V
eu mucre
zijn volgens d
n d i
ai
zioücu, "armen or belioeitigenzoomed^nrïchïingen van
algemeen nut en schoollocalen worden als zoodanig niet als
bewoonde perccelen of als gedeelten daarvan beschouwd,
onverminderd de belastingschuldigheid van de in die inrich
tingen wonende niet verzorgdeverpleegde of gehuisveste
personen, zoo daartoe naar de gewone regelen termen zijn.
Art. 6.
Van wege en ten koste der gemeente worden geschat
de door belastingschuldigen bewoonde gedeelten van per-
ceelenin het vorig artikel genoemden van die welke
niet uitsluitend ter bewoning strekken.
Als niet tot de bewoonde gedeelten van pcrceelen be-
hoorende worden geacht de fabrieken en frafiekenuit
geoefend in perceelen, waarvan de huurwaarde van het
geheel de som van /200 tebovengaat.
Art. 7.
Door de huurders van kamers of een gedeelte van per
ceelen wordt betaald naar den maatstaf van een vierde der
huurwaarde van het gehcele huis, voor zoover het
belast is volgens het voorgaande artikel voorzooveel zij
ééno kamer bewonen zonder afzonderlijke, slaapplaatsvan
één derde der huurwaarde door hen die eéne kamer met
afzonderlijke slaapplaats of twee kamersen van de halve
huurwaarde door hen die méér dan twee kamers bewonen.
Art. 8.
Geene splitsing wordt toegestaan van perceelen door
grootouders ouderskinderenkleinkinderenbroeders en
zusterseigen of aangehuwdof door voogden en pupillen
te zamen bewoond.
Evenmin wordt zij toegelatenwanneer personenin dienst
van de bewoners, als onderhuurders worden opgegeven.
Art. 9.
De bewoners van perceelen eener huurwaarde beneden
'40 'sjaars zijn vrijgesteld van de belasting.
Bij gemeenschappelijke bewoning van perceelenzooals in
>>ij Jen loop van het jaar in de termen van
lastbaarheid valtis gehouden de belasting van den eersten
dag der maand af, waarin hij belastbaar werdte voldoen.
Art. 16.
De aanslag heeft percentsgewijze plaats en wel in dier
voege dat van de huurwaarde in art 2 vermeldals maxi
mum verschuldigd is
f 1000 en hooger.
800 tot /1000.
40%
38°/.
36%
34°/,
32%
30%
28%
26%
24
22%
20%
18%
16%
14%
700
600
500
400
300
250
200
150
100
80
60
40
800.
700.
600.
500.
400.
300.
250.
200.
150.
100.
80.
60.
Van den aanslag'wordt afgetrokken 5% voor één, zoowel
in- als uitwonend minderjarig eigen of aangehuwd kind en
voor een inwonend minderjarig eigen of aangehuwd klein
kind broederzuster of pupilten laste van het hoofd
des gezins zijndebovendien 3voor eiken zoodanigen
minderjarige meer.
Jaarlijks wordt het bedrag der te heflèn percenten over
den gehcelen aanslag door den Gemeenteraad bepaald.
Art. 17.
Tot het werk der schattingen volgens deze verordening
worden jaarlijks door Burgemeester en Wethouders schat
ters benoemd.
Die schatters leggen, alvorens tot de hun opgedragen
werkzaamheden overtegaanin handen van den Burgemees
ter den navolgenden eed of belofte af
Zij kunnen echter in geen geval meer dan ƒ3 of minder
dan 50 cents bedragen.
Art. 19.
Een iegelijk is vertlichl aan de schatters tot het doen van
de visitatiën wegeas schattingen op iederen werkdag, van
's morgens 8 uur tot zonsondergangden vrijen toegang
tol de pandenwejwege de schatting moet plaats hebben
te verleenen ter rerrichting van den hun opgedragen ar
beid, zoomede oq hun daartoe de noodige aanwijzing te
doen.
Bij weigering of verhindering wordt daarvan door de
schatters proces-verbaal opgemaakt
Art. 20.
Van de uitkomsten der gedane schattingen en herschat
tingen worden lijsten opgemaaktwelke met de kohieren
ter visie worden gelegd.
In geen geval is de eenmaal door de schatters gedane
eindschatting onderhevig aan een nader onderzoek.
Art. 21.
Het weigeren van toegang tot de woningen aan de schatters
of deze te verhinderen in hunne werkzaamhedenwordt
gestraft overeenkomstig de bepalingen van art 270 en vol
gende der gemeentewet
Art. 22.
Met het in werking treden van deze verordening is de thans
bestaande verordening tot helling van ecne plaatselijke di
recte belasting ingetrokkenbehoudens hare toepassing voor
zoover vroegere dienstjaren betreft.
Gedaan te Amersfoort, ter openbare verga
dering van den 21. November 1876.
De Secretaris
W. L SCHELTUS.
De Voorzitter,
A. G. WIJERS.
Wethoudersmet
opgaaf van het aantal en van de namen der personen aan
wie die kamers zijn verhuurd geworden.
De reclame gegrond bevonden zijndewordt door deze
machtiging tot teruggave verstrekl.
Art. 6.
De aanvragen om teruggave of afschrijving van belasting,
op grond van art. 245 der gemeentewet, moeten vóór of
op den 1. December van het jaar, waarover de belasting
loopt, bij Burgemeester en YVethouders worden ingediend.
Art. 7.
De aanvragen om teruggave of afschrijving volgens art
10 der verordening tot helling der plaatselijke directe be
lasting moeten worden ingediend bij Burgemeester en Wet
houders binnen ééne maand na den termijnwaarop de
teruggave of afschrijving kan worden verkregen.
Art. 8.
De artikelen 258 tot en met 262 der gemeentewet zijn
ten deze van toepassing.
Art. 9.
Met het in werking treden van deze verordening is de thans
beslaande verordening op de invordering van de plaatselijke
directe belasting ingetrokkenbehoudens hare toepassing
voor zoover vroegere dienstjaren betreft.
Gedaan te Amersfoortter openbare verga
dering van den 21. November 1876.
De Voorzitter,
De Secretaris, A. G. WIJERS.
W. L. SCHELTUS.
Zijnde de verordening tot heffing aan de Gedeputeerde
Staten van Utrecht medegedeeld en goedgekeurd bij konink
lijk besluit van den 31. Januari 1877No. 46.
En is hiervan afkondiging geschiedwaar het behoort
den 19. Februari 1877, des voormiddags te elf uren.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Burgemeester,
De Secretaris, A. G. WIJERS.
W. L. SCHELTUS.
Gedrukt ter Hoek-, Kantoor- eu Courantdrukkerij van A. li. VAN CLKtFF te Amersfoort.
'kma
ail al
•n kc
toer
Boi
elen^
errkrai..
I Jl nUtVElMrUlUl, ai per .loC— Hu, I—.— J t p«, »<r"
i.umernelgk verminderd. gebroken .en doel hebTen denherlog rchler die