April 1882.
Jté 5045.
Zondag 9
Uitgever
A. H. VAN CLEEFF
te Amersfoort
-DU blid reriehijnt Maendme en DonderdmjooouA. AbonneaeaUprije per S auodm
f l—Franco per poet ƒ1.16. Prije der Adrertentitn 1—fl regelt #0 Ctt.elke
regel neer 10 Ctelegale, officinale en onteigen. Adv. per regel 11 cte. EecUnee per
regel 26 eti. Afzonderlijke nummert 10 etc.
Buroaa
MUUBHUIZEN
hook Sortegracht, Wijk B 60.
Wegens hel Paaschfeest wordt dit nuimner,
in plaats Maandagavondgedrukt Zaturdag-
avonden Zondagochtend 9 April vroegtijdig
uitgegeven.
De Kotterdamsche Waterweg gq de
Amersfoort8che Waterweg.
Na de massa millioenen voor den liotlerdara-
schen Waterweg uitgegeven, wordt bedoeld
«weder" .10 millioen daarvoor aanlewenden
waarbij Holler.lam 1 millioen offert, ilel is
echter le vreezen dal hel een gevaarlijk experi
ment zal zijn, 'twelk men daarmede wil nemen
en 't is «zeer" onzeker ol hetgeen bedoeld wordt
door aanwending van dal geld te verkrijgen
inderdaad zal worden vei kregen. Mislukt het,
dan is Kollerdam in dal opzigl verlorenwant
b'j dal «enorme" geldaan den waterweg
besleedzal men wel niet genoeg kunnen uil
geven om te doen wat gedaan kon worden
teneinde Brouwershaven en ilellevoetsluis voor
Botterdam te maken wat ze kunnen worden.
Wij welen tevensdat al wordt 't Kanaal van
Voorne nog zoo uitstekend al worden Ilelle
voetsluis en Brouwershaven zoo goed als 'l maar
mogelijk is gemaakt voor Botterdam het echter
niet is wal men zirh in der tijd voorstelde
hel niet is wal uien wilde. Daarom dan nu de
vraag is 'l niet beter in de gegeven omstan
digheden zich tevreden te stellen met een
zekeren en veiligen tweeden rang dan de kans
te looped omteneinde No. 1 te wordenhet
gevaar te geinoct te gaan «geheel" onder oul
Ie komen lel briUe au second rungqui
s'ecliftse au premier.
Waar sprake was en is van de talrijke milli
oenen voor den Botterdamschen Waterweg, mag
gewettigd worden geacht de vraaghoe staat
het toch met de rivier de Eeinden Amersfoort-
schen waterweg naar de Zuiderzee
Luidens de beriglen zou de Minister van
WaterstaatHandel en Nijverheid deswegens
te kennen hebben gegeven dat Z.Exa zich daar
mede niet kon of niet wilde inlaten voordal in
hel hangend proces omtrent hel vuur-, haven
en tongeld is uitspraak gedaan.
Maar dat proces'twelk niet met de be-
vaarbaarmaking der Eem heelt ie makenkan
immers nog verscheidene jaren duren Wat zal
FEUILLETON.
OE BEGEERTE VAN HET HART.
11) NOVELLE VAN BERTHA VON AVOISKY.
Eugenie moest zelve over hare dwaze ge
dachten lachen hij had haar beleedigd en had
haar om vergiffenis gevraagden verder.... Doch
hoeveel moeite zij zich ook gaf om zich zelve
diets te maken dat zijn gedrag 't gevolg was
V8n zijne krenkende woordendiep in haar
hart fluisterde eene slem haar toe, dal hij
haar beminde.
«Neen, neen zeidc zij tot zich zelve, «ik
hek hem niet lief; ik wil niet zoo onverstandig
zijn ora te denken, dat hij liefde voor nr.'ge
voelt of zulks ook slechts maar te wenschen"
en toch, haar hart wedersprak die woorden!
