaardig op zich zelf en ook
hierdoor dat de nationale vergadering er over
zal moeten oordeelen. Immershet ligt in den
aard der zaazdat door de oprigling van een
tweede kamerdat is van den senaatde eerste
kamer, dat is de nationale vergadering, is een
zeker opzigt een voogd zal krijgendie de
souvereiniteitwaarmede zij tot dusver is ge-
orneerdzal onllroonen. In den regel ziel
uien dan ook gebeuren dan een coustitnerende
vergadering datgene wat zij constitueert niet
overleeft en niet overleven mag opdat zij meer
onpartijdig en onbevooroordeeld kuune consti
tueren. Hier zal het echter anders gaan. De
nationale vergadering die de woorden van Mon
tesquieu waar schijnt te willen maken «Indien
een wetgevend ligchaam het regl had om zijn
eigen dagen te verlengen zou het kunnen ge
beuren dat het ze nooit verlengde om er ook
nooit hel einde van te ziende nationale
vergadering heeft besloten om thans haar eigen
magt te gaan bekorten met eene zelfopoffering,
die werkelijk bewonderenswaardig zou zijn als
men niet wist dat het ontwerp van wet op den
senaat niet de minste kans heeft van te zullen
worden aangenomenomdat het aan dat lig
chaam zulk een overwigt zou geven op de
nationale vergaderingdat deze gerust kon
abdiceren. Indien de nationale vergadering zich
een senaat geeft, dan kan men zeker zijn dat
hij vrij wat minder gewigt in de schaal zal
leggen dan de rapporteur van de commissie
van dertig er aan wil loekeneu.
Omtrent de vergiftingszaak te Haarlem meldt
men 't volgendeDe heer H. en zijne echtge
noot verkeeren beiden nog in een zeer zorge-
1 ijken toestand. Beiden zijn door de uitwerkselen
van het arsenicum geheel verlamd of verstijfd.
Het is den man ten eenenmale onmogelijk een
zijner ledematen te gebruiken, terwijl de vrouw
slechts met groote moeite met hare hand een
kopje of eenig klein voorwerp naar den mond
kan brengen. De vreesdat de ongelukkigen
er het leven bij sullen verliezen is dan ook
verre van geweken.
Tweede Kamer.
De begrooting van het Departement van Oorlog
is dooi de Tweede Kamer met 43 legeu 29
stemmen aangenomen.
Zalurdag hield de Kamer weder eene dag
en avondzitling en werden daarin afgedaan de
aan de orde zijnde zaken behalve de Sliijp-
kwestie waarvan op voorstel van den heer van
Houten de behandeling is uitgesteld.
De begrooting van Koloniën het hoofdstuk
onvoorziene uitgaven en de wet op de middelen
werden aangenomen.
In de avondzitling deelde de min. van finan
ciën omtrent zijne plannen mede, dat hij zich
over eene algemeene belasting-herziening nog
niei kan uitlaten. Hij wil alles wegnemen, wat
den handel belemmert of den toegang tol onze
havens bemoeielijktde zout-belasting vermin
deren en verbeterende belasting op het ge
distilleerd niet verhoogen welligt het I van
het personeel terugnemen. De zeep-belasting
acht hij niet onhoudbaar, en de suiker-belasting
wil hij voorloopig niet afschaffen.
Te ruim middernacht ia de Kamer op reet*
gescheiden. De Kamer heeft zich derhalve cor-
daal gehouden zelfs het tpookuur trotserende.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
eene memorie ingezonden als antwoord op hel
afdeelingsverslag nopens het hooger onderwijs.
Hij vat den arbeid op, waar deze kortelings
door de aftreding van den Minister Geerltema
is geslaakt. De Minister geeft geen nieuw, m«ar
een gewijzigd ontwerp. De definitie van booger
onderwijs is detevorming en voorbereiding
tot zelfstandige beoefening der wetonschappen
en tot 't bekleedcn van maatschappelijke be
trekkingen, waarvoor eene wetenschappelijke
opleiding wordt vcrcischt. De letterkundige
propaedeusis zijn naar de gymnasia overgebragt.
De gymnasia zullen voor gemeenten verpliglend
zijn boven 20.000 zielen, met bevoegdheid van
het Rijk om te subsidiëren. Zij moeten van de
hoogere burgerscholen gescheiden blijven. De
athenea zijn gemeentelijke instelliugeo van uni
versitair onderwijs. De gemeentebesturen zijn
bevoegd lot oprigling er van. 't Ligt niet in de
bedoeling der Regeering de drie rijks-universi
teiten geheel op denzellden voet in te riglen.
Ook wanneer de drie instellingen 8 4 9 ton
zouden kosten, gaat dit onze finantiële krachten
niet te boven. In bet gewijzigd ontwerp zijn de
vakken die tot de godsdienstwetenschap en de
wijsbegeerte behooren bijeengevoegd en bij de
faculteit der letteren ingedeeld.
Nog voor dat Bismarckblijkbaar in een
goeden luira Vrijdag in de zitting van den
rijksdag verscheenwas de ministerieële crisis
al over. Bismarck blijft rijkskanselier en dr.
Leonhard blijft Pruisisch minister van justitie,
ten minste vooreerst nog.
In goed onderrichte kringen noemt men als
grond voor de prikkelbaarheid van Bismarck,
dat de politie hem verwittigd had, dat zij
een aanslag tegen hem op het spoor is.
Zij heeft hem dringend verzocht haar te waar
schuwen wanneer hij uitgaat of in den Thier-
garten gaat wandelen.
Het geregtshof heeft graaf von Arnim
veroordeeld tot drie maanden gevan
genis.
Van de drie maanden wordt afgetrokken de
maanddie hij preventief gevangen gehouden is.
De zitting kon Zalurdag eerst ten 5'/» uur
geopend worden, toen de beschuldigde, op
daartoe gegeven bevel, persoonlijk verscheen.
Graaf Arnim was aanvankelijk niet ter
teregtzitting verschenen. Alleen de verdedigers
Munckel en Dockhorn waren tegenwoordig. De
regters eischten ook Arnims tegenwoordigheid
bij de uitspraak. De zoon van Arniin en zijne
verdedigers hebben hem overgehaald te komen.
Men zegtdat als hij niet gekomenwasde
uitspraak van hel vonnis verdaagd zou zijn.
In de motieven van zijn vonnis wordt hij
schuldig verklaard aan hel met voorbedachten
rade achterwege houden van dertien stukken.
Bij de vaststelling der straf is op ziine hooge
positie evenmin als op de belangrijkheid der
stukken gelet Er zijn verzachtende omstandig
heden aangenomenmaar geene termendie
alle straf uitsluiten.
Te Utrecht is overleden de Heer Mr. A. J. row
Beeck Calkoenlid van Gedeputeerde Staten dezer
provincie.
Zalurdag jl. had de plegtige teraardebestelling
van zijn stoffelijk overschot plaats, waaromtrent
het VIr. Dagbl. het volgende behelst
Talrijk was de scharedie het lijk gevolgd
hebbende, of Op onze schoone begraafplaats
bijeen gekomen zijndezich verzamelde om
de laatste rustplaats van den man, die de rust
na een wel volbragt leven in zoo ruime male
had verdiend.
Die schare was een bewijs van de algemeene
achting, die de overledene bij zijn leven geno
ten had, maar ook van zyne werkzaamheid op
allerlei gebied.
Bij de nadering van het lijk werd door de
kinderen der diaconieschool gezongen Psalm
103vers 8 en 9.
Onder de om de groeve verzamelden merkten
wij op behalve de familiebetrekkingen des over
ledenen de Comm. des Konings, en de Griffier
der Stalen alle leden van de üedep. Staten
ambtenaren van de prov. griffieleden van het
dagelijksch bestuur en den gemeenteraad alhier,
enkele burgemeesters van buitengemeenten pre
dikanten kerkvoogden en leden van den Ver-
keraadeene deputatie van bet diaconessenhuis
kinderen van de school van den heer r. Lummel
en van de Marnixachoolvele aanzienlijke bur
gers maar ook velendie minder boog op den
maatschappelijken ladder geplaatstden over
ledenedie veler vriend en weldoener was,
mede de laatste eer wilden bewijzen.
Voor dat bel lijk in den grafkelder waa bij
gezet, werd het woord gevoerd, in de eerste
plaats door den Commissaris des Konings, die
den overledene eene warme en welsprekende
hulde bragt, en vooral getuigenis aflegde van de
vereering zijner ambtgenooten ia het gewestelijk
bestuur.
De heer de Beaufort volgde op den eersten
spreker en bragt ala vriend en bloedverwant
een hartelijken vriendengroet aan sgn afge
storvenen ambtgenootvan wiens warm chris
telijk geloof hij een vereerend getuigenis aflegde.
De heer v. Boetielaar sprak van 's overledenen
verdiensten voor het onderwijs en was de tolk
van bestuurderen, onderwijzers en onderwezenen
aan de door hem gestichte en met óverige inge
nomenheid bestuurde scholen. D». van Hoog