Zijn kus brandde op hare handzijne woorden
stonden in onuitwis. hbare letters in hare ziel
gegrift. Zij ontkleedde zich langzaam en begaf
zich ter ruste. Spoedig daarop kondigde liet
wegrijden der equipages hel vertrek der gasten
aan daarna werd alles stil.
yOch, hoe gelukkig zou ik zijn, indien hij
mij IZij werd boos op zich zelve dat zij
slechts aan hem alleen dachten toch.hare
gedachten richtten zich altijd op één punt,
op hem
Baron Bobert ging met snelle schreden zijne
kamer op en neder. Zijne levendige verbeelding
tooverde hem Eugenie's gelaal in al hare
er in dien lijd van de Eem wordendie nu
reeds zulke groole raoeijelijkheden voor eene
geregelde vaart oplevert 'l De rivier de Eem is
onbetwistbaar «Bijkseigendom" en ook déérom
zal de Minister zich naar redelijkheid genegen
kunnen beloonen om zich die zaak aanlelrekken.
Zij is eene «Bijkszaak."
Amersfoort gaal een tijdperk van ontwikke
ling tegemoet. Drie nieuwe sloombooleube
halve een aantal andere schepenbewegen
zich op de moeijehjk le bevaren Eem en mon
ding wijders rijzen er twee nieuwe fabrieken
op, eer. pracluig park is in aanleg en eene
ni-'uwe aanzienlijke buitenwijk; een groot gar
nizoen is voor Amersfoort bestemd enz. enz.
Dit alles wijst op aanmerkelijke uitbreiding.
Maar men geve er wel acht opveel hangt
ook te dien opzigtevan den toestand der
rivier de Eem en hare monding af. Blijft die
rivier bijna of soms geheel onbevaarbaar of
dikwijls niet dan met moeite bevaarbaar zoo
zal er van meerdere ontwikkeling in diverse
opzigtcn weinig of niets komen of dan wordt
deze verlamd.
Daartegenover is het zeker dat als de Eem
behoorlijk bevaarbaar is gemaaktalsdan han
del en industrie die zenuwen van welvaart en
vooruitgang, en wat daaraan annex isdaarvan
de gunstigste gevolgen zullen ondervinden en
ook een groot gedeelte van den handel en de
scheepvaart uil Friesland Overijssel en Noord-
Holland Jen weg langs Amersfoort naar het Zui
den zal kiezen terwijl de commcrciëelc con
nectie tusschen Amersfoort en Amsterdam, reeds
van hoogst uitgebreiden aard alsdan nog enorm
zal toenemen.
De welwillende aandacht en belangstelling
des Ministers en van de Vertegenwoordiging
wordt derhalve voorden Amersfoortschen Wa
terweg naar de Zuiderzee ingeroepen. Vermits
millioenen schats voor «andere" waterwegen
waren en worden bestemdzullen wel in bil
lijkheid eenige staatsuitgaven ook voor dezen
waterweg mogen worden toegestaan.
De AinsL Courant behelst het volgende uit
Londen
Tentoonstelling hiertentoonstelling da&r
Tentoonstelling van dit en dalen nog wat
Overal en altijd tentoonstellingalgemeens en
speciale, van wal maar le bedenken is! Dal
schoonheid voor den geest hij zag haar,
zooals zij daar gisteren avondbestraald door
het zachte licht der lamp, mei hare loshangende
lokken stond die slechts ten deele haren prach-
ligen hals en welgevormde armen bedekten
hoe schoon was zij I
Veertien dagen waren voorbijgegaan. Er waren
slechts weinige woorden tusschen Eugenie en
den baron gewisseld doch zijne vurige blikken
zeiden meer dan woordenen zij zij be
minde hem uit 't diepst harer ziel met die innig
heid waarmede men slechts éénmaal kan be
minnen.
«Geloof mijAnnazoo luidde een gedeelte
van den brief, dien zij aan hare pleegzuster
schreef, «geloof mij, eene wijde klooi scheidt
mij van hein. De vooroordeelen der wereld
hoogmoed en rijkdom, zijn niet gemakkelijk
te overwinnen. Dikwijls zeg ik lot mij zelve:
«Gods wil geschiede!" Doch er komen ook
oogenblikken waarin ik de wanhoop nabij ben.
Hoewel hij het mij niet bekend heeltdal hij
mij bemintzoo drukken zijne blikken meer
uil dan woordenmaar of ik ooit zijne
vrouw worden zal dal weet God alleen
Eigenlijkzustertjeis het dwaas over hein te
spreken, die nog nooit het woord «Lielde"
tegen mij geuit heelt, doch gij begrijpt wel.
ik heb behoefte om mijn hart uit le storten,
en bij wie kan ik zulks beter doen dan bij
mijne goede Zuster
«Houdt maar goeden moed," schreef Anna
terug«Gods wegen zijn raadselachtigen
is zoo de mode in deze 2e helft der 19e eeuw.
Wij hebben „voor'durend wat te kijken en te
bepraten. De Engelsche metropolis doel dapper
mede aan het exhibeerea Pas is de anti-rook
expositie afgeloopende eleclrische internati
onale op het voorbeeld van Parijsis nog aan
den gangol wij hebben er al weder eene en
wel van dameskleedingDe nieuwsgie
righeid der heeren wordt door de aankondiging
te vergeefs hoog gespannea Zij worden slrenge-
lijk geweerd: voor hen is hei taboe! En och,
zij hebben niet eens de kans van zich te wreken
door iets gelijks le organiseeren want zij mis
sen de groote verscheidenheid van détailwat
toch zou men zich aangetrokken voelendoor
eene collectie rokkenjassenpantalons en
korte broekenDaarin is niets mysterieusen
men stelt er over 'l geheel niet zooveel belang
in. Zij worden toch niet aangeklaagd als onge
zond of in hoogere mate ongemakkelijk. Vrou
wen zouden zeker al heel weinig komen kijken
en evenals de winkels en magazijnenmoeten
de tentoonstellingen van héar het toch maar
hebben! ÜaarenUgen is 't ontwijfelbaar dat de
mannen zich ook moeijenniet inmaar om
trent de dameskleeding. Laat er maar een zijn
die in een publiek blad een woordje losgeeft
over strak rijgenwespenmiddeltjeshooge
hakjeslaag uitgesneden japonnen enz.ge
kunt zeker zijn dat er eene massa brieven over
zullen inkoiuei., van dames, jamaar van heeren
hel grootste aantal, en zoo al die epistels geen of
weinig getuigenis dragen van originaliteit in the-
oriên ol argumentatie zeker is 'l dat ze getui
gen van groole belangstelling in hel onderwerp.
Het is mede welligl een curieus psychologisch
phenomeendat elf mannen van hel dozijn
die men in de samenleving ontmoet, practisch
evenzeer builen slaat zijn om de details van
een damescosluum te beschrijvenals een in
boorling van de Zuidzee-eilanden. Allen hebben
zij w el een algeineenen indruk dat deze of die
er hel mooist of liefst uitzag aan het diner of
op de soireemaar gevraagd naar den grond
van hun geloot of overtuiging hoort men zelden
meer danze was heeiemaa! in 't zwartof
heelemaal in 't witen soms komt er bijzij
was zoo eenvoudig. Mogelijk dat de dus zich
uilenden wel hel luidst zich laten hooien maar
niet het grootst in aantal zijn, en dus door de
dames niet geacht worden reglens de mannelijke
evenals Moeder zegt wie weet hoe gelukkig
eens uw lol zal zijn! Vertrouw op God en op
Zijne goedheid
De dag van hel vertrek des jongen barons
naderde met rassche schreden. Den avond te
voren vereenigden zich vele voorname gasten
in de zalen der barones.
Weder werd Eugenie verzocht te zingen,
zooals men bijna alle avonden deeden weder
verwijderde baron Bobert zich van het gezel
schap om zijne plaats in de venslernis in te
nemenvan waar hij alleen bemerkt kon wor
pen door haar, die aan de piano gezeten was.
Toevallig wenschte men weder het «Air de
GrSce" te hooren en Eugenie zong hel dezen
keer met eene onmiskenbaar innige uitdrukking.
Hare oogen werden vochtigen ook in die van
baron Robert blonk een traan.
Na tien uren verwijderde het gezelschap zich
ook Eugenie begaf zich naar hare kamer. Geen
enkel woord tol alscheid had hij tol haar ge
sproken niets niets zij weende bitter.
Plotseling vernam zij schreden op de trap. Eene
rilling overviel haaren reeds wilde zij den
grendel voor de deur schuiventoen Bobert
doodsbleek binnentrad.
«Om Gods wilwat beduidt datheer BaronT"
fluisterde zij bevende.
«Ik koin alscheid van u nemen, Eugenie I
II: kan anders niet vertrekken."
Hij wilde hare liand vallen. Met eene haastige
beweging trok zij deze terug.
«Wilt gij mij niet eens uwe hand tot afscheid